NL9500307A - Compressiekous, compressiebroek en bijbehorende compressieplaat. - Google Patents

Description

Compressiekous. compressiebroek en bijbehorende compressieplaat.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een compressiekous van elastisch materiaal voor het uitoefenen van weefseldruk op een arm van een patiënt, waarbij de compressiekous een schouderdeel omvat dat in gebruik het schoudergewricht ten dele bedekt, waarbij aan het schouder-deel bandvormige middelen van elastisch materiaal zijn aangebracht voor het bevestigen van de compressiekous aan de romp van de patiënt.

Een dergelijke compressiekous is in de praktijk bekend en wordt in het algemeen gebruikt om bij een oedeempatiënt oedeemvorming in een arm tegen te gaan. Ten behoeve daarvan heeft het elastische materiaal van het armgedeelte een vooraf bepaalde compressiewaarde. De bekende compressiekous is voorzien van een smal schouderdeel dat dient ter bevestiging van een elastische band waarmee de compressiekous aan de romp van de patiënt bevestigd wordt.

De compressiekous volgens de onderhavige uitvinding beoogt zeer specifieke en vaak voorkomende problemen bij een bepaalde groep oncologische patiënten te ondervangen voor welke tot nu toe geen oplossing gevonden was.

Bij de behandeling van kanker wordt in het algemeen chirurgie en radiotherapie toegepast. In veel gevallen wordt daarbij een groot deel van de lymfknopen uit nabij de tumor(en) gelegen lymfgebieden verwijderd. Hierdoor kan, vooral in het klinisch oedeemvrije stadium, een stoornis in de lymfcirculatie ontstaan, waarbij klachten optreden, zoals pijnlijke bewegingsbeperking, pijn, brandend en/of stekend gevoel, vol en/of zwaar gevoel van vermoeidheid in de betreffende gebieden.

Door beschadiging, door bijvoorbeeld operatie en bestraling, van voornamelijk primaire lymfafvoerwegen ontstaat een verminderde lymftrans-portcapaciteit in de betreffende gebieden, de z.g. 'relatieve lymfostase' die een hyperalgesie, d.w.z. een verhoogde gevoeligheid voor pl as map ro-teïnen in het weefsel kan veroorzaken.

Genoemde klachten zijn subchronisch tot chronisch van aard en kunnen vooral na inzetten van manuele lymfdrainage (MLD) goed worden ondervangen. De manuele lymfdrainage is een bijzondere vorm van niet-stuwende massage. De manuele lymfdrainage bevordert de reabsorptie van (eiwitrijk) weefselvloeistof in bloed- en lymfcapillairen en stimuleert de motoriek van de lymfvaten, waardoor de lymftransportcapaciteit toeneemt en de klachten afnemen of verdwijnen. De relatieve lymfostase in genoemde ge bieden wordt daarbij voorkomen of verlicht door opvoering van de weefsel-druk van buitenaf.

De uitvinding beoogt bovengenoemde problemen te ondervangen en een oplossing aan te geven, waarmee de gunstige effecten van de manuele lymf-drainage in het supraclaviculaire gebied, het schoudergebied of het cra-niale rompgebied van een patiënt worden geconsolideerd en/of versneld.

Dit wordt bij een compressiekous volgens de uitvinding bereikt doordat het schouderdeel zodanig verlengd is uitgevoerd dat het zich in gebruik voorbij de h-lijn uitstrekt, die loodrecht vanaf de oksel naar de schouderlijn verloopt, en dat het schouderdeel zodanig verbreed is uitgevoerd dat het in gebruik tenminste een gebied op de romp omvat, dat verder is begrensd door de bandvormige middelen en een grenslijn, die vanaf de oksel van de patiënt tot aan de bandvormige middelen verloopt, waarbij de grenslijn in hoofdzaak onder een hoek tussen -45 en +45 graden staat met de tussen de twee oksels horizontaal verlopende g-lijn.

