NL9500097A - Inrichting en werkwijze voor het sorteren van in hoofdzaak vlakke objecten. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het sorteren van in hoofdzaak vlakke objecten. Download PDF

Info

Publication number
NL9500097A
NL9500097A NL9500097A NL9500097A NL9500097A NL 9500097 A NL9500097 A NL 9500097A NL 9500097 A NL9500097 A NL 9500097A NL 9500097 A NL9500097 A NL 9500097A NL 9500097 A NL9500097 A NL 9500097A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sorting
holders
recirculation
objects
branches
Prior art date
Application number
NL9500097A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerhard Hidding
Rocus Johannes Van Oosten
Jeichienus Adriaan Van D Werff
Original Assignee
Hadewe Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hadewe Bv filed Critical Hadewe Bv
Priority to NL9500097A priority Critical patent/NL9500097A/nl
Publication of NL9500097A publication Critical patent/NL9500097A/nl
Priority to DE29614914U priority patent/DE29614914U1/de
Priority to US08/705,821 priority patent/US5904255A/en

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F7/00Methods or arrangements for processing data by operating upon the order or content of the data handled
    • G06F7/06Arrangements for sorting, selecting, merging, or comparing data on individual record carriers
    • G06F7/08Sorting, i.e. grouping record carriers in numerical or other ordered sequence according to the classification of at least some of the information they carry
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B07SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
    • B07CPOSTAL SORTING; SORTING INDIVIDUAL ARTICLES, OR BULK MATERIAL FIT TO BE SORTED PIECE-MEAL, e.g. BY PICKING
    • B07C1/00Measures preceding sorting according to destination
    • B07C1/02Forming articles into a stream; Arranging articles in a stream, e.g. spacing, orientating
    • B07C1/025Devices for the temporary stacking of objects provided with a stacking and destacking device (interstack device)
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B07SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
    • B07CPOSTAL SORTING; SORTING INDIVIDUAL ARTICLES, OR BULK MATERIAL FIT TO BE SORTED PIECE-MEAL, e.g. BY PICKING
    • B07C3/00Sorting according to destination
    • B07C3/02Apparatus characterised by the means used for distribution
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B07SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
    • B07CPOSTAL SORTING; SORTING INDIVIDUAL ARTICLES, OR BULK MATERIAL FIT TO BE SORTED PIECE-MEAL, e.g. BY PICKING
    • B07C3/00Sorting according to destination
    • B07C3/02Apparatus characterised by the means used for distribution
    • B07C3/04Drum-type sorting machines or having circularly arranged sorting compartments
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B07SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
    • B07CPOSTAL SORTING; SORTING INDIVIDUAL ARTICLES, OR BULK MATERIAL FIT TO BE SORTED PIECE-MEAL, e.g. BY PICKING
    • B07C3/00Sorting according to destination
    • B07C3/02Apparatus characterised by the means used for distribution
    • B07C3/06Linear sorting machines in which articles are removed from a stream at selected points
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F7/00Methods or arrangements for processing data by operating upon the order or content of the data handled
    • G06F7/06Arrangements for sorting, selecting, merging, or comparing data on individual record carriers
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06KGRAPHICAL DATA READING; PRESENTATION OF DATA; RECORD CARRIERS; HANDLING RECORD CARRIERS
    • G06K13/00Conveying record carriers from one station to another, e.g. from stack to punching mechanism
    • G06K13/02Conveying record carriers from one station to another, e.g. from stack to punching mechanism the record carrier having longitudinal dimension comparable with transverse dimension, e.g. punched card
    • G06K13/08Feeding or discharging cards
    • G06K13/0843Feeding or discharging cards from or back into the same magazine
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S209/00Classifying, separating, and assorting solids
    • Y10S209/90Sorting flat-type mail

