NL9400799A

NL9400799A - Sealing plug

Info

Publication number: NL9400799A
Application number: NL9400799A
Authority: NL
Inventors: Robert Stoter
Original assignee: Stoter Beton Bv
Priority date: 1994-05-16
Filing date: 1994-05-16
Publication date: 1996-01-02

Abstract

Sealing plug having an elongate shape which is suitable for being inserted into a hole in a wall section, characterized in that the sealing plug consists, at least in part, of a material which is readily elastically and/or plastically deformable, and in that the sealing plug is suitable for being inserted into a hole whose cross section is smaller than that of the sealing plug, the sealing plug to this end being able to be inserted into said hole while its cross-sectional size is diminished.

Description

Afdichtprop.Sealing plug.

De uitvinding heeft betrekking op een afdichtprop voor invoeging in een gat in bijvoorbeeld de scheidingswand van een woning.The invention relates to a sealing plug for insertion into a hole in, for example, the partition wall of a house.

In de woningbouw is het gebruikelijk, woningscheidende wanden van zogenaamde rijtjeshuizen ter plaatse uit gietbeton samen te stellen. Daartoe wordt ter plaatse een gietmal opgericht welke met beton wordt volgestort. Na verharding wordt de gietmal verwijderd, ten gevolge waarvan een aantal gaten in de zojuist gestorte wand achterblijven. Dergelijke gaten zijn bijvoorbeeld uit het oogpunt van privacy maar ook uit het oogpunt van akoestische scheiding, af te dichten. Het is daartoe gebruikelijk, een geprefabriceerde betonnen, langwerpige, cilindrische, taps toelopende afdichtprop in het gat te brengen, en daarin vast te lijmen.In residential construction, it is customary to assemble house-separating walls of so-called terraced houses on site from poured concrete. To this end, a casting mold is set up on site, which is filled with concrete. After hardening, the casting mold is removed, as a result of which a number of holes remain in the just poured wall. Such gaps can be closed, for example from the viewpoint of privacy, but also from the viewpoint of acoustic separation. It is customary for this purpose to insert and glue a prefabricated concrete, elongated, cylindrical, tapered sealing plug into the hole.

Nadeel van deze bekende techniek is de noodzaak voor het toepassen van een lijmmateriaal, hetgeen bijzondere verwerkingscondities vereist. Voorts is de passing van de bekende afdichtprop niet optimaal, zodat additionele maatregelen zijn te treffen voor een voldoende akoestische afscherming. Vaak worden die additionele maatregelen achterwege gelaten, met alle gevolgen voor het doorgeven van geluid van dien. In elk geval is de lijm welke gebruikt wordt voor het in het gat vastlijmen van de bekende afdichtprop niet in staat, maatverschillen tussen de afdichtprop en het gat op te vangen.A drawback of this known technique is the necessity to use an adhesive material, which requires special processing conditions. Furthermore, the fit of the known sealing plug is not optimal, so that additional measures can be taken for sufficient acoustic shielding. These additional measures are often omitted, with all the consequences for the transmission of noise. In any case, the glue used for gluing the known sealing plug into the hole is unable to accommodate dimensional differences between the sealing plug and the hole.

De uitvinding beoogt, een verbeterde afdichtprop te verschaffen, welke op doelmatige wijze betrouwbaar in een gat is te verankeren en een goede afdichting, in het bijzonder met betrekking tot een akoestische afscherming, verschaft.The object of the invention is to provide an improved sealing plug, which can efficiently be reliably anchored in a hole and provides a good seal, in particular with regard to an acoustic shield.

Daartoe wordt voorgesteld de afdichtprop tenminste gedeeltelijk samen te stellen uit een materiaal dat relatief gemakkelijk elastisch en/of plastisch vervormbaar is. Daarmee krijgt de afdichtprop volgens de uitvinding eigenschappen die vergelijkbaar zijn met die van een kurk voor een fles, dat wil zeggen dat de afdichtprop onder radiale verkleining in een gat is te drijven.For this purpose it is proposed to assemble the sealing plug at least partly from a material that is relatively easily elastic and / or plastically deformable. The sealing plug according to the invention thus acquires properties comparable to that of a cork for a bottle, that is to say that the sealing plug can be driven into a hole under radial reduction.

