NL9400432A - Oormerk voor het merken van een dier. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Oormerk voor het merken van een dier.

De uitvinding heeft betrekking op een oormerk voor het merken van een dier volgens de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijk oormerk is een aantal uitvoeringsvormen bekend uit WO 91/00686. Deze oormerken worden in grote aantallen op de markt gebracht voor het merken van bijvoorbeeld varkens en koeien. Bij de bekende oormerken wordt de in het tweede onderdeel aanwezige opnameopening voor de pen begrensd door een ring van nylon, zoals in het bijzonder uit fig. 3 van de bovengenoemde publikatie blijkt. Om de uit stijf nylon vervaardigde ring heen ligt een wand van een flexibeler kunststof materiaal (polyurethaan), die één geheel vormt met het plaatlichaam van het tweede onderdeel. In feite wordt de ringwand, zoals gedefinieerd in de aanhef van conclusie 1, bij de bekende oormerken dus gevormd door een binnenste ring uit een stijf kunststof materiaal en een daaromheen liggende ring uit een flexibeler kunststof materiaal. Bij het aanbrengen van het oormerk op de in de genoemde publikatie beschreven wijze (zie ook EP 0 092 408) heeft de ringwand een tweeledige funktie. Enerzijds dient de ringwand om de kop van de pen door het kraagdeel te laten passeren door radiale expansie van de ringwand ter plaatse van het kraagdeel en om de eenmaal door het kraagdeel geperste kop van de pen vervolgens vast te houden. Anderzijds is een belangrijke funktie van de ringwand de "aambeeldfunktie" bij het door het oor van het dier persen van de pen. Deze "aambeeldfunktie" behelst het door de ringwand vormen van een stijve ondersteuning voor het oor in een gebied tegenover het punt waar de pen in het oor dringt. Zoals fig. 3 van de bovengenoemde publikatie duidelijk toont, vormt het ene kopse einde van de ringwand een aanlegvlak voor het oor en vormt het andere kopse einde van die ringwand het ringvormige steunvlak waarmee de ringwand tegen een bek van de aanbrengtang ligt. Hierdoor dient de ringwand als aambeeld bij het in het oor persen van de pen. In feite worden aan de ringwand twee eisen gesteld. Enerzijds moet de ringwand ter plaatse van het kraagdeel radiaal kunnen expanderen om zo de kop van de pen te kunnen laten passeren. Anderzijds wordt de voor het inpersen van de pen in het oor benodigde kracht kleiner naarmate de ringwand een stijver aambeeld vormt voor het oor.

Het is gebleken dat de bekende uitvoeringsvorm van de ringwand leidt tot een ongewenst grote inperskracht voor de pen bij het aanbrengen van het oormerk. Dit kan worden verklaard aan de hand van de navolgende beschouwing.

Bij het in het oor persen van de pen oefent een deel van het oor op het tegen het oor gelegen deel van de ringwand een grote kracht uit. Deze kracht heeft tot gevolg dat met name het in inpersrichting gezien binnen het ringvormige steunvlak gelegen deel van de ringwand aan de zijde van het kraagdeel naar binnen buigt, waardoor de openingsdiameter van het kraagdeel kleiner wordt. Dit naar binnen buigen van de ringwand wordt bevorderd doordat de ringwand in het nabij het ringvormige steunvlak voor de aanbrengtang gelegen gebied door de grote belasting radiaal zal expanderen, hetgeen mogelijk is doordat de ringwand in deze richting niet wordt gesteund door de bek van de tang. Het op deze plaats klemmen van het tweede onderdeel in de bek van de tang moet namelijk worden voorkomen omdat het oormerk na het aanbrengen zo snel mogelijk moet loskomen uit de tang.

De onderhavige uitvinding beoogt derhalve een verbeterd oormerk van de in de aanhef van conclusie 1 genoemde soort te verschaffen, dat met een kleinere krachtsinspanning betrouwbaar kan worden aangebracht.

Dit oogmerk wordt bereikt door een oormerk van de in de aanhef van conclusie 1 genoemde soort te verschaffen, dat is gekenmerkt doordat de ringwand van het tweede onderdeel ten minste in een aan het steunvlak voor de aanbrengtang grenzend gebied over zijn gehele werkzame doorsnede is vervaardigd uit een stijver materiaal dan het plaatlichaam van het tweede onderdeel. Door deze maatregel wordt bereikt dat de ringwand een stijf aambeeld vormt voor het oor bij het inpersen van de pen in het oor, hetgeen de benodigde inperskracht beperkt. Het stijve aambeeld leidt ook tot een verbeterd indringen van de pen in het oor, dat wil zeggen er ontstaat een "nettere" wond in het oor. Verder zal het tegen de aanbrengtang aanliggende deel van de ringwand uit stijf materiaal nog nauwelijks radiaal kunnen expanderen bij het aanbrengen van het oormerk. Dit heeft tot gevolg dat de eerder beschreven afname van de openingsdiame-ter van het kraagdeel geringer zal zijn dan bij de bekende oormerken. Beide beschreven effecten hebben tot gevolg dat de benodigde kracht voor het inpersen van de pen kleiner is dan bij de bekende oormerken van de in de aanhef genoemde soort.

