NL9401040A

NL9401040A - Short-circuiting arrangement for a railway supplied with electric power via an overhead wire

Info

Publication number: NL9401040A
Application number: NL9401040A
Authority: NL
Inventors: Leonard Rudolf Boekhoven; Andre Arien Hirdes; Arie Jan Rijnaard
Original assignee: Nl Spoorwegen Nv; Railbouw Bv
Priority date: 1994-06-23
Filing date: 1994-06-23
Publication date: 1996-02-01

Abstract

Short-circuiting arrangement for conductively connecting (metallically connecting, electrically connecting) the galvanic overhead wire (overhead contact wire, overhead traction wire) running at a considerable distance above ground to one of the rails of the set of galvanic rails, running on the ground immediately underneath said overhead wire, of a railway for electrically driven vehicles, provided with a pliable short-circuiting wire having a length which is at least equal to the usual distance between the overhead wire and one of the said rails. At one end of said short-circuiting wire a locking member of galvanic material is located which is suitable for engaging the rail on either side relative to the longitudinal direction thereof in a releasably mounted manner to make an electrically conducting connection to one of the rails, and at the other end of the short- circuiting wire there is a hook element of galvanic material which is suitable for being in hooking engagement with the overhead wire so as to be galvanically connected thereto, said hooking member being suitable for being pushed, in a readily detachable manner, onto the one end of an extension arm having a handle at the other end.

Description

Titel: Kortsluitinrichting voor een spoorweg met elektrische voeding via een bovenleidingdraad.Title: Short circuit device for a railway with electric power supply via an overhead wire.

De uitvinding betreft een kortsluitinrichting voor een spoorweg met elektrische voeding via een galvanische bovenleidingdraad volgens de aanhef van conclusie 1. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een galvanisch orgaan voor het maken van galvanisch kontakt met de bovenleidingdraad, welke bijvoorbeeld in kombinatie met de kortsluitinrichting is te gebruiken.The invention relates to a short-circuit device for a railway with electrical supply via a galvanic overhead line wire according to the preamble of claim 1. The invention also relates to a galvanic device for making galvanic contact with the overhead line wire, which can for instance be combined with the short-circuit device use.

Bekend is dat, bijvoorbeeld bij brand of andere kalamitiet, de bovenleidingdraad galvanisch kort gesloten moet worden met één van de spoorstaven, alvorens het blussen kan beginnen. Daartoe is slechts een bijzonder gekwalificeerd persoon bevoegd. Deze maakt met een galvanische koperen of ijzeren haak bevestigd aan een lange stok een galvanische doorverbinding, door die galvanische haak te hangen over de uithouder van de bovenleidingdraad, welke meestal ten minste 5 meter, gewoonlijk 5,5 meter, boven de grond hangt. De aan de galvanische haak bevestigde stroomdraad dient bij de aanvang stevig te zijn vastgeschroefd aan de beoogde spoorstaaf. Het bevestigen van de stroomdraad aan de spoorstaaf is niet betrouwbaar. Is die bevestiging onvoldoende, kan galvanisch con-takt met een omstander, enz. worden gemaakt, met alle gevolgen van dien. Tijdens het haken van de galvanische haak over de bovenleidingdraad bestaat het risico van vonkoverslag. Dit levert gevaar op van doorbranden van de bovenleidingdraad, welke dan op de grond valt en voor een groot elektrokutierisico zorgt. Ook kunnen druppels gesmolten koper van de bovenleidingdraad op omstanders vallen.It is known that, for example in the event of fire or other potassium, the overhead wire must be galvanically short-circuited with one of the rails before the extinguishing can start. Only a particularly qualified person is authorized to do so. This makes a galvanic connection with a galvanic copper or iron hook attached to a long stick, by hanging that galvanic hook over the bracket of the overhead wire, which usually hangs at least 5 meters, usually 5.5 meters, above the ground. The power wire attached to the galvanic hook should be firmly screwed to the intended rail at the start. Attaching the power wire to the rail is not reliable. If this confirmation is insufficient, galvanic contact can be made with a bystander, etc., with all the ensuing consequences. When hooking the galvanic hook over the overhead wire, there is a risk of flashover. This poses a risk of burnout of the overhead wire, which then falls to the ground and poses a high electrocution risk. Also, drops of molten copper from the overhead wire may fall on bystanders.

De uitvinding beoogt, een simpeler en doeltreffender kortsluitinrichting te verschaffen, welke ook is te bedienen door niet gekwalifi-ceerden, terwijl geen risico bestaat voor vonkoverslag, en daarnaast een betrouwbaar galvanisch kontakt tussen de kortsluitdraad en een spoorstaaf is verzekerd. Ook wordt beoogd, dat pas een kontakt kan worden gemaakt met de bovenleidingdraad, wanneer de kortsluitdraad een betrouwbaar galvanisch kontakt maakt met de spoorstaaf. Voorts wordt beoogd, beide spoorstaven met elkaar kort te sluiten. Daarmee wordt voorkomen, dat de bovenleidingdraad op de verkeerde spoorstaaf wordt kortgesloten, waardoor schade aan regel en/of beveiligingsapparatuur ed. kan ontstaan.The object of the invention is to provide a simpler and more effective short-circuit device, which can also be operated by unqualified persons, while there is no risk of flashover, and in addition a reliable galvanic contact between the short-circuit wire and a rail is ensured. It is also contemplated that contact can only be made with the overhead wire when the short-circuit wire makes reliable galvanic contact with the rail. It is further contemplated to short-circuit both rails. This prevents the overhead line wire from being short-circuited on the wrong rail, which can cause damage to control and / or protection equipment, etc.

Voorts is van voordeel, wanneer de stok voor het maken van de galvanische verbinding met de bovenleidingdraad inklapbaar, bijvoorbeeld telescopisch inschuifbaar of opvouwbaar is, zodat deze in de kortsluitin- richting volgens de uitvinding is op te bergen. Ook is handig, wanneer de kortsluitinrichting handzaam is en niet te zwaar, zodat deze door één of hooguit twee personen is te tillen.Furthermore, it is advantageous if the stick for making the galvanic connection to the overhead wire is collapsible, for example telescopic or collapsible, so that it can be stored in the short-circuit device according to the invention. It is also useful if the short-circuit device is handy and not too heavy, so that it can be lifted by one or at most two people.

