NL9400348A - Ladder, consisting of sliding ladder parts with a ladder part suspension hook. - Google Patents

Ladder, consisting of sliding ladder parts with a ladder part suspension hook. Download PDF

Info

Publication number
NL9400348A
NL9400348A NL9400348A NL9400348A NL9400348A NL 9400348 A NL9400348 A NL 9400348A NL 9400348 A NL9400348 A NL 9400348A NL 9400348 A NL9400348 A NL 9400348A NL 9400348 A NL9400348 A NL 9400348A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ladder
hook
catch
rung
ladder part
Prior art date
Application number
NL9400348A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Edwin Peter Ir Velsink
Original Assignee
Altrex Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Altrex Bv filed Critical Altrex Bv
Priority to NL9400348A priority Critical patent/NL9400348A/en
Priority to BE9500192A priority patent/BE1008766A3/en
Priority to DE1995107851 priority patent/DE19507851A1/en
Publication of NL9400348A publication Critical patent/NL9400348A/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06CLADDERS
    • E06C1/00Ladders in general
    • E06C1/02Ladders in general with rigid longitudinal member or members
    • E06C1/04Ladders for resting against objects, e.g. walls poles, trees
    • E06C1/08Ladders for resting against objects, e.g. walls poles, trees multi-part
    • E06C1/12Ladders for resting against objects, e.g. walls poles, trees multi-part extensible, e.g. telescopic
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06CLADDERS
    • E06C7/00Component parts, supporting parts, or accessories
    • E06C7/06Securing devices or hooks for parts of extensible ladders

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ladders (AREA)

Description

Korte aanduiding: Ladder, bestaande uit verschuifbare lad- derdelen met een ladderdeelophanghaak.Short designation: Ladder, consisting of sliding ladder parts with a ladder part suspension hook.

De uitvinding heeft betrekking op een ladder, bestaande uit een onderste ladderdeel en een gedeeltelijk tot boven het onderste ladderdeel te schuiven bovenste ladderdeel, waarbij de ladderdelen elk twee staanders en sporten tussen de staanders omvatten, een haak met een neerhangend achterste been, achterste gezien van het bovenste ladderdeel naar het onderste ladderdeel, aan een staander van het bovenste ladderdeel bevestigd is, waarbij in een sportpas-seerstand van de haak ten opzichte van de ladderdelen de ladderdelen ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn met de haak uit een relatieve verplaatsingsweg van de sporten van het onderste ladderdeel ten opzichte van het bovenste ladderdeel, en in een hangstand van de haak het been over een sport van het onderste ladderdeel haakt voor het daarbij aan de gehaakte sport van het onderste ladderdeel ophangen van het bovenste ladderdeel.The invention relates to a ladder, consisting of a lower ladder part and an upper ladder part which can be slid partially above the lower ladder part, the ladder parts each comprising two uprights and rungs between the uprights, a hook with a lowering rear leg, viewed from the rear the upper ladder part to the lower ladder part, is attached to a post of the upper ladder part, wherein in a sport passing position of the hook relative to the ladder parts the ladder parts are displaceable relative to each other with the hook from a relative displacement path of the rungs of the lower ladder part relative to the upper ladder part, and in a hanging position of the hook hooks the leg over a rung of the lower ladder part for thereby suspending the upper ladder part from the hooked rung of the lower ladder part.

Een ladder van de hiervoor genoemde soort is bekend uit de praktijk. De haak is onbeweeglijk ten opzichte van het bovenste ladderdeel of is draaibaar om een aan de sporten evenwijdige as. In het laatste geval wordt de haak ook wel schommelhaak genoemd. Bij de bekende ladder is, wanneer de hangstand bereikt is, het bovenste ladderdeel ten opzichte van het onderste ladderdeel omhoog te schuiven, waardoor de haak, vrijkomt van de gehaakte sport van het onderste ladderdeel. Wanneer het bovenste ladderdeel voldoende omhoog geschoven is kan de haak vervolgens in de sportpasseerstand gedraaid worden.A ladder of the aforementioned type is known from practice. The hook is immovable with respect to the top ladder part or rotatable about an axis parallel to the rungs. In the latter case, the hook is also called the swing hook. In the known ladder, when the hanging position is reached, the top ladder part can be slid upwards relative to the bottom ladder part, whereby the hook is released from the crocheted rung of the bottom ladder part. When the top ladder part has been pushed up enough, the hook can then be turned into the sport passing position.

Dat het bovenste ladderdeel in de hangstand omhoog geschoven kan worden, kan ongewenst en soms gevaarlijk zijn, bijvoorbeeld wanneer de ladder, die al of niet uitgeschoven is, vanaf een dak omhoog getrokken wordt, terwijl daarbij alleen het bovenste ladderdeel vastgehouden wordt.The fact that the top ladder part can be slid up into the hanging position can be undesirable and sometimes dangerous, for instance when the ladder, which may or may not be extended, is pulled up from a roof, while only holding the top ladder part.

De uitvinding beoogt het genoemde bezwaar op te heffen en daardoor een veiliger ladder te verschaffen.The object of the invention is to eliminate the said drawback and thereby provide a safer ladder.

Deze doelstelling wordt volgens de uitvinding bereikt door middel van een ladder als beschreven in conclusie 1.This object is achieved according to the invention by means of a ladder as described in claim 1.

Andere eigenschappen en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende toelichting met verwijzing naar de tekeningen. In de tekeningen tonen:Other features and advantages of the invention will become apparent from the following explanation, with reference to the drawings. In the drawings show:

Fig. 1 een aanzicht van een bekende haak;Fig. 1 is a view of a known hook;

Fig. 2 in perspectief een linkergedeelte van een ladder, bestaande uit in elkaar verschuifbare onderste en bovenste ladderdelen met de haak van fig. 1 bevestigd aan het bovenste ladderdeel;Fig. 2 is a perspective view of a left-hand section of a ladder consisting of slidable lower and upper ladder sections with the hook of FIG. 1 attached to the upper ladder section;

Fig. 3 in perspektief het laddergedeelte van fig. 2 met de haak in een sportpasseerstand;Fig. 3 is a perspective view of the ladder portion of FIG. 2 with the hook in a sport passing position;

Fig. 4 in perspektief een laddergedeelte omvattende het laddergedeelte van de fig. 2 en 3 met de haak in een hangstand, waarbij het bovenste ladderdeel aan het onderste ladderdeel is gehangen;Fig. 4 is a perspective view of a ladder section comprising the ladder section of FIGS. 2 and 3 with the hook in a hanging position, the upper ladder section being suspended from the lower ladder section;

Fig. 5 een aanzicht van een uitvoeringsvorm van een haak met een borgpal volgens de uitvinding;Fig. 5 is a view of an embodiment of a hook with a locking catch according to the invention;

Fig. 6 een doorsnede door sporten van een rechtergedeelte van een ladder, bestaande uit in elkaar verschuifbare onderste en bovenste ladderdelen met de haak volgens fig. 5 bevestigd aan het bovenste ladderdeel en in een sportpasseerstand;Fig. 6 is a section through rungs of a right-hand section of a ladder consisting of mutually slidable lower and upper ladder sections with the hook of FIG. 5 attached to the upper ladder section and in a sport passing position;

Fig. 7 de doorsnede van het laddergedeelte van fig. 6 met de haak en de pal in een stand voorafgaand aan het bereiken van een hangstand van de haak;Fig. 7 is a sectional view of the ladder portion of FIG. 6 with the hook and pawl in a position prior to reaching a hook hanging position;

Fig. 8 de doorsnede van het laddergedeelte van de fig. 6 en 7 met de haak en de pal ervan in een sportvasthouds-tand;Fig. 8 is a sectional view of the ladder portion of FIGS. 6 and 7 with the hook and detent thereof in a rung retaining tine;

Fig. 9 een aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een haak met een borgpal volgens de uitvinding;Fig. 9 is a view of another embodiment of a hook with a locking catch according to the invention;

