NL9401115A - Op afstand van de bank opgestelde deposito-inrichting met afgesloten depositohouder. - Google Patents

Op afstand van de bank opgestelde deposito-inrichting met afgesloten depositohouder. Download PDF

Info

Publication number
NL9401115A
NL9401115A NL9401115A NL9401115A NL9401115A NL 9401115 A NL9401115 A NL 9401115A NL 9401115 A NL9401115 A NL 9401115A NL 9401115 A NL9401115 A NL 9401115A NL 9401115 A NL9401115 A NL 9401115A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
conveyor
bank
deposit
container
envelopes
Prior art date
Application number
NL9401115A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Diebold Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Diebold Inc filed Critical Diebold Inc
Priority to NL9401115A priority Critical patent/NL9401115A/nl
Publication of NL9401115A publication Critical patent/NL9401115A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07DHANDLING OF COINS OR VALUABLE PAPERS, e.g. TESTING, SORTING BY DENOMINATIONS, COUNTING, DISPENSING, CHANGING OR DEPOSITING
    • G07D11/00Devices accepting coins; Devices accepting, dispensing, sorting or counting valuable papers
    • G07D11/009Depositing devices
    • G07D11/0096Accepting paper currency or other valuables in containers, e.g. in code-marked envelopes
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05GSAFES OR STRONG-ROOMS FOR VALUABLES; BANK PROTECTION DEVICES; SAFETY TRANSACTION PARTITIONS
    • E05G7/00Safety transaction partitions, e.g. movable pay-plates; Bank drive-up windows
    • E05G7/001Bank depositories