Voor een optimale akoestische afdichting en om te zorgen voor een goede integriteit van de afdichtprop, in het bijzonder vanuit het oogpunt dat de afdichtprop met kracht in het gat wordt ingedreven, verdient het de voorkeur de afdichtprop volgens de uitvinding uit te rusten met een kernlichaam van voldoende soortelijk gewicht en voldoende samenhang. Het is daartoe geschikt, het kernlichaam samen te stellen uit steenachtig of betonachtig materiaal. Door gebruik van betonachtig materiaal voor het kernlichaam is het bovendien mogelijk, het kernlichaam ter plaatse te gieten in een mantellichaam van bijvoorbeeld polystyreen.For optimum acoustic sealing and to ensure good integrity of the sealing plug, especially from the viewpoint that the sealing plug is forcefully driven into the hole, it is preferable to equip the sealing plug according to the invention with a core body of sufficient specific weight and sufficient cohesion. It is suitable for this purpose to assemble the core body from stony or concrete-like material. Moreover, by using concrete-like material for the core body, it is possible to cast the core body on site in a jacket body of, for example, polystyrene.

Het verdient voorts de voorkeur, het kernlichaam te voorzien van een puntig kops einde. Dit is vooral van belang in verband met een in lengterichting taps toelopende afdichtprop, in het bijzonder wanneer deze dient te worden gevoegd in een eveneens in lengterichting taps toelopend gat. Wordt de afdichtprop volgens de onderhavige uitvinding wanneer eenmaal ingevoegd in een gat relatief zwaar belast in de richting tegengesteld aan de oorspronkelijke indrijfrichting, dan bestaat het risico dat de afdichtprop weer uit het gat wordt gedreven. Dit gevaar bestaat bijvoorbeeld in verband met het boren van gaten in de muur met behulp van een zware klopboor. Treft de boorpunt het kernlichaam, dan zou daarmee een voldoende grote uitdrijfkracht kunnen worden uitgeoefend op de afdichtprop om deze uit het gat te drijven. Het onbedoelde resultaat is een gat in de muur welke van woning tot woning loopt. Is het betreffende kopse einde van het kernlichaam welke mogelijk in contact kan raken met bijvoorbeeld een boorpunt, puntig uitgevoerd, dan kan die boorpunt onvoldoende grip krijgen op het kernlichaam en is er dientengevolge een aanzienlijk geringer risico voor onbedoeld uitdrijven van het proplichaam. Het zal vanzelfsprekend duidelijk zijn dat er minder behoefte bestaat aan een puntig uiteinde van het kernlichaam aan de zijde welke gekeerd is naar het uiteinde van de afdichtprop welke in indrijfrichting gezien het achtereinde vormt. Immers zal een op dat uiteinde uitgeoefende kracht eerder tot verder indrijven, en dus verder vastwiggen van de afdichtprop leiden.It is further preferred to provide the core body with a pointed end. This is particularly important in connection with a longitudinally tapered sealing plug, especially when it is to be inserted into a likewise longitudinally tapered hole. If the sealing plug of the present invention, once inserted into a hole, is subjected to a relatively heavy load in the direction opposite to the original driving direction, there is a risk of the sealing plug being driven out of the hole again. This danger exists, for example, in connection with drilling holes in the wall using a heavy impact drill. If the drill point strikes the core body, a sufficient expulsion force could thereby be exerted on the sealing plug to drive it out of the hole. The unintended result is a hole in the wall that runs from house to house. If the relevant end end of the core body, which may possibly come into contact with, for example, a drill point, is pointed, then this drill point cannot get sufficient grip on the core body and there is consequently a considerably smaller risk of unintentional expulsion of the plug body. It will be understood, of course, that there is less need for a pointed end of the core body on the side facing the end of the sealing plug which forms the rear end when viewed in drive direction. After all, a force exerted on that end will sooner drive further, and thus lead to further wedging of the sealing plug.

Door het kopse eindvlak van het proplichaam gegroefd uit te voeren kan een relatief gemakkelijke lengte-aanpassing bereikt worden.By designing the end face of the plug body grooved, a relatively easy length adjustment can be achieved.

Met aan de omtrek in lengterichting van de afdichtprop verlopende en uit die afdichtprop stekende ribben wordt een lokale extra klemming van de afdichtprop in het gat bereikt.A local additional clamping of the sealing plug in the hole is achieved with ribs running in the longitudinal circumference of the sealing plug and protruding from that sealing plug.

Om de afdichtprop voldoende betrouwbaar in een gat te kunnen drijven verdient het de voorkeur, het kernlichaam aan het in indrijfrichting gezien achterliggende einde een zich gelijkmatig naar het uiteinde toe verbredend uiteindegebied te geven. Door de daarmee verkregen oppervlaktevergroting van het kopse einde van het kernlichaam wordt een goede basis verschaft voor een slaginstrument, zoals een hamer.In order to be able to drive the sealing plug into a hole sufficiently reliably, it is preferable to give the core body at the rear end viewed in the driving direction an end area which widens evenly towards the end. The surface enlargement of the head end of the core body obtained therewith provides a good basis for a percussion instrument, such as a hammer.