Description

Korte aanduiding: Inrichting en werkwijze voor het sorteren van in hoofdzaak vlakke objecten
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting volgens de aanhef van conclusie 1 en op een werkwijze volgens de aanhef van conclusie 10. Een dergelijke inrichting en een dergelijke werkwijze zijn bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 5 112 042. Voorts betreft de uitvinding modules voor het samenstellen van een inrichting volgens een speciale uitvoeringsvorm van de uitvinding.
In het Amerikaanse octrooischrift 5 009 321 is een systeem beschreven waarin voor het machinaal sorteren van relatief kleine aantallen objecten over een relatief groot aantal sorteerposities, (bijvoorbeeld adressen) een sorteeralgoritme met meerdere sorteerslagen wordt toegepast. Volgens het voorbeeld worden poststukken voor een gebied met 400 adressen gesorteerd door een partij te sorteren objecten twee maal achter elkaar te sorteren over 20 vakken. Een bezwaar van dit systeem is, dat de objecten na de eerste sorteerslag door de bediener uit sorteervakken moeten worden verwijderd en in de juiste volgorde in het systeem moeten worden geplaatst.
In het hiervoor genoemde Amerikaanse octrooischrift 5 112 042 is een sorteermachine beschreven, waarvan sorteer-houders zijn ingericht voor het gestapeld opslaan van objecten. De sorteerhouders zijn voorzien van schuiven en aanslagen waarmee de objecten clustergewijs uit de sorteerhouders kunnen worden verwijderd. De schuiven zijn in stapelrichting heen en weer verplaatsbaar en bovendien zwenkbaar tussen een positie in lijn met objecten in de sorteerhouder en een positie zijwaarts van de in de sorteerhouder gestapelde objecten. Voor het opnieuw toevoeren van uit de sorteerhouders verwijderde clusters objecten is deze sorteermachine voorzien van een re-circulatie-houder of meer recirculatie-houders. De of elke re-circulatie-houder is verplaatsbaar tussen een positie in lijn met een van de sorteerhouders en een positie in lijn met de toevoerbaan naar de leeseenheid.
Bezwaren van dit systeem zijn, dat de constructie met schuiven, aanslagen en een recirculatie-houder of meer recir-culatie-houders gecompliceerd en kostbaar is en bij het verplaatsen van de clusters objecten een relatief grote kans op problemen bestaat, omdat een stapel inkomende post doorgaan zeer onregelmatig is, zodat objecten gemakkelijk "uit de stapel geknepen" kunnen worden.
Volgens het Amerikaans octrooischrift 5 143 225 zijn de problemen die kleven aan het verplaatsen van clusters objecten ondervangen door een inrichting te voorzien van sorteervakken in de vorm van dubbele transportbanden, waartussen de objecten dakpansgewijs kunnen worden vastgehouden. De inrichting omvat een eerste stel van deze sorteervakken voor het uitvoeren van een eerste sorteerslag. Tijdens de tweede sorteerslag worden de objecten toegevoerd vanuit het eerste stel sorteervakken en getransporteerd naar een tweede stel sorteervakken. Ook de constructie van deze inrichting is echter gecompliceerd, kostbaar en omvangrijk, doordat deze een groot aantal sorteerhou-ders in de vorm van zeer lange dubbel banden omvat.
Ook in het Amerikaanse octrooischrift 5 042 667 is een inrichting beschreven met een een eerste stel houders en een tweede stel houders. Het eerste stel houders is uitgevoerd als een omlopende transporteur met posities voor alle te sorteren objecten. Het tweede stel houders is uitgevoerd als een kleiner aantal vakken, waarheen uit het eerste stel houders afgegeven objecten kunnen worden verplaatst. De objecten in het eerste stel houders bewegen langs een uitvoer-positie. Wanneer een object voor de uitvoer-positie aan de beurt is in een van de houders van het tweede stel te worden opgenomen wordt het uit het eerste stel houders verwijderd en naar de geselecteerde houder van het tweede stel houders getransporteerd.
Deze inrichting is eveneens gecompliceerd, kostbaar en omvangrijk, in het bijzonder doordat het eerste stel houders is uitgevoerd als een omlopende baan met posities voor alle te sorteren objecten.
Uit de Europese octrooiaanvrage 0 423 118 is een sor-teersysteem bekend, dat is voorzien van buffervakken voor het opslaan en afgeven van individuele objecten. De afgegeven objecten worden afgevoerd, zodat deze niet automatisch worden aangevoerd voor het doorlopen van een tweede sorteerslag. Bovendien is deze inrichting uiteraard ook gecompliceerd, kostbaar en omvangrijk, doordat van de houders die elk zijn ingericht voor het tijdelijk opslaan van één object een zeer groot aantal nodig is teneinde een enigszins effectieve inrichting te verkrijgen. Beschreven is een uitvoerinsgvorm met 12 buffers elk bestaand uit 64 houders, dat wil zeggen in totaal 768 houders.
Aan elk van deze inrichtingen met machinaal te legen sorteerhouders kleeft aldus het bezwaar dat dit zeer gecompliceerde, kostbare en veel ruimte in beslag nemende inrichtingen zijn. Doel van de uitvinding is derhalve een inrichting te verschaffen die aanzienlijk eenvoudiger is opgebouwd en derhalve tegen lagere kosten kan worden vervaardigd en die minder ruimte in beslag neemt en een werkwijze te verschaffen voor het uitvoeren waarvan een dergelijke eenvoudige inrichting volstaat.
Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt door een sorteerinrichting van het in de aanhef beschreven type uit te voeren overeenkomstig het kenmerkende deel van conclusie 1 alsook door een werkwijze van het in de aanhef beschreven type uit te voeren overeenkomstig het kenmerkende deel van conclusie 10.
Bij toepassing van de uitvinding worden de objecten afzonderlijk stuksgewijs afgegeven vanuit een gestapelde configuratie. Hierdoor kunnen deze vanuit een eenvoudige en compacte opslagconfiguratie eenvoudig continu gerecirculeerd worden voor het doorlopen van een volgende sorteerslag. Behalve de sorteerhouders kunnen derhalve ook de transportmiddelen voor het recirculeren van de objecten compact uitgevoerd worden. Verder zijn geen afzonderlijke voorzieningen nodig voor het verwijderen van clusters objecten uit de sorteerhouders.
In plaats daarvan zijn de sorteerhouders voorzien van object-separators die relatief eenvoudig van opbouw kunnen zijn. Verder is geen object-separator tussen de sorteerhouders en de leeseenheid nodig, hetgeen verder bijdraagt aan het vereenvoudigen van de constructie
In feite zijn de stappen van het legen ("sweeping") van de sorteerhouders en het separeren van toegevoerde objecten geïntegreerd tot een enkele stap, van het rechtstreeks vanuit de sorteerhouders separeren van objecten. Naast de in de sorteerhouders aanwezige objecten is er derhalve voortdurend slechts een beperkt aantal individuele objecten in behandeling, hetgeen relatief eenvoudig te beheersen is.
Een bijzonder voordeel van de werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding is, dat objecten niet alleen selectief naar een bepaalde sorteerhouder kunnen worden gevoerd maar ook selectief uit een bepaalde sorteerhouder kunnen worden afgegeven. Dit maakt het mogelijk meer geavanceerde sorteerprogram-ma’s te gebruiken die gebruik maken van, bijvoorbeeld bij het lezen tijdens een eerste sorteerslag, vergaarde gegevens betreffende de in behandeling zijnde objecten en de posities van die objecten in de verzameling.
Nog een bijzonder voordeel van de werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding is, dat tijdens de eerste sorteerslag afwisselend uit verschillende sorteerhouders kan worden toegevoerd teneinde geleidelijk in elk van de sorteerhouders voldoende ruimte over te houden voor het ontvangen van toegevoerde objecten.
Voor het optimaal verdelen van in de sorteerhouders beschikbare ruimte voor het opnemen van objecten is het ook mogelijk tijdens de eerste sorteerslag telkens een object af te geven uit een sorteerhouder wanneer een gesorteerd object daaraan is toegevoerd.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de inrichting modulair opgebouwd. Dit is in combinatie met de stuksgewijze afgifte van objecten vanuit de sorteerhouders met bijzonder voordeel te realiseren, omdat het doen passeren van afzonderlijke objecten van de ene module naar een daarop aansluitende module relatief eenvoudig mogelijk is. De uitvinding kan derhalve ook zijn belichaamd in een basismodule als gedefinieerd in conclusie 8 en in een sorteermodule als gedefinieerd in conclusie 9.