Description

OP AFSTAND VAN DE BANK OPGESTELDE DEPOSITO-INRICHTING METAFGESLOTEN DEPOSITOHOUDER
Achtergrond van de uitvinding 1. Gebied van de uitvinding
De uitvinding heeft betrekking op een deposito-inrichting voor het opnemen van deposito's van banktrans-actiematerialen van cliënten onder omstandigheden vanmaximale veiligheid. De uitvinding heeft meer in hetbijzonder betrekking op een deposito-inrichting, bestaandeuit of vormende een deel van een op afstand van een bankgeïnstalleerde bankservice-eenheid, die zonder aanwezig¬heid van bankpersoneel deposito's van banktransactiemate-rialen van verschillende cliënten in afzonderlijke enve¬loppen zal opnemen en opslaan in een afgesloten, pogingentot onbevoegd openen aangevende houder voor het transportvan de op afstand van een bank opgestelde eenheid naar eencentrale bank, waar het depositomateriaal in een aantalenveloppen in de afgesloten houder kan worden behandeld,om de betreffende banktransacties te voltooien, waarvoorde betreffende enveloppen in deposito werden gegeven.
Bovendien heeft de uitvinding betrekking op eendeposito-inrichting, die de toegang tot de banktransactie-materialen in de deposito-enveloppen door personeel, datde automatische bankmachines die deposito-onderdelen bezitten, bedient en verzorgt, verhindert en daardoorbeheerst.
Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op eendeposito-inrichting, waarvan de eigenschappen betreffendede veiligheid en het hanteren van deposito's zijn beschre¬ven en die is voorzien van een transporteurmechanisme voorhet doen bewegen van een deposito-enveloppe naar de afge¬sloten houder, die een vereenvoudigde constructie en eengecoördineerde controle bezit, die bepaalt, of de afgeslo¬ten houder het deposito van een enveloppe kan accepteren,voordat de enveloppe naar de houder wordt getransporteerd.
2. Beschrijving van de stand van de techniek
De stand van de techniek omvat talloze deposito-inrichtingen van allerlei soort voor bankinstellingen, diezijn ingericht voor het opnemen van in zakken en envelop¬pen bij de bank te deponeren materiaal, in het bijzonder's nachts of bij op afstand van de bank gelegen, onbemandebankeenheden.
Recente ontwikkelingen in op afstand van de bankgelegen automatische bankinstallaties, en in het bijzonderop afstand van de bank gelegen, met enveloppes werkendedeposito-inrichtingen, zijn bij wijze van voorbeeld in dehierna genoemde octrooien beschreven.
De deposito-inrichting volgens het Amerikaanseoctrooischrift 3.836.980 past een kettingtransporteur toemet daarop gemonteerd duworganen om een een depositobevattende enveloppe te doen bewegen van een inwerpsleufin het voorvlak van een op afstand van de bank gelegenbankeenheid door een veilgheidskamer, om de enveloppe aanhet afvoereinde van de transporteur af te geven in eenbeschermde kast in de bankeenheid. De kast is toegankelijkdoor een kluis- of brandkastdeur, om de deposito-envelop-pen, die in de kast zijn verzameld, te verwijderen. Deinrichting is voorzien van een schommeldeur met afslui¬tingen aan het invoer- en afvoereinde van de transporteur, waarbij één afsluiting wordt geopend, wanneer de anderewordt gesloten en omgekeerd, om toegang vanuit de inwerp-sleuf van de bankeenheid langs de transporteur naar dekast te allen tijde te verhinderen.
De deposito-inrichting volgens het Amerikaanseoctrooischrift 4.085.687 vermijdt moeilijkheden, dieoptreden bij het gebruik van de constructie van de deposi¬to- inrichting voor enveloppen volgens het Amerikaanseoctrooischrift 3.836.980. Bij de eerstgenoemde inrichtingis een dubbele riemtransporteur toegepast om een eendeposito bevattende enveloppe te doen bewegen vanaf eeninwerpsleuf in het voorvlak van een op afstand van eenbank opgestelde bankeenheid, om de enveloppe af te voerenin een kluisvormig compartiment van de bankeenheid. Hetcompartiment is toegankelijk door een kluis- of brandkast-deur, om enveloppen met deposito, die in het compartimentzijn verzameld, te verwijderen. De inrichting is voorzienvan verschuifbare klepplaten voor het toevoer- en afvoer-einde van de dubbele riemtransporteur, waarvan de enewordt geopend, wanneer de andere wordt gesloten en omge¬keerd, om toegang vanuit de inwerpsleuf van de bankeenheidlangs de transporteur naar het compartiment te allen tijdete verhinderen.
Speciale voorzorgsmaatregelen moeten wordengenomen en meer dan één bankemployée moet aanwezig zijn,om ervoor te zorgen, dat de deposito-enveloppen in de kastof het compartiment van de deposito-inrichtingen volgensde Amerikaanse octrooischriften 3.836.980 en 4.085.687 aaneen centrale bank worden afgeleverd, waarbij zij absoluutvrij zijn van eventuele niet opgemerkte toegang tot ofverwijderen van of knoeien met de deposito-enveloppen ofhun inhoud gedurende het ontladen van de kast of hetcompartiment en gedurende het transport van de enveloppenvan de op afstand van de bank geïnstalleerde eenheid naarde centrale bank, waar het depositomateriaal in de enve¬loppen wordt behandeld.
Zo moet in beschermde toestand een inventaris worden opgemaakt door het uit meer dan één employée be¬staande bankpersoneel van alle enveloppen, die van de opafstand van de bank geïnstalleerde bankeenheid naar decentrale bank worden getransporteerd, wanneer de envelop¬pen uit de kast of het compartiment van de betreffende opafstand van de centrale bank gelegen bankeenheid wordenverwijderd. Verder moeten de deposito-enveloppen op eni¬gerlei wij ze worden beschermd tegen knoeien door hettransportpersoneel gedurende het transport van de opafstand van de bank gelegen eenheid naar de centrale bank.Zonder een dergelijke inventaris en zonder dat beschermen¬de maatregelen worden genomen, kan het verlies van enve¬loppen die deposito's bevatten, of het beschadigen van ofknoeien met de inhoud daarvan onopgemerkt voorkomen.Dergelijke eisen wat betreft de bescherming leiden tot eenaanzienlijke verhoging van de kosten voor het beschikbaarstellen van deposito-inrichtingen op afstand van bijvoor¬beeld een centrale bank.
Het Amerikaanse octrooischrift 4.113.140 be¬schrijft beschermde afgesloten geldafgiftehouders, waarbijwordt aangegeven, dat ermee geknoeid is en beschrijfttevens procedures, die worden gebruikt bij het beschikbaarstellen van automatische bankmachines zoals afgifte-in-richtingen voor contant geld. Bankbiljetten in de afgeslo¬ten houders kunnen worden afgeleverd door een centralebank en worden geïnstalleerd in een op afstand van de bankgelegen afgifte-eenheid voor contant geld. Bankbiljettenin de afgesloten houders kunnen worden afgeleverd door eencentrale bank en worden geïnstalleerd in een op afstandvan de bank gelegen afgifte-eenheid voor contant geld,waarbij een hoge mate van veiligheid geldt en het instal¬leren van dergelijke op afstand van de bank gelegen geld¬af gif te-inrichtingen met minimale kosten gepaard gaat. Eendergelijk systeem en inrichting verschaft echter geenmiddelen voor het beschermen van materiaal in deposito aande op afstand van de bank gelegen eenheid, welk materiaalmoet worden teruggetransporteerd naar de centrale bank.
Het Amerikaanse octrooischrift 4.154.437 be¬schrijft een op afstand van de bank gelegen afgifte-in-richting voor contant geld, waarbij de afgesloten geldaf-giftehouders volgens het Amerikaanse octrooischrift4.133.140, die aangeven wanneer er mee geknoeid is, wordentoegepast op een op afstand van de bank gelegen bankeen-heid, die ook enveloppen in deposito accepteert en op¬slaat. Ofschoon de depositotransporteur volgens het Ameri¬kaanse octrooischrift 4.154.437 zeer eenvoudig is, verge¬leken met de transporteur toegepast volgens de Amerikaanseoctrooischriften 3.836.980 en 4.085.687, zijn echterniettemin de kosten voor het installeren van de op afstandvan de bank gelegen deposito-inrichting nog veel hoger dangewenst is, omdat de deposito-enveloppen, evenals bij deeerder beschreven deposito-inrichtingen volgens de Ameri¬kaanse octrooischriften 3.836.980 en 4.085.687, slechtsworden af gevoerd in een beschermde kast in de op afstandvan de bank gelegen eenheid. Hier gelden dus dezelfdespeciale eisen wat betreft de voorzorgsmaatregelen, deaanwezigheid van meer dan één personeelslid en het opmakenvan een inventaris, om de onschendbaarheid van de envelop¬pen in de inrichting volgens het Amerikaanse octrooi¬schrift 4.154.437 in deposito zijn vrijgegeven, te be¬schermen, wanneer de enveloppen worden verwijderd en naarde centrale bank worden getransporteerd om te wordenbehandeld.
Er zijn bij de bekende inrichtingen geen voor¬zieningen getroffen voor een maximale veiligheid bij hethanteren en afleveren van banktransactiematerialen, die inenveloppen in deposito zijn gegeven bij een op afstand vande bank gelegen, onbemande automatische bankdeposito-eenheid, die de noodzaak vermijden van het nemen vanspeciale voorzorgsmaatregelen en van het gebruiken vanmeer dan één personeelslid en voor het opmaken van eeninventaris, welke voorzorgsmaatregelen tot nu toe moestenworden genomen en toegepast bij bekende inrichtingen, omde onschendbaarheid van enveloppen, die in een op afstand van de bank gelegen deposito-eenheid zijn afgegeven, tebeschermen, wanneer de enveloppen uit de op afstand van debank gelegen eenheid worden verwijderd en naar een centra¬le bank worden overgebracht om te worden behandeld.
