NL9400422A - Schenktuit alsmede schenktuit-sluitdopsamenstel. - Google Patents

Description

Schenktuit alsmede schenktuit-sluitdopsamenstel

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een schenktuit aan te brengen op een houder omvattende een naar de uitgietopening taps toelopend kanaal.

Een dergelijke schenktuit is in de stand der techniek algemeen bekend. Dergelijke schenktuiten worden gebruikt voor het doseren van llerlei soorten pasteuze massa's. Daarbij bestaat steeds het probleem dat enerzijds nauwkeurige dosering mogelijk moet zijn, d.w.z. dat een scherp afgegrensde nauwkeurig gedefinieerde hoeveelheid massa uit de schenktuit moet kunnen worden afgegeven en anderzijds dat het uitgieten beëindigd moet kunnen worden zonder dat restanten achterblijven of nadruppelen plaatsvindt.

Een oplossing om deze problemen te overwinnen die algemeen bekend is in de stand der techniek, omvat het verhoudingsgewijs langwerpig uitvoeren van de schenktuit. D.w.z. dat bij een diameter van 6 mm of 7 mm heeft het taps uitlopende kanaal een lengte van meer dan 60 mm.

Hoewel een dergelijke oplossing voldoet, kleven daaraan verschillende nadelen.

Ten eerste is verhoudingsgewijs veel materiaal noodzakelijk om de verhoudingsgewijs lange schenktuit te kunnen vervaardigen.

Ten tweede ontstaat een aanzienlijk probleem bij opslag en transport.

Immers de lange schenktuit vormt een niet-effectief volume, dat de hanteerbaarheid van het samenstel houder-schenktuit aanzienlijk bemoeilijkt.

Het doel van de onderhavige uitvinding is in een schenktuit te voorzien die compacter is waardoor het materiaalgebruik kan worden verminderd en de hanteerbaarheid toeneemt terwijl anderzijds de uitstroomeigenschappen optimaal zijn.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven schenktuit verwezenlijkt doordat nabij de uitgietopening het laatste deel van het kanaal taps uitloopt.

Met deze constructie is het mogelijk gebleken de lengte van de schenktuit aanzienlijk terug te brengen. Bij een diameter van bijvoorbeeld 6 mm zijn voor lengten van het taps toelopend kanaal liggend tussen de 10 mm en 30 mm goede uitstroomeigenschappen gevonden. Daarbij had het medium dat uit de schenktuit gedoseerd werd een Brix liggend tussen 79,5 en 80,5. Een voorbeeld daarvan zijn stroopsoorten. De bijzonder goede uitstroomeigenschappen waren enerzijds dat het met een dergelijke schenktuit zeer goed mogelijk is een scherp gedefinieerde rups materiaal te doseren en onderbreken. D.w.z. met de schenktuit valt goed te "schrijven". Anderzijds is gebleken dat indien niet langer materie aan de schenktuit toegevoerd wordt, door het feit dat het kanaal taps uitloopt zich niet op ongewenste wijze materiaal bij de eindrand van de schenktuit zal verzamelen en daar tot het achterblijven van resten of eventueel nadruppelen zal leiden.

Hoewel het mogelijk is dat het taps lopende deel paraboloïde-achig of volgens elke andere in de stand der techniek bekende wijze uitloopt, wordt er de voorkeur aan gegeven dat het taps uitlopende deel in hoofdzaak rechtlijnig naar buiten is uitgevoerd.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding ligt de hoek α tussen het uitlopende deel en de langshartlijn van de tuit tussen 10° en 13°. In het bijzonder is deze hoek ongeveer 11°.

Zoals hierboven aangegeven, kan de lengte van het kanaal aanzienlijk verkort worden ten opzichte van constructies bekend uit de stand der techniek. Bij voorkeur is deze lengte ongeveer vier maal zo groot als de diameter van de uitgietopening.

Het eerste deel van het uitgietkanaal loopt bij voorkeur taps toe. Daarbij is de coniciteit zodanig gekozen dat de verhouding van de diameter van de tuit bij het inlaateinde ten opzichte van de diameter bij de uitgietopening ongeveer 1,5 is. D.w.z. dat een verhoudingsgewijs slanke schenktuit wordt voorgesteld.

De eindranden van de schenktuit kunnen afgerond of scherp zijn. Bij voorkeur staan deze echter in hoofdzaak loodrecht op de langshartlijn van de schenktuit. Op deze wijze wordt bijzonder goed afbreken van de uit de schenktuit afkomstige straal gerealiseerd.

De schenktuit kan in combinatie met alle in de stand der techniek bekende houders toegepast worden. Bevestiging aan deze houders kan op alle in de stand der techniek bekende wijzen plaatsvinden, maar er wordt de voorkeur aan gegeven dit door snappen te verwezenlijken.

Om uitdrogen en ongewenst weglekken van de inhoud te voorkomen, wordt volgens een van voorkeur zijnde uitvoering voorzien in een sluitdop die over de schenktuit aangebracht kan worden indien deze buiten bedrijf is. Daarbij omvat de sluitdop bij voorkeur een doornachtig uitsteeksel dat bij het plaatsen van de sluitdop op de schenktuit in het uitgieteinde daarvan steekt en daar in een additionele afsluiting voorziet.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld nader verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 het schenktuit-sluitdopsamenstel aangebracht op een houder volgens de uitvinding in zijaanzicht in dwarsdoorsnede;

Fig. 2 een detail van fig. 1; en fig. 3 een perspectivisch aanzicht van het schenktuit-sluitdopsamenstel aangebracht op een houder.