Bijzondere uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn beschreven in de afhankelijke conclusies.
Navolgend wordt de uitvinding nader toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden, waarbij wordt verwezen naar de tekening. Daarbij toont:
Fig. 1 een opengewerkt zijaanzicht onder een schuin omlaag gerichte hoek van een inrichting volgens een eerste uitvoer ingsvoorbeeld van de uitvinding, en
Fig. 2 een bovenaanzicht van een inrichting volgens een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.
De uitvinding wordt in eerste aanleg nader toegelicht aan de hand van het in Fig. 1 getoonde voorbeeld. Daarna wordt het in Fig. 2 getoonde uitvoeringsvoorbeeld beschreven en toegelicht .
De in Fig. 1 getoonde inrichting is bestemd voor het sorteren van in hoofdzaak vlakke objecten, zoals poststukken en documenten en in het bijzonder geschikt voor toepassingen, waarbij middelgrote hoeveelheden poststukken door middel van meerdere sorteerslagen worden gesorteerd. Voorbeelden van dergelijke toepassingen zijn het op loop van een postbode sorteren van poststukken, het sorteren van binnengekomen post in grote organisaties en het voorsorteren van uitgaande post, teneinde van voor partijenpost geldende kortingen gebruik te kunnen maken. De uitvinding wordt in de navolgende beschrijving nader toegelicht in de context van het sorteren van poststukken, hetgeen de belangrijkste toepassing vormt, er kunnen echter ook andere objecten zoals documenten en (antwoord)kaarten mee gesorteerd worden.
De inrichting is voorzien van een eerste sorteerhouder 1 en een tweede sorteerhouder 2 voor het gestapeld in een sta-pelrichting opslaan van poststukken 3. De stapelrichting is bij voorkeur onder een substantiële hoek (bij voorkeur tussen 20° en 50°) met de vertikaal gericht, zodat randen aan één zijde van de poststukken in een zelfde sorteerhouder 1, 2 door de werking van de zwaartekracht tegen een zelfde geleiding 4 aan komen te liggen. De poststukken kunnen ook in horizontale richting worden gestapeld (hetgeen in het normale spraakgebruik wel "op een rij zetten" wordt genoemd), in dat geval is het nodig de stapel aan de zijde waar poststukken worden toegevoegd vast te houden. Een voorbeeld van een stapel-vasthouder waarmee dit kan worden gerealiseerd is in Fig. 2 getoond en wordt hierna nog nader beschreven en toegelicht. In Fig. 1 hellen de sorteerhouders 1, 2 en de bijbehorende geleidingen 4 achterover, zodat de poststukken 3 door de zwaartekracht tegen de in aanzichtrichting achtergelegen geleidingen 4 aan komen te liggen.
De sorteerhouders 1, 2 zijn elk voorzien van drie schroeftransporteurs 5, 6, 7, waarvan twee transporteurs 5, 6 aan de zijde van de bijbehorende geleiding 4 zijn gelegen en windingen hebben die juist buiten de geleiding 4 uitsteken. De derde transporteur 7 van elke sorteerhouder verloopt opzij van en voor de beide andere schroeftransporteurs 5, 6 evenwijdig aan die andere twee transporteurs 5, 6. De poststukken dienen bij voorkeur zo in de sorteerhouders 1, 2 te worden geplaatst, dat de lange zijden naar de eerste twee schroeftransporteurs 5, 6 toe zijn gekeerd, de korte zijden naar de derde schroef-transporteur 7 toe zijn gekeerd en de zijde met adres- of sorteer informatie omhoog gekeerd is. In bedrijf worden de schroeftransporteurs 5, 6, 7 aangedreven door een aandrijfeenheid 8, waarbij de eerste twee schroeftransporteurs 5, 6 zo aangedreven worden, dat de met poststukken 3 in aanraking verkerende omtreksgedeeltes bewegen in de richting van de zijde waar de derde schroeftransporteur 7 is gelegen. Hierdoor worden de poststukken naar de derde schroeftransporteurs 7 toe gedrongen, zodat de korte zijden van de poststukken 3 aan de zijde van de derde schroeftransporteur 7 worden uitgelijnd.
De inrichting omvat verder een transportstelsel 9 voor het transporteren van poststukken 3. Het transportstelsel 9 is opgebouwd uit omlopende banden, waarbij de transportbanen steeds worden gevormd door dubbele bandeinden waartussen de poststukken 3 tijdens transport vastgehouden worden. In de tekening zijn enkele bandeinden en de looprichting daarvan steeds aangeduid met enkele pijlen en dubbele bandeinden waartussen de poststukken kunnen worden vastgehouden en getransporteerd, alsmede de looprichting daarvan aangeduid met dubbele pijlen.
Het transportstelsel 9 is voorzien van een eerste wissel 10 en een tweede wissel 11. Op elk van de wissels sluiten stroomafwaarts twee vertakkingen 12, 13 resp. 14, 49 van het transportstelsel 9 aan. Een eerste vertakking 12 verloopt van de eerste wissel 10 omlaag naar de eerste sorteerhouder 1. Een tweede vertakking 13 verloopt van de eerste wissel 10 ongeveer horizontaal naar de tweede wissel 11. Een derde vertakking 14 verloopt van de tweede wissel 11 omlaag naar de tweede sorteerhouder 2. Een vierde vertakking 49 verloopt van de tweede wissel 10 ongeveer horizontaal van de inrichting af en sluit aan op afvoerbaan 15, waarop gesorteerde poststukken afgevoerd kunnen worden. Opgemerkt wordt, dat ook een uitvoering zonder afvoerbaan 15 mogelijk is. Bij die uitvoering worden de gesorteerde poststukken in de sorteerhouders 1, 2 opgevangen, waaruit deze met de hand kunnen worden verwijderd.
Langs de afvoerbaan 15 is een afvoer-scheider 16 aangebracht, die is ingericht voor het lateraal verplaatsen van passerende poststukken. Door een poststukken bestemd voor opeenvolgende adressen,starten of loop-gedeeltes afwisselend naar links en naar rechts of afwisselend wel en niet zijwaarts te verplaatsen, kan bij het opstapelen van de poststukken een stapel worden verkregen, waarin groepen poststukken die verschillend behandeld moeten worden gemakkelijk zijn te onderscheiden .
Langs een doorvoer-gedeelte 17 van het transportstelsel 9 stroomopwaarts van de eerste wissel 10 is een leeseenheid 18 voor het lezen van informatie van te sorteren poststukken 3 aangebracht. Afhankelijk van de beoogde toepassing kan de leeseenheid zijn ingericht voor het lezen van op de poststukken aanwezige adressen en/of voor het lezen van op de poststukken aangebrachte speciaal voor machinale verwerking aangebrachte tekens zoals streepjescodes.
Langs het doorvoer-gedeelte 17 van het transportstelsel 9 is kort voor de eerste wissel 10 verder een detector 19 aangebracht , teneinde te kunnen signaleren wanneer een volgend poststuk de wissel 10 nadert. Door het aantal poststukken dat de leeseenheid verlaat en het aantal poststukken de detector 19 heeft bereikt te registreren, is wanneer een poststuk door de detector wordt gesignaleerd steeds bekend welk poststuk dat is en welk poststuk het volgende poststuk zal zijn. Eventueel kan door de detector de lengte en/of een andere eigenschap van een poststuk worden afgetast teneinde te verifiëren dat een bepaald gedetecteerd poststuk inderdaad het verwachte poststuk is. Indien een aantal opeenvolgende poststukken dezelfde lengte hebben, zal bij verificatie door lengtedetectie in geval van een telfout in eerste instantie geen fout worden gedetecteerd. Bij de eerstvolgende opeenvolging van poststukken met verschillende lengtes zal de fout echter gesignaleerd worden. Indien alle binnenkomende poststukken dezelfde lengte hebben (zoals bijvoorbeeld bij het verwerken van geretourneerde antwoordenveloppen of het sorteren van uitgaande post vaak het geval is). Kan uiteraard niet met verificatie door lengtedetectie gewerkt worden, maar zal een detector 19 voor het aftasten van een andere eigenschap moeten worden toegepast.
Langs de derde vertakking 13 is op korte afstand stroomopwaarts van de tweede wissel 11 een tweede detector 20 aangebracht, met een overeenkomstige functie als de eerste detector 19. Bij het tellen van ter plaatse van de tweede detector 20 aankomende poststukken moeten uiteraard poststukken die door de eerste wissel 10 niet naar de tweede wissel 11 maar naar de eerste sorteerhouder 1 worden gestuurd buiten beschouwing worden gelaten.