Er bestaat dus op het gebied van het verschaffenvan op afstand van een bank gelegen, onbemande bankdeposi-todiensten een behoefte aan een inrichting, die enveloppenin deposito accepteert en het verwijderen daarvan uit deop afstand van de bank gelegen bankeenheid en het afleve¬ren daarvan aan een centrale bank toelaat in afgeslotentoestand en tegen minimale kosten, waarbij wordt aangege¬ven, wanneer ermee geknoeid is, door middel van verant¬woordelijke bodes of boodschappers, die geen directetoegang hebben tot de zich in deposito bevindende envelop¬pen zelf.
Verder bestaat de behoefte aan een dergelijkeinrichting, die zorgt voor een maximaal beveiligde engoedkope, op afstand van de bank gelegen bankdeposito-dienst, die zeer eenvoudig is geconstrueerd, die geen ofslechts weinig onderhoud nodig heeft, die zeer betrouwbaaren doelmatig werkt, die enveloppen die depositomateriaalbevatten, met verschillende afmetingen kan hanteren, welkeenveloppen wat betreft de dikte kunnen verschillen enwelke inrichting bestaat uit een klein aantal eenvoudigeonderdelen.
Samenvatting van de uitvinding
Doeleinden van de uitvinding omvatten het ver¬schaffen van een deposito-inrichting voor gebruik in eenop afstand van een bank gelegen, onbemande bankeenheid,die is voorzien van een eenvoudige transporteur, die eenin deposito gegeven enveloppe aanneemt aan een inwerpsleufin de voorplaat van de eenheid en die deze enveloppe vande inwerpsleuf transporteert naar en laat vallen in eenopening in een houder, die in de eenheid is vergrendeld; het verschaffen van een dergelijke deposito- inrichting, waarbij doorgaande toegang langs de transpor¬teur vanaf de inwerpsleuf naar de opening in de houder teallen tijde is geblokkeerd hetzij voor, hetzij achter deenveloppe, terwijl de enveloppe van de inwerpsleuf naar deopening in de houder wordt getransporteerd; het verschaffen van een dergelijke deposito-inrichting, waarbij de transporteur de houder peilt om tebepalen, voordat de transporteur het deposito van eenenveloppe accepteert, of in de houder voldoende ruimteaanwezig is om een dergelijke enveloppe in de houder op tenemen of het deponeren daarin te accepteren, het verschaffen van een dergelijke deposito-inrichting, waarin de houder is afgesloten en aangeeftwanneer ermee geknoeid is, waarbij zijn opening, waardoorenveloppen in deposito in de houder worden gebracht, wordtafgesloten en vergrendeld, voordat de houder uit de opafstand van de bank gelegen bankeenheid kan worden verwij¬derd; en het verschaffen van een dergelijke deposito-inrichting, waarmee de genoemde doeleinden op een zeerefficiënte en zeer veilige wijze worden bereikt, die dehoge kosten vermijdt, die tot nu toe nodig zijn voor hetinstalleren van op afstand van een bank gelegen deposito-inrichtingen en die voldoet aan de bestaande behoeften ophet gebied van automatische, op afstand van een bankgelegen deposito-inrichtingen.
Deze doeleinden worden bereikt door een deposi-to-inrichting, omvattende een huis met een insteeksleufvoor een deposito-enveloppe; een riemtransporteur met eentoevoereinde en een afvoereinde; waarbij het toevoereindevan de transporteur is opgesteld nabij maar op afstand vande insteeksleuf; welke transporteur is voorzien van eenuit een vlakke plaat bestaande tafel, van een drukplaat,van een eindloze riem die is geslagen over een paar opafstand van elkaar geplaatste riemtransporteurrollen, enwaarbij één part van de riem zich uitstrekt tussen enbeweegbaar is langs de tafel van de ene transporteurrol naar de andere tussen de tafel en de drukplaat; welketransporteurrollen zijn opgesteld aan het toevoereinderespectievelijk het afvoereinde van de transporteur, envan aandrijfmiddelen voor tenminste één van de transpor¬teurrollen; een afvoeropening die tussen zijn eindenscharnierbaar is gemonteerd op de transporteur en die isvoorzien van een insteekafsluitplaat respectievelijk eenpoortafsluitplaat aan zijn einden; welke afsluitinrichtingbeweegbaar is tussen een normaal gesloten en open stand,waarbij de insteekafsluitplaat is opgesteld in de ruimtetussen het toevoereinde van de transporteur en de insteek-sleuf, wanneer de afsluitinrichting zich in de geslotenstand bevindt en waarbij de poortafsluitplaat is opgesteldboven de tafel en boven de afvoeropening in de tafel,wanneer de afsluitinrichting zich in de normaal geslotenstand bevindt; een houder die is voorzien van een eendeposito-opnemende opening, een deksel voor de het deposi-to-opnemende opening dat ten opzichte van de houder be¬weegbaar is tussen een open en een gesloten stand engrendelmiddelen voor het vergrendelen van het deksel in degesloten stand; welke houder met het deksel in de openstand met zijn een deposito-opnemende opening is gelegenonmiddellijk onder de afvoeropening in de tafel.
Korte beschrijving van de tekening
De uitvinding zal aan de hand van de tekeningmet een paar uitvoeringsvoorbeelden nader worden toege¬licht.
Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht vaneen automatisch op afstand van een bank gelegen bankloket,uitgerust met een deposito-inrichting volgens het onderha¬vige voorstel, figuur 2 toont een gedeeltelijk zij-aanzicht opeen grotere schaal van de inrichting met hierin de trans¬porteur en waarbij de houder in de gemonteerde bedrijfs-stand is weergegeven, figuur 3 toont een bovenaanzicht van de inrich¬ting volgens figuur 2, figuur 3a toont een gedeeltelijk aanzicht gezienin de richting van de pijl IlIa-IIIa in figuur 6 en toontde insteekuitsparing in de insteekafsluitplaat, figuur 4 toont een gedeeltelijk bovenaanzichtvan de transporteurtafel, waarbij de riemen en de steun-plaat zijn weggelaten, de figuren 4a en 4b tonen gedeeltelijke aanzich¬ten volgens de lijn IV-IV in figuur 4 en tonen de vergren¬delde en gesloten stand van de afsluiting van de houder, figuur 4c toont een gedeeltelijk perspectivischen gedeeltelijk in doorsnede getekend aanzicht van degrendel van de houder, figuur 5 toont een schematisch aanzicht van dehouder in de normaal gesloten stand, figuur 6 komt overeen met figuur 5 en toont descharnierbare transporteurafsluitinrichting, die in deopen stand is geplaatst om het insteken van een deposito-enveloppe mogelijk te maken, figuur 7 komt overeen met de figuren 5 en 6 entoont een enveloppe die naar een centrale stand langs detransporteur is bewogen, figuur 8 komt overeen met figuur 7 en geeft aandat de transporteurafsluitinrichting is verschoven uit deopen in de gesloten stand, waarbij een enveloppe in dehouder kan vallen, figuur 9 komt overeen met de figuren 5 en 6 entoont de werking van de transporteur taster, welke bij eenvolle houder, het bijbehorende afsluitorgaan in de geslo¬ten stand houdt, figuur 10 toont een perspectivisch aanzicht vaneen afgesloten depositohouder, waaraan mogelijk onbevoegdopenen zichtbaar zal zijn, en die wordt gebruikt voor hettransporteren van enveloppen van een op afstand van eenbank gelegen bankloket naar een daartoe aangewezen bank, figuur 11 toont een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van de inrichting, waarbij een afgesloten houderis verwijderd en de inrichting gereed is voor het opnemenvan een lege houder en toont het slot gereed in een standgereed voor het installeren van een lege houder, figuur 12 komt overeen met figuur 11 en toonteen lege houder volgens figuur 10 gedeeltelijk geïnstal¬leerd en het slot in de stand voor het ontgrendelen vanhet slot van de houder en voor het vergrendelen van dehouder van de eenheid, figuur 13 toont een gedeeltelijk zij-aanzichtvan de gedeeltelijk geïnstalleerde houder met zijn dekselontgrendeld en de houder vergrendeld aan de eenheid; en figuur 14 komt overeen met figuur 13 en toonthet deksel bewogen in een stand voor het accepteren vanenveloppen die door de transporteur worden afgevoerd.
Het in figuur 1 weergegeven op afstand van eenbank geïnstalleerde bankloket is uitgerust met een deposi-to-inrichting voor het accepteren van enveloppen en be¬staat uit een huis 2 en een voorplaat 3, die is voorzienvan een instructiepaneel 4 voor het gebruik van de deposi-to-eenheid. Een toetsenbord 5 op de plaat 3 kan wordengebruikt om de deposito-inrichting 1 in werking te stel¬len, waarbij is voorzien in een kaartinsteeksleuf 6 vooreen persoonlijke, conventionele, van magnetische strippenvoorziene, gecodeerde kunststofkaart voor het starten vaneen transactie en voor het identificeren van de cliënt,die een deposito doet van een enveloppe aan de deposito-inrichting.
De voorplaat 6 kan ook zijn voorzien van eeninsteeksleuf 7 voor deposito-enveloppen, via welke deze inde eenheid 1 worden gebracht. Tenslotte kan de voorplaat 3op de gebruikelijke wijze zijn voorzien van een sleuf 8,waar een ontvangstbewijs voor een transactie kan wordenafgegeven aan de cliënt, wanneer het deposito is voltooid.
Ofschoon de uitvinding is beschreven en weerge¬geven aan de hand van een deposito-inrichting 1 voor hetaccepteren van banktransactiedeposito's op een op afstand van een bank liggende, onbemande plaats, kan de verbeterdedeposito-inrichting deel uitmaken van een automatischeafgifte-inrichting voor contant geld, zoals is beschrevenin het Amerikaanse octrooischrift 4.154.437.