Fig. 10 in perspektief een rechter gedeelte van een ladder, bestaande uit in elkaar verschuifbare onderste en bovenste ladderdelen met de haak volgens fig. 9 bevestigd aan het bovenste ladderdeel;Fig. 10 is a perspective view of a right-hand section of a ladder, consisting of mutually slidable lower and upper ladder parts, with the hook according to FIG. 9 attached to the upper ladder part;

Fig. 11 in perspektief het laddergedeelte van fig. 10 met de haak en de pal ervan in een sportpasseerstand;Fig. 11 is a perspective view of the ladder portion of FIG. 10 with the hook and its catch in a sport passing position;

Fig. 12 een doorsnede door sporten van het ladderge-deelte van fig. 11;Fig. 12 is a section through rungs of the ladder portion of FIG. 11;

Fig. 13 in perspektief het laddergedeelte van de fig. 11 en 12 met de haak en de pal in een stand voorafgaand aan het bereiken van een hangstand;Fig. 13 is a perspective view of the ladder portion of FIGS. 11 and 12 with the hook and detent in a position prior to reaching a hanging position;

Fig. 14 een doorsnede door sporten van het laddergedeelte van fig. 13;Fig. 14 is a section through rungs of the ladder portion of FIG. 13;

Fig. 15 in perspektief het laddergedeelte van de fig. 10 t/m 14 met de haak in de hangstand en de pal in een sportvasthoudstand;Fig. 15 is a perspective view of the ladder portion of FIGS. 10 to 14 with the hook in the hanging position and the pawl in a sport holding position;

Fig. 16 een doorsnede door sporten van het laddergedeelte van fig. 15;Fig. 16 is a section through rungs of the ladder portion of FIG. 15;

Fig. 17 een aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een haak met een borgpal volgens de uitvinding;Fig. 17 is a view of another embodiment of a hook with a locking catch according to the invention;

Fig. 18 een aanzicht van weer een andere uitvoeringsvorm van een haak met een borgpal volgens de uitvinding;Fig. 18 is a view of yet another embodiment of a hook with a locking catch according to the invention;

Fig. 19 een doorsnede door sporten van een rechtergedeelte van een andere ladder, bestaande uit tegenover elkaar verschuifbare onderste en bovenste ladderdelen met een onbeweegbaar aan het bovenste ladderdeel bevestigde haak met een borgpal volgens de uitvinding en in een sportpasseerstand ;Fig. 19 a section through rungs of a right-hand section of another ladder, consisting of mutually displaceable lower and upper ladder parts with a hook fixedly fixed to the upper ladder part with a locking catch according to the invention and in a sport passing position;

Fig. 20 een doorsnede door sporten van het laddergedeelte van fig. 19 met de haak en de pal in een stand voorafgaand aan het bereiken van een hangstand van de haak;Fig. 20 is a section through rungs of the ladder portion of FIG. 19 with the hook and pawl in a position prior to reaching a hanging position of the hook;

Fig. 21 de doorsnede van het laddergedeelte van de figuren 19 en 20 met de haak en de pal in een sportvasthoudstand ;Fig. 21 is a sectional view of the ladder portion of FIGS. 19 and 20 with the hook and catch in a rung holding position;

Fig. 22 een doorsnede door sporten van een gedeelte van een ladder met een haak volgens de figuren 19 t/m 21 maar met een andere uitvoeringsvorm van de borgpal, met de haak in de hangstand ervan en de borgpal in een buiten-bedrijfstand;Fig. 22 a section through rungs of a part of a ladder with a hook according to FIGS. 19 to 21 but with another embodiment of the locking catch, with the hook in its hanging position and the locking catch in an out-of-operation position;

Fig. 23 een doorsnede als in fig. 22 met weer een andere uitvoeringsvorm van de borgpal, met de haak in de hangstand ervan en de borgpal in een buiten-bedrijfstand.Fig. 23 is a cross-sectional view as in FIG. 22 with yet another embodiment of the retaining catch, with the hook in its hanging position and the retaining catch in an out-of-operation position.

De in de fig. 1 t/m 4 getoonde bekende haak 1, die in de praktijk ook schommelhaak genoemd wordt, is vervaardigd uit plaatmateriaal en heeft een omgekeerde U-vorm met een basis 5 met bij de uiteinden daarvan een achterste haakbeen 6 en een voorste haakbeen 7 (achterste en voorste gezien vanuit een gebruikerspositie rechts van de haak l in fig. 1). Op een hoge plaats heeft de basis 5 een doorgang 8.The known hook 1 shown in Figs. 1 to 4, which in practice is also called a swing hook, is made of sheet material and has an inverted U-shape with a base 5 with a rear hook leg 6 and a rear hook leg at the ends thereof. anterior hook bone 7 (posterior and anterior viewed from a user's position to the right of hook 1 in fig. 1). In a high place, the base 5 has a passage 8.

De in fig. 1 getoonde haak 1 of een later toegelichte haak volgens de uitvinding is bestemd voor bevestiging aan een in fig. 2 gedeeltelijk in perspektief getoonde ladder 10, die een onderste ladderdeel 11 en een bovenste ladder-deel 12 omvat. Het onderste ladderdeel 11 bestaat uit twee evenwijdige staanders, zoals de staander 13, met daartussen evenwijdige sporten, zoals de sport 14. Het bovenste ladderdeel 12 bestaat uit twee evenwijdige staanders, zoals de staander 15, met daartussen evenwijdige sporten, zoals de sport 16. De ladderdelen 11, 12 zijn in hun lengterichting ten opzichte van elkaar te verschuiven, waarbij het onderste ladderdeel 11 bestemd is om tijdens gebruik van de ladder 10 op de grond (niet getoond) te staan en het bovenste ladderdeel 12 gedeeltelijk boven het onderste ladderdeel 11 geschoven kan worden. Opdat de ladderdelen 11, 12 elkaar niet verliezen kunnen zij op bekende wijze voorzien zijn van klampen (niet getoond) of kunnen de staanders 13, 15 ervan, zoals in de fig. 2-4, 6-8, 10-16 getoond, een I-vorm hebben waarbij aan elke kant van de ladder 10 een rand van het ene ladderdeel achter een rand van het andere ladderdeel grijpt.The hook 1 shown in Fig. 1 or a hook according to the invention explained later is intended for attachment to a ladder 10 shown partly in perspective, which comprises a lower ladder part 11 and an upper ladder part 12. The lower ladder part 11 consists of two parallel uprights, such as the upright 13, with in between parallel rungs, such as the rung 14. The upper ladder part 12 consists of two parallel uprights, such as the upright 15, with parallel rungs, such as the rung 16, between them. The ladder parts 11, 12 are slidable in their longitudinal direction relative to each other, the lower ladder part 11 being intended to stand on the ground (not shown) during use of the ladder 10 and the upper ladder part 12 partly above the lower ladder part 11 can be pushed. In order that the ladder parts 11, 12 do not lose each other, they can be provided with cleats in a known manner (not shown) or the uprights 13, 15 thereof, as shown in Figs. 2-4, 6-8, 10-16, can I-shape in which an edge of one ladder part engages behind an edge of the other ladder part on each side of the ladder 10.

