NL9402039A - Samenstel van een bak en ten minste een langgerekte draagband alsmede een dergelijke bak. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Samenstel van een bak en ten minste een langgerektedraagband alsmede een dergelijke bak.

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel vaneen bak en ten minste een langgerekte draagband, waarvan uiteinden viauitsparingen in wanden van de bak losneembaar met de bak zijn verbonden.

De uitvinding heeft verder betrekking op een dergelijke bak.

Een dergelijke bak wordt bijvoorbeeld gebruikt voorhet opkweken van planten, waarbij de bak is voorzien van een aantalonderling verbonden compartimenten waarin zaadjes of zaailingen omvattendekluiten kweekmateriaal worden aangebracht. Tijdens het opkweken is dedraagband nog niet met de bak gekoppeld. Na het opkweken wordt de draagbandaan de bak bevestigd zodat het samenstel wordt gevormd en de bak kan wordenopgetild en vervoerd. Bij een dergelijk, bekend samenstel zijn in tweeranden van de bak gaten aangebracht waar doorheen uiteinden van dedraagband worden gestoken. De draagband is bijvoorbeeld voorzien van tegenveerkracht in verende lippen die aangrijpen tegen wanden van het gat.

Ook is er een bak met langwerpige gaten bekend. Deuiteinden van de draagband is voorzien van een vernauwing en vervolgenseen verwijding. Het uiteinde wordt door het gat gestoken waarbij debreedterichting van de draagband evenwijdig is gericht aan de lengterich¬ting van het gat en vervolgens wordt de draagband over 90 0 geroteerd zodatde breedterichting van de draagband dwars is gericht op de lengterichtingvan het gat en de vernauwing van de draagband in het gat is gelegen. Deverwijding van de draagband grijpt dan aan op de wanden van het gat.

Een bezwaar van het bekende samenstel is dat het vindenvan het gat in de bak bij een door opgekweekte planten gevulde bak lastigis, waardoor de draagband moeilijk door het gat kan worden gestoken.

De uitvinding beoogt een samenstel te verschaffenwaarbij op eenvoudige wijze een draagband losneembaar bevestigbaar is meteen bak.

Dit doel wordt bij een samenstel volgens de uitvindingbereikt doordat elke uitsparing een zich vanuit een rand van de wand vande bak uitstrekkende sleuf is.

De draagband wordt via de vanaf de rand uitstrekkendesleuf eenvoudig in de wand van de bak geschoven. Een verder voordeel vanhet samenstel volgens de uitvinding is dat de draagband ook weer eenvoudig uit de bak te verwijderen is. Bij het bekend samenstel waarbij de uiteindenvan de draagband zijn voorzien van verende lippen is de draagband nietof slechts met zeer veel moeite uit de gaten van de bak te verwijderen.

Een uitvoeringsvorm van het samenstel volgens deuitvinding wordt gekenmerkt doordat een van de rand afgekeerd uiteindevan de sleuf een verwijding omvat.

Van een draagband waarvan de uiteinden zijn voorzienvan een vernauwing gevolgd door een verwijding, worden de uiteinden inde sleuven geschoven waarbij de breedterichting van de draagband evenwijdigis gericht met de lengterichting van de sleuf. Wanneer de vernauwing inde verwijding van de sleuf ligt, wordt de draagband over 90 “geroteerd.De verwijding van het uiteinde van de draagband komt hierdoor tegen eenvan de rest van de draagband afgekeerde zijde van de wand van de bak aante liggen. De verwijding van de sleuf dient hiervoor uiteraard kleinerdan de verwijding van het uiteinde van de draagband. Op deze wijze wordtde draagband stevig met de bak gekoppeld.

Een verdere uitvoeringsvorm van het samenstel volgensde uitvinding wordt gekenmerkt doordat een naar de rand toegekeerd uiteindevan de sleuf een V-vormige verwijding omvat.

De V-vormige verwijding vormt een geleide elementwaardoor het invoeren van de draagband in de sleuf wordt vergemakkelijkt.

Een andere uitvoeringsvorm van een samenstel volgensde uitvinding wordt gekenmerkt doordat de uitsparingen naar elkaar toegerichtte, zich vanuit de randen van de wanden van de bak uitstrekkendesleuven zijn.

Zo kan eenvoudig een draagband aan tegenover elkaarliggende wanden worden bevestigd.

Een nog andere uitvoeringsvorm van een samenstel volgensde uitvinding wordt gekenmerkt doordat de sleuf zich uitstrekt tussen tweenaast elkaar gelegen compartimenten.