Volgens de uitvinding is de haak voor het maken van het galvanische kontakt met de bovenleidingdraad opgenomen in een isolerende mantel. Pas wanneer vastgesteld is dat betrouwbaar galvanisch kontakt is te maken met de bovenleidingdraad, komt de haak te steken uit die mantel. Daarbij verdient het de voorkeur, wanneer de haak rond de bovenleidingdraad "klapt". Bijvoorbeeld vindt dat veerbekrachtigd plaats, opdat de galvanische verbinding in zeer korte tijd tot stand komt. Gevaar voor vonkvor-ming is er dan niet.According to the invention, the hook for making the galvanic contact with the overhead wire is contained in an insulating jacket. Only when it has been established that reliable galvanic contact can be made with the overhead wire does the hook protrude from that jacket. It is then preferred that the hook "folds" around the overhead line wire. For example, this is spring-energized, so that the galvanic connection is established in a very short time. There is then no danger of sparking.

De verschillende doelen worden bereikt met maatregelen volgens de bijgevoegde conclusies.The various objects are achieved with measures according to the appended claims.

In het hierna volgende zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een niet-beperkend uitvoeringsvoorbeeld onder verwijzing naar de bijgevoegde tekening. Hierbij toont:In the following the invention will be further elucidated on the basis of a non-limiting exemplary embodiment with reference to the attached drawing. Hereby shows:

Fig. 1 schematisch in perspectief een uitvoering van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding, in gebruik bij het kortsluiten van een bovenleidingdraad en spoorstaven van een spoorweg, welke gedeeltelijk zijn weergegeven;Fig. 1 schematically shows in perspective an embodiment of the device according to the present invention, in use in the short-circuiting of an overhead wire and rails of a railway, which are partly shown;

Fig. 2a een bovenaanzicht van het op de spoorstaven aan te sluiten, doosvormig deel van de inrichting volgens de uitvinding, met geopend deksel;Fig. 2a shows a top view of the box-shaped part of the device according to the invention to be connected to the rails, with the lid opened;

Fig. 2b een zijaanzicht in doorsnede langs de lijn II-II in fig. 2a, waarbij tevens is weergegeven de positie van de spoorstaven;Fig. 2b is a side cross-sectional view along line II-II in FIG. 2a, also showing the position of the rails;

Fig. 3 het detail III uit fig. 2b; enFig. 3 shows detail III from fig. 2b; and

Fig. 4 een zijaanzicht in doorsnede van de kontaktkop van de inrichting, in aangrijping met een dubbele bovenleidingdraad, waarbij tevens het binnenwerk van die kop is weergegeven.Fig. 4 is a side cross-sectional view of the contact head of the device, engaged with a double overhead wire, also showing the interior of that head.

Fig. 1 toont schematisch een gedeelte van een gebruikelijke spoorweg 1, met twee spoorstaven 2 en een dubbeldraads uitgevoerde bovenleidingdraad 3. Al deze elementen lopen op afstand evenwijdig aan elkaar. Dwarsliggers, bovenleidingmasten, bevestigingselementen ed. zijn voor de duidelijkheid van de weergave niet getoond.Fig. 1 schematically shows a part of a conventional railway 1, with two rails 2 and a double-wire overhead wire 3. All these elements are spaced parallel to each other. Sleepers, overhead line masts, mounting elements, etc. are not shown for clarity of representation.

Over de spoorstaven 2 liggend, en deze galvanisch met elkaar verbindend, is weergegeven een verrijdbaar doos- of koffervormig lichaam 1, in het hiernavolgende koffer 1. De koffer 1 is opgebouwd uit relatief dunwandig metalen plaatmateriaal. Deze koffer 1, welke onderdeel uitmaakt van de onderhavige uitvinding, wordt verderop onder verwijzing naar fig.Overlying the rails 2, and galvanically connecting them to each other, a mobile box- or case-shaped body 1 is shown, in the following case 1. The case 1 is built up from relatively thin-walled metal sheet material. This case 1, which forms part of the present invention, is described below with reference to fig.

2a, 2b en 3 meer in detail beschreven. Voorts toont £ig. 1 een gedeeltelijk weggebroken stok 5, met aan het ene uiteinde een handvat 6, en aan het andere uiteinde een kortsluitkop 7. Deze stok 5 bestaat uit telesco-perend in elkaar verschuifbare lengten. Deze lengten zijn zodanig bemeten, dat in de ingeschoven stand van de stok 5, deze een lengte bezit welke ongeveer overeenstemt met de gebruikelijke afstand tussen de spoorstaven 2. Dan past de stok 5 in de koffer 4, zoals in fig. 2a is weergegeven. Zijn de lengten tot de uiterste stand uitgeschoven, bezit de stok een lengte van meer dan drie meter. Tegenwoordig is een lengte van 5 a 6 meter het meest voordelig gebleken. Dit is voldoende zodat een volwassene, staande naast de spoorstaven 2, met de stok 5 vastgepakt bij de greep 6, met de kop 7 tot aan de bovenleidingdraad 3 kan reiken, welke gewoonlijk ongeveer 5,5 meter boven de spoorstaven hangt. Vanzelfsprekend is de stok 5 ook bijvoorbeeld uit met de uiteinden in elkaar steekbare lengten samen te stellen, of bijvoorbeeld geleed uitgevoerd, met een vrijgeefbare standvergrendeling als de stok 5 is uitgeklapt.2a, 2b and 3 are described in more detail. Furthermore, £ ig. 1 a partly broken-away stick 5, with a handle 6 at one end, and a shorting head 7 at the other end. This stick 5 consists of telescopic lengths that can be slid together. These lengths are dimensioned such that, in the retracted position of the stick 5, it has a length approximately corresponding to the usual distance between the rails 2. Then the stick 5 fits in the case 4, as shown in Fig. 2a. If the lengths are extended to the extreme position, the stick has a length of more than three meters. Nowadays, a length of 5 to 6 meters has proven to be the most advantageous. This is sufficient so that an adult, standing next to the rails 2, with the stick 5 gripped by the handle 6, can reach the overhead wire 3 with the head 7, which usually hangs about 5.5 meters above the rails. Of course, the stick 5 can also be composed, for example, of lengths that can be plugged together, or, for example, is made articulated, with a releasable position lock when the stick 5 is folded out.