Boven een van de lagere sporten, in het bijzonder sport 16, van het bovenste ladderdeel 12 is aan een staander 15 ervan door middel van een nagel 17 een beugel 18 bevestigd. De beugel 18 heeft op afstand van de staander 15 evenwijdige, neerhangende benen 19, 20 met elk een doorgang (niet getoond) op één lijn evenwijdig aan de sporten 14, 16. De haak 1 is tussen de benen 19, 20 van de beugel 18 aangebracht. Een bout 21 steekt door de doorgang 8 van de haak 1 en de doorgangen (niet getoond) van de benen 19, 20 van de beugel 18. De bout 21 dient voor extra bevestiging van de beugel 18 aan de staander 15 en als as waarover de haak 1 kan draaien. Tegenover een haak 1 aan één kant, in fig. 2 de linkerkant, van het bovenste ladderdeel 12 kan op dezelfde wijze een tweede haak bevestigd zijn, waarbij de twee haken met dezelfde oriëntatie ten opzichte van elkaar aan elkaar bevestigd zijn door middel van een bedienings-tang 22 tussen de voorste haakbenen 7 van de haken. Het zwaartepunt van de haak 1, met of zonder bedieningstang 22, ligt bij voorkeur tussen het voorste haakbeen 7 en de doorgang 8 van de haak 1. Hierdoor zal de haak 1 zich, wanneer het zich tussen twee sporten 14 van het onderste ladderdeel 11 bevindt en wanneer het niet aangeraakt wordt door één van deze sporten 14 of door een gebruiker, ongeveer in de in fig. 2 getoonde stand bevinden.Above one of the lower rungs, in particular rung 16, of the upper ladder part 12, a bracket 18 is attached to a post 15 thereof by means of a nail 17. The bracket 18 spaced from the upright 15 by parallel, drooping legs 19, 20 each with a passage (not shown) aligned parallel to the rungs 14, 16. The hook 1 is between the legs 19, 20 of the bracket 18 applied. A bolt 21 protrudes through the passage 8 of the hook 1 and the passages (not shown) of the legs 19, 20 of the bracket 18. The bolt 21 serves for additional attachment of the bracket 18 to the upright 15 and as a shaft over which the hook 1 can rotate. Opposite a hook 1 on one side, in fig. 2 the left side, of the upper ladder part 12, a second hook can be attached in the same way, the two hooks being fixed to each other with the same orientation relative to each other by means of an operation - pliers 22 between the front hook legs 7 of the hooks. The center of gravity of the hook 1, with or without operating rod 22, preferably lies between the front hook leg 7 and the passage 8 of the hook 1. As a result, the hook 1, when it is between two rungs 14 of the lower ladder part 11 and when it is not touched by any of these rungs 14 or by a user, be approximately in the position shown in Fig. 2.

Wanneer het bovenste ladderdeel 12 vanuit de in fig. 2 getoonde situatie ten opzichte van het onderste ladderdeel 11 omhoog geschoven wordt zal, wanneer het gedeelte van de haak 1 boven het achterste haakbeen 6 tegen de onderkant van een sport 14 van het onderste ladderdeel 11 stoot, de haak 1 met het achterste haakbeen 6 naar beneden draaien, zodat dit been 6 tussen de twee tegenoverliggende sporten 14 en 16 van het onderste ladderdeel 11 respektievelijk het bovenste ladderdeel 13 kan passeren. Deze situatie is in fig. 3 getoond en de bijbehorende stand van de haak 1 zal hier sportpasseerstand genoemd worden.When the upper ladder part 12 is pushed upwards relative to the lower ladder part 11 from the situation shown in fig. 2, when the part of the hook 1 above the rear hook leg 6 abuts the bottom of a rung 14 of the lower ladder part 11 , rotate the hook 1 with the rear hook leg 6 downwards, so that this leg 6 can pass between the two opposite rungs 14 and 16 of the bottom ladder part 11 and the top ladder part 13, respectively. This situation is shown in fig. 3 and the corresponding position of the hook 1 will be referred to here as sport passing position.

Wanneer het bovenste ladderdeel 13 na het bereiken van de situatie van fig. 3 verder omhoog geschoven wordt zal na een bepaalde verschuivingsafstand het achterste haakbeen 6 vrij van de in fig. 3 getoonde sport 14 komen, waarna de haak 1 terug zal draaien naar ongeveer de in fig. 2 getoonde stand van de haak 1. Wanneer men het bovenste ladderdeel 13 vervolgens laat zakken zal het achterste haakbeen 6 van de haak 1 achter de sport 14 van het onderste ladderdeel 11 grijpen, waardoor het bovenste ladderdeel 13 aan de sport 14 van het onderste ladderdeel 11 opgehangen wordt en verder zakken van het bovenste ladderdeel 13 verhinderd wordt. Deze situatie is in fig. 4 getoond. De bij deze situatie behorende stand van de haak 1 wordt hierna hang-stand genoemd.When the upper ladder part 13 is pushed up further after reaching the situation of fig. 3, after a certain displacement distance, the rear hook leg 6 will come free from the rung 14 shown in fig. 3, after which the hook 1 will rotate back to approximately the position of the hook 1 shown in fig. 2 When the upper ladder part 13 is subsequently lowered, the rear hook leg 6 of the hook 1 will engage behind the rung 14 of the lower ladder part 11, so that the upper ladder part 13 of the rung 14 of the lower ladder part 11 is suspended and further lowering of the upper ladder part 13 is prevented. This situation is shown in Fig. 4. The position of the hook 1 associated with this situation is hereinafter referred to as the hanging position.

Voor het in de situatie van fig. 4 ontkoppelen van de ladderdelen 11 en 12 is het voldoende het bovenste ladder-deel 12 omhoog te schuiven, waardoor het achterste haakbeen 6 vrijkomt van de eerder aangehaakte sport 14 van het onderste ladderdeel 11. Nadat het bovenste ladderdeel 12 voldoende omhoog geschoven is moet voor het voorbij de eerder aangehaakte sport 14 naar beneden schuiven van het bovenste ladderdeel 12 de bedieningsstang 22 van de sporten 14, 16 naar voren (naar de gebruiker) verplaatst worden, waarna weer de in fig. 3 getoonde sportpasseerstand van de haak 1 bereikt wordt.In order to uncouple the ladder parts 11 and 12 in the situation of fig. 4, it is sufficient to slide the upper ladder part 12 upwards, whereby the rear hook bone 6 is released from the previously hooked rung 14 of the lower ladder part 11. After the upper ladder part 12 has been pushed upwards sufficiently before sliding the upper ladder part 12 downwards past the previously hooked rung 14, the operating rod 22 of the rungs 14, 16 must be moved forwards (towards the user), after which again the shown in fig. 3 sport passing position of hook 1 is reached.

Uit het bovenstaande volgt dat wanneer in de situatie van fig. 4, met de haak 1 in de hangstand, het bovenste ladderdeel 12 ten opzichte van het onderste ladderdeel 11 omhoog geschoven wordt de ladderdelen 11, 12 ontkoppeld worden. Dit kan soms ongewenst en gevaarlijk zijn, bijvoorbeeld wanneer de ladder 10, al of niet in uitgeschoven toestand,· vanaf een dak opgetild wordt, terwijl daarbij alleen het bovenste ladderdeel 12 vastgehouden wordt. Door toepassing van ten minste één haak volgens de uitvinding, waarvan verschillende uitvoeringsvormen hierna toegelicht zijn, wordt dit bezwaar opgeheven.From the above it follows that when in the situation of Fig. 4, with the hook 1 in the hanging position, the upper ladder part 12 is pushed up relative to the lower ladder part 11, the ladder parts 11, 12 are uncoupled. This can sometimes be undesirable and dangerous, for instance when the ladder 10, whether or not in the extended position, is lifted from a roof, while only the top ladder part 12 is held. This drawback is eliminated by using at least one hook according to the invention, various embodiments of which are explained below.

