NL9401415A - Modulair recreatietoestel. - Google Patents

Description

Modulair recreatietoestel

De uitvinding heeft betrekking op een recreatietoestel.

Doel van de uitvinding is een dergelijk toestel zodanig te ontwerpen, dat het een grote mechanische sterkte en stabiliteit bezit en volledig veilig is, in het bijzonder bij gebruik door kinderen.

Een verder doel van de uitvinding is het zodanig uitvoeren van een recreatietoestel, dat het zeer goedkoop is en zich, met gebruikmaking van standaardonderdelen, leent tot het opbouwen van diverse uiteenlopende configuraties.

In verband- met het bovenstaande verschaft de uitvinding een recreatietoestel, omvattende: een in de grond aangebrachte fundering; en een door die fundering verticaal gedragen, algemeen cilindrisch eerste element, waarop een daarop passend tweede element is aangebracht.

In het bijzonder kan dit recreatietoestel de bijzonderheid vertonen dat het tweede element een element is, dat een zelfde uitwendige vorm bezit als het eerste element.

In een bepaalde uitvoering vertoont het toestel volgens de uitvinding het kenmerk dat een aantal elementen met dezelfde uitwendige vorm als een kolom op elkaar zijn geplaatst.

De opbouw als kolom vereist een mechanisch sterke en stijve koppeling tussen de elementen. Deze uitvoering kan dam ook met voordeel de bijzonderheid vertonen dat het bovenste element treksterk met het onderste élement is gekoppeld en alle elementen onderling tegen rotatie geborgd zijn.

In deze laatste uitvoering kan het toestel de bijzonderheid vertonen dat elementen elk ten minste één inwendig uitsteeksel, bijvoorbeeld een lip, met een axiaal gat vertonen, door de gaten in welke elementen na registratie een spanbaar koppelelement is aangebracht. Bijvoorbeeld kan gebruik worden gemaakt van een draadstang, die aan beide einden een moer draagt.

Een strakke aansluiting tussen de elementen wordt automatisch verkregen met de variant, waarin de elementen stapelbaar zijn door middel van complementaire stapelprofielen aan respectievelijk hun onder- en bovenranden.

Een speciale uitvoering is die, waarin op het bovenste element een passend deksel is geplaatst. Dit deksel kan, afhankelijk van de toepassing bol, vlak, glad, ruw zijn dan wel aan nog andere gewenste specificaties voldoen.

Bij voorkeur vertoont het toestel volgens de uitvinding de bijzonderheid dat het onderste element door de fundering wordt gedragen via een draagstructuur, omvattende een met de fundering gekoppelde voetplaat, een daarmee verbonden steun, en een met die steun verbonden koppelplaat, die aan zijn omtrek met de binnenzijde van het onderste element verbonden, bijvoorbeeld vastgelast, is.

Deze laatste uitvoering kan roteerbaar zijn uitgevoerd. In dit geval vertoont het toestel de bijzonderheid dat de steun twee axiaal op afstand gelegen lagers draagt, die via een bus met de koppelplaat verbonden zijn.

In het algemeen, maar in het bijzonder de hiervoor beschreven draaibare structuren, kunnen met voordeel de bijzonderheid vertonen dat de buitenzijde van ten minste één element steunstructuren zijn aangebracht.

Deze laatste uitvoering kan zodanig zijn uitgevoerd dat een steunstructuur met een aantal elementen verbonden is.

De elementen kunnen in elk geschikt materiaal zijn uitgevoerd. Met het oog op de gewenste sterkte en veiligheid wordt de voorkeur gegeven aan een uitvoering waarin elk element bestaat uit metaal, zoals aluminium of staal, of een eventueel met vezels, zoals glasvezels, gewapende kunststof, zoals polyamide.