Op deze wijze kan eenvoudig een bestaande bak metcompartimenten worden voorzien van een sleuf.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening.

Fig. 1 toont schematisch een bovenaanzicht van een deelvan een eerste uitvoeringsvorm van een bak volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een aanzicht op figuur 1, gezien in derichting volgens pijl II in figuur 1.

Fig. 3 toont een aanzicht op figuur 1, gezien in derichting volgens pijl m in figuur 1.

Fig. 4 toont een schematisch een bovenaanzicht van eentweede uitvoeringsvorm van een bak volgens de uitvinding.

Fig. 5 toont een deel van een draagband die is geschiktvoor bevestiging aan de in fig. 4 getoonde bak.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzienvan eenzelfde verwijzingscijfer.

De in de figuren 1-3 weergegeven uitvoeringsvorm vaneen bak volgens de uitvinding omvat een aantal compartimenten 1, die intwee rijen naast elkaar zijn opgesteld. In de weergegeven uitvoeringsvormomvat ieder compartiment in hoofdzaak loodrecht op elkaar staandewandgedeelten 2, die zich schuin omhoog naar boven uitstrekken, zodat dedoorsnede van een compartiment van onderen naar boven geleidel ijk toeneemt.

Aan hun boveneinden zijn de wandgedeelten 2 via eenin hoofdzaak U-vormig verbindingsgedeelte 3 verbonden met een compartiment1 onderling verbindend plaatvormig deel 4.

Het bodemgedeelte van ieder compartiment 1 is min ofmeer pyramidevormig gevormd met een viertal schuin omhoog uitstrekkendewandgedeelten 5-8, waarbij in ieder van deze wandgedeelten een doortocht 9 is aangebracht. De wandgedeelten 5-8 sluiten een hoek van ± 40° in metde horizontaal.

Op dit bodemgedeelte sluiten twee in eikaars verlengdegelegen en langs een diagonaal van het bodemgedeelte verlopende steunruggen 10 en 11 aan. Zoals in het bijzonder uit fig. 1 duidelijk zal zijn isiedere steunrug gevormd door twee op afstand van elkaar gelegenwandgedeelten 13 en 14, die zich vanaf een in het hart van het bodemgedeel¬te aangebrachte doortocht 15 in de richting van een hoek van hetcompartiment uitstrekken en daar door een gebogen wandgedeelte 16 metelkaar zijn verbonden. Deze wandgedeelten 13 en 14 strekken zich vanafeen de wandgedeelten aan hun ondereinden verbindend ondervlak 17 naar bovenenigszins schuin omhoog in een van elkaar afgekeerde richting uit.

Het zal duidelijk zijn, dat door deze vormgeving desteunruggen de boven beschreven bak ook zonder meer geschikt is om doordieptrekken of dergelijke uit dunne kunststofolie te worden vervaardigd.

Bij gebruik van de bak zal de bak worden ondersteunddoor de ondervlakken 17 van de steunruggen, die gezamenlijk een ondersteu-ningsvlak voor de bak vormen. Het zal duidelijk zijn, dat indien de bak door dit ondersteuningsvlak ondersteund in een bassin of dergelijke isopgesteld de nabij de onderzijde van de compartimenten gelegen doortochten9 en 15 steeds goed toegankelijk zijn voor de doorvoer van vloeistof en/oflucht in het inwendige van de verschillende compartimenten, zodat een goedevoeding en beluchting van de wortels van de plantjes, die in de bak moetenworden opgekweekt, kan worden gewaarborgd.

Zoals verder uit fig. 1 blijkt strekken de deel vannabij gelegen compartimenten uitmakende steunruggen zich tegengesteldschuin op de lengte- resp. dwarsrichting van de bak uit. Dit bevordertonder meer een gelijkmatig transport van de bakken over rollenbanen.

De compartimenten 1 van de bak zijn onderling verbondendoor het een wand omvattend plaatvormig deel 4. Het plaatvormige deel 4is voorzien van een zich van een rand 20 uitstrekkende sleuf 21, die tussentwee compartimenten 1 is gelegen. De sleuf 21 strekt zich uit tot tussenvier aangrenzende compartimenten 1 gelegen segment 22 van het plaatvormigedeel 4. In het segment 22 gelegen uiteinde 23 van de sleuf 21 is afgerondom inscheuren van de sleuf 21 te voorkomen.