In een verdere uitvoeringsvorm is het schouderdeel aan de voor- en achterzijde van de romp van de patiënt verbreed uitgevoerd. In deze uitvoeringsvorm zal de compressiekous na bevestiging niet of nauwelijks verschuiven, waardoor op de juiste plaatsen druk op het weefsel wordt uitgeoefend.

In een verdere uitvoeringsvorm is het schouderdeel voorgevormd.

De compressiekous volgens deze uitvoeringsvorm kan op gunstige wijze aangepast worden aan de anatomische vorm van het tussen de h-lijn en de g-lijn verlopende te behandelen rompgebied van de betreffende patiënt.

In een verdere gunstige uitvoeringsvorm is de compressiekous tenminste op één plaats aan de lichaamszijde voorzien van een voeringvak voor opname van een compressieplaat ter verhoging van de lokale weefsel-druk. In deze uitvoeringsvorm kan op gunstige wijze lokaal de weefseldruk verder verhoogd worden.

De onderhavige uitvinding heeft bovendien betrekking op een compres-siebroek van elastisch materiaal voorzien van pijpen die in gebruik de bovenbenen van een patiënt althans ten dele omvatten.

In de praktijk is een dergelijke compressiebroek van elastisch materiaal bekend, zoals een "wielrenbroek".

De uitvinding beoogt de op zich bekende compressiebroek geschikt te maken voor het lokaal consolideren en/of versnellen van de gunstige effecten van de manuele lymfdrainage in het door de compressiebroek te bedekken gebied.

De compressiebroek volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat deze tenminste op één plaats aan de lichaamszijde is voorzien van een voeringvak voor opname van een compressieplaat ter verhoging van de lokale weefseldruk.

De compressiebroek volgens de uitvinding maakt het mogelijk om eveneens een verhoogde weefseldruk uit te oefenen op gestuwde of beschadigde lymfgebieden in onder andere het heup- en/of buikgebied, het pubis-gebied en/of de liesstreek van de patiënt.

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een compressieplaat voor gebruik in de compressiekous en/of de compressiebroek, waarbij de vorm van de compressieplaat is aangepast aan de anatomische vorm van de plaats op het lichaam van de patiënt waar de compressieplaat in gebruik druk op uitoefent. Een dergelijke compressieplaat zorgt voor een niet-stuwende druk van buitenaf op het betreffende lymfgebied, waardoor de weefseldruk ter plaatse verder stijgt en het effect van de MLD wordt geconsolideerd en/of versneld en oedeemtoename na beëindiging van de MLD wordt tegengegaan.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de figuren, waarin: figuur 1 een deel van het menselijk lichaam toont, waarin een aantal lymfafvoergebieden zijn aangeduid; figuur 2 een voorkeursuitvoeringsvorm van een compressiekous volgens de onderhavige uitvinding toont; figuur 3 een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een compressiebroek volgens de uitvinding toont; figuur 4 een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een compressiebroek volgens de uitvinding toont; figuren 5 t/m 14 uitvoeringsvoorbeelden van compressieplaten voor gebruik bij de compressiekous en/of de compressiebroek volgens de uitvinding tonen.

Figuur 1 toont een deel van een menselijk lichaam 1 aan de voorzijde waarin een aantal lymfafvoergebieden en lymfknopen 1 t/m 4 zijn aangeduid waarop de weefseldruk met behulp van de compressiekous en/of de compressiebroek volgens de uitvinding kan worden verhoogd. De axillaire lymf-klieren nabij de oksels zijn aangeduid met verwijzingscijfer 2. De lymfgebieden rond de liezen zijn aangeduid met verwijzingscijfer 3. Met verwijzingscijfer 4 zijn de supraclaviculaire lymfgebieden en de halslymf-gebieden aangeduid.

In figuur 2 is een voorkeursuitvoeringsvorm van een compressiekous 10 volgens de onderhavige uitvinding getoond.