Onderdelen van de deposito-eenheid 1 in het huis2 zijn gemonteerd op een frame A, dat is voorzien vankolommen 9, die in opwaartse richting uitsteken van eenvoet 10 en die zijn verbonden door langsverbandstaven 11.Het transporteurmechanisme B is in het frame A gemonteerden is voorzien van een plaatvormige tafel 12 met eendaarboven liggende riemtransporteurinrichting 13. De tafel12 kan op het frame A zijn gemonteerd door middel vanzijflenzen 12a, die zijn vastgelast op steunstaven 28a eneindplaten 12b. De riemtransporteur 13 is bij 13a doormiddel van verbindingsstangen 13b scharnierbaar gekoppeldmet eindplaten 12b, waarbij een transporteurrol 16 (figuur2) aan de verbindingsstangen 13b is gemonteerd.
De riemtransporteur 13 is voorzien van eenstijve, vlakke, metalen druk- of steunplaat 14, aan deeinden waarvan de transporteurrollen 15 en 16 zijn gela¬gerd. Een paar eindloze rubber riemen 17 en 18, die zijde¬lings op afstand van elkaar zijn geplaatst, zijn over derollen 15 en 16 geslagen en de riemen worden in de gewens¬te richting aangedreven door een niet getekende geschikteaandrijfinrichting, die is verbonden met één van de rollen15 of 16.
De riemtransporteur 13 is zodanig op de trans-porteurtafel 12 ondersteund, dat het onderste part van deriemen beweegbaar is tussen de tafel 12 en de steunplaat14. De riemtransporteur 13 is bij voorkeur zwevend bovende tafel aangebracht, teneinde enveloppen met depositoma-teriaal van verschillende dikten te kunnen opnemen, diedoor de transporteur kunnen worden getransporteerd.
Indien gewenst, kan de steunplaat 14 aan zijnranden op de tafwl 12 zijn ondersteund door iets verendeplaatjes 19 (figuur 4) . De verende plaatjes zijn echterniet noodzakelijk, omdat het gewicht van de riemtranspor- teur 13 en zijn steunplaat 14 zijn bedoeld, om de riemen17 en 18 op de enveloppen te drukken en deze door wrijvingmee te nemen, om de enveloppen langs de tafel te transpor¬teren. In het algemeen kan het getekende en beschrevenriemtransporteurmechanisme 13, omvattende de tafel 12 enzijn riemtransporteur 13, een constructie hebben diesoortgelijk is aan de constructie die is beschreven in deNederlandse octrooiaanvrage 81.00019.
Een afsluitinrichting 20 is raamvormig uitge¬voerd en is gevormd door op afstand van elkaar liggendehefbomen 21, die zijn voorzien van een insteekafsluitplaat22, die is gemonteerd op één paar einden van de hefbomen21 en van een taster 23 in de vorm van een open rooster-frame, dat is ondersteund door opstaande oren 24 aan debinnenzijde van de andere einden van de hefbomen 21. Deafsluitinrichting 20 is in hoofdzaak rechthoekig en om¬geeft in feite het toevoereinde en de zijdelen van detransporteur B. De roostervormige taster 23 is voorzienvan eindvingers 24a, die in achterwaartse richting van deoren 24 uitsteken en die eindigen in naar beneden omgebo¬gen delen 25, die met elkaar zijn verbonden door een dwarsaangebrachte taster 26. Een middelste vinger 24b is ge¬monteerd op de taster 26 en is zijdelings tussen en opafstand van de eindvingers 24a gelegen. De vingers 24a en24b zijn beide voorzien van achterste poortafsluitplaten27, die normaal boven de tafel 12 zijn gelegen, zoalshierna zal worden beschreven.
De hefbomen 21 van de afsluitinrichting 20 zijntussen hun einden bij 28 scharnierbaar gemonteerd opsteunstaven 28a, die zijn gemonteerd op de bovenste langs-verbandstaven 11 van het frame A.
Teneinde een beweging van de achterste poortaf¬sluitplaten 27 en vingers 24a en 24b van een plaats bovende transporteurtafel, zoals in figuur 5 is getekend, naareen plaats onder die tafel, zoals in figuur 6 is getekend,mogelijk te maken, is de tafel 12 voorzien van een opening29, die zich uitstrekt tot een zone 30 boven de taster 26 en de opening 29 is in het gebied onder de vingers 24a en24b en de achterste poortafsluitplaten 27 voorzien vaninkepingen 31a en 31b.
Op soortgelijke wijze is de steunplaat 14 van detransporteurriem voorzien van openingen 32a en 32b, die opéén lijn liggen met de inkepingen 31a en 31b, om eenbeweging van de vingers daardoorheen toe te laten. Strook-vormige delen 33 van de steunplaat scheiden de openingen32a en 32 van elkaar, om steun te verschaffen aan riemen17 en 18, die over de opening 29 in de tafel 12 bewegen.
De transporteurplaat 12 en de steunplaat 14 zijnvoorzien van passende langssleuven 34a en 34b dichtbij deplaats van het scharnier 28 van de afsluitinrichtingtussen de twee riemen 17 en 18, om een bedieningsvinger 35van een microschakelaar 36 te laten uitsteken door debewegingsbaan van een enveloppe, die in de richting van depijl 37 voor een hierna te beschrijven doel langs detransporteur wordt getransporteerd.
De insteekafsluitplaat 22 (figuur 3a) is gemon¬teerd aan de onderste hoekdelen 22a op de einden van dehefbomen 21 van de afsluitinrichting en de plaat 22 steektin opwaartse richting daarvan uit. Het onderste deel vande plaat 22 tussen de hoekdelen 22a is voorzien van eenlangwerpige inkeping 22b onder het afsluitdeel 22c.
Het op afstand van een bank geïnstalleerdedeposito-mechanisme 1 is in het huis 2 op een zodanigeplaats opgesteld, dat de insteeksleuf 7 voor de enveloppen(figuur 5) in hoofdzaak op één lijn ligt met de ingangs-kneep van de transporteur inrichting B. Bij voorkeur strektzich een buisvormig insteekkanaal 31 uit vanaf de insteek¬sleuf 7 in het huis 2 tot een zone grenzend aan en dicht¬bij het toevoereinde 39 van de transporteurtafel 12.Normaal is, zoals in figuur 5 is aangegeven, het afsluit¬deel 22c van de insteekafsluitplaat 22 gelegen tussen envult de ruimte op tussen het binnenste einde van hetbuisvormige insteekkanaal 38 en het toevoereinde 39 van detransporteur B, om de verbinding daartussen te blokkeren.
Dit verhindert de toegang tot het inwendige van de deposi-to-eenheid 1 van buitenaf door de insteeksleuf 7. Dit isde normaal gesloten stand van de deposito-eenheid 1.
De eenheid 1 is voorzien van een spoel 40, dieis gemonteerd op het frame A en die is voorzien van eenanker 41, dat bij 42 scharniernaar is verbonden met eennokplaat 43 voor het in werking stellen van het deposito-mechanisme, welke nokplaat 43 scharnierbaar is gemonteerdbij 44 en is voorzien van een noksleuf 45. De noksleuf 45is voorzien van een horizontale grendelsectie 46 en vaneen schuin naar boven gerichte bedieningssectie 47. Eennokvolger 48 in de vorem van een rol, die tussen hetscharnier 28 voor de hefboom en de insteekafsluitplaat 22op de hefboom 21 van de afsluitinrichting is gemonteerdgrijpt in en is beweegbaar langs de noksleuf 45.
Wanneer de deposito-inrichting zich in de nor¬maal gesloten stand bevindt, die in figuur 5 is getekend,bevindt de nokvolgrol 48 zich in de horizontale sectie 46van de noksleuf. Het bedieningsorgaan 43 wordt door eenveer 49 onder voorspanning in deze normale stand gehouden.Wanneer de nokvolgrol 48 in de horizontale sectie 46 wordtvastgehouden, is een beweging van de afsluitinrichting 20uit de normale gesloten stand verhinderd, zelfs als wordtgetracht vanaf de buitenzijde van het huis 2 kracht uit teoefenen op de insteekafsluitplaat 22.
Het in werking stellen van de deposito-inrich¬ting voor het accepteren van een deposito omvat het be¬krachtigen van de spoel 40 voor het terugtrekken van hetanker 41 en het doen bewegen van het bedieningsorgaan 43om zijn scharnier 44, zodat de nokvolgrol 48 omhoog be¬weegt in de schuin omhoog gerichte noksectie 47 en deafsluitinrichting 20 doet draaien om zijn scharnier 28,waarbij de insteekafsluitplaat 22 wordt opgetild in eenpositie, die in figuur 6 is getekend, waarbij de inkeping22b in de afsluitplaat op één lijn ligt met het insteekka-naal 38 en het toevoereinde 39 van de transporteur B,zodat een in deposito gegeven enveloppe C in de deposito- eenheid 1 kan worden toegevoerd.
Een facet van de nieuwe, op afstand van een bankgelegen deposito-inrichting volgens de uitvinding heeftbetrekking op een afgesloten houder voor het opnemen vandeposito-enveloppen, welke houder aangeeft wanneer ermeeis geknoeid en welke houder is gecombineerd met en geco¬ördineerd ten opzichte van het transporteurmechanisme B enzijn afsluitinrichting 20. De afgesloten houder, in zijngeheel met D aangeduid, is in figuur 10 getekend. Dehouder D heeft een bodemwand 50, zijwanden 51 en 52, eneindwanden 53 en 54. De permanente bovenwand 55 van dehouder beslaat ongeveer de helft van het bovenvlak van dehouder en aan de bovenzijde van de zijwanden 51 en 52 zijnnaar buiten omgebogen randflenzen 56 aangebracht voor hetverschuifbaar opnemen van een beweegbaar deksel 57, dat deopening 58 in de bovenste eindwand van de houder, dat doorde bovenwand 55 open is gelaten, kan afsluiten.
Het deksel 57 is voorzien van U-vormige ofgootvormige flenzen 59, die verschuifbaar op de flenzen 56van de houder zijn gemonteerd. Wanneer het deksel 57 isgesloten, grijpt zijn voorste rand 57a onder en wordtafgedekt door een naar binnen omgebogen flens 60 aan hetboveneinde van de eindwand 54 van de houder. Een slothuis61 is nabij de achterrand 62 op het deksel 57 gemonteerden het slothuis bevat een slot 63 met een sleutelgat 64.Het slot 63 is voorzien van een draaibare grendel 65, diein de gesloten stand aangrijpt op de binnenrand van hetbovenwanddeel 55, dat ten dele de opening 58 begrenst. Dehouder D kan zijn voorzien van één of meer handvatten 66om de houder gemakkelijk te kunnen optillen en vervoeren.