Met de kortsluitkop 7 is een kortsluitdraad 8 galvanisch verbonden. Anderzijds is die kortsluitdraad 8 galvanisch verbonden met de koffer 4. Dientengevolge is de bovenleidingdraad 3 via de kortsluitkop 7 en de kortsluitdraad 8 en de koffer 4 galvanisch verbonden met de beide spoorstaven 2.A short-circuit wire 8 is galvanically connected to the short-circuit head 7. On the other hand, the short-circuit wire 8 is galvanically connected to the case 4. As a result, the overhead line wire 3 is galvanically connected to the two rails 2 via the short-circuit head 7 and the short-circuit wire 8 and the case 4.

Nu onder verwijzing naar fig. 2a, 2b en 3 wordt de opbouw en de werking van de koffer 4 nader toegelicht. Weergegeven is de koffer 4 met geopend deksel 10, welke scharniert rond scharnieren 15. De koffer 4 bezit aan het ene kopse einde twee wielen 9. Aan het tegenovergelegen kopse einde zijn handgrepen 11 aangebracht. Wanneer aan de zijde van de handgrepen 11 vastgehouden en opgericht, kan de koffer 4 rijdend op de wielen 9 gemakkelijk door één persoon vervoerd worden, waarbij de persoon nooit meer dan 25 kg. behoeft te tillen.Referring now to Figs. 2a, 2b and 3, the construction and operation of the case 4 will be explained in more detail. Shown is the case 4 with open lid 10, which hinges around hinges 15. The case 4 has two wheels 9 at one end end. Handles 11 are arranged at the opposite end end. When held and erected on the side of the handles 11, the suitcase 4 riding on the wheels 9 can be easily transported by one person, never weighing more than 25 kg. need to lift.

Aan beide kopse einden bezit de koffer 4 telkens een doorlopende uitsparing 12 resp. 13, welke telkens loopt in hoofdzaak haaks op de langsrichting van de koffer 1. In die uitsparing 12 resp. 13 is telkens het kopdeel van een respectieve spoorstaaf 2 op te nemen zoals is weergegeven. Bij de uitsparing 12 zijn in de koffer 4 twee relatief krachtige permanente magneten 14 aangebracht, welke komen aan te grijpen op de bovenzijde van de respectieve spoorstaaf 2, zodra de koffer 4 daarop is neergelaten met de uitsparing 12 rond die spoorstaaf grijpend. Deze magneten 14 bezitten een zodanige sterkte, dat de koffer 4 aan de zijde van de uitsparing 12 niet met de hand, bijvoorbeeld trekkend aan de wielen 9, van de spoorstaaf 2 recht omhoog kan worden opgetild. Anderzijds is het eventueel wel mogelijk, de magneetkracht met handkracht te overwinnen, door de koffer aan de handgrepen 11 op te tillen.The case 4 has a continuous recess 12 respectively at both end ends. 13, which in each case runs substantially perpendicular to the longitudinal direction of the case 1. In said recess 12 and 12 respectively. 13, the head part of a respective rail 2 can be received, as shown. At the recess 12, in the case 4, two relatively powerful permanent magnets 14 are arranged, which come to engage on the top side of the respective rail 2, as soon as the case 4 is lowered thereon with the recess 12 engaging around that rail. These magnets 14 have such a strength that the case 4 on the side of the recess 12 cannot be lifted straight up from the rail 2 by hand, for example pulling on the wheels 9. On the other hand, it may be possible to overcome the magnetic force with manual force by lifting the case by the handles 11.

Bij de uitsparing 13 vindt een mechanische vergrendeling van de koffer met de respectieve spoorstaaf 2 plaats. Dit is meer in detail weergegeven in fig. 3. De uitsparing 13 is gevormd door een aan de onderzijde over de volle breedte van de koffer 4 doorlopend U-vormig profiel 16. In het in de tekening rechter been, evenals in het lijf daarvan bevindt zich een opening 17 resp. 18, welke binnenin de koffer uitmonden. In de tekening rechts naast het gat 17 is een in lengterichting van de koffer 4 daarbinnenin lopende geleidingshuls 19 aangebracht, welke hier voor de duidelijkheid gedeeltelijk opengesneden is weergegeven. Binnenin de huls 19 is een doorn 21 in lengterichting heen- en weerverschuifbaar opgenomen. Aan het naar het profiel 16 gekeerde kopse einde bezit de doorn 21 een pal 22, welke kan komen te steken door het gat 17 en tot in de door het profiel 16 omgeven uitsparing 13, zoals is weergegeven. In die uitgeschoven stand stekend in de uitsparing 13 komt de pal 22 te steken onder de verdikte kop van de spoorstaaf 2 zoals getoond. In die stand is het onmogelijk, met de hand of eenvoudige mechanische hulpmiddelen, zoals een breekijzer (niet getoond), de koffer 4 omhoog te tillen, zodat deze vrij komt van de spoorstaaf 2. Bevindt de doorn 21 zich in de teruggetrokken stand, welke schematisch is weergegeven met streep-stip-pellijnen, geeft de pal 22 de uitsparing 16 en dus de spoorstaaf 2 vrij.At the recess 13, a mechanical locking of the case with the respective rail 2 takes place. This is shown in more detail in fig. 3. The recess 13 is formed by a U-shaped profile 16 running along the underside over the full width of the case 4. In the right leg in the drawing, as well as in the body thereof, an opening 17 resp. 18, which open inside the case. In the drawing to the right of the hole 17 there is arranged a guide sleeve 19 running in the longitudinal direction of the case 4, which is shown here partly cut open for clarity. Inside the sleeve 19, a mandrel 21 is reciprocally displaceable in the longitudinal direction. At the end end facing the profile 16, the mandrel 21 has a catch 22, which can come to protrude through the hole 17 and into the recess 13 surrounded by the profile 16, as shown. In that extended position protruding into the recess 13, the catch 22 comes to protrude under the thickened head of the rail 2 as shown. In that position it is impossible to lift the case 4 by hand or simple mechanical aids, such as a crowbar (not shown), so that it is released from the rail 2. The mandrel 21 is in the retracted position, which schematically shown with dashed-dot-peeling lines, the pawl 22 releases the recess 16 and thus the rail 2.