Compressiekous 10 omvat bandvormige bevestigingsmiddelen 11 die zijn aangebracht aan het schouderdeel 12. Armcompressiekous 10 omvat voorts een armgedeelte 13 en kan optioneel voorzien zijn van een handgedeelte 1<L

Het schouderdeel 12 kan al naar gelang de klachten worden verbreed of verlengd in de richting van bepaalde pijnlijke gebieden op de romp van de patiënt. Bij het verwijderen van oksellymfknopen in het gebied 2 (zie figuur 1) kan het schouderdeel 12 overeenkomstig in de richting van de oksel van de patiënt worden verbreed. Het schouderdeel 12 is zodanig verbreed uitgevoerd dat het in gebruik tenminste een gebied op de romp omvat, dat verder is begrensd door de bandvormige middelen 11 en een grenslijn 16, die vanaf de oksel van de patiënt tot aan de bandvormige bevestigingsmiddelen middelen 11 verloopt, waarbij de grenslijn 16 onder een hoek α staat met de tussen de twee oksels horizontaal verlopende g-lijn, waarbij α in hoofdzaak een waarde tussen -45 en +45 graden heeft. De grenslijn kan dus zowel boven als onder de g-lijn verlopen.

Wanneer er sprake is van pijnklachten in het gebied 4 (zie figuur 1) kan het schouderdeel 12 overeenkomstig in de richting van de hals van de patiënt worden verlengd. Het schouderdeel is dan volgens de uitvinding zodanig verlengd uitgevoerd dat het zich in gebruik voorbij de h-lijn uitstrekt, die loodrecht vanaf de oksel naar de schouderlijn verloopt. In een voorkeursuitvoeringsvorm strekt het schouderdeel 12 zich maximaal tot aan de halskromming uit, waardoor irritatie van de bevestigingsmiddelen 11 in de hals van de patiënt tijdens het dragen van de compressiekous 10 effectief worden voorkomen.

Het schouderdeel 12 kan bovendien worden voorgevormd, zodat het optimaal aan de anatomische vorm van het tussen de h-lijn en de g-lijn verlopende deel van de romp van de betreffende patiënt kan worden aangepast.

Hoewel in figuur 2 alleen een verbreding aan de voorzijde is getoond, zal het voor een deskundige op het vakgebied zonder meer duidelijk zijn dat de verbreding eveneens aan de achterzijde aangebracht kan worden om op de craniale rompgebieden compressie uit te oefenen.

De armcompressiekous 10 is gemaakt van elastisch materiaal met een voorafbepaalde compressiewaarde. Deze compressiewaarde wordt afgestemd op de wenselijke behandeling. In de praktijk worden de compressiewaarden onderverdeeld In klassen. Hieronder volgt een voorbeeld van een in Duitsland veel gebruikte klassenindeling: klasse 1: 20 - 30 mm Hg klasse 2: 30 - 40 mm Hg klasse 3: 40 - 50 mm Hg

Alle compressiewaarden uit klassen 1, 2 en 3 zijn goed toepasbaar voor medische behandelingen.

De compresssiewaarde van de bekende compressiekous valt voornamelijk in klasse 2 en 3· De compress ie waarde neemt daarbij vanaf de pols in de richting van de g-lijn in waarde af. De compressiekous volgens de uitvinding heeft bij voorkeur hetzelfde verloop van de compressiewaarde, waarbij de compressiewaarde van het schouderdeel in de voorkeursuitvoerings-vorm gelijk is aan de minimale compressiewaarde ter hoogte van de g-lijn. De compressie in de lymfgebieden rond de schouder wordt daarbij mede tot stand gebracht door het schouderdeel 12 aan de anatomische vorm van het betreffende lichaamsgebied van de patiënt aan te passen en door de bandvormige bevestigingsmiddelen 11 voldoende strak te trekken.