De houder D is normaal leeg en gesloten, wanneerhij wordt afgeleverd bij een op afstand van een bankgeïnstalleerde deposito-eenheid 1. De houder D wordt in degesloten toestand onder de rol 16 aan het afvoereinde vanhet transporteurmechanisme B in het inrichtingframe Ageschoven zoals in figuur 13 is aangegeven. Er is eenruimte of holte (figuur 11) onder de transporteur, waarin de houder D wordt bewogen naar de stand, die in de figuren12 en 13 is getekend. Gedurende het inbrengen en koppelenvan de houder D in en met het transporteurmechanisme B vande deposito-eenheid, schuift het slothuis 61 op het deksel57 (dat in de getekende stand gesloten wordt gehouden)telescopisch over een van een inkeping voorziene flens 71,die uitsteekt van (figuur 11) een aanslagorgaan 67, datdoor het frame A is ondersteund. Het slothuis komt dan inaanraking met het aanslagorgaan 67 en verhindert eenverdere beweging van de houder D in het frame A onder detransporteur B.
Op dit moment wordt een op een vaste plaatsgemonteerde sleutel 68, die is ondersteund op een beugel69 die bij 70 scharnierbaar aan het frame A onder detransporteurrol 16 is gemonteerd, bewogen in de stand, diein figuur 12 is getekend, waarbij de sleutel kan wordengestoken in het sleutelgat 64 van het slot 63 en omge¬draaid, om de grendel 65 los te maken van de bovenwand 55van de houder, waarbij dus het deksel 57 wordt ontsloten.Tegelijkertijd grijpt de grendel 65 in de van een inkepingvoorziene flens 71 en vergrendelt het deksel 57 aan deaanslag 67, zoals in de figuren 12 en 13 is getekend.
Op deze wijze wordt het deksel 57 losgemaakt vande houder maar wordt vastgekoppeld aan het frame A. Daarnakan de houder D ten opzichte van het deksel 57 verderonder de transporteur B worden bewogen tot een uiteinde¬lijke open stand van de houder, die in de figuren 5, 6 en14 is getekend, waarbij de opening 58 van de houder isgelegen onder de taster 23, zodat enveloppen, die door detransporteur B worden toegevoerd, door de taster 23 in dehouder D worden gericht, zoals in figuur 8 is aangegeven.
Terwijl de houder D uit de gesloten stand vol¬gens figuur 13 in de open stand wordt bewogen, die bij¬voorbeeld in de figuren 5 en 14 is getekend, kan de bewe¬ging worden gestopt, wanneer het ondereinde 72 van dehouder in aanraking komt met een aanslagflens 73 op eengeleide-orgaan 74, dat op de voet 10 is gemonteerd (figuur 5). Hierdoor wordt de aan de bovenzijde aangebrachteopening 58 van de houder direct onder de opening 29 in detafel geplaatst, zodat enveloppen C, die door de transpor¬teur B in de richting van de pijl 37 worden getranspor¬teerd, door de opening 29 in de tafel en door de houder-opening 58 in de houder D zullen vallen, zoals bijvoor¬beeld in figuur 8 is aangegeven.
Een beschermflens 75 is gemonteerd aan de onder¬zijde van de tafel 12, welke beschermflens 75 de opening29 in de tafel omgeeft en naar beneden uitsteekt tot eenplaats dichtbij de bovenzijde van de houder D, teneindepogingen om toegang te krijgen tot de inhoud van de hou¬der, wanneer deze aan de eenheid is vergrendeld en zich inde open stand bevindt, te verhinderen.
De plaats van de horizontale delen van de vin¬gers 24a en 24b en van de achterste poortsluitpaten 27boven de tafel 12, zoals hierboven is beschreven, wanneerde eenheid en de afsluitinrichting 20 zijn gebracht in denormale gesloten stand, zoals in figuur 8 is getekend,laat toe dat een enveloppe C die door de transporteur Bwordt getransporteerd, onder de horizontale delen van devingers 24a en 24b en onder de af sluitplaten 27 doorbeweegt, wanneer de enveloppe C de opening 29 in de tafelbereikt. Dan richten de omgebogen delen van de vingers 24aen 24b de enveloppen naar beneden in de houder D, zoals infiguur 8 is getekend. Als verder middel voor het op dejuiste wijze richten van enveloppen C die moeten wordenopgestapeld in het onderste deel van de houder, kan dehouder zijn voorzien van een V-vormig afbuigorgaan 76(figuur 10).
De microschakelaar 36 en zijn bedieningsvinger35, die uitsteekt door de bewegingsbaan van een enveloppeC die door de transporteur B wordt getransporteerd, heefteen speciale functie. Zoals is aangegeven, is de bedie¬ningsvinger 35 dichtbij de zone van het scharnier 28 vande afsluitinrichting opgesteld. De microschakelaar 36 isbij voorkeur een tijdvertragingsschakelaar, die de bewe¬ ging van de transporteur B en de plaatsing van de afsluit-inrichting 20 regelt. Wanneer de voorste rand van eenenveloppe C die door de transporteur B wordt getranspor¬teerd, in aanraking komt met de bedieningsvinger 35, wordtde tijdsvertragingsschakelaar 36 in werking gesteld, om debeweging van de transporteur na een voorafbepaalde tijds¬periode gedurende een kort ogenblik te stoppen, zodat deenveloppe wordt bewogen naar een centrale plaats tussen envrij van de insteekafsluitplaat 22 en de poortplaten 27.
Tegelijkertijd wordt de stroomtoevoer naar despoel 40 afgesloten, waardoor de veer 49 de bedieningsnok43 van de deposito-inrichting kan bewegen in de normalestand die in figuur 5 is getekend. Bij deze beweging vande bedieningsnok beweegt de afsluitinrichting 20 uit deopen stand volgens de figuren 6 en 7 in de gesloten standvolgens de figuren 5 en 8. De verbinding tussen het buis¬vormige insteekkanaal 38 en de transporteur B wordt zo¬doende geblokkeerd door het afsluitdeel 22c van de in¬steekaf sluitplaat .
Gedurende de tijd dat de beweging van de trans¬porteur wordt gestopt en de af sluit inrichting wordt ver¬schoven, kan een gebruikelijk of bekend mechanisme voorhet afgeven van een ontvangstbewijs (niet getekend) inwerking worden gesteld, om de enveloppen te stempelen dooreen opening in de tafel van de transporteur en om eenontvangstbewijs aan de sleuf 8 af te geven.
Aan het einde van de voorafbepaalde tijdsvertra-gingsperiode en nadat de afsluitinrichting 20 in de geslo¬ten stand is bewogen, wordt de transporteur B opnieuw inwerking gesteld om de in deposito gegeven enveloppe Cverder langs de transporteur te doen bewegen en te latenvallen in de houder D.
Een andere microschakelaar 77 met een bedie¬ningsvinger 78 is op het frame A gemonteerd in een stand,waarin hij kan worden bediend door een schouder 79 op debedieningsnok 43, wanneer de bedieningsnok 43 de afsluit¬inrichting 20 geheel in de open stand heeft bewogen, die in de figuren 6 en 7 is getekend. Op dit tijdstip wordt detransporteur B in werking gesteld en deze trekt een inge¬stoken in deposito gegeven enveloppe in de eenheid, zoalsin figuur 6 is aangegeven. De microschakelaar 77 heeftverder de functie om de toestand "vol" van de houder D aante geven, wanneer de houder te vol is met eerder daaringedeponeerde enveloppen om nog een enveloppe op te nemen,zoals hierna zal worden beschreven.
De werking is als volgt: de deposito-inrichting1 volgens het onderhavige voorstel werkt samen met eenafsluitbare houder D, voorzien van een verschuifbaardeksel 57 voor het afsluiten van de opening 58 in debovenwand 55 van de houder D. In het bankgebouw waar eenmet deposito-enveloppen C gevulde houder D kan wordengeleegd, wordt het deksel 57 van een houder D met eensleutel geopend en weer afgesloten. Voor elke apartehouder, alsmede alle voor een bepaald op afstand gelegenbankloket bestemde houders zijn twee gelijke sleutels voorhet afsluiten en openen van het houderslot aanwezig. Eénvan de beide sleutels wordt op de plaats waar de houdersworden geleegd in verzekerde bewaring ter beschikkinggehouden. De andere sleutel 68 is in de deposito-inrich¬ting van het op afstand van de band gelegen bankloketonverwijderbaar aangebracht. Deze laatste sleutel ishierbij zodanig bevestigd, dat deze slechts dan in hetslot 63 van een afgesloten houder kan worden gestoken,wanneer de houder D in de deposito-inrichting tot in eenbepaalde positie is ingeschoven.
Het installeren van een houder D in de hetbankloket omvat de hierna beschreven reeks stappen. Degesloten houder D wordt in de eenheid geschoven totdat hetslothuis 61 in aanraking komt met de aanslagflens 67 op detafel 12. Op dit moment komt de van een inkeping voorzieneflens 71 (figuur 11) het slothuis 61 binnen door de sleuf61a (figuur 4c). Een verdere beweging van de houder wordtop dit moment onder de beschreven omstandigheden gestopt.
De in het bankloket onverwijderbaar gemonteerde sleutel 68 wordt dan bewogen in een stand, waarin hij kanworden gestoken in het sleutelgat 64 van het slot 63,waarna het slot wordt ontsloten, om het deksel 57 uit eenvergrendelde stand los te maken en om gelijktijdig degrendel 65 in aangrijping te brengen met de van een inke¬ping voorziene flens 71 op de aanslagflens 67, waardoorhet deksel 57 aan de eenheid wordt vergrendeld (figuren 4aen 4b).
Nu kan de houder uit de stand volgens figuur 13worden geduwd in de open stand volgens de figuren 5 en 14,waarbij de in de bovenwand van de houder aangebrachteopening 58 zich in de open stand onder de opening 29 in detransporteurtafel bevindt.