Fig. 5 toont een aanzicht van een uitvoeringsvorm van een haak 30 volgens de uitvinding. De haak 30 heeft een basis 31 met aan de uiteinden net als de haak 1 van fig. 1 een achterste haakbeen 6 en een voorste haakbeen 7. De basis 31 heeft net als de haak 1 van fig. 1 een doorgang 8 voor het doorlaten van een bout 21 met dezelfde funktie als de bout 21 in de voorgaande fig.. De basis 31 heeft loodrecht daarop ten minste twee stiften met brede uiteinden 33 op één lijn. Tegen de basis 31 van de haak 30 bevindt zich een borgpal 34 met een langwerpige sleuf 35 door welke de stiften 33 steken. De brede uiteinden van de stiften 33 verhinderen verlies van de pal 34 vanaf de haak 30. De rij stiften 33 en in overeenstemming daarmee de sleuf 35 strekken zich schuin ten opzichte van het achterste haakbeen 6 uit. De pal 34 heeft een onderste gedeelte of palbeen 36, waarvan de onderbegrenzing 37 in de richting van het voor- ste haakbeen 7 schuin naar beneden afloopt.Fig. 5 shows a view of an embodiment of a hook 30 according to the invention. The hook 30 has a base 31 with, at the ends, just like the hook 1 of fig. 1, a rear hook bone 6 and a front hook leg 7. The base 31, like the hook 1 of fig. 1, has a passage 8 for the passage of a bolt 21 having the same function as the bolt 21 in the previous figure. The base 31 has at least two aligned pins with broad ends 33 aligned perpendicular thereto. Against the base 31 of the hook 30 there is a locking catch 34 with an elongated slot 35 through which the pins 33 protrude. The wide ends of the pins 33 prevent loss of the pawl 34 from the hook 30. The row of pins 33 and, accordingly, the slot 35 extend obliquely to the rear hook bone 6. The pawl 34 has a lower portion or ratchet leg 36, the lower boundary 37 of which slopes downwardly toward the front hook bone 7.

Fig. 6 toont een doorsnede van een rechter ladderge-deelte van de ladder 10 met de haak 30 en de pal 35 van fig. 5 in de sportpasseerstand.Fig. 6 is a sectional view of a right ladder portion of the ladder 10 with the hook 30 and the catch 35 of FIG. 5 in the sport passing position.

Wanneer uitgaande van de situatie van fig. 6 het bovenste ladderdeel 12 omhoog geschoven wordt, zal na een bepaalde verschuivingsafstand de haak 30 met het achterste haakbeen 6 omhoog draaien. Eventueel kan de gebruiker daarbij helpen door de pal 34 omhoog te schuiven en/of de bedieningsstang 22 naar de ladderdelen 11, 12 te duwen.When the upper ladder part 12 is pushed upwards, starting from the situation of fig. 6, after a certain displacement distance, the hook 30 will rotate upwards with the rear hook leg 6. Optionally, the user can assist in this by sliding the catch 34 and / or pushing the operating rod 22 towards the ladder parts 11, 12.

Nadat het bovenste ladderdeel 12 over een bepaalde afstand omhoog geschoven is en men dit ladderdeel 12 weer laat zakken zal de situatie van fig. 7 bereikt worden. Wanneer men het bovenste ladderdeel 12 vervolgens laat zakken zal de onderbegrenzing 37 van het palbeen 36 op een sport 14 van het onderste ladderdeel 11 stoten, waardoor de pal 30 schuin omhoog zal schuiven, totdat het palbeen 36 tussen de tegenover liggende sporten 14 en 16 van het onderste ladderdeel 11 respektievelijk het bovenste ladderdeel 12 valt, waarna de in fig. 8 getoonde situatie met de haak 30 in de hangstand bereikt wordt. In de situatie van fig. 8 is het palbeen 36 gedeeltelijk onder de sport 14 van het onderste ladderdeel 11 geschoven. Hierdoor wordt de sport 14 van het onderste ladderdeel 11 vastgehouden door het achterste haakbeen 6 en het onderste gedeelte van het palbeen 36 van de pal 30. Hierdoor wordt verschuiven van de ladderdelen 11, 12 ten opzichte van elkaar verhinderd. De stand van de haak 30 en de pal 34 in de situatie van fig. 8 wordt hierna sportvasthoudstand genoemd.After the upper ladder part 12 has been slid upwards by a certain distance and this ladder part 12 is lowered again, the situation of fig. 7 will be reached. When the upper ladder part 12 is then lowered, the lower limit 37 of the ratchet leg 36 will abut a rung 14 of the lower ladder part 11, whereby the ratchet 30 will slide upwards until the ratchet leg 36 between the opposite rungs 14 and 16 of the bottom ladder part 11 and the top ladder part 12 fall respectively, after which the situation shown in fig. 8 is reached with the hook 30 in the hanging position. In the situation of Fig. 8, the ratchet leg 36 is partly slid under the rung 14 of the lower ladder part 11. Hereby the rung 14 of the lower ladder part 11 is held by the rear hook leg 6 and the lower part of the ratchet leg 36 of the ratchet 30. This prevents sliding of the ladder parts 11, 12 relative to each other. The position of the hook 30 and the catch 34 in the situation of Fig. 8 is hereinafter referred to as the sport holding position.

Voor het ontkoppelen van de ladderdelen 11, 12 in de situatie van fig. 8 is het voldoende de pal 34 schuin omhoog te schuiven, zodat het palbeen 36 vrijkomt van de sport 14 van het onderste ladderdeel 11. Hierdoor wordt een situatie bereikt die vergelijkbaar is met de situatie van fig. 4, waarna het ladderdeel 12 omhoog geschoven kan worden.In order to uncouple the ladder parts 11, 12 in the situation of Fig. 8, it is sufficient to slide the pawl 34 at an angle, so that the ratchet leg 36 is released from the rung 14 of the bottom ladder part 11. This achieves a situation which is comparable with the situation of fig. 4, after which the ladder part 12 can be slid upwards.

Fig. 9 toont een aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een haak 40 volgens de uitvinding met een basisge deelte 41 met een doorgang 8 en een achterste haakbeen 6 en een voorste haakbeen 7, net als de haak 1 van fig. 1. Het basisdeel 41 heeft twee stiften met brede uiteinden 43, die loodrecht van het basisdeel 41 uitgaan. Tegen het basisdeel 41 bevindt zich een borgpal 44 met een onderste gedeelte of palbeen 36 en een onderbegrenzing 37 met dezelfde funktie als het palbeen 36 met de onderbegrenzing 37 van de borgpal 34 van fig. 5. De pal 44 heeft een bovenste rechte sleuf 45 en een onderste sleuf 46 bestaande uit een onderste recht gedeelte 47 en een bovenste boogvormig gedeelte 48. De bovenste rechte sleuf 45 ligt op één lijn met het rechte gedeelte 47 van de onderste sleuf 46. De stiften 43 en de rechte sleuven 45, 47 bevinden zich op een lijn die correspondeert met die van de stiften 33 en de sleuf 35 van de haak 30 met pal 34 van fig. 5. Het gebogen bovenste gedeelte 48 van de onderste sleuf 46 volgt een boog van een cirkel tussen het rechte gedeelte 47 en het voorste haakbeen 7 van de haak 40 met de bovenste stift 43 als middelpunt wanneer de pal 44 geheel naar beneden geschoven is (situatie van fig. 9).Fig. 9 shows a view of another embodiment of a hook 40 according to the invention with a base part 41 with a passage 8 and a rear hook leg 6 and a front hook leg 7, just like the hook 1 of fig. 1. The base part 41 has two wide-end pins 43 extending perpendicular to the base portion 41. Against the base part 41 there is a locking catch 44 with a lower part or ratchet leg 36 and a lower limit 37 with the same function as the ratchet leg 36 with the lower limit 37 of the retaining catch 34 of fig. 5. The ratchet 44 has an upper straight slot 45 and a bottom slot 46 consisting of a bottom straight portion 47 and an upper arcuate portion 48. The top straight slot 45 is aligned with the straight portion 47 of the bottom slot 46. The pins 43 and the straight slots 45, 47 are located in a line corresponding to that of the pins 33 and the slot 35 of the hook 30 with pawl 34 of Fig. 5. The curved top portion 48 of the bottom slot 46 follows an arc of a circle between the straight portion 47 and the front hook bone 7 of the hook 40 with the top pin 43 as the center point when the catch 44 is pushed all the way down (situation of fig. 9).

De in fig. 10 getoonde situatie met de haak 40 van fig. 9 komt overeen met de situatie van fig. 2, waarbij de haak 40 zich in een vrij hangende stand bevindt en de pal 44 geheel naar beneden geschoven is met ongeveer een oriëntatie ten opzichte van de haak 40 als getoond in fig. 9.The situation shown in Fig. 10 with the hook 40 of Fig. 9 corresponds to the situation in Fig. 2, in which the hook 40 is in a free-hanging position and the pawl 44 is slid completely downwards with approximately an orientation relative to the hook 40 as shown in Fig. 9.