Opgemerkt wordt dat het eenvoudig met een grotere werkzame doorsnede uitvoeren van de ringwand dan bij de beschreven oormerken volgens de stand van de techniek geen praktische oplossing biedt. Hierdoor zou namelijk het totale ringvormige steunvlak van de ringwand groter worden met als ongewenst gevolg dat het tweede onderdeel van het oormerk niet meer in de bijbehorende uitsparing in de bek van de tang past, zoals bijvoorbeeld in fig. 3 van WO 91/00686 is getoond. Deze tangen zijn al op grote schaal op de markt gebracht.

Opgemerkt wordt verder dat er ook oormerken bekend zijn, waarbij de ringwand van het tweede onderdeel aan de zijde van het steunvlak voor de aanbrengtang is voorzien van een bolvormige of platte kap, die de opnameopening daar afsluit tot een aan één zijde open opnameholte. Een dergelijk oormerk, dat niet tot de soort behoort waarop de onderhavige uitvinding betrekking heeft, is bijvoorbeeld getoond in fig. 9 van WO 91/00686. Door de aanwezigheid van de kap kan het daarop aansluitende deel van de ringwand onder belasting niet in radiale richting expanderen. Hierdoor kennen dergelijke oormerken niet de eerder uitvoerig beschreven problemen die leiden tot een ongewenst hoge inperskracht. De toepassing van deze oormerken brengt in de praktijk echter andere problemen met zich mee, bijvoorbeeld het verzamelen van materiaal van het oor in de gevormde opnameholte. Dit kan tot ontsteking van de wond in het oor van het dier aanleiding geven.

Overigens zijn er ook oormerken bekend, waarbij het gehele tweede onderdeel met inbegrip van de ringwand is vervaardigd uit een stijve kunststof. Deze uitvoeringsvorm heeft echter het nadeel dat in dat geval de ringwand ter plaatse van het kraagdeel dusdanig stijf is dat de voor het laten passeren van de kop van de pen noodzakelijke radiale expansie van het kraagdeel pas optreedt bij het aanwenden van een ongewenst grote inperskracht. Verder heeft een dergelijk oormerk het algemeen bekende nadeel dat het stijve plaatlichaam gemakkelijk ergens achter kan blijven haken. Dit kan leiden tot beschadiging van het oormerk of verwondingen bij het dier opleveren. Tevens is uit EP 0 177 201 een oormerk bekend waarvan het tweede onderdeel een uit stijf materiaal vervaardigde huls omvat, die grotendeels is omsloten door zachter materiaal. Op deze wijze wordt een onvoldoende aambeeldfunktie verkregen.

Voordelige uitvoeringsvormen van het oormerk volgens de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en de hierna volgende beschrijving.

De onderhavige uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoor-beeld van het oormerk volgens de uitvinding. Daarbij toont: fig. 1 een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van een oormerk volgens de uitvinding, fig. 2 een vooraanzicht van het oormerk in fig. 1 in de richting van pijl A, en fig. 3 het in fig. 1 in doorsnede getoonde deel van het oormerk op een grotere schaal.

Het hier aan de hand van de fig. 1-3 beschreven oormerk 1 omvat een eerste onderdeel 2, een tweede onderdeel 3, en een pen 4. De pen 4 heeft een in hoofdzaak kegelpuntvormige kop 5, die een ten opzichte van de steel 6 van de pen 4 naar buitenstekende schouder 7 vormt.

Het oormerk 1 kan aan het oor van een dier, bijvoorbeeld een koe of een varken, worden aangebracht met een aanbrengtang 8, waarvan in fig. 1 alleen de beide bekken schematisch zijn aangeduid. Voor een gedetailleerde beschrijving van een geschikte aanbrengtang wordt verwezen naar EP-B- 0 092 408. Bij het aanbrengen van het oormerk 1 wordt het samenstel, dat is gevormd door het eerste onderdeel 2 en de reeds bij de vervaardiging van het oormerk met dit onderdeel 2 gekoppelde pen 4, in de ene bek van de aanbrengtang 8 geplaatst. Vervolgens wordt het tweede onderdeel 3 in de andere bek van de aanbrengtang 8 geplaatst. Daarna wordt het oor tussen de uiteengespreide bekken van de aanbrengtang 8 gebracht, waarna de bekken naar elkaar toe worden bewogen door in de tang de knijpen. Dit heeft tot gevolg dat de pen 4 in het oor wordt geperst. De koppeling van het tweede onderdeel 3 en de pen 4 komt dan tot stand door de kop 5 van de pen door een kraagdeel 9 van een zich door het tweede onderdeel 3 uitstrekkende opnameopening 10 voor de pen 4 te persen. Hierbij heeft de schouder 7 van de pen 4 een grotere diameter dan de openingsdiameter van het kraagdeel 9 van de opnameopening 10. De uitstekende schouder 7 ligt dan achter de door het kraagdeel 9 gevormde borgrand van het tweede onderdeel 3, zodat het tweede onderdeel 3 niet meer van de pen 4 af kan komen.