Met een aan een kops einde radiaal uitstekende flens aan de afdichtprop kan deze bijvoorbeeld gemakkelijk tot de gewenste diepte worden ingeslagen.For example, with a radially protruding flange on the sealing plug at the end of the head, it can easily be hammered in to the desired depth.

De uitvinding wordt in het hiernavolgende nader toegelicht aan de hand van niet beperkende uitvoeringsvoorbeelden onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen. Hierbij toont:The invention is further elucidated hereinbelow on the basis of non-limiting exemplary embodiments with reference to the annexed drawings. Hereby shows:

Figuur 1 een gietvorm van een nog te vervaardigen wandconstructie, gedeeltelijk opengesneden, en in verband waarmee de onderhavige uitvinding is aan te wenden;Figure 1 shows a mold of a wall construction yet to be manufactured, partly cut open, and in connection with which the present invention can be applied;

Figuur 2 een detail in dwarsdoorsnede van de met behulp van de gietvorm volgens figuur 1 vervaardigde wandconstructie met afdichtprop; enFigure 2 shows a cross-sectional detail of the wall construction with sealing plug manufactured by means of the mold according to figure 1; and

Figuur 3 een zijaanzicht in doorsnede van een alternatieve afdichtprop.Figure 3 is a cross-sectional side view of an alternative sealing plug.

In figuur 1 worden de wanden 1 en 2 van de gietvorm 3 door de afstandhouder 4 ten opzichte van elkaar gefixeerd. De gietvorm is hierbij een bekisting voor een muur. De gebruikelijke afstandhouder 4 bestaat uit een afstandconus 5 en een daardoorheen lopende trekstang 6. De afstandconus 5 beschermt tijdens het storten en het uitharden van het verhardende materiaal (beton) voor de muur de trekstang 6 en voorkomt dat deze vasthecht aan de constructie. Nadat de wand voldoende vormvastheid heeft verkregen, worden de bekistingwanden 1 en 2 verwijderd. Daarna wordt de afstandconus 5 met de trekstang 6 verwijderd. Toelopende gaten 7 (figuur 2) blijven dan achter in de wand. Die gaten moeten worden opgevuld in verband met bijvoorbeeld het garanderen van een goede akoestische isolatie.In figure 1 the walls 1 and 2 of the mold 3 are fixed with respect to each other by the spacer 4. The mold is a formwork for a wall. The usual spacer 4 consists of a spacer cone 5 and a tie rod 6 passing therethrough. The spacer cone 5 protects the tie rod 6 during pouring and curing of the hardening material (concrete) for the wall and prevents it from adhering to the construction. After the wall has obtained sufficient dimensional stability, the formwork walls 1 and 2 are removed. The spacer cone 5 with the drawbar 6 is then removed. Tapered holes 7 (figure 2) then remain in the wall. These gaps must be filled to ensure good acoustic insulation, for example.

Figuur 2 toont hoe het gat 7 is op te vullen met een afdichtprop 8 volgens de onderhavige uitvinding. Daartoe is de afdichtprop 8 afgeknot kegelvormig. Deze bestaat volledig uit elastisch samendrukbaar materiaal, zoals polystyreen. Door deze afdichtprop 8 in de richting van de pijl A in figuur 2 in het gat 7 te drijven, kan deze zich in het gat 7 vastklemmen wanneer de aanvangsdiameter van de afdichtprop 8 groter wordt gekozen (in figuur 2 aangeduid met de streep-stippel-lijn). De afdichtprop 8 is bijvoorbeeld met een hamer in het gat 7 te slaan. Door het indrijven zal de afdichtprop 8 in radiale zin worden samengedrukt, zodat deze zich veerkrachtig vastklemt in het gat 7. De lengte van de opvulprop 8 is korter gekozen dan de dikte van de wand 11. Met opvulmateriaal 9, 9' zoals betonmortel, wordt het gat 7 verder opgevuld en wordt een gladde wandafwerking bereikt.Figure 2 shows how the hole 7 can be filled with a sealing plug 8 according to the present invention. For this purpose the sealing plug 8 is frusto-conical. It consists entirely of elastically compressible material, such as polystyrene. By driving this sealing plug 8 in the direction of the arrow A in figure 2 in the hole 7, it can clamp in the hole 7 when the initial diameter of the sealing plug 8 is chosen larger (indicated in Figure 2 by the dashed-dotted). line). The sealing plug 8 can for instance be hammered into the hole 7 with a hammer. By driving in, the sealing plug 8 will be compressed in a radial sense, so that it will resiliently clamp in the hole 7. The length of the filling plug 8 is chosen shorter than the thickness of the wall 11. With filling material 9, 9 'such as concrete mortar, the hole 7 is further filled and a smooth wall finish is achieved.