Een doelmatig, betrouwbaar werkend en verregaand onderhoudsvrij mechanisme van eenvoudige opbouw is opgenomen in de koffer 4, om de vergrendeling van de koffer 4 aan de spoorstaaf 2 onder tussenkomst van de pal 22 automatisch, dus zonder menselijke tussenkomst, te verzekeren. Daartoe is de doorn 21 verbonden met een buiten de huls 19 opgestelde trekveer 23, welke de doorn 21 voorspant in de richting van pijl A. Deze veer 23 is via rond een plaatsvaste, en in hoofdzaak evenwijdig aan de langsrichting van de spoorstaaf 2 gerichte as 24 zwaaibare hefboomarmen 25 ter weerszijden van de huls 19 aandrijvend verbonden met eveneens ter weerszijden door langssleuven 27 in de huls 19 daarbuiten uitstekende stompen 26 aan de doorn 21.An efficient, reliably operating and largely maintenance-free mechanism of simple construction is included in the case 4, in order to ensure the locking of the case 4 on the rail 2 automatically via the ratchet 22, i.e. without human intervention. For this purpose, the mandrel 21 is connected to a tension spring 23 disposed outside the sleeve 19, which biases the mandrel 21 in the direction of arrow A. This spring 23 is arranged about a fixed, and substantially parallel to the longitudinal direction of the rail 2 24 pivotable lever arms 25 connected on either side of the sleeve 19 to driving means, also on both sides through longitudinal slots 27 in the sleeve 19 protruding beyond the mandrel 21 on the mandrel 21.

In verband met de veer 23 toont fig. 3 voorts nog een alternatief, welke met streep-stippellijnen is weergegeven. Volgens dat alternatief bevindt de veer 23 zich binnenin de huls 19. Nu is de veer 23 een druk-veer, welke opgebouwd is uit schotelveersegmenten. De drukveer 23 is gestoken op de as welke de doorn 21 koppelt met het verderop nader te beschrijven duimwiel 35.In connection with the spring 23, Fig. 3 furthermore shows an alternative, which is indicated by dashed-dotted lines. According to that alternative, the spring 23 is located inside the sleeve 19. The spring 23 is now a compression spring, which is made up of disc spring segments. The compression spring 23 is mounted on the shaft which couples the mandrel 21 to the thumb wheel 35 to be described further below.