De houder is nu gereed om deposito-enveloppen teaccepteren. Er is geen ongeoorloofde toegang mogelijk tothet inwendige van de houder, wanneer de houder zich indeze open stand onder de transporteur bevindt.
Om de houder D te verwijderen, wordt de bovenbe¬schreven volgorde van handelingen omgekeerd. Het deksel 57moet eerst worden gesloten, door de houder uit de standvolgens de figuren 5 en 14 terug te bewegen in de standvolgens figuur 13. Op dit moment moet de sleutel 68,voordat deze kan worden verwijderd, het slot 63 bedienen,om de grendel 65 los te maken van de van een inkepingvoorziene flens 71 en om de grendel in de het dekselvergrendelende stand te brengen.
Hierna kan de houder D uit de deposito-inrich-ting worden verwijderd. Deze verwijdering heeft normaalplaats wanneer de houder D is gevuld met in depositogegeven enveloppen. Hierna wordt de houder door een be¬trouwbare bode, die geen directe toegang heeft tot de indeposito gegeven enveloppes zelf, teruggetransporteerdnaar de ruimte in de bank, waar de houder wordt geledigd.De afgesloten houder is zodanig geconstrueerd, dat onge¬oorloofde pogingen tot opening onmiddellijk zichtbaarzijn. Elke verstoring van de inhoud van de houder blijktduidelijk en daarvoor kan de bode die zorgt voor het transport, verantwoordelijk worden gesteld.
Het verloop van de stappen voor het behandelenvan in deposito gegeven enveloppen in de onderhavigedeposito-eenheid is schematisch weergeven in de figuren 5tot en met 9. Als de deposito-eenheid 1 deel uitmaakt vaneen op afstand van een bank gelegen afgifte-eenheid voorcontant geld, zoals is beschreven in het Amerikaanseoctrooischrift 4.154.437, dan wordt het gebruik van deinrichting in het algemeen gestart door een cliënt ondergebruikmaking van een geldig middel voor het in werkingstellen van de eenheid 1. Dit kan zijn het insteken vaneen identificatiekaart van kunststof van de cliënt, ge¬volgd door andere identificerende gegevens, hierna gevolgddoor het indrukken van één van de knoppen op het bedie¬ningspaneel om de deposito-eenheid te bekrachtigen.
Als echter de deposito-eenheid 1 zelf bestaatuit een op afstand van een bank gelegen automatisch bank¬loket, zoals weergegeven, kan de eenheid rechtstreeksworden bekrachtigd door indrukken van één van de drukknop¬pen op het toetsenbord 5, om de bekrachtigingsketens vande eenheid te bekrachtigen en stroom te leveren voor deaandrijving van de transporteur. Een dergelijke toets ofdrukknop kan eventueel worden beschermd door een nietgetekend slot met sleutel; ook kan een dergelijke toetsdeel uitmaken van een sleutelschakelaar, die door eensleutel in bevoegd bezit van een cliënt kan worden ontslo¬ten.
De stappen, die door de deposito-cliënt moetenworden genomen, kunnen worden beschreven in instructies,die op het instructiepaneel 4 zijn gedrukt.
Een voorraad lege deposito-enveloppen (nietgetekend), kan voor gebruik met de eenheid 1 aan de cliëntworden geleverd. Onafhankelijk van de wijze waarop deeenheid 1 wordt bekrachtigd, wordt, wanneer de eenheidwordt bekrachtigd tegelijkertijd de spoel 40 bekrachtigd,waarbij de bedieningsnok 43 voor de deposito-inrichtingbeweegt vanuit de stand volgens figuur 5 in de stand volgens figuur 6 en de transporteur B is dan bekrachtigd.De beweging van de bedieningsnok 43 schuift de afsluitin-richting 20 uit de gesloten stand volgens figuur 5 in deopen stand volgens figuur 6 en een enveloppe C kan door decliënt door het buisvormige insteekkanaal 38 en de inke¬ping 22b in de insteekafsluitplaat worden gestoken in hettoevoereinde van de transporteur B en wel door middel vande middelste wrijvingsring 15a op de rol 15.
Door de bekrachtiging van de transportband Bwordt de enveloppe C door de transportband tot ongeveer inde in figuur 7 getekende positie getransporteerd, in welkepositie de enveloppe C de bekrachtigingsvinger 35 van demicroschakelaar 36 voor inwerkinstelling van de tijdver-traging bedient, om na het verlopen van de vertragingstijdde transportband kortstondig stil te zetten, wanneer deenveloppe C zich volledig in de transportbaan tussen deinsteekafsluitplaat 22 en de achteraan gelegen poortaf-sluitplaten 27 heeft verplaatst. Tijdens deze vertragings¬tijd wordt de stroomtoevoer naar de electromagneet 40uitgeschakeld, de afsluitinrichting 20 beweegt terug in degesloten stand die in figuur 8 is getekend, de transpor¬teur wordt opnieuw aangedreven en de enveloppe C wordt inde houder D afgevoerd.
Nadat verder een voorafbepaalde tijd is verlo¬pen, wordt de stroomtoevoer naar de transporteur afgeslo¬ten en is de eenheid gereed voor het accepteren van eennieuw deposito, nadat de eenheid opnieuw door een cliëntis geactiveerd.
De bovenbeschreven procedure kan herhaaldelijkworden uitgevoerd, totdat de houder D geheel met deposito-enveloppen is gevuld. Terwijl de houder D wordt gevuld,beweegt de taster 26 bij het herhaalde gebruik van deeenheid uit de stand volgens figuur 5 in de stand volgensfiguur 6 en drukt de in deposito gegeven enveloppen C inde houder naar beneden.
Wanneer de toestand optreedt die in figuur 9 isgetekend, waarbij de taster 26 niet meer naar beneden kan worden bewogen onder de vullijn 80, wordt de beweging vande bedieningsnok 43 gestopt en zijn schouder 79 kan nietmeer in aanraking komen met het bedieningsorgaan 78 van demicroschakelaar 77, die de vultoestand van de houderaftast. Wanneer deze toestand optreedt, wordt door hetontbreken van de bediening van de schakelaar 77 de bewe¬ging van de transporteur gestopt, de stroomtoevoer naar despoel 40 wordt afgesloten en de afsluitinrichting 20 kanterugkeren in de gesloten stand waarin deze is vergrendelddoor het noksleufdeel 45. Daarbij kan op het instructiepa-neel 4 aan de cliënt een boodschap worden gegeven, dat deinrichting buiten gebruik is en op de gebruikelijke wijzekan door leidingen aan de centrale bank een signaal wordengegeven, dat de houder D van de eenheid 1 is gevuld.
Dienovereenkomstig voorzien de bovenbeschrevennieuwe maatregelen volgens de uitvinding in een nieuwe, opafstand van een bank geïnstalleerde deposito-inrichting eneen methode voor het installeren van op afstand van eenbank gelegen, onbemande bankdeposito-inrichtingen, welkeinrichting in deposito gegeven enveloppen accepteert enhet mogelijk maakt de enveloppen uit de op afstand van eenbank geïnstalleerde tankeenheid te verwijderen en af televeren aan een centrale bank, waarbij de enveloppen zijnopgesloten en waarbij knoeien met de enveloppen wordtaangegeven, hetgeen plaatsheeft met minimale kosten doormiddel van betrouwbare bodes, die geen directe toeganghebben tot de een deposito bevattende enveloppen zelf. Ditis één aspect van de nieuwe ideeën volgens de uitvinding.
Een ander aspect van de uitvinding heeft betrek¬king op het idee van een op afstand van een bank gelegendeposito-eenheid, die is voorzien van een afsluitbareopnemer van deposito's, waarin deposito-enveloppen wordenafgeleverd door een transporteur, die de opnemer aftast,of de opnemer tot zijn volle capaciteit is gevuld, of nogextra deposito-enveloppen kan opnemen, voordat deze extraenveloppen aan de transporteur kunnen worden toegevoerd.
Nog een ander aspect van de uitvinding heeft betrekking op het idee van een enveloppe opnemende deposi-to-eenheid, die is voorzien van een riemtransporteur,waarbij één part van een eindloze riem wordt aangedrukt opeen tafel, die is voorzien van een afvoeropening, waardoorgetransporteerde deposito-enveloppen worden afgevoerd ineen opening in een houder, welke opening kan worden afge¬sloten en vergrendeld gedurende het verwijderen van dehouder uit de deposito-eenheid, en waarbij de transporteuris voorzien van insteek- en uitgangsafsluitingen, waarvande ene is gesloten, wanneer de andere open is en omge¬keerd .
Tenslotte zijn de nieuwe inrichting, de onderde¬len daarvan, de onderlinge verhoudingen en verschillendecombinaties van onderdelen vereenvoudigd in constructie enwijze van werken en bereiken de genoemde doeleinden,heffen bezwaren op die kleven aan het bedrijf en hetgebruik van bekende inrichtingen en lossen problemen op enbereiken de beschreven nieuwe resultaten,.
In de bovenstaande beschrijving zijn terwillevan de eenvoud, de duidelijkheid en het begrip bepaaldetermen gebruikt, maar daaruit vloeien geen onnodige beper¬kingen voort buiten de bekende eisen, omdat dergelijketermen voor beschrijvingsdoeleinden zijn gebruikt en zijnbedoeld, ruim te worden uitgelegd.
Bovendien is de beschrijving en de tekening vande uitvinding slechts bij wijze van voorbeeld gegeven ende omvang van de uitvinding is niet beperkt tot de precie¬ze beschreven en getekende details.
Nu de kenmerken, ontdekkingen en principes vande uitvinding zijn beschreven, de wijze waarop de inrich¬ting is geconstrueerd en wordt bediend, en de voordelige,nieuwe en nuttige resultaten zijn aangegeven, zijn denieuwe en nuttige constructies, inrichtingen, elementen,samenstellingen, onderdelen, combinaties, systemen, in¬richtingen, werkingen en onderlinge verhoudingen neerge¬legd in de bijgaande conclusies.