Indien de opvulprop 8 vervaardigd is van een materiaal zodat deze in voldoende mate in radiale richting samendrukbaar is, kan ook voor een volledig cilindrische vorm worden gekozen. Immers is de afdichtprop 8 dan in staat, zich aan te passen aan de conische vorm van het gat 7.If the filling plug 8 is made of a material so that it is sufficiently compressible in the radial direction, a completely cylindrical shape can also be chosen. After all, the sealing plug 8 is then able to adapt to the conical shape of the hole 7.

Figuur 3 toont een verdere variant van de afdichtprop volgens de uitvinding. De daar getoonde afdichtprop 8 bezit een kern 12 van steenachtig materiaal, bijvoorbeeld beton. Daaromheen is een mantel 13 aangebracht van relatief gemakkelijk veerkrachtig samendrukbaar materiaal, zoals polystyreen- of polyurethaanschuim. Daarmee is ook deze afdichtprop 8 onder radiale samendrukking in een gat 7 in de wand 11 vast te klemmen (fig. 2). Echter zijn ten gevolge van de kern 12 van steenachtig materiaal de akoestisch dempende eigenschappen aanzienlijk groter in vergelijking met een volledig uit polyurethaan- of polystyreenschuim vervaardigde afdichtprop 8 zoals bijvoorbeeld getoond in figuur 2. De afdichtprop 8 is bestemd om in de richting van de pijl A in een gat in een wand te drijven. Voorts is de kern 12 van de afdichtprop 8 aan de smalle zijde puntig toelopend uitgevoerd. In dit geval bedraagt de tophoek van de punt ongeveer 60 graden. Met dat puntige einde 14 wordt betrouwbaar voorkomen, dat bijvoorbeeld een boorpunt, bij boorwerkzaamheden uitgevoerd in de richting van de pijl B grip krijgt op de kern 12, waardoor onbedoeld de afdichtprop 8 in de richting van de pijl B uit een wand zou kunnen worden gedrukt. De kern 12 kan eventueel ook zijn uitgevoerd met een gelijkmatiger toelopende punt 14, bijvoorbeeld over de volledige lengte van de kern 12. Aan het andere uiteinde is de kern 12 gelijkmatig uitlopend uitgevoerd, voor het verschaffen van een zo groot mogelijk oppervlak voor aangrijping met een indrijfelement, zoals een hamer. Buiten de uiteinden loopt de radiale omtrekswand van de kern 12 ongeveer parallel aan de radiale omtrekswand van de mantel 13, zodat over een groot gedeelte van de lengte de afdichtprop 8 in gelijke mate radiaal indrukbaar is. Bij het zich verbredende uiteinde van de kern 12 bezit de mantel 13 radiaal uitstekende flenzen 15. Deze zijn verkregen in verband met het in een meervoudige matrijs vervaardigen van de mantel 13, waarna de kern 12 wordt ingegoten. Tijdens het in een gat in de muur indrijven van de afdichtprop 8 zal de flens 15 radiaal buiten het gat uitsteken, en tijdens verder indrijven van de afdichtprop 8 automatisch in axiale richting van de verdere mantel 13 worden afgeschoven.Figure 3 shows a further variant of the sealing plug according to the invention. The sealing plug 8 shown there has a core 12 of stone-like material, for example concrete. Surrounding it is a jacket 13 of relatively easily resilient compressible material, such as polystyrene or polyurethane foam. This means that this sealing plug 8 can also be clamped in a hole 7 in the wall 11 under radial compression (fig. 2). However, due to the core 12 of stony material, the acoustic damping properties are considerably greater compared to a sealing plug 8 made entirely of polyurethane or polystyrene foam as shown, for example, in figure 2. The sealing plug 8 is intended to move in the direction of the arrow A to float in a hole in a wall. Furthermore, the core 12 of the sealing plug 8 has a pointed tapering on the narrow side. In this case, the apex angle of the tip is about 60 degrees. With that pointed end 14 it is reliably prevented, for example, that a drilling point, during drilling work carried out in the direction of the arrow B, gets a grip on the core 12, as a result of which the sealing plug 8 could unintentionally be pressed out of a wall in the direction of the arrow B . The core 12 may optionally also be formed with a more uniformly tapered tip 14, for example over the entire length of the core 12. At the other end, the core 12 is designed to be evenly flared, in order to provide the largest possible surface for engagement with a driving element, such as a hammer. Outside the ends, the radial circumferential wall of the core 12 runs approximately parallel to the radial circumferential wall of the jacket 13, so that the sealing plug 8 is equally radially compressible over a large part of the length. At the widening end of the core 12, the jacket 13 has radially projecting flanges 15. These have been obtained in connection with manufacturing the jacket 13 in a multiple mold, after which the core 12 is cast. During the driving of the sealing plug 8 into a hole in the wall, the flange 15 will protrude radially outside the hole, and during further driving of the sealing plug 8, it is automatically slid in the axial direction of the further jacket 13.