Wanneer het bovenste ladderdeel 12 vanuit de in fig.When the upper ladder part 12 from the position shown in FIG.

10 getoonde situatie omhoog geschoven wordt, wordt de in fig. 11 getoonde situatie verkregen, die vergelijkbaar is met de in fig. 3 getoonde situatie waarbij de haak 40 in de sportpasseerstand is, de pal 44 om de bovenste stift 43 gedraaid, en de onderste stift 43 zich in het gebogen gedeelte 48 van de onderste sleuf 46 bevindt. Fig. 12 toont een doorsnede van deze situatie.10 is pushed upwards, the situation shown in fig. 11 is obtained, which is comparable to the situation shown in fig. 3, in which the hook 40 is in the sport passing position, the catch 44 is turned around the top pin 43, and the bottom pin 43 is located in the curved portion 48 of the bottom slot 46. Fig. 12 shows a cross section of this situation.

Wanneer het bovenste ladderdeel 12 vanuit de in fig.When the upper ladder part 12 from the position shown in FIG.

11 getoonde situatie over een bepaalde afstand boven de sport 14 van het onderste ladderdeel 11 omhoog geschoven is en men het bovenste ladderdeel 12 vervolgens laat zakken wordt een situatie verkregen die vergelijkbaar is met de in fig. 7 getoonde situatie, waarbij de stiften 43 van de haak 40 zich in de rechte sleuven 45 en 47 bevinden. Bij het verder zakken van het bovenste ladderdeel 12 zal de onder-begrenzing 37 van het palbeen 36 op de sport 14 van het onderste ladderdeel 11 stoten, waardoor de pal 44 omhoog kan schuiven. Fig. 14 toont een doorsnede van deze situatie. Het omhoog schuiven van de pal 44 gaat tijdens het zakken van het bovenste ladderdeel 12 door totdat het palbeen 36 tussen de tegenover liggende sporten 14 en 16 van het onderste ladderdeel 11 respektievelijk het bovenste ladderdeel 12 valt. Dan wordt de in fig. 15 getoonde situatie verkregen, die vergelijkbaar is met de situatie van fig. 8 met de haak 40 en de pal 44 in de sportvasthouds-tand, waarbij het achterste haakbeen 6 van de haak 40 en het onderste gedeelte van het palbeen 36 de sport 14 van het onderste ladderdeel 11 vasthouden, waardoor verschuiving van de ladderdelen 11, 12 ten opzichte van elkaar verhinderd wordt. Fig. 16 toont een doorsnede van deze situatie.11 is moved upwards by a certain distance above the rung 14 of the lower ladder part 11 and the upper ladder part 12 is then lowered, a situation is obtained which is comparable to the situation shown in fig. 7, wherein the pins 43 of the hook 40 are in the straight slots 45 and 47. When the upper ladder part 12 is lowered further, the lower limit 37 of the ratchet leg 36 will abut the rung 14 of the lower ladder part 11, whereby the ratchet 44 can slide upwards. Fig. 14 shows a cross section of this situation. The sliding up of the pawl 44 continues during the lowering of the upper ladder part 12 until the pawl leg 36 falls between the opposite rungs 14 and 16 of the lower ladder part 11 and the upper ladder part 12, respectively. Then, the situation shown in Fig. 15 is obtained, which is comparable to the situation of Fig. 8 with the hook 40 and the pawl 44 in the sports holding tooth, the rear hook bone 6 of the hook 40 and the lower part of the ratchet leg 36 hold the rung 14 of the lower ladder part 11, thereby preventing the ladder parts 11, 12 from shifting relative to each other. Fig. 16 shows a cross section of this situation.

Voor het ontkoppelen van de ladderdelen 11, 12 uit de in de fig. 15 en 16 getoonde sportvasthoudstand van de haak 40 en de pal 44 is het voldoende de pal 44 omhoog te schuiven, waardoor een situatie verkregen wordt die vergelijkbaar is met de in fig. 4 getoonde situatie, waarbij het bovenste ladderdeel 12 ten opzichte van het onderste ladderdeel 11 omhoog geschoven kan worden.To uncouple the ladder parts 11, 12 from the sport holding position of the hook 40 and the catch 44 shown in Figs. 15 and 16, it is sufficient to slide up the catch 44, so that a situation comparable to that shown in Fig. 4, in which the upper ladder part 12 can be pushed up relative to the lower ladder part 11.

De in fig. 9 getoonde haak 40 met de borgpal 44 volgens de uitvinding heeft ten opzichte van de in fig. 5 getoonde haak 30 met de borgpal 34 volgens de uitvinding als voordeel dat de pal 44 minder materiaal dan de pal 34 heeft, de pal 44 niet wezenlijk boven het basisgedeelte 41 van de haak 40 uitsteekt en alleen voor het ontkoppelen uit de in de fig. 15 en 16 getoonde sportvasthoudstand bediening door een gebruiker nodig is.The hook 40 with the locking catch 44 according to the invention shown in Fig. 9 has the advantage over the hook 30 with the locking catch 34 according to the invention shown in Fig. 5 that the catch 44 has less material than the catch 34, the catch 44 does not project substantially above the base portion 41 of the hook 40 and is only required to be released from the sport holding position shown in FIGS. 15 and 16 by a user.

Fig. 17 toont een andere uitvoeringsvorm van een haak 50 volgens de uitvinding met een basisgedeelte 51 en een borgpal 54. De haak 50 verschilt van de in fig. 9 getoonde haak 40 met de pal 44 doordat de pal 54 sleuven 55, 56 heeft, die in hoofdzaak gelijk zijn aan de sleuven 45, 46 van de pal 44 van fig. 9, maar die aan de zijde van het voorste haakbeen 7 in een haakvorm eindigende verlengingen 57 respektievelijk 58 hebben. Wanneer de pal 54 verschoven wordt naar een stand ten opzichte van de haak 50 waarbij de stiften 43 zich in de verlengingen 57, 58 bevinden, zoals de in fig. 17 getoonde stand, is de pal 54 buiten bedrijf gesteld, dat wil zeggen dat het palbeen 36 ervan niet op of gedeeltelijk onder een sport 14 van het onderste ladderdeel 11 kan geraken, zodat de haak 50 functioneert als de haak 1.Fig. 17 shows another embodiment of a hook 50 according to the invention with a base portion 51 and a retaining catch 54. The hook 50 differs from the hook 40 shown in FIG. 9 with the catch 44 in that the catch 54 has slots 55, 56 which are substantially the same as the slots 45, 46 of the pawl 44 of FIG. 9, but which have extensions 57 and 58, respectively, on the side of the front hook bone 7 in a hook shape. When the pawl 54 is shifted to a position relative to the hook 50 with the pins 43 located in the extensions 57, 58, such as the position shown in Fig. 17, the pawl 54 is out of service, i.e. detent leg 36 thereof cannot get on or partly under a rung 14 of the lower ladder part 11, so that the hook 50 functions as the hook 1.

Fig. 18 toont een aanzicht van weer een andere uitvoeringsvorm van een haak 60 volgens de uitvinding met basisgedeelte 61 en een borgpal 64 met sleuven 65, 66 met een funktie als van de sleuven 45, 46 van de haak 40 met de pal 44 van fig. 9 maar met vertakkingen 67, 68 aan de zijde van het achterste haakbeen 6, waarmee de pal 64 in een buiten-bedrijfstand geplaatst kan worden, zodat de haak 60 functioneert als de haak 1.Fig. 18 shows a view of yet another embodiment of a hook 60 according to the invention with base portion 61 and a retaining catch 64 with slots 65, 66 having a function as of the slots 45, 46 of hook 40 with catch 44 of FIG. 9 but with branches 67, 68 on the rear hook bone 6 side, with which the detent 64 can be placed in an out-of-service position, so that the hook 60 functions as the hook 1.