Voor het besturen van de inrichting is deze voorzien van een centrale processor 21 die via een eerste sub-processor 22 is onder meer verbonden met de leeseenheid voor het verwerken van signalen ontvangen van die leeseenheid en met de eerste wissel 10 voor het bedienen van die wissel. Via een tweede sub-processor 23 is de centrale processor 21 verder verbonden met de tweede wissel 11 voor het bedienen van die wissel. De van de poststukken gelezen informatie wordt door de eerste sub-processor in geschikte vorm doorgegeven naar de centrale processor 21. De centrale processor 21 bevat een programma, waarmee wordt bepaald op welke wijze de poststukken moeten worden gesorteerd. Dit hangt af van het aantal sorteerhouders dat in de inrichting aanwezig is en van de fijnheid van de indeling waarop moet worden gesorteerd. De commando's die de centrale processor 21 afgeeft aan de sub-processoren 22, 23 - die elk bij een sorteerhouder 1, 2 en een wissel 10 resp. 1 behoren - bestaan in hoofdzaak uit een serie commando's die telkens aangeven of een poststuk moet worden doorgegeven dan wel naar de bijbehorende sorteerhouder 1, 2 moet worden gestuurd. De sub-processoren 22, 23 zijn aangepast om zelf bij te houden welke poststukken al zijn gepasseerd en welk commando derhalve voor welk poststuk van toepassing is. Hiertoe zijn de sub-processoren 22, 23 verbonden met de detectoren 19 resp. 20.
Voor het overbrengen van poststukken vanuit de sorteer-houders 1, 2 naar het gedeelte 17 van het transportstelsel 9 stroomopwaarts van de eerste wissel 10 zijn de sorteerhouders 1, 2 elk voorzien van afgifte-middelen in de vorm van een poststuk-separator 24 resp. 25 (schematisch weergegeven als blokken met onderbroken lijnen) voor het separeren en stuksgewijs afgeven van gestapelde poststukken 3. De poststuk-separa-tors zijn elk uitgevoerd als een bottom feed systeem en zijn elk uitgerust met een toevoer-rol 26 een separatierol 27 en een transportband 28. Tegenover de transportband 28 van het poststuk-separator 25 aansluitend op de tweede sorteerhouder 2 is een aandrukband 29 geplaatst. Een teruglopend bandgedeelte vormt een aandrukband 30 tegenover de transportband 28 van de separator 24 die de uitgang van de eerste sorteerhouder 1 vormt. De poststuk-separators 24, 25 worden elk bestuurd door een besturingseenheid 31 die is verbonden met de bijbehorende sub-processor 22, 23.
Doordat de poststukken afzonderlijk stuksgewijs worden afgegeven vanuit een gestapelde configuratie, kunnen deze vanuit een eenvoudige en compacte opslagconfiguratie eenvoudig continu gerecirculeerd worden voor het doorlopen van een volgende sorteerslag via het gedeelte 17 van het transportstelsel 9 stroomopwaarts van de eerste wissel 10. Hiertoe hoeft dit gedeelte 17 in stroomopwaartse richting slechts voldoende te zijn verlengd om daarop de uitgangen van de benodigde sorteer-houders aan te kunnen sluiten. Behalve de sorteerhouders kan derhalve ook het gedeelte 17 van de transportmiddelen 9 voor het recirculeren van de poststukken compact uitgevoerd worden.
In bedrijf werkt de inrichting volgens Fig. 1 als volgt. Telkens wordt een poststuk gesepareerd en individueel afgegeven vanuit een van de sorteerhouders 1, 2. Het poststuk wordt via het stroomopwaarts van de eerste wissel 10 gelegen gedeelte 17 van het transportstelsel 9 naar de leeseenheid 18 gevoerd, waar informatie van het aangevoerde poststuk wordt gelezen. Aan de hand van de informatie die van het desbetreffende poststuk is afgelezen, en die door de sub-processor 22 wordt doorgegeven naar de centrale processor, wordt voor het poststuk een sorteringsindicatie bepaald.
Deze stappen worden tijdens een eerste sorteerslag voor alle in de sorteerhouders 1 en 2 geplaatste poststukken 3 herhaald. Daarbij wordt voor elk poststuk telkens één van de twee sorteerhouders 1, 2 wordt geselecteerd in afhankelijkheid van de sorteringsindicatie van het desbetreffende poststuk die door de centrale processor is bepaald. In overeenstemming met de gevonden sorteringsindicaties worden, zodra die sorterings-indicaties bekend zijn, de commando's tot doorgeven dan wel naar de bijbehorende sorteerhouder 1, 2 voeren van de poststukken naar de sub-processoren 22 en 23 verstuurd. Wanneer de poststukken de wissels 10 en eventueel 11 bereiken worden deze vervolgens naar de geschikte vertakking 12, 13, 14 of 49 geleid, getransporteerd naar de voor dat poststuk geselecteerde sorteerhouder 1, 2 en in de desbetreffende sorteerhouders 1, 2 opgestapeld.
Tijdens een of meer volgende sorteerslagen worden de poststukken 3 opnieuw stuksgewijs vanuit de sorteerhouders 1, 2 afgegeven genomen, wordt voor elk van de opnieuw afgegeven poststukken 3 opnieuw een sorteerhouder 1, 2 geselecteerd en worden de wissels 10, 11 zo bediend dat de afgegeven poststukken elk worden getransporteerd naar de daarvoor, voor de tweede sorteerslag geselecteerde sorteerhouder en worden de poststukken in de sorteerhouders worden opgestapeld.
Tijdens de eerste sorteerslag kan de tweede wissel 11 continu in de naar de tweede sorteerhouder 2 leidende stand worden gehouden. Eventueel kunnen poststukken die bij de eerste groep behoren reeds tijdens de eerste sorteerslag afgevoerd worden. Tijdens volgende sorteerslagen kunnen poststukken behorend bij een groep steeds worden afgevoerd zodra bekend is, dat er geen poststukken behorend bij een, wat betreft de sorteervolgorde, voorgaande groep meer in de inrichting aanwezig zijn. Aldus kan het aantal te recirculeren poststukken worden beperkt en kan de sorteersnelheid worden geoptimaliseerd.
De poststukken kunnen overigens tijdens de eerste sorteerslag ook van elders worden aangevoerd en bijvoorbeeld via een ingang 32 van de inrichting waar het begin van het stroomopwaarts van de eerste wissel 10 gelegen gedeelte 17 van het transportstelsel 9 is gelegen.
Zodra de poststukken vanuit een van de sorteerhouders 1, 2 zijn afgegeven, kunnen deze telkens individueel verder getransporteerd en gesorteerd worden, zonder dat nog andere bewerkingen nodig zijn. Doordat behalve de in de sorteerhouders aanwezige poststukken voortdurend slechts een beperkt aantal individuele poststukken in behandeling is, is het sorteerpro-ces bovendien relatief eenvoudig te beheersen.
Indien het sorteerproces vanuit de sorteerhouders wordt gestart is het voordelig, wanneer tijdens de eerste sorteer-slag afwisselend uit verschillende sorteerhouders 1, 2 een poststuk wordt toegevoerd, zodat geleidelijk in elk van de sorteerhouders 1, 2 voldoende ruimte ontstaat voor het ontvangen van gelezen en gesorteerde poststukken.
Voor het optimaal verdelen van in de sorteerhouders beschikbare ruimte voor het opnemen van poststukken is het ook mogelijk tijdens de eerste sorteerslag telkens een poststuk af te geven uit een van de sorteerhouders 1, 2 wanneer een gesorteerd poststuk daaraan is toegevoerd.
In de sorteerhouders 1, 2 uitmondende uiteinden van de vertakkingen 12, 14 van het transportstelsel 9 zijn in stapel-richting van de desbetreffende sorteerhouder 1, 2 verplaatsbaar ten opzichte van het poststuk-separator 24, 25, ofwel de uitgang, van de desbetreffende sorteerhouder 1, 2.
Hierdoor kunnen poststukken voortdurend op een vaste plaats vanuit de sorteerhouder 1, 2 worden afgegeven, zonder dat door de tijdens het sorteren optredende variaties in vul-lingsgraad van de sorteerhouder problemen bij het aan een stapel toevoegen van aangevoerde poststukken ontstaan. De poststukken worden telkens bij het van de uitgang van de sorteerhouder 1, 2 af gelegen uiteinde van de stapel poststukken 3 afgegeven, zodat geen ongecontroleerde val naar de stapel volgt, ook zijn geen speciale voorzieningen nodig om de ontvangende zijde van de stapel op een bepaald punt te houden en vervolgens de ruimte tussen de stapel en de uitgang van de sorteerhouder te overbruggen.
Bij de in Fig. 1 getoonde inrichting is de verplaatsbaarheid van de uiteinden van de in de sorteerhouders uitmondende vertakkingen 12, 14 van het transportstelsel 9 gerealiseerd doordat die vertakkingen 12, 14 van het transportstelsel 9 elk transportbanden 33, 34 omvatten die elk een omlopende, zich in stapelrichting van de bijbehorende sorteerhouder 1, 2 uitstrekkende lus met een naar de sorteerhouder 1, 2 voerend gedeelte 35, 36 vormt. Het naar de sorteerhouder 1, 2 voerend gedeelte van elk van de lussen is in stapelrichting verplaatsbaar.