Armcompressiekous 10 wordt bij voorkeur zowel aan de voor- als aan de achterzijde van de romp van de patiënt verbreed uitgevoerd. Dit heeft het voordeel dat de armcompressiekous 10 in gebruik niet of nauwelijks zal verschuiven, waardoor is gewaarborgd dat steeds op de juiste plaats druk op het betreffende weefsel wordt uitgevoerd.

De armcompressiekous volgens de onderhavige uitvinding is toepasbaar in de volgende indicatiegebieden: 1) hyperalgesiën, 2) palliatieve behandeling van maligne lymfoedeem, 3) oedeemvorming, 4) klierdissectie, 5) seroomvorming, 6) hematoomvorming; 7) infiltraat; 8) moeilijke littekens, zowel in het supraclaviculaire gebied, als in het schoudergebied als in het craniale rompgebied.

In figuur 3 is een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een compres-siebroek 20 volgens de uitvinding getoond. Compressiebroek 20 heeft pijpen 21 die voorzien zijn van een brede, soepele rand 22, van bijvoorkeur 3 cm, om knellingen te voorkomen. Compressiebroek 20 is van elastisch materiaal met een bij voorkeur constante compressiewaarde uit klasse 1 of 2. Compressiebroek 20 is in de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm bij uitstek geschikt om druk uit te oefenen op het buik/heupgebied, het pu-bisgebied, het liesdeel, en delen van de bovenbenen. Al naar behoefte kunnen de pijpen van de compressiebroek zich uitstrekken over het hele been inclusief de voet van de patiënt (niet getoond).

De compressiebroek volgens de uitvinding is tenminste op één plaats aan de lichaamszijde voorzien van een voeringvak (niet getoond) voor opname van een compressieplaat ter verhoging van de weefseldruk. Dit voeringsvak is bij voorkeur van dun, naadarm, rekbaar materiaal en kan zowel ingebreid als ingenaaid worden. Het voeringvak zelf kan eventueel in verschillende vakjes zijn opgedeeld, waarin meerdere compressieplaten kunnen worden geschoven. Toepassing van een dergelijke compressieplaat zorgt voor een niet-stuwende druk van buiten op een indicatiegebied, waardoor de weefseldruk verder stijgt. Opgemerkt kan worden dat de compressiebroek volgens de uitvinding eveneens toepasbaar is bij de hiervoor genoemde indicatiegebieden 1 tot en met 8, met betrekking tot het li-chaamsgebied dat in gebruik door de compressiebroek bedekt is, dat met name het heup/buikgebied, het pubisgebied, het liesgebied, de benen en de voeten omvat.

In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is compressiebroek 20 voorzien van compressieplaat 24 voor het pubisgebied en het buik/liesgebied.

In figuur 4 is een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een compressiebroek volgens de uitvinding getoond. Compressiebroek 23 is voorzien van compressieplaat 26 voor het heup/buikgebied.

Om optimale bewegingsvrijheid voor de patiënt te realiseren zal in de regel voor de benen in afzonderlijke compressieplaten voorzien zijn. De compressiebroek volgens de uitvinding is daartoe bij voorkeur voorzien van één of meer overeenkomstige afzonderlijke voeringsvakken voor opname van de respectieve één of meer compressieplaten.

Voorts kan worden opgemerkt dat compressieplaten 24 en 26 alleen aan de voorzijde zijn getoond. Het zal echter duidelijk zijn dat deze zich in voorkomende gevallen naar de achterzijde van de romp kunnen uitstrekken.

Voorts kan opgemerkt worden dat de compressiebroek geschikt gemaakt kan worden voor gebruik door stomapatiënten door de compressiebroek én de daarin op te nemen compressieplaten van openingen te voorzien die zijn aangepast aan de vorm en locatie van de betreffende één of meer stoma's.