De sleuf 21 is nabij de randen 20 van het plaatvormigedeel 4 voorzien van een V-vormige verwijding 24, waarmee het inbrengenvan de draagband in de sleuf 21 wordt vereenvoudigd.

Een draagband die geschikt is voor toepassing bij dein fig. 1-3 getoonde bak dient nabij de uiteinden te zijn voorzien vaneen vernauwing die tussen de verbindingsgedeelte 3 in de sleuf 21 pasten aan de uiteinden te zijn voorzien van een verwijding die na hetinbrengen van de draagband aanligt tegen de onderzijde van de plaatvormigedeel 4. Dergelijke draagbanden zijn op zich bekend en zijn in de handelverkrijgbaar.

Fig. 4 toont een tweede uitvoeringsvorm van een bakvolgens de uitvinding. De bak is voorzien van compartimenten 1 dieovereenkomen met de in fig. 1-3 getoonde compartimenten. Het plaatvormigedeel 4 is voorzien van een sleuf 21 die een langgerekte, relatieve nauwegleuf 25 en aan een uiteinde van de sleuf gelegen gat 26 omvat. Een bijde rand 21 gelegen uiteinde van de sleuf 21 is voorzien van een V-vormigeverwijding 24.

Fig. 5 toont een deel van een draagband 30 die isgeschikt is voor toepassing bij de in fig. 4 weergegeven bak. De draagband30 is vervaardigd van een flexibele, buigzame kunststof. De draagband 30heeft een breedte B van ongeveer 1 cm en een dikte D (dwars op het vlak van de tekening) van 1 mm. De lengte van de draagband (dwars op de breedte-en dikterichting) is afhankelijk van de afstand tussen twee naar elkaartoe gerichte sleuven 21 waarin de twee uiteinden 31 van de draagband 30worden bevestigd.

Elk uiteinde 31 van de draagband 30 is voorzien vaneen vernauwing 32 en een verwijding 33. In de verwijding 33 zijn snedes34 aangebracht waardoor lippen 35 zijn gevormd. Lippen 35 en een einddeel36 van de verwijding 33 zijn zwenkbaar om een lijn 37 ten opzichte vaneen met de vernauwing 32 verbonden deel 38 van de verwijding 33.

Het inbrengen van de draadband zal nu kort worden beschreven.

Een uiteinde 31 van de draagband 30 wordt voor de V-vormige verwijding 24 van de sleuf 21 gepositioneerd. De draagband 30 wordtdwars d.w.z. met de breedterichting B evenwijdig aan de lengterichtingvan de sleuf in de gleuf 25 geschoven, totdat de vernauwing 32 van dedraagband 30 in het gat 27 van de sleuf 21 ligt. Vervolgens wordt dedraagband 30 over 90 0 geroteerd en wordt de verwijding 33 van de draagband30 tegen de onderzijde van het plaatvormige deel 4 aangetrokken, waarbijde lippen 35 en het einddeel 36 om de lijn 37 zwenken. De draagband 30is op deze wijze stevig met de bak verbonden. Om de draagband 30 los temaken wordt de draagband over 90 0 geroteerd waarna de draagband uit desleuf kan worden geschoven. Het inbrengen van de draagband 30 is zeereenvoudig, ook indien de compartimenten zijn gevuld met planten. Langsde rand van de bak moet de ingang van de sleuf worden gezocht waarna dedraagband in de sleuf kan worden geschoven en bevestigd. Het vinden vande sleuf wordt vereenvoudigd indien de sleuf is voorzien van een V-vormigeuitsparing nabij de rand.

Claims (6)

1. Samenstel van een bak en ten minste een langgerektedraagband waarvan uiteinden via uitsparingen in wanden van de baklosneembaar met de bak zijn verbonden, met het kenmerk, dat elke uitsparingeen zich vanuit een rand van de wand van de bak uitstrekkende sleuf is.

2. Samenstel volgens conclusie, met het kenmerk, dat eenvan de rand afgekeerd uiteinde van de sleuf een verwijding omvat.

3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk,dat een naar de rand toegekeerd uiteinde van de sleuf een V-vormigeverwijding omvat.

4. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, methet kenmerk, dat de uitsparingen naar elkaar toe gerichtte, zich vanuitde randen van de wanden van de bak uitstrekkende sleuven zijn.

5. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbijde bak een aantal onderling verbonden compartimenten omvat, met hetkenmerk, dat de sleuf zich uitstrekt tussen twee naast elkaar gelegencompartimenten.

6. Bak volgens een der voorgaande conclusies.