Hiertoe is een drager 37 (weergegeven met onderbroken lijnen) met poelies 38, 39, 40, 41 in stapelrichting verplaatsbaar uitgevoerd, de aandrijving en de overbrenging voor het verplaatsen van de drager 37 zijn niet weergegeven, maar kan op een op zich bekende wijze zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld in de vorm van een tandheugelconstructie, een aandrijving met een getande riem of in de vorm van een dubbelwerkende uitvoering van een liftsysteem als beschreven in het Amerikaanse oc-trooischrift 5 007 507, waarvan de inhoud hierbij is ingevoegd door verwijzing. Teneinde de positie van de drager 37 ten opzichte van het ontvangende uiteinde van de stapel poststukken 3 in de desbetreffende sorteerhouder 1, 2 te kunnen bepalen, is de drager 37 voorzien van een sensor (schematisch is weergegeven door blok 42).
De in Fig. 1 getoonde inrichting vormt de kleinste configuratie van een modulair systeem en omvat een basismodule 43 en een sorteermodule 44.
In de basismodule 43 zijn ondergebracht: de leeseenheid 18, de eerste sorteerhouder 1 en een deel van het transport-stelsel 9 met een recirculatie-ingang 45, een op de recircula-tie-ingang 45 aansluitend recirculatie-gedeelte 17 van het transportstelsel 9, de eerste wissel 10, twee op de eerste wissel aansluitende vertakkingen - waarvan de ene vertakking 46 (een stroomopwaarts gedeelte van de tweede vertakking 13) leidt naar een sorteer-uitgang 47 en de andere vertakking 12 leidt naar de sorteerhouder 1 van de basismodule 43 - en op het recirculatie-gedeelte aansluitende afgifte-middelen met het poststuk-separator 24. Verder is ook de centrale processor 21 en de bij de basismodule behorende sub-processor 22 in de basismodule ondergebracht.
In de sorteermodule 44 zijn ondergebracht: de tweede sorteerhouder 2, een deel van het transportstelsel 9 met een sorteer-ingang 48 aansluitend op de sorteer-uitgang 47 van de basismodule 43, de tweede wissel 11, twee op die tweede wissel 11 aansluitende vertakkingen 14, 49, een recirculatie-gedeelte 17 en op het recirculatie-gedeelte aansluitende afgifte-midde-len met het poststuk-separator 25. Van de vertakkingen leidt de ene vertakking 14 naar de sorteerhouder 2 van die sorteer-module 44 en leidt de andere van de vertakkingen 49 (het stroomopwaartse gedeelte van de vierde vertakking 49) naar een sorteer-uitgang 50 in een positie geschikt voor samenwerking met een sorteer-ingang 48 van een volgende, identieke sorteerhouder. Het recirculatie-gedeelte 17 van het transportstelsel 9 dat deel uitmaakt van die sorteermodule 44 verloopt tussen een recirculatie-ingang 32 en een recirculatie-uitgang. De re-circulatie-ingang 32 is aangebracht in een positie geschikt voor samenwerking met een recirculatie-uitgang 51 van een volgende, identieke sorteermodule en de recirculatie-uitgang 51 mondt uit in de recirculatie-ingang 45 van de basismodule 43. Tenslotte is ook de bij de sorteermodule 44 behorende sub-pro-cessor 23 in de sorteermodule ondergebracht.
Dankzij de modulaire opbouw kan de verwerkingssnelheid van de inrichting gemakkelijk aangepast worden aan hetgeen voor de beoogde toepassing nodig wordt geacht. Indien bijvoorbeeld door groei van een postkantoor de sorteersnelheid onvoldoende wordt geacht, kan het aantal sorteerhouders worden uitgebreid, waardoor minder sorteerslagen nodig zijn om een bepaalde hoeveelheid poststukken over een bepaald aantal adressen te sorteren. Indien een grote machine met een groot aantal sorteermodules is samengesteld kan het bij verdere uitbreiding van de sorteercapaciteit voordelig zijn een basismodule toe te voegen en de beschikbare sorteermodules opnieuw over de beschikbare basismodules te verdelen. Overtollige sorteermodules kunnen daar ingezet worden waar een tekort aan sorteercapaciteit is bestaat of dreigt. Aldus is een sorteersysteem verkregen, dat eenvoudig aan de vereisten en aan veranderingen daarin kan worden aangepast.
Doordat het besturingssysteem van de inrichting is opgebouwd uit een hoofdprocessor en elk bij een van de modules behorende sub-processoren, waarbij de hoofdprocessor is verbonden met de elk bij een van de modules behorende sub-processo-ren voor het afgeven van signalen die voor elk aan de module toegevoerd poststuk aangeven of dat poststuk naar een volgende module moet worden doorgegeven, wordt de hoofdprocessor niet belast met de interne besturing van de modules. Hierdoor kan de hoofdprocessor relatief eenvoudig zijn uitgevoerd en is relatief weinig communicatie tussen de hoofdprocessor en de modules nodig. Dit is in het bijzonder voordelig voor afnemers voor wie een kleine sorteerinrichting voldoende is, omdat deze anders op een basismodule met een grote hoofdprocessor voor het tot in detail besturen van een groot aantal modules aangewezen zouden zijn. Bij de voorgestelde configuratie neemt de besturingscapaciteit toe met het toevoegen van sorteermodules en wordt de hoofdprocessor voornamelijk belast met het logistiek beheersen van het sorteerproces.
Navolgend wordt het in Fig, 2 getoonde uitvoeringsvoorbeeld nader beschreven en toegelicht. Bij deze inrichting vormen de sorteerhouders 101, 102 concentrische cirkelsecties voor het stapelen van poststukken 3 in zich langs die cirkel-segmenten uitstrekkende stapelrichtingen.
Aan de naar elkaar toe gekeerde uiteinden van de sorteerhouders 101, 102 zijn poststuk-separators 124, 125 aangebracht voor het separeren en afgeven van poststukken vanuit de sorteerhouders 101, 102. De poststuk-separators omvatten elk een aanvoer- en transportband 128 en een separatierol 127. Uiteraard kunnen al naar gelang het beoogde toepassingsgebied ook andere voor het separeren van documenten, enveloppen en/of poststukken bekende poststuk-separators worden toegepast.
Stroomafwaarts sluit op beide poststuk-separators 124, 125 een transportstelsel 109 aan, waarvan een eerste gedeelte 117 zich tot een wissel 110 uitstrekt. Langs de stroomopwaarts van de wissel 110 gelegen transportbaan 117 is een leeseenheid 118 aangebracht voor het lezen van informatie vanaf langs de leeseenheid 118 passerende poststukken. De leeseenheid 118 communiceert met een processor 121 die op basis van informatie ontvangen van de leeseenheid 118 bepaalt wat de sorteerindica-tie is van het poststuk waar die informatie van afkomstig is. De processor 121 bepaalt vervolgens op basis van de sorteerindicatie en het gehanteerde sorteeralgoritme naar welke van de sorteerhouders 101, 102 het poststuk moet worden getransporteerd. De processor 121 is eveneens verbonden met de wissel 110 en bedient deze in afhankelijkheid van de voor langs de transportbaan 117 naderende poststukken geselecteerde sorteer-houder 101, 102.
Op de wissel 110 sluiten twee, elke naar een van de sorteerhouders 101, 1Ö2 voerende vertakkingen 112, 113 van het transportstelsel 109 aan. Deze vertakkingen 112, 113 verlopen elk vanaf het middengebied 152 van de genoemde cirkelsegmenten naar de desbetreffende sorteerhouders 101, 102. De vertakkingen 112, 113 van het transportstelsel 109 zijn zwenkbaar om het middengebied. Hiertoe zijn poelies 139, 140 waarover de transportbanden en/of -snaren 133. 134 verlopen en die in radiale richting op afstand van het midden van de cirkelsegmenten zijn gelegen, aangebracht op dragers 137 (weergegeven met onderbroken lijnen) die zwenkbaar zijn om een gemeenschappelijke as 153 van de door de sorteerhouders 101, 102 gevormde cirkelsegmenten.
Door de dragers 137 - en daarmee de vertakkingen 112, 113 te zwenken - worden de plaatsen waar die vertakkingen 112, 113 in de sorteerhouders 101, 102 uitmonden in de zich langs de cirkelsegmenten uitstrekkende stapelrichtingen aangepast.
De plaatsen waar de vertakkingen 112, 113 in de sorteerhouders 101, 102 uitmonden kunnen derhalve worden aangepast aan de vullingsgraad van de desbetreffende sorteerhouder 101, 102, zodat de poststukken telkens juist aansluitend op het ontvangende einde van een rij in een sorteerhouder 101, 102 aanwezige poststukken kan worden toegevoegd aan die rij.