Claims (1)

1. Op afstand van een bank gelegen automatischebankdeposito-inrichting, omvattende een huis (2) met eeninsteeksleuf (7) voor een deposito-enveloppe, een riem-transportinrichting (13) met een toevoer- en een afvoer-einde, waarbij het toevoereinde van de transporteurinrich¬ting is gelegen grenzend aan maar op afstand van de in¬steeksleuf (7), welke transportinrichting (13) is voorzienvan een uit een vlakke plaat bestaande tafel (12), van eendrukplaat (14), van een eindloos riemmiddel (17, 18) datom een paar op afstand van elkaar liggende riemtranspor-teurrollen (15, 16) is geslagen en waarbij één part van het riemmiddel (17, 18) zich uitstrekt tussen en beweeg¬baar is langs de tafel (12) van de ene transporteurrolnaar de andere tussen de tafel (12) en de drukplaat (14)welke transporteurrollen (15, 16) zijn opgesteld respec¬ tievelijk aan het toevoereinde en het afvoereinde van detransporteurinrichting (13) en zijn voorzien van aandrijf-middelen voor tenminste één van die transporteurrollen,een afvoeropening (29) in de tafel (12) aangrenzend aanhet riemmiddel (17, 18), een afsluitinrichting (20) die tussen haar einden scharnierbaar op de transporteurin-richting (13) is gemonteerd en die aan haar einden respec¬tievelijk is voorzien van een insteekafsluitplaat (22) envan een poortafsluitplaat (27), welke afsluitinrichting(20) beweegbaar is tussen een normaal gesloten en eennormaal open stand, welke insteekafsluitplaat (22) isgelegen in de ruimte tussen het toevoereinde van de trans-porteurinrichting en de insteeksleuf (7), wanneer deafsluitinrichting (20) in de gesloten stand staat, enwelke poortafsluitplaat (27) is gelegen boven de tafel (12) en boven de tafelafvoeropening, wanneer de afsluitin-richting (22) in de normaal gesloten stand staat.
NL9401115A 1981-06-23 1994-07-04 Op afstand van de bank opgestelde deposito-inrichting met afgesloten depositohouder. NL9401115A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401115A NL9401115A (nl) 1981-06-23 1994-07-04 Op afstand van de bank opgestelde deposito-inrichting met afgesloten depositohouder.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8103014 1981-06-23
NL8103014A NL191094C (nl) 1981-06-23 1981-06-23 Deposito-inrichting.
NL9401115A NL9401115A (nl) 1981-06-23 1994-07-04 Op afstand van de bank opgestelde deposito-inrichting met afgesloten depositohouder.
NL9401115 1994-07-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9401115A true NL9401115A (nl) 1994-11-01