Desgewenst kan over de compressiebroek met korte pijpen een compres-siepanty worden gedragen, waarvan de compressiewaarde zo wordt gekozen dat de compressiewaarde van het bovenbeen af in de richting van de voet toeneemt. Hiermee kan verplaatsing van oedeem naar het onderbeen worden voorkomen.

Een compressieplaat wordt bij voorkeur vervaardigd uit circa 0,5 - 1 cm dik, verend materiaal, zoals schuimrubber, dat met afgevlakte randen is uitgevoerd en bijvoorbeeld bekleed is met een dun, naadarm materiaal. Bij de afwerking van deze compressieplaat wordt het delicate voorzichtige behandelingsprincipe van de manuele lymfdrainage verder doorgevoerd. Iedere dikke of stugge naad in het te behandelen oppervlak werkt contraproductief en aan de afwerking worden derhalve hoge eisen gesteld om het gewenste doel te bereiken.

Het schuimrubber van de compressieplaat is in sommige gevallen tenminste aan één oppervlak glad en in andere gevallen aan dat oppervlak van gleufjes voorzien, waardoor individuele compressiekussentjes ontstaan. Het is ook mogelijk om individuele kussentjes van verend materiaal toe te passen, die - na bevestiging op het genoemde oppervlak van de compressieplaat - extra druk kunnen uitoefenen op concaviteiten in het te behandelen gebied. Deze compressiekussentjes zijn bijzonder geschikt voor behandeling na klierdissectie, bijvoorbeeld voor liesklierdissectie, en moeilijke littekens, waarbij deze de ontstane weefselholte geheel of gedeeltelijk kunnen opvullen.

De compressieplaat en het individuele kussentje kunnen op maat worden gemaakt en worden opgenomen in de genoemde voeringvakken.

De vorm van elke compressieplaat is aangepast aan de anatomische vorm van de plaats op het lichaam waar de betreffende compressieplaat druk op moet uitoefenen.

Ter vergroting van de lokale weefseldruk in het supraclaviculaire gebied, het schoudergebied en het craniale rampgebied kan ook compressie-kous 10 voorzien zijn van een of meer voeringsvakken voor opname van compressieplaten en/of compressiekussens zoals hierboven genoemd. De afmetingen van de compressiekous worden bij het dragen van een compressieplaat bij voorkeur aangepast aan de afmetingen van de compressieplaat.

Bij gebruik van de compressieplaten in het praximale gebied wordt de compressiewaarde van de compressiekous in het distale gedeelte bij voorkeur zo aangepast, dat de compressiewaarde distaal hoger is dan proxi-maal.

In figuur 5 t/m lU zijn verdere uitvoeringsvoorbeelden van compres-sieplaten voor gebruik bij de conpressiekous en/of de coinpressiebroek volgens de uitvinding getoond.

Hierin is: 30. Een anatomisch gevormde compressieplaat voor adequate behandeling van het supraclaviculaire gebied, het schoudergebied en het craniale rompgebied.

31. Een anatomisch gevormde compressieplaat voor behandeling van de bovenarm.

32. Een anatomisch gevormde compressieplaat voor behandeling van het ellebooggebied.

33· Ben anatomisch gevormde compressieplaat voor behandeling van onderarm en handrug.

36. Een anatomisch gevormde compressieplaat voor behandeling van het bovenbeen.

37· Een anatomisch gevormde compressieplaat voor behandeling van de knie en de knieholte.

39· Een anatomisch gevormde compressieplaat voor behandeling van voet en enkel.

40. Een anatomisch gevormde compressieplaat voor behandeling van de enkel.

Compressieplaten 30 t/m 33 zijn geschikt voor toepassing bij de armcompressiekous volgens de uitvinding. Compressieplaten 36 en 37. 39 en 40 zijn geschikt voor toepassing bij de compressiebroek volgens de uitvinding. In hoofdzaak wordt een compressieplaat in gebruik door de com-pressiekous of -broek bedekt.