De stroomopwaartse uiteinden van elk van de vertakkingen 112, 113 worden gevormd door een kneep tussen een centrale rol 155 die op een stroomafwaarts van de centrale as 153 uitstekende arm van de wissel is aangebracht en een poelie 154 met een relatief grote diameter. Het verdere verloop van elk van de vertakkingen 112, 113 verloopt tussen de banden of snaren 133, 134. Daarvan vormen de banden 133 de van de poststuk-se-parators 124, 125 af gelegen begrenzingen van de vertakkingen 112, 113. Deze banden verlopen over stroomopwaartse poelies 158 en tevens over de van de poststuk-separators 124, 125 af gekeerde zijde van de poelies 154 met de grote diameters. De banden 134 die de aan de zijde van de poststuk-separators 124, 125 gelegen begrenzingen van de vertakkingen 112, 113 vormen, verlopen elk om een van de poelies 154 met een relatief grote diameter.
In bedrijf passeren poststukken van de op een vaste plaats gemonteerde wissel 110 over de van de poststuk-separators 124, 125 af gelegen zijde van de poelies 154 met een relatief grote diameter en waarbij de transportrichting van de poststukken wordt omgebogen in de richting van het ontvangende uiteinde van de rij in de desbetreffende sorteerhouder 101, 102 aanwezige poststukken. Wanneer de sorteerhouder 101, 102 relatief vol is, wordt de bewegingsrichting van het poststuk minder omgebogen dan wanneer de de sorteerhouder 101, 102 relatief leeg is.
De banden 133 aan de van de poststuk-separators 124, 125 af gelegen zijde van de vertakkingen 112, 113 hebben elk een teruglopend eind dat over een vaste omleidingspoelie 157 verloopt. Deze omleidingspoelies 157 zijn ongeveer tegenover de poststuk-separators 124, 125 gelegen teneinde het mogelijk te maken de vertakkingen 112, 113 tot dicht bij een diametraal van de poststuk-separators 124, 125 af gelegen stand te zwenken. Hierdoor kunnen de vertakkingen over een grote hoek worden gezwenkt en kunnen bij een gegeven straal van de cirkel-segmenten dienovereenkomstig grote sorteerhouders 101, 102 worden toegepast. De omleidingspoelies 157 zijn echter tevens op enige afstand van een middenvlak van de inrichting dat tussen de poststuk-separators 124, 125 door verloopt gelegen, teneinde te voorkomen dat de teruglopende einden van de banden 133 tegen de grote poelies 154 aanlopen wanneer de bijbehorende drager 137 naar de bijbehorende poststuk-separator 124, 125 toe gezwenkt is, welke positie wordt bereikt wanneer een sorteerhouder leeg is.
Bij het zwenken van de dragers 137 varieert de door de banden 133, 134 te overbruggen afstand tussen de poelies waarover deze geleid zijn. Derhalve zijn de banden 133, 134 over meegevend opgehangen spanpoelies 164 resp. 165, 166 geleid, die de spanningsvariatie in de banden 133, 134 binnen zekere grenzen houden. De banden 133 aan de van de poststuk-separa-tors 124, 125 af gelegen zijde van de vertakkingen 112, 113 verlopen bovendien elk om een extra omleidingspoelie 167.
Tegenover stroomafwaartse uiteinden van de vertakkingen 112, 113 zijn de dragers 137 voorzien van opvangeenheden 159 aangebracht die derhalve met in de sorteerhouders 101, 102 uitmondende uiteinden van de vertakkingen 112, 113 van het transportstelsel mee verplaatsbaar zijn. De opvangeenheden 159 zijn elk voorzien van een schuif 160 die, behalve met de drager 137 mee, ook loodrecht op de stapelrichting verplaatsbaar is door zwenken om een as 161. De schuiven 160 zijn elk verplaatsbaar tussen een eerste, in de sorteerhouder 101, 102 uitstekende stand en een tweede, teruggetrokken stand. De opvangeenheden zijn elk verder uitgerust met een klem 162 die, behalve met de drager 137 mee, ook in stapelrichting verplaatsbaar is tussen een eerste positie aan de van de poststuk-separator 124, 125 af gekeerde zijde van de schuif 160 en een tweede positie in stapelrichting in lijn met de schuif 160 of aan de naar de poststuk-separator 124, 125 toe gekeerde zijde van de schuif 160.
In bedrijf worden de poststukken in de sorteerhouders 101, 102 aangedrukt en naar de poststuk-separators 124, 125 toe gedrongen door de schuiven 160 die door de dragers 137 te zwenken tegen de ontvangende zijdes van de rijen in de sorteerhouders 101, 102 aanwezige poststukken worden gedrukt. Doordat de sorteerhouders 101, 102 zijn gevormd als cirkelseg- inenten en de stapelrichting zich derhalve langs die cirkelseg-menten uitstrekt worden de poststukken in de sorteerhouders tevens radiaal in buitenwaartse richting gedrongen, zodat deze automatisch uitgelijnd worden langs buitenwanden van de sorteerhouders 101, 102. Langs de binnenzijden van de sorteerhouders zijn derhalve geen geleidingen nodig, zodat deze binnenzijden open kunnen worden uitgevoerd voor het doorlaten van poststukken vanuit de vertakkingen 112, 113.
Wanneer via een van de vertakkingen 112, 113 een poststuk wordt aangevoerd, wordt dit in eerste instantie in een positie gebracht die, in stapelrichting beschouwd, aan de van de bijbehorende poststuk-separator 124, 125 af gekeerde zijde van de schuif 160 is gelegen. Daarna wordt de schuif 160 naar zijn tweede, teruggetrokken stand verplaatst en wordt de klem 162 bediend voor het, in stapelrichting beschouwd, in de richting van de bijbehorende poststuk-separator 124, 125 drukken van het ontvangen poststuk, totdat de klem 162 ten opzichte van de schuif 160, in stapelrichting beschouwd, aan de zijde van de bijbehorende poststuk-separator 124, 125 is gebracht. Vervolgens wordt de schuif 160 teruggebracht in zijn op de ontvangende zijde van de stapel aansluitende positie. Het ontvangen poststuk is nu, in stapelrichting beschouwd, aan de zijde van de poststuk-separator 124, 125 van de desbetreffende sorteerhouder 101, 102 gebracht, tenslotte wordt de klem 162 terug gezwenkt naar zijn uitgangspositie aan de van de poststuk-separator 124, 125 af gekeerde zijde van de schuif 160.
De opvanginrichting 159 is nu gereed voor het opvangen van een volgend poststuk tussen de klem 162 en de schuif 160.
Het aandrukken van de rij poststukken in de sorteerhouders 101, 102 wordt bestuurd in afhankelijkheid van signalen die afkomstig zijn van sensors 163 ter plaatse van de post-stuk-separators 124, 125. Wanneer de door het uiteinde van de rij poststukken op een van de sensors 163 uitgeoefende druk onder een bepaalde waarde daalt wordt de bijbehorende drager 137 naar de poststuk-separator 124, 125 toe gezwenkt totdat de druk een bepaalde waarde heeft bereikt. Wanneer aan een sor- teerhouder 101, 102 een poststuk wordt toegevoegd, wordt de drager over een bepaalde afstand van de bijbehorende poststuk separator 124, 125 af gezwenkt teneinde ruimte voor dat extra poststuk te verschaffen. Het poststuk is steeds dunner dan de verschafte ruimte, zodat de stapel in beginsel na het toevoegen van elk poststuk vanuit de bijbehorende vertakking 112, 113 opnieuw wordt aangedrukt. De pulserende werking van het telkens opnieuw aandrukken van de rij poststukken bevordert het verkrijgen van een goede uitlijning langs de buitenwand van de sorteerhouders 101, 102.
Voor beide uitvoeringsvormen geldt, dat in bedrijf bij voorkeur de verplaatsingen van elk te sorteren poststuk, nadat de sorteerindicatie daarvan is bepaald, worden bijgehouden door de dataprocessor 21, 121, zodat gedurende de sorteersla-gen de plaats van elk poststuk waarvan de sorteerindicatie is bepaald voortdurend bekend is.
Daarbij kan steekproefsgewijs van poststukken opnieuw informatie wordt afgelezen. De afgelezen informatie wordt dan vergeleken met de in het dataprocessor 21, 121 opgeslagen informatie betreffende het poststuk ter plaatse van de leeseen-heid 18, 118.
In beide uitvoeringsvormen worden de poststukken die een volledige sorteerslag doorlopen elk, tijdens die sorteerslag, over een hoek van 360° geroteerd. Hierdoor komen de poststukken telkens in dezelfde stand langs de leeseenheid 18, 118. Dit betekent, dat indien de poststukken allen met de adres-zijdes gelijk gericht in de inrichting worden aangeleverd, de leeseenheid 18, 118 steeds uitsluitend aan een zijde van de transportbaan werkzaam hoeft te zijn.