De doorn 21 is aan de naar de opening 32 in de huls gekeerde zijde voorzien van een uitsparing 33. Zoals is weergegeven, bevindt deze uitsparing 33 zich in de ingetrokken stand van de doorn 21 in register net de opening 32 in de huls 19. De doorn 21 wordt in de met streep-stippel-lijnen getoonde ingetrokken stand gehouden met een boven het profiel 16 aangebrachte arm 26. Deze arm 28 is zwaaibaar rond een evenwijdig aan de as 24 lopende as 29, en tracht onder invloed van de zwaartekracht te zwaaien in de richting van de pijl B. Aan het van de as 29 gekeerde uiteinde bezit de arm 28 een haakdeel 31, welke geschikt is om te steken door de opening 32 in de bovenzijde van de huls 19 en in de uitsparing 33 in de doorn 21 (niet weergegeven). In register met de opening 18 bevindt zich aan de arm 28 voorts een dwars daaruit stekende taster 34. Door de opening 18 heen stekend, staat deze taster in aangrijping met het bovenvlak van de spoorstaaf 2. De lengte van de taster 34 en van het haakdeel 31 zijn zodanig bemeten, dat het haakdeel 31 zich boven de bovenzijde van de doorn 21 bevindt, en dus buiten aangrijping met de uitsparing 33 daarin, wanneer de taster 34 niet of vrijwel niet door de opening 18 heen uitsteekt in de uitsparing 13. Dat is de situatie zoals is weergegeven in fig. 3, waarbij de spoorstaaf 2 met het bovenvlak daarvan in aangrijping is met het vrije uiteinde van de taster 34 en deze omhooggedrukt houdt. De doorn 21 is dan vrijgegeven door het haakdeel 31, en wordt onder ontspanning van de veer 23 uitgeschoven, zodat de pal 22 in de uitsparing 13 komt uit te steken. Aangezien het veermechanisme 23 en het vergrendelme-chanisme 28 evenals de doorn 21 door het aanbrengen van geschikte beplating binnenin de koffer 4 ontoegankelijk in een afgesloten behuizing zijn onder te brengen, is de eenmaal ontgrendelde doorn 21 met in de uitsparing 13 uitstekende pal 22 niet zonder bijzondere hulpmiddelen terug te brengen in de ingetrokken vrijgeefstand. Met het op een van schroefdraad voorziene verlenging van de doorn 21 geschroefde en tegen de huls 19 steunende duimwiel 35, welke gedeeltelijk uit de onderzijde van de koffer 4 uitsteekt, en pas toegankelijk is aan de onderzijde van de koffer 4 na bijvoorbeeld verwijdering van een afdekkap (niet zichtbaar), is de doorn 21 tegen de veerwerking in terug te brengen in de ingetrokken stand, om met het haakdeel 31 grijpend in de uitsparing 33 standvergrendeld te zijn. Vanzelfsprekend is ook een andere terugstelmogelijkheid voor de doorn te verschaffen, evenals een ontgrendelmogelijkheid. Van belang is, dat een taster is verschaft, welke in aangrijping is te brengen met de spoorstaaf 2. Is die taster op de gewenste wijze in aangrijping met die spoorstaaf, veroorzaakt die taster een ontgrendeling van een palmechanis-me, welke vervolgens op vergrendelende wijze in aangrijping komt met die spoorstaaf 2, bijvoorbeeld onder de werking van een voorspankracht. Als voorspankracht is in plaats van een terk- of drukveer ook een fluïdum-voorspanning aan te wenden.The mandrel 21 is provided with a recess 33 on the side facing the opening 32 in the sleeve. As shown, this recess 33 is in the retracted position of the mandrel 21 in register with the opening 32 in the sleeve 19. The mandrel 21 is maintained in the retracted position shown in dash-dotted lines with an arm 26 disposed above the profile 16. This arm 28 is pivotable about an axis 29 running parallel to the axis 24, and attempts to pivot under the influence of gravity in the direction of the arrow B. At the end facing away from the shaft 29, the arm 28 has a hook part 31, which is suitable for insertion through the opening 32 in the top of the sleeve 19 and in the recess 33 in the mandrel 21 (not shown). In register with the opening 18 there is furthermore on the arm 28 a probe 34 extending transversely therefrom. Through the opening 18, this probe is in engagement with the top surface of the rail 2. The length of the probe 34 and the hook part 31 are sized such that the hook portion 31 is above the top of the mandrel 21, and thus out of engagement with the recess 33 therein, when the probe 34 does not or hardly protrude through the opening 18 in the recess 13. That is the situation as shown in Fig. 3, wherein the rail 2 with its top surface engages the free end of the probe 34 and holds it up. The mandrel 21 is then released by the hook part 31 and is extended while releasing the spring 23, so that the catch 22 comes to protrude into the recess 13. Since the spring mechanism 23 and the locking mechanism 28, as well as the mandrel 21, can be accommodated inaccessibly in a closed housing by providing suitable sheeting inside the case 4, the once unlocked mandrel 21 with pawl 22 protruding in the recess 13 is not without return special devices to the revoked release position. With the thumb wheel 35 screwed onto a threaded extension of the mandrel 21 and resting against the sleeve 19, which protrudes partly from the bottom of the case 4, and is only accessible at the bottom of the case 4 after, for example, removing a cover cap (not visible), the mandrel 21 can be brought back into the retracted position against the spring action, in order to be locked with the hook part 31 in the recess 33. It is of course also possible to provide another reset option for the mandrel, as well as an unlocking option. It is important that a probe is provided which can be brought into engagement with the rail 2. If this probe is in engagement with the rail in the desired manner, this probe causes an unlocking of a ratchet mechanism, which is then locked engages that rail 2, for example under the action of a biasing force. As a pre-tensioning force, instead of a tension or compression spring, a fluid pre-tensioning can also be used.

in verband met het alternatief voor de veer 23, uitgevoerd als drukveer zoals met streep-stippellijnen weergegeven in fig. 3, is nog te wijzen op een alternatieve werking van het duimwiel 35. In combinatie met de drukveer 23 binnenin de huls 19 kan door het bedienen van het duimwiel 35 de (druk)spanning van de veer 23 worden weggenomen. Daarna kan door middel van het op geschikte wijze bedienen van de hefboom 25 de doorn 21 naar de uitgangspositie worden teruggeschoven, om de pal 22 in de teruggetrokken stand te brengen.In connection with the alternative to the spring 23, which is designed as a compression spring as shown by dashed-dotted lines in Fig. 3, it is also possible to point to an alternative operation of the thumb wheel 35. In combination with the compression spring 23 within the sleeve 19, the actuation of the thumb wheel 35 the (compression) tension of the spring 23 is removed. Thereafter, by properly operating the lever 25, the mandrel 21 can be slid back to the home position to bring the pawl 22 into the retracted position.

Hoewel niet nader weergegeven, drijft de hefboom 25 tevens een ont-grendelmechanisme 36 aan (fig. 2a en 2b) van het slot 37 voor het in de gesloten stand vergrendelen van het deksel 10 van de koffer 4. Dientengevolge is het slot 37 pas te ontgrendelen, en het deksel 10 pas te openen, wanneer de uitsparing 13 op de juiste wijze grijpt rond de spoorstaaf 2, en daarmee de pal 22 is uitgestoken. Pas dan kan men zich toegang verschaffen tot de inhoud van de koffer 4, zoals de ingeklapte stok 5, de kortsluitkop 7 en de kortsluitdraad 8. Aldus, zo lang de koffer nog niet op de juiste wijze is verbonden met de beide spoorstaven 2, en deze dus niet betrouwbaar galvanisch met elkaar en met de koffer 4 zijn gekoppeld, is het onmogelijk een galvanische koppeling te maken met de bovenleiding-draden 3.Although not shown in more detail, the lever 25 also drives an unlocking mechanism 36 (Figures 2a and 2b) of the lock 37 for locking the lid 10 of the case 4 in the closed position. Consequently, the lock 37 is only too unlock, and open the cover 10 only when the recess 13 engages correctly around the rail 2, and the catch 22 is thereby extended. Only then can access be made to the contents of the case 4, such as the folded stick 5, the shorting head 7 and the shorting wire 8. Thus, as long as the case is not properly connected to the two rails 2, and so that they are not reliably galvanically coupled to each other and to the case 4, it is impossible to make a galvanic coupling to the overhead wires 3.