Opgemerkt kan worden dat alle compressieplaten voorzien kunnen zijn van een of meer bijbehorende compressiekussens. Voorts zijn alle compressieplaten zowel in linker als in rechter model uitvoerbaar. Elke compressieplaat kan voorzien zijn van klitteband (zie figuren 8 t/m 12) of andere bekende bevestigingsmiddelen teneinde de compressieplaat in positie te houden.

Het voor een deskundige op het vakgebied zonder meer duidelijk zijn dat de compressieplaten zowel in de lengte als in de breedte aan te passen zijn aan de grootte van het te behandelen lichaamsgebied zonder af te wijken van de uitvindingsgedachte. Zo kan bijvoorbeeld compressieplaat 36 alleen de binnenste helft van het bovenbeen bedekken, indien de klachten van de patiënt zich daartoe beperken.

Claims (11)

1. Compressiekous van elastisch materiaal voor het uitoefenen van weefseldruk op een arm van een patiënt, waarbij de compressiekous een schouderdeel omvat dat in gebruik het schoudergewricht ten dele bedekt, waarbij aan het schouderdeel bandvormige middelen van elastisch materiaal zijn aangebracht voor het bevestigen van de compressiekous aan de romp van de patiënt, met het kenmerk, dat het schouderdeel zodanig verlengd is uitgevoerd dat het zich in gebruik voorbij de h-lijn uitstrekt, die loodrecht vanaf de oksel naar de schouderlijn verloopt, en dat het schouderdeel zodanig verbreed is uitgevoerd dat het in gebruik tenminste een gebied op de romp omvat, dat verder is begrensd door de bandvormige middelen en een grenslijn, die vanaf de oksel van de patiënt tot aan de bandvormige middelen verloopt, waarbij de grenslijn in hoofdzaak onder een hoek tussen -45 en +45 graden staat met de tussen de twee oksels horizontaal verlopende g-lijn.

2. Compressiekous volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het schouderdeel maximaal tot aan de halskromming is verlengd.

3· Compressiekous volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het schouderdeel aan de voor- en achterzijde van de romp van de patiënt verbreed is uitgevoerd.

4. Compressiekous volgens conclusie 1 of 2, waarbij het elestische materiaal een voorafbepaalde compressiewaarde heeft die van distaai naar proximaal verlopend in waarde afneemt, waarbij de compressiewaarde in gebruik ter hoogte van de g-lijn minimaal is, met het kenmerk. dat de compressiewaarde van het proximale schouderdeel in hoofdzaak gelijk is aan de minimale compressiewaarde.

5. Compressiekous volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het schouderdeel is voorgevormd.

6. Compressiekous volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de compressiekous tenminste op één plaats aan de lichaamszijde is voorzien van een voeringvak voor opname van een compres-sieplaat ter verhoging van de lokale weefseldruk.

7· Compressiekous volgens conclusie 6. met het kenmerk. dat het voeringsvak ten minste aan de lichaamszijde van dun, naadarm materiaal is.

8. Compressiebroek van elastisch materiaal voorzien van pijpen die in gebruik de bovenbenen van een patiënt althans ten dele omvatten, met het kenmerk, dat deze tenminste op één plaats aan de lichaamszijde is voorzien van een voeringvak voor opname van een compressieplaat ter verhoging van de lokale weefseldruk.

9. Compressiebroek volgens conclusie 8, met het kenmerk. dat de compressiebroek een constante, voorafbepaalde compressiewaarde heeft van maximaal klasse 2.

10. Compressiebroek volgens conclusie 9· met het kenmerk, dat het voeringsvak ten minste aan de lichaamszijde van dun, naadarm materiaal is.

11. Compressieplaat voor gebruik in de compressiekous en/of de compressiebroek volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de vorm van de compressieplaat is aangepast aan de anatomische vorm van de plaats op het lichaam van de patiënt waar de compressieplaat in gebruik druk op uitoefent.