Claims (13)

1. Inrichting voor het sorteren van in hoofdzaak vlakke objecten, zoals poststukken en documenten, omvattende: ten minste twee sorteerhouders (1, 2, 101, 102) voor het gestapeld in een stapelrichting opslaan van objecten (3); een transportstelsel (9, 109) voor het transporteren van objecten (3) met ten minste één wissel (10, 11, 110) en ten minste twee stroomafwaarts daarop aansluitende vertakkingen (12, 13, 14, 49, 112, 113) van het transportstelsel (9, 109); een leeseenheid (18, 118) voor het lezen van informatie van te sorteren objecten (3); een processor verbonden met de leeseenheid (18, 118) voor het verwerken van signalen ontvangen van die leeseenheid (18, 118) en verbonden met de wissel (10, 11, 110) voor het bedienen van de wissel (10, 11, 110); en afgifte-middelen voor het overbrengen van objecten (3) vanuit ten minste een van de sorteerhouders (1, 2, 101, 102) naar een gedeelte van het transportstelsel (9, 109) stroomopwaarts van de wissel (10, 11, 110); met het kenmerk, dat de afgifte-middelen een object-separator (24, 25, 124, 125) voor het separeren en stuksgewijs afgeven van gestapelde objecten (3) omvatten.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij in de sorteerhouders (1, 2, 101, 102) uitmondende uiteinden van de vertakkingen (12, 13, 14, 49, 112, 113) van het transportstelsel (9, 109) in stapelrichting van de desbetreffende sorteerhouder (1, 2, 101, 102) verplaatsbaar zijn ten opzichte van de object-separator (24, 25, 124, 125) van de desbetreffende sorteerhouder (1, 2, 101, 102).
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de vertakkingen (12, 13, 14, 49) van het transportstelsel (9) elk ten minste een transportband (33, 34) omvatten die een omlopende, zich in stapelrichting van de bijbehorende sorteerhouder (1, 2. uitstrekkende lus met een naar de sorteerhouder (1, 2) voerend gedeelte (35, 36) vormt, en waarbij genoemd, naar de sorteerhouder (1, 2) voerend gedeelte (35, 36) van de lus in sta-pelrichting verplaatsbaar is.
4. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de sorteer-houders (101, 102) concentrische cirkelsecties vormen voor het stapelen van objecten (3) in zich langs die cirkelsegmenten uitstrekkende stapelrichtingen, waarbij de naar de sorteerhouders (101, 102) voerende vertakkingen (112, 113) van het transportstelsel (109) vanaf het middengebied (152) van de genoemde cirkelsegmenten naar de desbetreffende sorteerhouders (101, 102) verlopen, en waarbij de genoemde vertakkingen (112, 113) zwenkbaar zijn om genoemd middengebied (152).
5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende: een basismodule (43) omvattende de leeseenheid (18), een eerste van de sorteerhouders (1) en een deel van het transportstelsel (9) omvattende een recirculatie-ingang (45), een op de recirculatie-ingang (45) aansluitend recirculatie-ge-deelte (17), een eerste van de wissels (10), twee op de eerste wissel (10) aansluitende vertakkingen (12, 13), waarvan de ene vertakking (13) leidt naar een sorteer-uitgang (47) en de andere vertakking (12) leidt naar de sorteerhouder (1), en een van de object-separators (24) die op genoemd recirculatie-ge-deelte (17) aansluit; en ten minste een sorteermodule (44) omvattende een andere van de sorteerhouders (2), een deel van het transportstelsel (9) omvattende een sorteer-ingang (48) aansluitend op de sorteer-uitgang (47) van de basismodule (43), een andere van de wissels (11), twee op die andere wissel (11) aansluitende vertakkingen (14, 49), een recirculatie-gedeelte (17) en andere van de object-separators (25) die op genoemd recirculatie-gedeelte (17) aansluit, waarbij de ene van de vertakkingen (14) leidt naar de sorteerhouder (2) van die sorteermodule (44) en de andere van de vertakkingen (49) leidt naar een sorteer-uitgang (50) in een positie geschikt voor samenwerking met een sorteer-ingang (48) van een volgende, identieke sorteermodule, waarbij het recirculatie-gedeelte (17) van het transportstel-sel (9) dat deel uitmaakt van de sorteermodule (44) verloopt tussen een recirculatie-ingang (32) en een recirculatie-uit-gang (51), waarbij de recirculatie-ingang (32) is aangebracht in een positie geschikt voor samenwerking met een recircula-tie-uitgang (51) van een volgende, identieke sorteermodule en waarbij de recirculatie-uitgang (51) aansluit op de recirculatie-ingang (45) van de basismodule (43).
6. Inrichting volgens conclusie 5, verder omvattende een hoofdprocessor (21) en elk bij een van de modules (43, 44) behorende processoren (22, 23), waarbij de hoofdprocessor (21) is verbonden met de elk bij een van de modules (43, 44) behorende processoren (22, 23) voor het afgeven van signalen die voor elk aan de module toegevoerd object aangeven of dat object naar een volgende module (44) moet worden doorgegeven.
7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende opvangeenheden (159) die met in de sorteer-houders (101, 102) uitmondende uiteinden van de vertakkingen (112, 113) van het transportstelsel (109) mee verplaatsbaar zijn, welke opvangeenheden (159) zijn voorzien van een schuif (160) die loodrecht op de stapelrichting verplaatsbaar is tussen een eerste, in de sorteerhouder (101, 102) uitstekende stand en een tweede, teruggetrokken stand en een klem (162) die in stapelrichting verplaatsbaar is tussen een eerste positie aan de van de bijbehorende object-separator (124, 125) af gekeerde zijde van de schuif (160) en een tweede positie in stapelrichting in lijn met de schuif (160) of aan de naar de bijbehorende object-separator (124, 125) toe gekeerde zijde van de schuif (160).
8. Basismodule voor toepassing in een inrichting volgens conclusie 5, omvattende een leeseenheid (18), een sorteerhouder (1) en een transportstelsel (9) omvattende een recirculatie-ingang (45), een op de recirculatie-ingang (45) aansluitend recirculatie-gedeelte (17), een wissel (10), twee op de wissel (10) aansluitende vertakkingen (12, 13), waarvan de ene vertakking (13) leidt naar een sorteer-uitgang (47) en de andere vertakking (12) leidt naar de sorteerhouder (1), en een op het recirculatie-gedeelte (17) aansluitende object-separator (24,) voor het stuksgewijs afgeven van objecten (3) vanuit de sorteerhouder (1) aan het recirculatie-gedeelte (17).
9. Sorteermodule voor toepassing in een inrichting volgens conclusie 5, omvattende een sorteerhouder (2), een trans-portstelsel (9) omvattende een sorteer-ingang (48), een wissel (11), twee op de wissel (11) aansluitende vertakkingen (14, 49), een recirculatie-gedeelte (17) en een op het recirculatie-gedeelte (17) aansluitende object-separator (25) voor het stuksgewijs afgeven van objecten (3) vanuit de sorteerhouder (2) aan het recirculatie-gedeelte (17), waarbij de ene van de vertakkingen (14,) leidt naar de sorteerhouder (2) van die sorteermodule (44) en de andere van de vertakkingen (49) leidt een sorteer-uitgang (50) in een positie geschikt voor samenwerking met een sorteer-ingang (48) van een volgende, identieke sorteerhouder, waarbij het recirculatie-gedeelte van het transportstelsel (9) dat deel uitmaakt van de sorteermodule (44) verloopt tussen een recirculatie-ingang (32) en een re-circulatie-uitgang (51), waarbij de recirculatie-ingang (32) is aangebracht in een positie geschikt voor samenwerking met een recirculatie-uitgang (51) van een aansluitende, identieke sorteermodule en waarbij de recirculatie-uitgang (51) is aangebracht in een positie geschikt voor samenwerking met een recirculatie-ingang (32) van een andere aansluitende, identieke sorteermodule.
10. Werkwijze voor het sorteren van vlakke objecten, zoals poststukken en documenten, omvattende het aflezen van informatie van te sorteren objecten (3); het voor elk object bepalen van een sorteringsindicatie aan de hand van de informatie die van het desbetreffende object is afgelezen; een eerste sorteerslag, waarbij voor elk object één van ten minste twee sorteerhouders (1, 2, 101, 102) wordt geselecteerd in afhankelijkheid van de sorteringsindicatie van het desbetreffende object en de objecten (3) elk worden getransporteerd naar de daarvoor geselecteerde sorteerhouder (1, 2, 101, 102) en in de sorteerhouders (1, 2, 101, 102) worden opgestapeld in een stapelrichting, telkens in een stand dwars op de stapelrichting; ten minste één verdere sorteerslag, waarbij ten minste een aantal van de objecten (3) opnieuw uit de sorteerhouders (1, 2, 101, 102) worden genomen, voor elk object opnieuw een sorteerhouder (1, 2, 101, 102) wordt geselecteerd en de objecten (3) elk worden getransporteerd naar de daarvoor geselecteerde sorteerhouder (1, 2, 101, 102) en in de sorteerhouders (1, 2, 101, 102) worden opgestapeld in een stapelrichting, telkens in een stand dwars op de stapelrichting; met het kenmerk, dat, ten minste tijdens de verdere sorteerslag, de in de sorteerhouders (1, 2, 101, 102) gestapelde objecten (3) worden gesepareerd en individueel vanuit de sorteerhouders (1, 2, 101, 102) worden gerecirculeerd.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij verplaatsingen van elk te sorteren object nadat de sorteerindicatie daarvan is bepaald worden bijgehouden door een dataprocessor-sys-teem (21, 121), zodanig dat gedurende de sorteerslagen de plaats van elk object waarvan de sorteerindicatie is bepaald voortdurend bekend is.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij steekproefsgewijs van objecten (3) opnieuw informatie wordt afgelezen en de afgelezen informatie wordt vergeleken met de in het da-taprocessor-systeem (21, 121) opgeslagen informatie betreffende het object ter plaatse van de leeseenheid (18, 118).
13. Werkwijze volgens één der conclusies 10-12, waarbij objecten (3) in een met de sorteringsindicatie overeenkomende sortering worden afgevoerd.
NL9500097A 1995-01-19 1995-01-19 Inrichting en werkwijze voor het sorteren van in hoofdzaak vlakke objecten. NL9500097A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9500097A NL9500097A (nl) 1995-01-19 1995-01-19 Inrichting en werkwijze voor het sorteren van in hoofdzaak vlakke objecten.
DE29614914U DE29614914U1 (de) 1995-01-19 1996-08-29 Vorrichtung und Modul zum Sortieren von Gegenständen
US08/705,821 US5904255A (en) 1995-01-19 1996-08-30 Apparatus and method for sorting objects