Zoals in het bijzonder uit fig. 3 blijkt, wordt de opnameopening 10 begrensd door een ringwand 11 van het tweede onderdeel 3. De ringwand 11, zoals gedefinieerd in de aanhef van conclusie 1 van de onderhavige aanvrage, is hier met streeplijnen aangeduid. Deze ringwand 11 vormt aan zijn ene kopse einde een aanlegvlak 12 voor het oor van het dier en aan het daartegenover gelegen kopse einde een ringvormig steunvlak 13 voor de bijbehorende bek van de aanbrengtang 8.

Ter hoogte van het kraagdeel 9 van de opnameopening 10 sluit op de buitenomtrek van de ringwand 11 een plaatlichaam 14 aan. Dit plaatlichaam 14 is in de regel voorzien van een cijfercode of andere zichtbare herkenningstekens.

De ringwand 11 bestaat uit een verop nader te beschrijven ring 16 uit een stijve kunststof, zoals nylon, en een tegelijk met het plaatlichaam 14 als één geheel aan de ring 16 gespoten gedeelte 17. Het materiaal van het plaatlichaam 14 en van het gedeelte 17 is polyurethaan, een aanmerkelijk zachter en flexibeler materiaal dan nylon. Een vergelijk met de in fig. 3 van WO 91/00686 getoonde ringwand leert dat bij het oormerk volgens de onderhavige uitvinding de gehele werkzame, bij het aanbrengen op druk belaste doorsnede van de ringwand 11, in het aan het steunvlak 13 voor de aanbrengtang 8 grenzende gebied, is uitgevoerd in een stijver materiaal dan het plaatlichaam van het tweede onderdeel 3. Dit heeft tot gevolg dat de ringwand 11 volgens de onderhavige uitvinding een aanmerkelijk stijver aambeeld vormt voor het oor bij het aanbrengen van het oormerk. Dit leidt tot een reductie van de benodigde inperskracht voor de pen. Tevens wordt een "nettere" wond in het oor verkregen.

In fig. 3 is te herkennen dat de werkzame doorsnede van de ringwand 11 in het om het kraagdeel 9 van de opnameopening 10 gelegen gebied niet in zijn geheel uit stijf materiaal is vervaardigd. In dit gebied bestaat de ringwand 11 uit een binnenste ringgedeelte van stijf materiaal (nylon) en een daaromheen gelegen ringgedeelte 17 uit een flexibeler materiaal (polyurethaan) . Hierdoor wordt bereikt dat de voor het passeren van de kop 5 van de pen 4 benodigde radiale expansie van het kraagdeel 9 van de opnameopening 10 plaatsvindt bij een betrekkelijk laag krachtsniveau.

In fig. 3 is verder te herkennen dat de nylon ring 16 ter plaatse van de overgang van het kraagdeel 9 naar het deel met een grotere diameter van de opnameopening 10 een gedeelte 18 met een betrekkelijk geringe werkzame doorsnede heeft. Bij een poging de kop 5 van de pen 4 terug door het kraagdeel 9 te persen, zal de ring op deze plaats 18 af scheuren. Een opnieuw aanbrengen van hetzelfde oormerk wordt door het afscheuren van de ring 16 belet. Het gedeelte 18 is zodanig gedimensioneerd dat bij het aanbrengen van het oormerk, zoals hierboven is beschreven, geen afscheuren bij dit deel 18 plaatsvindt.

Claims (3)

1. Oormerk voor het merken van een dier, omvattende een eerste en een tweede onderdeel alsmede een pen, welke pen een puntige kop heeft, die een ten opzichte van de steel van de pen naar buiten stekende schouder vormt, welk oormerk geschikt is om met een aanbrengtang te worden aangebracht door de reeds met het eerste onderdeel verbonden pen door het oor van het dier te persen en vervolgens de kop van de pen door een kraagdeel van een zich door het tweede onderdeel uitstrekkende opnamenope-ning voor de pen te persen, welk kraagdeel een kleinere openingsdiameter heeft dan de diameter van de schouder van de pen, waarbij de opnameopening wordt begrensd door een ringwand, die aan zijn ene kopse einde een aanlegvlak vormt voor het oor en aan zijn tegenovergelegen kopse einde een ringvormige steunvlak vormt voor de aanbrengtang, en waarbij op de buitenomtrek van de ringwand een plaatlichaam aansluit, met het kenmerk, dat de ringwand (11) van het tweede onderdeel (3) ten minste in een aan het ringvormige steunvlak (13) voor de aanbrengtang (8) grenzend gebied over zijn gehele werkzame doorsnede is vervaardigd uit een stijver materiaal dan het plaatlichaam (14) van het tweede onderdeel (3) .

2. Oormerk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het plaatlichaam ter hoogte van het kraagdeel van de opnameopening aansluit op de buitenomtrek van de ringwand.

3. Oormerk volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de ringwand (11) uit nylon en het plaatlichaam (14) uit polyurethaan is vervaardigd.