Fig. 4 toont meer in detail de kortsluitkop 7 in langsdoorsnede. Met getrokken lijnen is de stand weergegeven in vergrendelde aangrijping met de bovenleidingdraden 3. Met streep-stippellijnen is de stand weergegeven op afstand van de bovendraden 3, in de ontgrendelstand. De kop 7 bezit aan de onderzijde een mof 41, waarin het uiteinde van de stok 5 losneembaar is gestoken. Voor de vergrendeling van de stok 5 aan de kop 7 dient bijvoorbeeld een buiten de zijwand van de stok uitstekende, veer-belaste kogel 42 of ander elastisch verend klikorgaan, welke valt in een opening of uitsparing in de zijwand van de mof 41, zoals weergegeven.Fig. 4 shows in more detail the short-circuit head 7 in longitudinal section. The position is shown in drawn engagement with the overhead wires 3 in solid lines. Dashed-dotted lines show the position at a distance from the upper wires 3 in the unlock position. The head 7 has a sleeve 41 on the underside, into which the end of the stick 5 is detachably inserted. For locking the stick 5 to the head 7, for example, a spring-loaded ball 42 or other elastic resilient snap means projecting outside the side wall of the stick, which falls into an opening or recess in the side wall of the sleeve 41, is shown. .

De kop 7 is gevormd als twee identieke, in hoofdzaak plaatvormige lichamen 43, met elk een in hoofdzaak ü-vormig of vorkvormig vrij uiteinde met tanden of geleidingsarmen 44. Centraal tussen de tanden 44 is een wigelement 40 opgesteld, dat uitsteekt in het vlak van de tanden 44, en één geheel vormt met de kop 7. Samen met de tanden 44 bepaalt dit wigele- ment 40 ter weerszijden daarvan telkens een uitsparing voor het opnemen van telkens één bovenleidingdraad 3, zoals getoond. Daarmee wordt voorkomen dat die afzonderlijke draden tijdens aangrijping van de kortsiuitkop naar elkaar gedrukt worden, en dientengevolge uitknikken. In fig. 4 is van het in de tekening voorste lichaam 43 het vorkvormig gedeelte met de armen 44 voor de duidelijkheid weggebroken. Die lichamen 43 bestaan uit een niet-galvanisch materiaal, zoals een spuitgietbare thermoplastische of thermohardende kunststof, bijvoorbeeld PVC, Nylon, Polytheen, eventueel versterkt met (glas)vezels. De beide lichamen 43 zijn op enige afstand evenwijdig aan elkaar coaxiaal opgesteld, voor het tussen zich in bepalen van de mof 41, alsmede een galvanisch snapmechanisme 45. Net rib-vormige delen, zoals de verbindingsstompen 49, zijn de lichamen 43 ook op andere plaatsen met elkaar verbonden, voor het vormen van een stabiel element.The head 7 is formed as two identical substantially plate-shaped bodies 43, each having a substantially u-shaped or fork-shaped free end with teeth or guide arms 44. Centrally arranged between the teeth 44 is a wedge element 40 which projects in the plane of the teeth 44, and forms one unit with the head 7. Together with the teeth 44, this wedge element 40 defines a recess on either side thereof for receiving one overhead wire 3 each, as shown. This prevents those individual wires from being pressed together during engagement of the short-circuit head, and consequently kinking. In Fig. 4 the fork-shaped part with the arms 44 of the front body 43 shown in the drawing has been broken away for clarity. Those bodies 43 consist of a non-galvanic material, such as an injection-moldable thermoplastic or thermosetting plastic, for example PVC, Nylon, Polythene, optionally reinforced with (glass) fibers. The two bodies 43 are coaxially arranged at some distance parallel to each other, for determining the sleeve 41 between them, as well as a galvanic snap mechanism 45. Just rib-shaped parts, such as the connecting stubs 49, the bodies 43 are also in other places joined together to form a stable element.

Het snapmechanisme 45 is gevormd door een centrale geleider 46 en telkens ter weerszijden daarvan een snaphaak 47. De geleider 46 is op- en neerbeweegbaar in de richting van de pijl C. Daartoe is de geleider 46 in een sleufgeleiding 48 met de lichamen 43 verbonden. De snaphaken 47 zijn beweegbaar tussen een vrijgeefstand (streep-stippellijnen) en een ver-grendelstand (getrokken lijnen), om in die stand samen met de geleider 46 en het wigelement 40 een draad 3 van de bovenleiding tussen zich in geklemd te houden, in de vrijgeefstand van de snaphaken 47 bevindt de geleider 46 zich in een uitgestoken stand (streep-stippellijnen). Door de geleider 46 vanuit die uitgestoken stand in te trekken (getrokken lijnen), worden de snaphaken 47 gedwongen naar de vergrendelstand. De snaphaken 47 zijn geschikt om een galvanisch contakt te maken met de bovenleidingdraad 3, waartoe zij van galvanisch materiaal zijn vervaardigd, dan wel een galvanische bekleding o.i.d.bezitten aan de naar de bovenleidingdraad 3 gekeerde zijde daarvan. Vanaf elke snaphaak 47 loopt zoals weergegeven een galvanische geleider 51 naar een galvanische geleidende bout 52, waarmee de kortsluitdraad 8 eveneens in galvanisch kontakt staat.The snap mechanism 45 is formed by a central guide 46 and a snap hook 47 on either side thereof. The guide 46 is movable up and down in the direction of the arrow C. For this purpose, the guide 46 is connected to the bodies 43 in a slot guide 48. The snap hooks 47 are movable between a release position (dashed-dotted lines) and a locking position (solid lines), in which position a wire 3 of the overhead line is clamped between them, together with the guide 46 and the wedge element 40, in the release position of the snap hooks 47, the guide 46 is in an extended position (dashed-dotted lines). By retracting the guide 46 from that extended position (solid lines), the snap hooks 47 are forced to the locking position. The snap hooks 47 are suitable for making a galvanic contact with the overhead wire 3, for which purpose they are made of galvanic material, or have a galvanic coating or the like on the side thereof facing the overhead wire 3. As shown, a galvanic conductor 51 extends from each snap hook 47 to a galvanically conductive bolt 52, with which the short-circuit wire 8 is also in galvanic contact.