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9500097A NL9500097A (nl) 1995-01-19 1995-01-19 Inrichting en werkwijze voor het sorteren van in hoofdzaak vlakke objecten.
NL9500097 1995-01-19
DE29614914U DE29614914U1 (de) 1995-01-19 1996-08-29 Vorrichtung und Modul zum Sortieren von Gegenständen
DE29614914 1996-08-29
US08/705,821 US5904255A (en) 1995-01-19 1996-08-30 Apparatus and method for sorting objects
US70582196 1996-08-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9500097A true NL9500097A (nl) 1996-03-01

Family

ID=27219832

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9500097A NL9500097A (nl) 1995-01-19 1995-01-19 Inrichting en werkwijze voor het sorteren van in hoofdzaak vlakke objecten.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US5904255A (nl)
DE (1) DE29614914U1 (nl)
NL (1) NL9500097A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0796670A2 (en) * 1996-03-19 1997-09-24 Hitachi, Ltd. Apparatus for sorting sheets or the like

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19714184C2 (de) * 1997-04-07 2002-01-10 Siemens Ag Einrichtung zum Sortieren flacher Sendungen in mehreren Sortiergängen
DE59706527D1 (de) * 1997-08-06 2002-04-04 Siemens Ag Verfahren zum sortieren von sendungen
US7112756B2 (en) 2002-10-08 2006-09-26 Lockheed Martin Corporation Single pass sequencer

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1277606B (de) * 1964-08-27 1968-09-12 Telefunken Patent Verteilfoerderanlage fuer mit abtastbaren Sortiermerkmalen versehene flache Sendungen, wie insbesondere Postsendungen
US4388994A (en) * 1979-11-14 1983-06-21 Nippon Electric Co., Ltd. Flat-article sorting apparatus
US5363971A (en) * 1992-10-16 1994-11-15 United States Postal Service Automatic carrier sequence bar code sorter

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5042667A (en) * 1989-11-13 1991-08-27 Pitney Bowes Inc. Sorting system for organizing in one pass randomly order route grouped mail in delivery order
US5009321A (en) * 1989-11-13 1991-04-23 Pitney Bowes Inc. Sorting system for organizing randomly ordered route grouped mail in delivery order sequence
NL8902846A (nl) * 1989-11-17 1991-06-17 Nederland Ptt Buffer en buffersysteem voor het tijdelijk opslaan van platte voorwerpen, zoals brieven.
US5143225A (en) * 1990-03-27 1992-09-01 Bell & Howell Company Carrier sequenced bar code sorter for documents
US5112042A (en) * 1990-03-30 1992-05-12 Westinghouse Electric Corp. Document transfer device for multiple pass document sorting machine
DE69326617T2 (de) * 1993-11-23 2000-01-13 Elsag S P A Postspeichervorrichtung

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1277606B (de) * 1964-08-27 1968-09-12 Telefunken Patent Verteilfoerderanlage fuer mit abtastbaren Sortiermerkmalen versehene flache Sendungen, wie insbesondere Postsendungen
US4388994A (en) * 1979-11-14 1983-06-21 Nippon Electric Co., Ltd. Flat-article sorting apparatus
US5363971A (en) * 1992-10-16 1994-11-15 United States Postal Service Automatic carrier sequence bar code sorter

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0796670A2 (en) * 1996-03-19 1997-09-24 Hitachi, Ltd. Apparatus for sorting sheets or the like
EP0796670A3 (en) * 1996-03-19 1998-12-16 Hitachi, Ltd. Apparatus for sorting sheets or the like
US5981891A (en) * 1996-03-19 1999-11-09 Hitachi, Ltd. Apparatus for sorting sheets or the like

Also Published As

Publication number Publication date
DE29614914U1 (de) 1996-10-24
US5904255A (en) 1999-05-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2882650B1 (en) Parcel handling method
US5984078A (en) Automated shuttle sorter for conveyors
US6241099B1 (en) Flats bundle collator
US5971132A (en) High speed automated cog sorter
US5547063A (en) Apparatus and method of sorting objects
US9278376B2 (en) Tray handling system and process
US6555776B2 (en) Single feed one pass mixed mail sequencer
US8374720B2 (en) Method and apparatus for sorting articles by way of storage regions
AU637293B2 (en) Buffer system for the temporary storage of flat objects such as letters, and buffer for use in said buffer system
US20080142415A1 (en) Cross circulation mail sorter stacker design with dual ported input, and method of operating the same
US20090060698A1 (en) Pile Transfer Device and Method
EP1715963B1 (en) System and method for sorting postal articles using two feeders
US20120004763A1 (en) Device and process for recognizing and guiding individually packaged products with a code
JP2647305B2 (ja) 紙葉類処理装置
US3674143A (en) Transport and sorting mechanisms for an automatic conveyor system
JP2006515229A (ja) 扁平な郵便物を分配順序で選別する方法
US5887698A (en) Method and apparatus for sorting articles received from vertically spaced platforms of a moving transport device
GB2370823A (en) Mail sorting method and apparatus
NL9500097A (nl) Inrichting en werkwijze voor het sorteren van in hoofdzaak vlakke objecten.
KR102248689B1 (ko) 비정형성 물품 분류장치
EP2265525B1 (en) An apparatus and method for feeding used objects
NL8403680A (nl) Sorteermachine voor brievenpost en voorzien van een aantal onder besturing draaibare lokettencarrousels.
US20230382652A1 (en) Conveying method and conveying apparatus for goods
US6666450B2 (en) Swing gate
US20230382648A1 (en) Conveying apparatus and conveying method for goods

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: NEOPOST B.V.

BN A decision not to publish the application has become irrevocable