In de figuren is de schenktuit volgens de uitvinding in zijn geheel met 1 aangegeven. Deze is aangebracht op een gedeeltelijk afgeheelde houder 2. Deze houder 2 is voorzien van een hals 4 met een omtreksgroef 9 waarin een snaprand 5 van schenktuit 1 valt. Schenktuit 1 is voorzien van een uitgietopening 3. De diameter nabij de uitgietopening is met d, aangegeven terwijl de diameter bij de inlaat van het uitgietkanaal met d2 aangegeven is. Schenktuit 1 is eveneens voorzien van een omtreksrand aangegeven met 10 voor het daarin opnemen van snaprand 6 van sluitdop 7. Sluitdop 7 is voorzien van een doorn 8 bemeten om te passen in uitgietopening 3 van schenktuit 1. De lengte van het uitgietkanaal is met 1 weergegeven.

In fig. 2 is een detail van uitgietopening 3 getoond.

Daaruit blijkt enerzijds dat het laatste deel daarvan taps uitlopend verwijdt. De hoek van het taps wijder worden ten opzichte van de langshartijn 11 is met α aangegeven.

Bovendien blijkt dat de eindrand 12 in hoofdzaak loodrecht op langshartlijn 11 staat.

In fig. 3 is het samenstel van schenktuit en sluitdop 7 afgebeeld bevestigd op een gedeeltelijk getoonde houder 2. Daaruit blijkt eveneens dat sluitdop 7 van een knoeien tegengaande scheurstrip 13 is voorzien. Deze dient voor gebruik door scheuren verwijderd te worden. Als extra beveiliging is schenktuit 1 voorzien van een opvangruimte 14 om mogelijke vervuiling van de houder 2 tegen te gaan.

Afhankelijk van het te doseren medium kunnen de waarden voor d,, d2 en 1 alsmede de hoek α gekozen te worden.

Indien het uit te schenken medium een Brix heeft, liggend tussen 79,5 en 80,5, zoals schenkstroop, ligt de hoek α bij ongeveer 11°. De diameter d, ligt bij voorkeur tussen 5,5 en 7 mm. De lengte 1 is maximaal vijf maal de diameter van de schenktuit.

Zoals fig. 1 en 2 blijkt, loopt het eerste deel van het uitgietkanaal taps toe. De verhouding tussen d2 en d, is bij voorkeur 1,5, zodat bij een uitstroomdiameter van 6 mm d2 ongeveer 9 mm bedraagt.

Door het kiezen van de hierboven genoemde waarden wordt een uitschenktuit verkregen waarmee de straal op optimale wijze gedoseerd kan worden. D.w.z. indien een rups materiaal gedoseerd wordt, kan deze op elk moment goed beheerst onderbroken worden. Door de bijzondere uitvoering .van de rand wordt bovendien druppelvorming of aanhechten van resten voorkomen. Indien houder 2 enigszins buigzaam uitgevoerd is, zal de pasteuze massa in de schenktuit vanzelf enigszins terugbewegen bij het wegnemen van de druk.

De hierboven beschreven resultaten zijn verkregen bij een temperatuur liggend tussen 20eC en 30eC.

Hoewel de uitvinding hierboven beschreven is aan de hand van het doseren van een massa met een Brix liggend tussen 79,5 en 80,5 zal begrepen worden dat ook materialen met andere viscositeit met de onderhavige schenktuit gedoseerd kunnen worden. Daarbij zijn voor het bereiken van een optimaal resultaat aanpassingen nodig die voor degene bekwaam in de stand der techniek na het lezen van bovenstaande beschrijving en de bijgevoegde conclusies voor de hand liggend zijn en daarom binnen het bereik van de onderhavige uitvinding liggen.

Claims (11)

1. Schenktuit (1) aan te brengen op een houder (2) omvattende een naar de uitgietopening (3) taps toelopend kanaal, met het kenmerk, dat nabij de uitgietopening het laatste deel van het kanaal taps uitloopt.

2. Schenktuit volgens conclusie 1, waarbij het taps uitlopende deel in hoofdzaak rechtlijnig uitloopt.

3. Schenktuit volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de hoek (a) tussen het uitlopende deel en de langshartlijn van de schenktuit tussen de 10 en 13° ligt.

4. Schenktuit volgens conclusie 3, waarbij de hoek (a) ongeveer 11® is.

5. Schenktuit volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de lengte (1) van het kanaaldeel ongeveer vier maal zo groot is als de diameter (d,) van de uitgietopening.

6. Schenktuit volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verhouding van de diameter (dn) van de tuit bij het inlaateinde ten opzichte van de diameter (d,) bij de uitgietopening ongeveer 1,5 is.

7. Schenktuit volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eindrand van de schenktuit in hoofdzaak loodrecht op de langshartlijn van de schenktuit staande is uitgevoerd.

8. Schenktuit volgens een van de voorgaande conclusies, voorzien van bevestigingsmiddelen voor verbinding met een houder.

9. Schenktuit volgens conclusie 8, waarbij die bevestigingsmiddelen snapmiddelen omvatten.

10. Schenktuit volgens een van de voorgaande conclusies uitwendig voorzien van opnamemiddelen (6) voor het ontvangen van een sluitdop (7).

11. Schenktuit-sluitdopsamenstel omvattende een schenktuit volgens conclusie 10, waarbij de sluitdop (7) van doornmiddelen (8) is voorzien voor opname in het vrije einde van de schenktuit.