Elke snaphaak 47 is in het vlak van de tekening zwaaibaar rond een respectieve as 53 tussen de vrijgeef- en vergrendelstand. Op afstand van die as 53 is telkens het uiteinde van een gemeenschappelijke duwveer 54 bevestigd met de snaphaken 47. De plaats van aanhechting van die veer 54 aan de snaphaken 47 t.o.v. de as 53 is zodanig, dat in de vrijgeefstand van de snapaken 47 die aanhechting zich in de tekening boven het niveau van de as 53 bevindt, en in de vergrendelstand onder het niveau van die as 53 bevindt. Door de duwwerking van de veer 54 in elk van die uiterste standen van de snaphaken 47, zijn dat stabiele standen. Met de geleider 46, welke op afstand van de as 53 in aangrijping komt met de beide snaphaken, worden de snaphaken 47 vanuit de vrijgeefstand in de vergrendel-stand gezwaaid. Daarbij zal aanvankelijk de duwveer 54 verder worden gespannen, aangezien de afstand tussen de aanhechtingen van de veer 54 met de respectieve snaphaken voortdurend verkleind wordt. Dit gaat voort, totdat de assen 53 en de uiteinden van de drukveer 54 zich op één lijn bevinden. In die stand heerst een labiel evenwicht. Bij verder intrekken van de geleider 46 zal de drukveer ontspannen, en de snaphaken 47 krachtig in de vergrendelstand zwaaien, onafhankelijk van de verdere beweging van de geleider 46. De rond de draad 3 grijpende haakeinden van de snaphaken 47 zijn daarbij zo gevormd, dat zo lang bij het zwaaien van de snaphaken naar de vergrendelstand, deze een ingetrokken stand innemen ten opzichte van de armen 44, en dientengevolge geen galvanisch kontakt kunnen maken met de draden 3.Each snap hook 47 is pivotable in the plane of the drawing about a respective axis 53 between the release and lock positions. At a distance from said shaft 53, the end of a common push spring 54 is in each case fastened with the snap hooks 47. The place of attachment of said spring 54 to the snap hooks 47 relative to the shaft 53 is such that, in the release position of the snap hooks 47, that attachment in the drawing is above the level of the shaft 53, and in the locking position is below the level of that shaft 53. Due to the pushing action of the spring 54 in each of those extreme positions of the snap hooks 47, these are stable positions. With the guide 46, which engages the two snap hooks at a distance from the shaft 53, the snap hooks 47 are swung from the release position to the locking position. Thereby, the push spring 54 will initially be further tensioned, since the distance between the attachments of the spring 54 with the respective snap hooks is constantly reduced. This continues until the shafts 53 and the ends of the compression spring 54 are aligned. There is an unstable balance in that position. When the guide 46 is retracted further, the compression spring will relax, and the snap hooks 47 swing vigorously into the locking position, independently of the further movement of the guide 46. The hook ends of the snap hooks 47 engaging around the wire 3 are formed in such a way that for a long time when swinging the snap hooks to the locking position, they assume a retracted position relative to the arms 44, and consequently cannot make galvanic contact with the wires 3.

De geleider 46 wordt vanuit de uitgestoken stand bewogen naar de ingetrokken stand door de geleider 46 in aangrijping te brengen met de draden 3, en vervolgens de kop 7 met behulp van de stok 5 voort te duwen in de richting van de draden 3. Aangezien de draden 3 in hoge mate plaatsvast zijn opgesteld, zal dientengevolge de geleider 46 worden ingedrukt, bijvoorbeeld tegen de werking van een hier niet nader weergegeven terugstelveer in.The guide 46 is moved from the extended position to the retracted position by engaging the guide 46 with the wires 3, and then pushing the head 7 with the stick 5 toward the wires 3. Since the wires 3 are arranged in a largely fixed position, the guide 46 will consequently be pressed, for example against the action of a return spring not shown here.

Aldus wordt met het in de fig. 1-4 getoonde apparaat als volgt een kortsluiting ingesteld tussen de spoorstaven 2 en de bovendraden 3:Thus, with the apparatus shown in Figs. 1-4, a short is set between the rails 2 and the upper threads 3 as follows:

In de werkplaats wordt de doorn 21 voorgespannen, en wordt vergrendeld met de haak 31. Tevens worden de snaphaken 47 in de vrijgeefstand gebracht. De stok 5 en de kortsluitkop 7 worden opgeborgen in de koffer 4, waarvan het deksel 10 vervolgens wordt gesloten en vergrendeld. De koffer wordt dan bijvoorbeeld in een brandweerwagen opgeborgen.In the workshop, the mandrel 21 is prestressed and locked with the hook 31. The snap hooks 47 are also brought into the release position. The stick 5 and the shorting head 7 are stored in the case 4, the lid 10 of which is then closed and locked. The suitcase is then stored in a fire truck, for example.

In verband met het alternatief met de drukveer 23, is die veer 23 aanvankelijk ontspannen. Is de doorn 21 in de uitgangspositie geplaatst, met de pal 22 in de teruggetrokken stand, wordt vervolgens het deksel 10 van de koffer 4 gesloten, waarmee het slotmechanisme 36 vergrendeld wordt. Vervolgens wordt het duimwiel 35 bediend voor het op spanning brengen van de drukveer 23, waarna de koffer gereed voor gebruik is.Because of the alternative with the compression spring 23, that spring 23 is initially relaxed. When the mandrel 21 is placed in the starting position, with the catch 22 in the retracted position, the lid 10 of the case 4 is then closed, with which the lock mechanism 36 is locked. The thumb wheel 35 is then operated to tension the compression spring 23, after which the case is ready for use.