Een goede corrosiewerendheid is verzekerd met een uitvoering, waarin elk element en eventueel steunstructuur is voorzien van een deklaag, bijvoorbeeld een 80-120 μη dikke polyesterlaag, een op een epoxy-primer aangebrachte polyesterlaag, een op een thermisch of galvanisch aangebrachte zinklaag aangebrachte polyesterlaag of dergelijke.

Een extra aantrekkelijk uiterlijk is verzekerd net een uitvoering, waarin de buitenvlakken van de elementen en eventueel aanwezige steunstructuren contrasterend gekleurd zijn.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen. Hierin tonen: figuur 1 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een opstelling van recreatietoestellen volgens de uitvinding; figuur 2 een gedeeltelijk veggebroken perspectivisch aanzicht van een variant; figuur 3 een plofaanzicht van een deel van de toestellen volgens figuur 2; figuur 4 een dwarsdoorsnede door de steun volgens figuur 3, waarin duidelijk de roteerbaarheid is getoond; figuur 5 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van het toestel volgens de figuren 2, 3 en 4; figuur 6 een perspectivisch aanzicht van een verdere uitvoeringsvorm; en figuur 7 een perspectivisch aanzicht van weer een andere uitvoeringsvorm.

Figuur 1 toont vier recreatietoestellen 1, 2, 3, 4 volgens de uitvinding. Deze bestaan uit respectievelijk 1, 2, 3 en 4 cilindrische elementen 5. Deze bezitten alle identieke externe vormen, maar kunnen desgewenst van contrasterende kleuren zijn voorzien. In dit geval bestaan de elementen uit staal.

In de grond 6 is een betonnen fundering 7 geplaatst. Door middel van vier draadstangen 8, die aan hun einden moeren 9 dragen, is het element 5 aan de fundering 7 verankerd. Daartoe strekken zich aan het binnenvlak van elk element 5 vier lippen 10 uit die doorgaande gaten vertonen voor het doorlaten van de draadstangen 8. Figuur 5 toont, op welke wijze de elementen 5 met elkaar gekoppeld zijn.

Figuur 2 toont een betonnen fundering 11, die via een voetplaat 12 en een steun 13 een kolom 14 met 7 elementen 5 draagt. Het onderste en het bovenste element 5 zijn met elkaar verbonden door een steunstructuur 15, waarop kinderen kunnen staan voor het als een draaimolen roteren van de kolom 14 met de structuur 15.

Aan de hand van de figuren 3, 4 en 5 zal nu kort worden besproken, op welke wijze de steunstructuur 15 is uitgevoerd, zodanig dat de kolom 5 met de steunstructuur 15 roteerbaar is.

Op de voetplaat 12 rust een vaste as 16. Deze draagt een draagas 17 met een onderste relatief breed cilindrisch deel 18 en een bovenste relatief smal cilindrisch deel 19.

Deze delen dragen respectievelijk kogellager 20 en kogellager 21. Daaroverheen strekt zich een met beide kogellagers 20, 21 koppelbare rotor 22 uit. Deze rotor is op de draagas 17 vastzetbaar door middel van een moer 23 die kan samenwerken met draad 24. Een aan het onderste element 5 vastgelaste draagflens 25 is met de rotor 22 verbonden door middel van vijf bouten 26 met moeren 27. Een splitpen 28, die door een gat 29 in de draagas 17 kan worden gestoken, dient als borging. De rotor is tenslotte met een deksel 29 afgedekt.

Figuur 5 toont, op welke wijze de elementen 5 gestapeld zijn om tot een kolomstructuur 14 van elke gewenste lengte te komen. De lippen 10, waarvan er aan elk element 5 ten minste één aanwezig is, worden daartoe geregistreerd en een draadstang 30 strekt zich door de in die lippen aanwezige doorgaande gaten uit. De moeren 9 aan weerszijden worden aangedraaid om de elementen naar elkaar toe te dringen. Door de complementaire profielen aan respectievelijk de bovenrand en de onderrand van elk element 5 zijn de elementen automatisch correct axiaal gepositioneerd.