Over een gedeelte van de lengte bezit de afdichtprop 8 een aantal ribben 16 welke in lengterichting van de afdichtprop 8 lopen en radiaal uit het omtreksvlak van de mantel 13 steken. Deze ribben 16 zijn over de omtrek van de afdichtprop 8 verdeeld aangebracht. Die ribben 16 verschaffen lokaal een hogere vastklemming in een gat in een wand.Over a part of the length, the sealing plug 8 has a number of ribs 16 which run in the longitudinal direction of the sealing plug 8 and project radially from the peripheral surface of the jacket 13. These ribs 16 are arranged distributed over the circumference of the sealing plug 8. Those ribs 16 locally provide higher clamping in a hole in a wall.

Aan het smalle uiteinde bezit de afdichtprop 8 een groef 17 welke is uitgespaard in het kopse eindvlak. Daarmee is de lengte van de afdichtprop 8 gemakkelijk aan te passen. Ook vergemakkelijkt de groef 17 de latere afwerking van het gat nadat de afdichtprop 8 is aangebracht, doordat het afwerkmateriaal 9, 9' (figuur 2) zich in de groef kan vasthechten. Voor datzelfde doel is het blootgestelde kopse vlak van de kern 12 verzonken gelegen ten opzichte van de mantel 13. Eventueel kan de groef 17 worden weggelaten, en kan de kern 12 gelijk met het vlak van de mantel 13 eindigen. Ook kunnen de ribben 16 achterwege worden gelaten. Daarnaast is het ook mogelijk, de punt 14 weg te laten, zodat de kern 12 stomp eindigt. De kern 12 kan eveneens volledig cilindrisch zijn, of over de volledige lengte gelijkmatig kegelvormig of afgeknot kegelvormig zijn.At the narrow end, the sealing plug 8 has a groove 17 which is recessed in the end face. This makes it easy to adjust the length of the sealing plug 8. Also, the groove 17 facilitates the later finishing of the hole after the sealing plug 8 has been applied, because the finishing material 9, 9 '(figure 2) can adhere in the groove. For the same purpose, the exposed end face of the core 12 is recessed relative to the jacket 13. Optionally, the groove 17 may be omitted, and the core 12 may end flush with the face of the jacket 13. The ribs 16 can also be omitted. In addition, it is also possible to omit the tip 14, so that the core 12 ends blunt. The core 12 may also be fully cylindrical, or evenly conical or frusto-conical along its entire length.

Claims

Sealing plug with an elongated shape suitable for insertion into a hole in a wall part, characterized in that the sealing plug consists at least partly of an easily elastic and / or plastically deformable material and that the sealing plug is suitable for insertion into a hole whose diameter is smaller than that of the sealing plug, for which said sealing plug can be inserted into that hole with loss of cross-section size.

Sealing plug according to claim 1, with a core of stony material, which is surrounded at least in longitudinal direction by a jacket of relatively elastic and / or plastically deformable material.

The sealing plug of claim 2, wherein the core has a pointed end.

Sealing plug according to claim 2 or 3, wherein the end end of the core ends at a distance from the corresponding end end of the sealing plug.

Sealing plug as claimed in any of the foregoing claims, provided with projecting ribs which are longitudinally circumferentially spaced apart.

Sealing plug according to one of the preceding claims, with a collar protruding transversely to the longitudinal direction at one of the end ends.

Sealing plug according to any one of the preceding claims, which tapers uniformly from one end to the opposite end.

Sealing plug according to any one of the preceding claims, comprising polystyrene.

Sealing plug according to any one of the preceding claims, wherein the end face of at least one of the end ends is grooved.

A sealing plug according to any preceding claim, wherein the apex of the pointed end of the core is about 60 degrees.

A sealing plug according to any one of the preceding claims, wherein the core, optionally at the end end remote from the pointed end, has an end region which extends evenly towards the associated end end face.