Hoewel in de fig. de ladderdelen 11, 12 van de ladder 10 steeds op dezelfde afstand van elkaar getoond zijn, kan deze afstand afhankelijk van de breedte en vorm van de profielen van de ladderdelen 11, 12 ten opzichte van de sporten 14 respektievelijk 16 ervan in situaties waarin de haak niet in de hangstand is, in het bijzonder tijdens het verschuiven van de ladderdelen 11, 12 met de haak in de sportpasseerstand, groter zijn dan getoond.Although in the figure the ladder parts 11, 12 of the ladder 10 are always shown at the same distance from each other, this distance can depend on the width and shape of the profiles of the ladder parts 11, 12 relative to the rungs 14 and 16, respectively. in situations where the hook is not in the hanging position, in particular during the sliding of the ladder parts 11, 12 with the hook in the sport passing position, are larger than shown.

Bij de haak 30, 40, 50, 60 van de figuren 5 t/m 18 volgens de uitvinding kan het voorste been 7 eventueel weggelaten zijn, waarbij eventueel een bedieningsstang, zoals de stang 22 aan het basisgedeelte 31, 41, 51, 61 van de haak bevestigd is, terwijl de haak dan toch geschikt is voor het bereiken van de in de fig. 8, 15 en 16 getoonde sportvasthoudstand.At the hook 30, 40, 50, 60 of figures 5 to 18 according to the invention, the front leg 7 can optionally be omitted, optionally with an operating rod, such as the rod 22 on the base part 31, 41, 51, 61 of the hook is attached, while the hook is still suitable for achieving the sport holding position shown in Figs. 8, 15 and 16.

Fig. 19 toont een doorsnede van een rechtergedeelte van een ladder 70 bestaande uit een onderste ladderdeel 71 en een bovenste ladderdeel 72. Het onderste ladderdeel bestaat uit twee evenwijdige staanders, zoals staander 73 met daartussen sporten, zoals de sport 74. Het bovenste ladderdeel 72 bestaat uit twee evenwijdige staanders, zoals de staander 75 met daartussen sporten, zoals de sport 76. De staanders 73, 75 van de onderste en bovenste ladderdelen 71, 72 grijpen niet in elkaar, zoals wel het geval was bij de ladder 10 van de hiervoor toegelichte figuren. De staanders 73, 75 bestaan bijvoorbeeld uit buizen. De ladderdelen 71, 72 zijn op bekende wijze aan elkaar gekoppeld door middel van klampen (niet getoond) in het bovenste gedeelte van het onderste ladderdeel 71. Hierdoor zijn de ladderdelen 71, 72 tegenover elkaar in plaats van in elkaar verschuifbaar.Fig. 19 shows a section of a right-hand section of a ladder 70 consisting of a lower ladder section 71 and an upper ladder section 72. The lower ladder section consists of two parallel uprights, such as upright 73, with rungs such as rung 74 between them. The upper ladder section 72 consists of two parallel uprights, such as the upright 75 with rungs therebetween, such as the rung 76. The uprights 73, 75 of the lower and upper ladder parts 71, 72 do not interlock, as was the case with the ladder 10 of the figures explained above . The uprights 73, 75 consist, for example, of tubes. The ladder parts 71, 72 are coupled in known manner by means of cleats (not shown) in the upper part of the lower ladder part 71. As a result, the ladder parts 71, 72 are displaceable opposite each other instead of in each other.

Een haak 80 met een lijf 81 is door middel van niet getoonde middelen, bijvoorbeeld nagels, onbeweeglijk aan het bovenste ladderdeel 72 bevestigd. De haak 80 heeft een neerhangend achterste been 82 met dezelfde functie als het achterste been 6 van de eerder toegelichte haken. Tot zover is de haak 80 een bekende, onbeweeglijke haak voor het aan een sport 74 van het onderste ladderdeel 71 ophangen van het bovenste ladderdeel 72. Volgens de uitvinding heeft de haak 80 echter nagels 83 met ongeveer dezelfde positie en met dezelfde functie als de nagels 33 en 43 van de figuren 5 t/m 18. Tegenover het lijf 81 van de haak 80 bevindt zich een borgpal 84 met dezelfde functie als de hiervoor toegelichte borgpallen 34, 44, 54, 64 en met tenminste één langwerpige sleuf 85 met dezelfde functie als de langwerpige sleuf 35 van de borgpal 34 van de figuren 5 t/m 8.A hook 80 with a body 81 is fixed to the upper ladder part 72 by means of means (not shown), for example nails. The hook 80 has a drooping rear leg 82 with the same function as the rear leg 6 of the previously explained hooks. Thus far, the hook 80 is a known, immovable hook for suspending the upper ladder part 72 from a rung 74 of the lower ladder part 71. However, according to the invention, the hook 80 has nails 83 with approximately the same position and with the same function as the nails 33 and 43 of Figures 5 to 18. Opposite the body 81 of the hook 80 there is a locking catch 84 with the same function as the previously described locking catches 34, 44, 54, 64 and with at least one elongated slot 85 with the same function as the elongated slot 35 of the retaining catch 34 of Figures 5 to 8.

Fig. 19 toont het laddergedeelte in een sportpasseer-stand, waarbij de ladderdelen 71, 72 op een zodanige afstand van elkaar gehouden worden dat de ladderdelen 71, 72 ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn met de haak 80 uit een relatieve verplaatsingsweg van de sporten 74 van het onderste ladderdeel 71. In de in fig. 19 getoonde sportpasseerstand is de borgpal 84 door het eigen gewicht ervan geheel naar beneden geschoven.Fig. 19 shows the ladder section in a sport passing position, the ladder sections 71, 72 being spaced apart such that the ladder sections 71, 72 are slid relative to each other with the hook 80 out of a relative travel path of the rungs 74 of the lower ladder part 71. In the sport passing position shown in Fig. 19, the retaining catch 84 is pushed down completely by its own weight.

Fig. 20 toont een situatie waarbij de ladderdelen 71, 72 tegen elkaar, of bijna tegen elkaar, geplaatst zijn en een onder begrenzing 37 van de pal 84 op de bovenkant van een sport 74 van het onderste ladderdeel 71 stoot. Wanneer men vanuit deze situatie het bovenste ladderdeel 72 laat zakken zal de pal 84 schuin omhoog schuiven totdat de sport 74 tussen het been 82 van de haak 80 en de onderrand 37 van de pal 84 kan passeren, waarna de pal 84 door het eigen gewicht ervan schuin naar beneden schuift tot gedeeltelijk onder de sport 74 van het onderste ladderdeel 71. Hierdoor wordt een in fig. 21 getoonde sportvasthoudstand bereikt, waarna de ladderdelen 71, 72 niet meer ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn tenzij eerste de pal 84 schuin omhoog van onder de sport 74 geschoven wordt.Fig. 20 shows a situation where the ladder parts 71, 72 are placed against each other, or almost against each other, and a lower bound 37 of the catch 84 abuts the top of a rung 74 of the lower ladder part 71. When the upper ladder part 72 is lowered from this situation, the ratchet 84 will slide upwards until the rung 74 can pass between the leg 82 of the hook 80 and the bottom edge 37 of the ratchet 84, after which the ratchet 84 by its own weight slants downwards to partially below the rung 74 of the lower ladder part 71. This achieves a rung holding position shown in Fig. 21, after which the ladder parts 71, 72 are no longer slid relative to each other unless first the ratchet 84 is slanted up from below the rung 74 is pushed.