Figuur 6 toont een toestel 31, aan het bovenste element 5 waarvan een steunstructuur 32 met een aantal ringen bevestigd is.

Figuur 7 toont een toestel 33, waarbij aan het bovenste element 5 een steunring en aan het onderste element 5 een ronddraaiplateau 35 is aangebracht. Met gebruikmaking van een roteerbare structuur als volgens de figuren 2, 3, 4 en 5 kan met de in de figuren 6 en 7 getoonde uitvoeringen ook een roteerbare structuur worden verkregen.

De aandacht wordt erop gevestigd, dat alle bovenste elementen in het algemeen met een deksel zullen zijn afgedekt. In figuur l zijn de deksels 36 vlak en kunnen bijvoorbeeld betrekkelijk ruw zijn uitgevoerd of anderszins van anti~slip-voorzieningen zijn voorzien, bijvoorbeeld noppen, punten of dergelijke. De uitvoering volgens figuur 2 vertoont een bol deksel 37. Figuur 5 toont, dat dit deksel door een borgschroef 38 kan zijn vastgezet.

Claims (14)

1. Recreatietoeste1, omvattende: een in de grond aangebrachte fundering; en een door die fundering verticaal gedragen, algemeen cilindrisch eerste element, waarop een daarop passend tweede element is aangebracht.

2. Recreatietoestel volgens conclusie 1, waarin het tweede element een element is, dat een zelfde uitwendige vorm bezit als het eerste element.

3. Recreatietoestel volgens conclusie 2, waarin een aantal elementen met dezelfde uitwendige vorm als een kolom op elkaar zijn geplaatst.

4. Recreatietoestel volgens conclusie 2 of 3, waarin het bovenste element treksterk met het onderste element is gekoppeld en alle elementen onderling tegen rotatie geborgd zijn.

5. Recreatietoestel volgens conclusie 4, waarin elementen elk ten minste één inwendig uitsteeksel, bijvoorbeeld een lip, met een axiaal gat vertonen, door de gaten in welke elementen na registratie een spanbaar koppelelement is aangebracht.

6. Recreatietoestel volgens conclusie 2 of 3, waarin de elementen stapelbaar zijn door middel van complementaire stapelprofielen aan respectievelijk hun onder- en bovenranden.

7. Recreatietoestel volgens conclusie 1, waarin op het bovenste element een passend deksex is geplaatst.

8. Recreatietoestel volgens conclusie 1, waarin het onderste element door de fundering wordt gedragen via een draagstructuur, omvattende een met de fundering gekoppelde voetplaat, een daarmee verbonden steun, en een met die steun verbonden koppelplaat, die aan zijn omtrek met de binnenzijde van het onderste element verbonden, bijvoorbeeld vastgelast, is.

9. Recreatietoestel volgens conclusie 8, waarin de steun twee axiaal op afstand gelegen lagers draagt, die via een bus net de koppelplaat verbonden zijn.

10. Recreatietoestel volgens conclusie 1, waarin aan de buitenzijde van ten ninste één element steunstructuren zijn aangebracht.

11. Recreatietoestel volgens conclusie 10, waarin een steunstructuur met een aantal elementen verbonden is.

12. Recreatietoestel volgens conclusie 1, waarin elk element bestaat uit metaal, zoals aluminium of staal, of een eventueel met vezels, zoals glasvezels, gewapende kunststof, zoals polyamide.

13. Recreatietoestel volgens conclusie 1, waarin elk element en eventueel steunstructuur is voorzien van een deklaag, bijvoorbeeld een 80-120 ιημ dikke polyesterlaag, een op een epoxy-primer aangebrachte polyesterlaag, een op een thermisch of galvanisch aangebrachte zinklaag aangebrachte polyesterlaag of dergelijke.

14. Recreatietoestel volgens conclusie 1, waarin de buitenvlakken van de elementen en eventueel de steunstructuren volgens de conclusies 10 of 11 contrasterend gekleurd zijn.