Is de koffer 4 naar de beoogde plaats langs de spoorstaven gereden, wordt deze vervolgens over de spoorstaven 2 geplaatst, zoals getoond in fig. 1. Doordat de spoorstaven 2 op de juiste wijze worden omgeven door de uitsparingen 12 en 13, maakt de taster 34 kontakt met de bovenzijde van de spoorstaaf 2 en wordt de doorn 21 vrijgegeven, zodat de pal 22 de spoorstaaf 2 vergrendeld. Tegelijkertijd springt het slot van het deksel 10. De stok 5 wordt uitgeklapt, en de kortsluitkop 7 wordt op de stok 5 geplaatst. Terwijl de met de respectieve uiteinden vast met de kortsluitkop 7 en de koffer 4 verbonden kortsluitdraad 8 zich vanzelf ontrolt, wordt de kortsluitkop 7 met de stok 5 vastgehouden aan de handgreep 6 naar de bovendleiding 3 bewogen. Met de armen 44 wordt de kortsluitkop 7 zodanig centrerend geleid, dat de bovendraden 3 elk ter weerszijden van de wigvormige kop in aangrijping komen met de geleider 46. Bij het verder omhoogdrukken van de kortsluitkop 7 tegen de bovenleidingdraad 3 wordt de geleider 46 ingedrukt, en klappen de snaphaken 47 veerkrachting rond de draden 3. Eerst dan is er een elektrisch geleidend kontakt tussen de draden 3 en de kortsluitkop 7, en dus tussen de spoorstaven 2 en de draden 3. De stok 5 kan nu worden verwijderd van de kortsluitkop 7, welke hangend aan de draden 3 achterblijft.Once the case 4 has moved to the intended location along the rails, it is then placed over the rails 2, as shown in fig. 1. Because the rails 2 are correctly surrounded by the recesses 12 and 13, the probe 34 contacts the top side of the rail 2 and the mandrel 21 is released, so that the catch 22 locks the rail 2. At the same time, the lock pops off the cover 10. The stick 5 is folded out, and the shorting head 7 is placed on the stick 5. While the short-circuit wire 8, which is connected with the respective ends to the short-circuit head 7 and the case 4, unwinds by itself, the short-circuit head 7 is held with the stick 5 on the handle 6 to the top line 3. The short-circuit head 7 is guided centering with the arms 44 in such a way that the upper threads 3 on each side of the wedge-shaped head engage with the conductor 46. When the short-circuit head 7 is pressed up further against the overhead line wire 3, the conductor 46 is pressed in, and snap hooks 47 spring up around the wires 3. Only then is there an electrically conductive contact between the wires 3 and the shorting head 7, and thus between the rails 2 and the wires 3. The stick 5 can now be removed from the shorting head 7, which remains hanging on the wires 3.

Claims

1. A short-circuiting device for galvanically connecting the galvanic overhead line wire, which runs well above the ground, to one of the rods of the electrically driven vehicle rail electroplating rail line set immediately below the overhead line, provided with a flexible short -closing wire with a length at least equal to the usual distance between the overhead contact wire and one of the rails referred to, at one end of which there is a locking member made of galvanic material, which is suitable for the longitudinal direction of the rail on either side thereof releasably engaging thereon for making a galvanic connection to one of the rails, and at the other end of which there is a hooking member of galvanic material adapted to hook onto the overhead wire to be galvanically connected thereto , we Each hook member is adapted to be easily detachably attached to one end of an extension arm with a handle at the other end, characterized in that the locking member has a ratchet mechanism (21, 22) with a locking mechanism (28) and a sensing member (34) wherein the ratchet mechanism is movable between a retracted position in which the locking member is disposable over the rail (2) and an extended position for lockingly connected to said rail, and the ratchet mechanism is held in the retracted position by locking mechanism with the sensing member in a first position thereof, and with the sensing member in its second position, which is insertable when the locking member is properly positioned over the rail, the locking mechanism releases the ratchet mechanism.

Short-circuit device according to claim 1, characterized in that the locking member is accommodated in box-shaped element (4) which can be closed with a cover member (10), which cover member with the shutter element (37) keeps the box-shaped element (4) closed. , which closure member releases the cover member (10) when the sensing member (34) is in the second position, and the box-shaped element provides space for receiving at least one of the stick (5), the shorting wire (8) and the hook member (7).

Short-circuiting device according to claim 1 or 2, characterized in that the locking member is connected to an element, the dimensions and shape of which are suitable for making galvanic contact with the one rail, while the locking member is in galvanic, locking contact with the other rail.

Short-circuiting device according to claim 3, characterized in that the box-shaped element has a length which is at least equal to the usual intermediate distance between the two rails (2) and in that it is provided with a recess (12 in each case) near the end ends , 13) on the side thereof to be turned towards the rails, in which in each case a respective rail (2) can be accommodated, while at least one of the recesses the locking member is arranged, such that in the extended position thereof the ratchet mechanism in said recess protrudes.

Short-circuit device according to claim 3 or 4, characterized in that magnetic means are provided for coupling to one or both rails (2)

Short-circuiting device according to one of the preceding claims, characterized in that a sheath (7) of galvanically insulating material is arranged around the hook member (47), and that the hook member is movable between a first position in which it is located within any part of the jacket, and a second position in which it protrudes beyond the jacket, wherein the hook member is connected in a driving manner to a touch element (45) which brings the hook member from the first to the second position, which touch member is engageable with the overhead line wire (3 ) and by pushing the jacket (7) in the direction of the overhead wire (3) from one position to the other.

Short circuit device according to claim 6, characterized in that a set of hook members (47) is provided, each of which is pivotable about parallel axes (53), said hook members (47) being opposed to the action of an elastic resilient resetting means (54). from the first position to the second position, and that the touch element (45) is arranged between said set of hook members.

Short-circuit device according to claim 6 or 7, characterized in that the jacket (7) has guide arms (44) which form a fork-shaped guide which narrows in the direction of the hook members (47).

Short-circuit device according to claim 6, 7 or 8, characterized in that the hook members (47) can be snapped from the first position into the second position.

Short-circuiting device according to claim 6, 7, 8 or 9, characterized in that the hook members (47) engage on a double-wire overhead wire (3) on either side of a wedge-shaped part such that on each side of said wedge-shaped part defines a hook member with said wedge-shaped part a space for receiving only one overhead line wire in each case.

11. Hook member, according to any one of the preceding claims 6 to 10.