Fig. 22 toont een doorsnede door sporten van een gedeelte van een ladder 70 als getoond in de figuur 19 t/m 21 in een hangstand. Het in fig. 22 getoonde laddergedeelte omvat een haak 90 met een lijf 91 en een been 82, die identiek zijn aan de haak 80 met het lijf 81 en het been 82 van figuren 19 t/m 21. De haak 90 heeft echter een borgpal 94 met een andere uitvoeringsvorm. De pal 94 heeft ten minste één rechte sleuf 95 met dezelfde positie en dezelfde functie als de sleuf 85 van de pal 84. Het bovenste gedeelte van de sleuf 95 heeft echter een gekromde vertakkingssleuf 96. Door de aanwezigheid van de vertakkingssleuf 96 kan de pal 94 in een in fig. 22 getoonde buiten-bedrijf stand geplaatst worden, waardoor de haak 90 nog wel in een hangstand geplaatst kan worden maar de pal 94 in een stand is waarbij het het bereiken van de sportvasthoudstand verhindert.Fig. 22 shows a section through rungs of a portion of a ladder 70 as shown in FIGS. 19 to 21 in a hanging position. The ladder portion shown in Fig. 22 includes a hook 90 with a web 91 and a leg 82, which are identical to the hook 80 with the web 81 and the leg 82 of Figs. 19-21. However, the hook 90 has a locking catch 94 with another embodiment. The pawl 94 has at least one straight slot 95 with the same position and function as the slot 85 of the pawl 84. However, the top portion of the slot 95 has a curved branching slot 96. Due to the presence of the branching slot 96, the pawl 94 be placed in a non-operating position shown in Fig. 22, whereby the hook 90 can still be placed in a hanging position, but the catch 94 is in a position in which it prevents reaching the sport holding position.

Fig. 23 toont een doorsnede die identiek aan de doorsnede van fig. 22 met een haak 100 met een lijf 101 en een onderste neerhangend been 82, die identiek zijn aan de haak 80, 90 met het lijf 81, 91 en het been 82 van de figuren 19 t/m 22. De haak 100 heeft echter een borgpal 104 met een andere uitvoeringsvorm. De borgpal 104 heeft tenminste één langwerpige sleuf 105 met ongeveer dezelfde positie en met dezelfde functie als de langwerpige sleuf 85, 95 van de figuren 19 t/m 22. Het onderste gedeelte van de langwerpige sleuf 105 heeft echter een gekromde vertakkingssleuf 106. Door de aanwezigheid van de vertakkingssleuf 106 kan de pal 104 in een in fig. 23 getoonde buiten-bedrijfstand geplaatst worden.Fig. 23 shows a section identical to the section of fig. 22 with a hook 100 with a body 101 and a lower hanging leg 82, which are identical to the hook 80, 90 with the body 81, 91 and the leg 82 of the figures. 19 to 22. However, the hook 100 has a retaining catch 104 with another embodiment. The retaining latch 104 has at least one elongated slot 105 of approximately the same position and having the same function as the elongated slot 85, 95 of Figures 19 to 22. However, the lower portion of the elongated slot 105 has a curved branching slot 106. Due to the In the presence of the branching slot 106, the pawl 104 can be placed in a non-operating position shown in Fig. 23.

Een ladder 10 volgens de uitvinding kan een enkele haak 30, 40, 50, 60, 80, 90, 100 volgens de uitvinding, eventueel tegenover een bekende haak, of twee haken 30, 40, 50, 60, 80, 90, 100 volgens de uitvinding tegenover elkaar hebben.A ladder 10 according to the invention can have a single hook 30, 40, 50, 60, 80, 90, 100 according to the invention, optionally opposite a known hook, or two hooks 30, 40, 50, 60, 80, 90, 100 according to contrast the invention.

Binnen het kader van de uitvinding zijn verschillende wijzigingen mogelijk. Rechte sleuven op één lijn, bijvoorbeeld van de sleufparen 45 en 47, 55 en 56 respectievelijk 65 en 66 van de pallen 44, 54 respectievelijk 64 van de figuren 9, 17 respectievelijk 18, kunnen gedeelten van een enkele rechte sleuf zijn, en omgekeerd, bijvoorbeeld met betrekking tot de rechte sleuven 35, 85, 95 respectievelijk 105 van de pallen 34, 84, 94 respectievelijk 104 van de figuren 5, 20, 22 respectievelijk 23. Ook kunnen andere geleidemiddelen dan sleuf-stiftparen gebruikt worden.Various modifications are possible within the scope of the invention. Straight slots in line, for example, of the slot pairs 45 and 47, 55 and 56 and 65 and 66 of the pawls 44, 54 and 64 of Figures 9, 17 and 18, respectively, may be portions of a single straight slot, and vice versa, for example, with regard to the straight slots 35, 85, 95 and 105 respectively of the pawls 34, 84, 94 and 104 of Figures 5, 20, 22 and 23, respectively. Guide means other than slot-pin pairs can also be used.

Claims (10)