Family

ID=19837677

Family Applications (3)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8103014A NL191094C (nl) 1981-06-23 1981-06-23 Deposito-inrichting.
NL9401116A NL193154C (nl) 1981-06-23 1994-07-04 Automatische bankdeposito-inrichting.
NL9401115A NL9401115A (nl) 1981-06-23 1994-07-04 Op afstand van de bank opgestelde deposito-inrichting met afgesloten depositohouder.

Family Applications Before (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8103014A NL191094C (nl) 1981-06-23 1981-06-23 Deposito-inrichting.
NL9401116A NL193154C (nl) 1981-06-23 1994-07-04 Automatische bankdeposito-inrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (3) NL191094C (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3836980A (en) * 1973-05-03 1974-09-17 Diebold Inc Remote depository construction
US4085687A (en) * 1976-01-12 1978-04-25 Diebold, Incorporated Remote envelope depository construction
US4312277A (en) * 1980-04-02 1982-01-26 Diebold Incorporated Remote depository with sealed deposit container construction

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE381760B (sv) * 1974-05-09 1975-12-15 L J I Lundblad Kassettanordning for varu- eller penningautomater

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3836980A (en) * 1973-05-03 1974-09-17 Diebold Inc Remote depository construction
US4085687A (en) * 1976-01-12 1978-04-25 Diebold, Incorporated Remote envelope depository construction
US4312277A (en) * 1980-04-02 1982-01-26 Diebold Incorporated Remote depository with sealed deposit container construction

Also Published As

Publication number Publication date
NL193154B (nl) 1998-08-03
NL9401116A (nl) 1994-11-01
NL191094C (nl) 1995-01-16
NL8103014A (nl) 1983-01-17
NL193154C (nl) 1998-12-04
NL191094B (nl) 1994-08-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4312277A (en) Remote depository with sealed deposit container construction
CA2312275C (en) Currency receiving device and method
US3836980A (en) Remote depository construction
US4754126A (en) Night depository method and apparatus
US20120186199A1 (en) Validator and bill stacker configured to store notes in sealing, tamper-evident bags within a cash management safe
US4085687A (en) Remote envelope depository construction
JPS6232834B2 (nl)
US4997176A (en) Apparatus for stacking articles in a container
JP2004508247A (ja) 紙幣保管及び搬送のための装置
US4370006A (en) Banking media security mechanism for automatic banking machines
JPH05197880A (ja) 現金管理装置
US4889978A (en) Cash dispenser with manifold safe
AU577077B2 (en) Secure transport construction for banking depository devices
US9691234B2 (en) Secure collection
NL9401115A (nl) Op afstand van de bank opgestelde deposito-inrichting met afgesloten depositohouder.
US4359184A (en) Self-locking coin receptacle and cover therefor
CA1143223A (en) Remote depository with sealed deposit container construction
GB2109052A (en) Remote depository with deposit container
ITMI962561A1 (it) Apperecchiatura per la distribuzione automatizzata di prodotti alimentari, in particolare prodotti di panetteria
JPS6137661A (ja) 現金自動取引装置
EP1292926A2 (en) Currency receiving device and method
GB1567126A (en) Remote envelope depository construction
SE435976B (sv) Bankservicebox
CA1120785A (en) Remote envelope depository consruction
JP2503818Y2 (ja) 紙幣出金機の金庫設定機構

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable