NL9401436A - Werkwijze voor het vervaardigen van tapijttegels en zo vervaardigde tapijttegel. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van tapijttegele en 10 vervaardigde tapijttegel

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van tapijttegele, op door deze werkwijze vervaardigde tapijttegele en op een daarmee gevulde verpakking.

Tapijttegele zijn algemeen bekend, en worden in toenemende mate toegepast ale vloerbedekking, aangezien zij bij een groot aantal toepassingen voordelen bieden boven op een rol geleverd, zogeheten "kamerbreed" tapijt. Zo kunnen tapijttegele eenvoudig opgenonen worden om toegang te verkrijgen tot ruimtes onder een vloer, bijvoorbeeld een sys-teemvloer, teneinde elektriciteitskabels, computerkabels en dergelijk aan te leggen of te verleggen. Bovendien kunnen tapijttegele plaatselijk in een ruimte worden opgenomen, zonder dat de werkzaamheden in die ruimte volledig stopgezet behoeven te worden, zoals bij kamerbreed tapijt het geval zal zijn. Dit is met name van belang bij toepassing in werkruimten. Ook kunnen bij toepassing van tapijttegele kleine gedeelten van een vloerbedekking vervangen worden, hetgeen van belang is wanneer de slijtage van het tapijt op sommige plaatsen aanzienlijk groter is dan op andere, zoals bijvoorbeeld in druk bewandelde delen van een kantoorruimte, of onder bureaus. Zo kan vervanging van het tapijt gefaseerd plaatshebben, afhankelijk van de gebruiksintensiteit daarvan. Verder zijn tapijttegels lichter, handzamer en eenvoudiger ter vervoeren dan tapijtrollen, hetgeen van belang is bij toepassing in hoge gebouwen. Tenslotte zijn tapijttegels eenvoudiger te verwerken voor doe-het-zelvers.

Een nadeel van tapijttegele is dat zij sneller geneigd zijn te verschuiven dan een aan zijn randen bevestigd kamerbreed tapijt. Teneinde dit nadeel te ondervangen, is reeds voorgesteld tapijttegels op de ondergrond vast te lijmen. Hierdoor wordt echter een groot aantal van de bovengenoemde voordelen van tapijttegels, met name de mogelijk heid van het eenvoudig opnemen daarvan teniet gedaan. Ook het aanbrengen van tapijttegels wordt op deze wijze relatief arbeidsintensief en derhalve kostbaar.

Ook is reeds voorgesteld tapijttegels aan de ondergrond te hechten door middel van een losneembare kleef-laag, waarvan de kleefkracht evenwijdig aan de ondergrond voldoende is om verschuiven van de tapijttegel tegen te gaan, terwijl de kleefkracht dwars op de ondergrond zo gering is dat de tapijttegel met relatief geringe inspanning weer losgenomen kan worden. Een dergelijk kleefmiddel wordt bijvoorbeeld door de firma Unipro te Haaksbergen op de markt gebracht onder de naam "UZIN U 1000 L". Deze bekende oplossing heeft echter het nadeel dat het op de ondergrond aanbrengen van het kleefmiddel zorgvuldig dient plaats te hebben, en het kleefmiddel na aanbrengen gedurende enige tijd (afhankelijk van de heersende temperatuur en luchtvochtigheid zo'n 10 è 15 minuten) gedroogd moet worden, aangezien bij te kort drogen het risico bestaat dat toch een permanente verbinding tussen de tapijttegel en de ondergrond onstaat. Hierdoor wordt het leggen van de tapijttegels alsnog een tijdrovende en kostbare bezigheid.

De uitvinding beoogt de bovengenoemde problemen op te lossen. Hiertoe wordt een werkwijze voor het vervaardigen van tapijttegels verschaft, waarbij elke tapijttegel aan zijn rugzijde voorzien wordt van een schuifvaste laag. Bij voorkeur omvat de schuifvaste laag volgens de uitvinding een kleefmiddel. Door de schuifvaste laag op de tapijttegel aan te brengen in plaats van op de ondergrond, en door dit reeds bij de produktie van de tapijttegel te doen, wordt het leggen van de tapijttegels sterk vereenvoudigd, terwijl toch een goede schuifvastheid van het uit dergelijke tegels bestaande tapijt verkregen wordt.

Bij voorkeur worden de tegels na het aanbrengen van de schuifvaste laag losneembaar aan elkaar gekleefd en vervolgens verpakt, waarbij de tegels meer bij voorkeur paarsgewijs met hun rugzijde aan elkaar gekleefd worden. Zo kunnen de tegels op doelmatige wijze vervoerd worden, waar bij bovendien een minimum aan verpakkingsmateriaal benodigd is.

De uitvinding betreft ook een tapijttegel, welke vervaardigd is volgens de hiervoor beschreven werkwijze. Bij » een voorkeursuitvoering van de uitvinding is het kleefmiddel van de schuifvaste laag van de tapijttegel zodanig gekozen, dat de kleefkracht tussen de schuifvaste laag en de rugzijde van de tegel groter is dan tussen de schuifvaste laag en een door de tegel te bedekken ondergrond. Zo wordt gewaarborgd > dat de schuifvaste laag ook na opnemen met de tegel verbonden blijft, en niet op de ondergrond achterblijft.

Tenslotte betreft de uitvinding nog een verpakking, welke gevuld is met tenminste twee tapijttegels als hiervoor beschreven. Bij voorkeur omvat daarbij de schuifvaste laag een kleefmiddel, en zijn de tapijttegels met hun rugzijde losneembaar aan elkaar gekleefd.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin:

Fig. 1 een schematische perspectivische weergave is van een produktielijn voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding;

Fig. 2 een perspectivisch aanzicht is van het met de rugzijden tegen elkaar kleven van een paar tapijttegels; en

Fig. 3 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht is van een met tapijttegels gevulde verpakking.

Bij de werkwijze voor het vormen van tapijttegels 1 volgens de onderhavige uitvinding wordt op een rol 6 (fig. 1) gewikkeld materiaal voor de rug 2 van de tapijttegel 1 eerst langs een lijmstation 14 geleid, waar lijm 8 gelijkmatig verdeeld uit een uitstroomopening 11 van een houder 10 loopt. De van een lijmlaag 8 voorziene rug wordt vervolgens naar een samendrukstation 15 geleid. In het samendrukstation 15 wordt de met lijm 8 bestreken rug 2 samengevoegd met een bovenlaag 12, die afkomstig is van een rol 7. De bovenlaag 12 en de met lijm bestreken rug 2 worden door aandrukrollen 9 van het samendrukstation 15 op elkaar geperst, ter vorming van een tapijt 13.

Het zo gevormde tapijt 13 wordt, na eventueel nog langs een (hier niet getoonde) drooginstallatie geleid te zijn naar een bekledingsstation 16 gevoerd, waar de rug 2 van het tapijt 13 bekleed wordt met een schuifvaste laag.

Dit bekledingsstation 16 omvat een houder 17, welke gevuld is met een materiaal 18 dat de schuifvaste laag zal vormen. Een overbrengingsrol 19 is roteerbaar in de houder 17 aangebracht , en zodanig geplaatst dat hij gedeeltelijk in het vloeibare materiaal 18 ondergedompeld is en met zijn bovenzijde juist contact maakt met het tapijt 13. Door rotatie van de rol 13 wordt het schuifvaste materiaal 18 aangebracht op de rug 2 van het tapijt 13. Het zo bestreken tapijt wordt door een leirol 20 omgeleid naar een droogstation 21, waar een aantal infraroodstralers het op de rug 2 aangebrachte schuifvaste materiaal 18 drogen.

Via een leirol 23 komt het tapijt met de gedroogde schuifvaste laag bij een eerste snijstation 24, waar een aantal evenwijdige, op gelijke afstanden roteerbaar op een as 25 aangebracht cirkelvormige messen 26 het tapijt in banen snijden. In een tweede snijstation 27 worden de ta-pijtbanen door een in een frame 28 aangebracht verticaal verplaatsbaar stansmes 29 versneden tot tapijttegels 1. Deze tapijttegels 1 worden vervolgens bij een inpakstation 30 paarsgewijs met hun schuifvaste laag 3 naar elkaar toegericht in een verpakking 5 (fig. 3) geplaatst.

De verpakte tegels 1 bereiken uiteindelijk^een eindgebruiker, die de tegels 1 uit de verpakking 5 neemt en op een ondergrond kan plaatsen, waar de tegels 1 door de daarop aangebrachte schuifvaste laag 3 een stevig tapijt vormen. Doordat de schuifvaste laag 3 op de tegels is aangebracht, en niet voor het leggen van de tegels 1 op de ondergrond behoeft te worden aangebracht, kunnen de tegels eenvoudig en snel gelegd worden.

In het getoonde voorbeeld wordt als schuifvaste laag 3 een kleeftaiddel toegepast, dat zich sterker hecht aan het materiaal van de rug 2 van de tapijttegel 1, dan aan de meeste andere materialen, zoals bijvoorbeeld het materiaal van de ondergrond waarop de tegel 1 aangebracht moet worden of het materiaal van de bovenlaag 12 van de tegel. Een dergelijke kleefmiddellaag 3 hecht voldoende aan de ondergrond om verschuiving van de tegel 1 tegen te gaan, maar de hechtkraCht is niet zo sterk dat het losnemen van de tegel 1 daardoor bemoeilijkt wordt. Bovendien blijft de kleefmiddellaag aan de rug 2 van de tegel 1 gehecht bij het opnemen daarvan, zodat de ondergrond nadien niet afzondelijk gereinigd of van een nieuwe bovenlaag voorzien hoeft te worden.

Zo wordt dus ook het opnemen van de tegels, bijvoorbeeld wanneer een gehuurde ruimte weer leeg opgeleverd moet worden, bespoedigd en de nabewerking geminimaliseerd. Een geschikt kleef middel is bijvoorbeeld het hiervoor genoemde UZIN U 1000 L.

Doordat de kleefmiddellaag 3 sterker hecht aan de rug 2 dan aan enigerlei ander materiaal, daaronder begrepen de bovenlaag 12, kunnen de tegels 1 voor transport eenvoudig op elkaar gestapeld en in een verpakking geplaatst worden. Teneinde echter ieder risico van hechten van de kleefmiddellaag 3 aan de bovenlaag 12 van de tegel te vermijden, worden de tegels bij voorkeur paarsgewijs met hun rugzijde aan elkaar gekleefd tot een samenstel 4 (fig. 2), en worden deze tegelsamenstellen 4 vervolgens verpakt (fig. 2 en 3). Zo wordt ieder risico van beschadiging van de tegels 1 door de kleefmiddellaag 3 voorkomen, zonder dat het daartoe noodzakelijk is elke tegel 1 te voorzien van een voor gebruik losneembare beschermfolie, of in de stapel tegels tussen-schietvellen en dergelijke aan te brengen. Hierdoor is een aanzienlijke besparing op de gebruikte hoeveelheid verpakkingsmateriaal mogelijk, hetgeen leidt tot kostenverlaging en een geringere milieubelasting. Bovendien behoeven voor het gebruik de tegels 1 slechts van elkaar gehaald te worden, waardoor ook het leggen van de tegels 1 minder tijd kost dan bij gebruik van dergelijke beschermende verpak-kingslagen.

Claims (11)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van tapijtte-gels, net het kenmerk, dat elke tapijttegel aan zijn rugzijde voorzien wordt van een schuifvaste laag.

2. werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de schuifvaste laag een kleefmiddel omvat.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de tegels na het aanbrengen van de schuifvaste laag losneembaar aan elkaar gekleefd en vervolgens verpakt worden.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de tegels paarsgewijs met hun rugzijden aan elkaar gekleefd worden.

5. Werkwijze volgens één der conclusies 2 tot 4, met het kenmerk, dat de kleeflaag voor het verpakken van de tegels gedroogd wordt.

6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tegels uit een rol tapijt gesneden worden, en de schuifvaste laag op de rol wordt aangebracht voor het versnijden daarvan.

7. Tapijttegel met aan zijn rugzijde een schuifvaste laag, kennelijk vervaardigd door de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies.

8. Tapijttegel volgens conclusies 7, met het kenmerk, dat de schuifvaste laag een kleefmiddel omvat.

9. Tapijttegel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het kleefmiddel zodanig gekozen is, dat de kleef-kracht tussen de schuifvaste laag en de rugzijde vande tegel groter is dan tussen de schuifvaste laag en een door de tegel te bedekken ondergrond.

10. Verpakking, gevuld met tenminste twee tapijt-tegels volgens één der conclusies 7 tot 9.

11. Verpakking volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de schuifvaste laag een kleefmiddel omvat, en de tapijttegels met hun rugzijden losneembaar aan elkaar gekleefd zijn.