1. Ladder (10, 70), bestaande uit een onderste ladderdeel (11, 71) en een gedeeltelijk tot boven het onderste ladderdeel (11, 71) te schuiven bovenste ladderdeel (12, 72), waarbij de ladderdelen (11, 12, 71, 72) elk twee staanders (13, 15, 73, 75) en sporten (14, 16, 74, 76) tussen de staanders (13, 15, 73, 75) omvatten, een haak (30, 40, 50, 60, 80, 90, 100) met een neerhangend achterste been (6, 82), achterste gezien van het bovenste ladderdeel (12, 72) naar het onderste ladderdeel (11, 71), aan een staander (15, 75) van het bovenste ladderdeel (12, 72) bevestigd is, waarbij in een sportpasseerstand van de haak (30, 40, 50, 60, 90, 90, 100) ten opzichte van de ladderdelen (11, 12, 71, 72) de ladderdelen (11, 12, 71, 72) ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn met de haak uit een relatieve verplaatsingsweg van de sporten (14, 74) van het onderste ladderdeel (11, 71) ten opzichte van het bovenste ladderdeel (12, 72), en in een hangstand van de haak (30, 40, 50, 60, 80, 90, 100) het been (6, 82) over een sport (14, 74) van het onderste ladderdeel (11, 71) haakt voor het daarbij aan de gehaakte sport (14, 74) van het onderste ladderdeel (11, 71) ophangen van het bovenste ladderdeel (12, 72), met het kenmerk dat de haak (30, 40, 50, 60, 80, 90, 100) voorzien is van een neerhangende pal (34, 44, 54, 64, 84, 94, 104), die schuin ten opzichte van het been (6, 82) van de haak (30, 40, 50, 60, 80, 90, 100) verplaatsbaar is tussen een hoge positie en een lage positie, waarbij in de hangstand en met de pal (34, 44, 54, 64, 84, 94, 104) in de lage positie een onderste gedeelte van de pal (34, 44, 54, 64, 94) zich onder de gehaakte sport (14, 74) bevindt en samen met het achterste been (6, 82) de gehaakte sport (14, 74) vasthoudt.Ladder (10, 70), consisting of a bottom ladder part (11, 71) and a top ladder part (12, 72) which can be slid partially above the bottom ladder part (11, 71), the ladder parts (11, 12, 71, 72) each include two uprights (13, 15, 73, 75) and rungs (14, 16, 74, 76) between the uprights (13, 15, 73, 75), a hook (30, 40, 50, 60, 80, 90, 100) with a drop-down rear leg (6, 82), seen rearward from the upper ladder section (12, 72) to the lower ladder section (11, 71), on an upright (15, 75) of the upper ladder part (12, 72) is attached, whereby in a sport passing position of the hook (30, 40, 50, 60, 90, 90, 100) relative to the ladder parts (11, 12, 71, 72) the ladder parts (11 , 12, 71, 72) are slidable with respect to each other with the hook out of a relative displacement path of the rungs (14, 74) of the bottom ladder part (11, 71) relative to the top ladder part (12, 72), and in a hanging position from the hook (30, 40, 50, 60, 80, 90, 100) hey the leg (6, 82) hooks over a rung (14, 74) of the lower ladder section (11, 71), thereby hanging the upper ladder section (11, 71) of the upper ladder section (11, 71) on the hooked rung ladder part (12, 72), characterized in that the hook (30, 40, 50, 60, 80, 90, 100) is provided with a hanging catch (34, 44, 54, 64, 84, 94, 104), which is movable obliquely to the leg (6, 82) of the hook (30, 40, 50, 60, 80, 90, 100) between a high position and a low position, in the hanging position and with the catch ( 34, 44, 54, 64, 84, 94, 104) in the low position, a lower part of the catch (34, 44, 54, 64, 94) is below the crocheted rung (14, 74) and together with the rear leg (6, 82) holds the crocheted rung (14, 74). 2. Ladder (10) volgens conclusie 1, waarbij de haak (30, 40, 50, 60} draaibaar is om een as, die zich in hoofdzaak evenwijdig aan de sporten (14, 16) uitstrekt, met het kenmerk dat de schuine verplaatsingsweg voldoende lang is om in de hoge positie van de pal (34) de haak (30) in de sportpasseerstand ervan te kunnen draaien.Ladder (10) according to claim 1, wherein the hook (30, 40, 50, 60} is rotatable about an axis extending substantially parallel to the rungs (14, 16), characterized in that the inclined path of travel is long enough to allow the hook (30) to rotate to its sport-passing position in the high position of the pawl (34). 3. Ladder (10) volgens conclusie 1, waarbij de haak (30, 40, 50, 60) draaibaar is om een as, die zich in hoofdzaak evenwijdig aan de sporten (14, 16) uitstrekt, met het kenmerk dat de pal (44, 54, 64) in de lage positie ervan draaibaar is om een as die in hoofdzaak evenwijdig aan de sporten (14, 16) is om de haak (40, 50, 60) naar en uit de sportpasseerstand ervan te kunnen draaien.Ladder (10) according to claim 1, wherein the hook (30, 40, 50, 60) is rotatable about an axis, which extends substantially parallel to the rungs (14, 16), characterized in that the catch ( 44, 54, 64) is rotatable in its low position about an axis which is substantially parallel to the rungs (14, 16) for pivoting the hook (40, 50, 60) in and out of its sport passing position. 4. Ladder (10) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de pal (44, 54, 64) in de onderste positie ervan vanuit de schuine schuifweg naar het haakbeen (6) draaibaar is.Ladder (10) according to claim 3, characterized in that the catch (44, 54, 64) is rotatable in its lower position from the oblique sliding path to the hook leg (6). 5. Ladder (10) volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat de haak (40, 50, 60) en de pal (44, 54, 64) voorzien zijn van een eerste paar van een geleidingssleuf (45, 55, 65) en een volgorgaan (43) en een tweede paar van een geleidingssleuf (46, 56, 66) en een volgorgaan (43) onder het eerste paar, waarbij rechte gedeelten (45, 47; 55, 57; 65, 67) van de sleuven zich in hoofdzaak op één lijn bevinden en de schuine verplaatsingsweg van de pal (44, 54, 64) bepalen, en vanuit een hoge plaats van het rechte gedeelte (47, 57, 67) van de sleuf (46, 56, 66) van het onderste paar een gebogen sleufgedeelte uitgaat met het bovenste volgorgaan (43) als het middelpunt van de boog voor het om het bovenste volgorgaan (43) kunnen draaien van de pal (44, 54, 64).Ladder (10) according to claim 3 or 4, characterized in that the hook (40, 50, 60) and the catch (44, 54, 64) are provided with a first pair of a guide slot (45, 55, 65 ) and a follower (43) and a second pair of a guide slot (46, 56, 66) and a follower (43) below the first pair, with straight sections (45, 47; 55, 57; 65, 67) of the slots are substantially aligned and define the oblique path of movement of the pawl (44, 54, 64), and from a high position of the straight portion (47, 57, 67) of the slot (46, 56, 66) the bottom pair emanates a curved slot portion with the top follower (43) as the center of the arc for the pawl (44, 54, 64) to rotate about the top follower (43). 6. Ladder (10) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de pal (44, 54, 64) in de onderste positie ervan zich zo ver naar beneden uitstrekt dat bij het zakken van het bovenste ladderdeel (12) een onderbegrenzing (37) van de pal (44, 54, 64) op een sport (14) van het onderste ladderdeel (11) stoot en de pal (44, 54, 64) bij verder zakken van het bovenste ladderdeel (12) volgens de schuine ver- plaatsingsweg ten opzichte van de haak (40, 50, 60) omhoog schuift tot een positie waarin de haak (40, 50, 60) naar beneden tot in de hangstand ervan kan draaien en de pal (40, 50, 60) vervolgens naar beneden kan zakken voor het vasthouden van de gehaakte sport (14).Ladder (10) according to claim 5, characterized in that the catch (44, 54, 64) in its lower position extends so far downwards that when the upper ladder part (12) is lowered, a lower limit (37) the catch (44, 54, 64) against a rung (14) of the bottom ladder part (11) and the catch (44, 54, 64) when the top ladder part (12) drops further along the inclined displacement path with respect to the hook (40, 50, 60) slides up to a position where the hook (40, 50, 60) can rotate down to its hanging position and the catch (40, 50, 60) can then be lowered pockets for holding the crocheted rung (14). 7. Ladder (10, 70) volgens een van de voorgaande conclusies, net het kenmerk dat de haak (30, 40, 50, 60, 80, 90, 100) en de pal (34, 44, 54, 64, 84, 94, 104) voorzien zijn van één of meer paren van elk een geleidingssleuf (35, 45, 46, 55, 56, 65, 66, 85, 95, 105) en een in de sleuf grijpend volgorgaan (33, 43, 83) van de haak (30, 40, 50, 60, 80, 90, 100) en de pal (34, 44, 54, 64, 84, 94, 104).Ladder (10, 70) according to any one of the preceding claims, characterized in that the hook (30, 40, 50, 60, 80, 90, 100) and the catch (34, 44, 54, 64, 84, 94, 104) are provided with one or more pairs each of a guide slot (35, 45, 46, 55, 56, 65, 66, 85, 95, 105) and a slot engaging member (33, 43, 83) of the hook (30, 40, 50, 60, 80, 90, 100) and the catch (34, 44, 54, 64, 84, 94, 104). 8. Ladder (10, 70) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een onderste begrenzing (37) van de pal (34, 44, 54, 64, 84, 94, 104) in een richting naar het bovenste ladderdeel (12, 72) naar beneden afloopt.Ladder (10, 70) according to any one of the preceding claims, characterized in that a lower boundary (37) of the catch (34, 44, 54, 64, 84, 94, 104) in a direction towards the upper ladder part (12, 72) slopes down. 9. Ladder (10, 70) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de haak (30, 40, 50, 60, 80, 90, 100) en de pal (34, 44, 54, 64, 84, 94, 104) middelen hebben voor het in een buiten-gebruik-stand houden van de pal.Ladder (10, 70) according to any one of the preceding claims, characterized in that the hook (30, 40, 50, 60, 80, 90, 100) and the catch (34, 44, 54, 64, 84, 94, 104) have means for holding the detent out of use. 10. Ladder (10, 70) volgens conclusie 7 en 9, met het kenmerk dat de middelen voor het in een buiten-gebruik-stand houden van de pal (34, 44, 84, 94, 104) gekromde verlengingen (57, 58) of vertakkingen (67, 68, 96, 106) van sleuven (55, 56, 65, 66, 95, 105) zijn.Ladder (10, 70) according to claims 7 and 9, characterized in that the means for holding the pawl (34, 44, 84, 94, 104) in an out-of-use position have curved extensions (57, 58 ) or branches (67, 68, 96, 106) of slots (55, 56, 65, 66, 95, 105).
NL9400348A 1994-03-07 1994-03-07 Ladder, consisting of sliding ladder parts with a ladder part suspension hook. NL9400348A (en)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400348A NL9400348A (en) 1994-03-07 1994-03-07 Ladder, consisting of sliding ladder parts with a ladder part suspension hook.
BE9500192A BE1008766A3 (en) 1994-03-07 1995-03-06 Ladder comprising sliding ladder parts with a ladder part hook.
DE1995107851 DE19507851A1 (en) 1994-03-07 1995-03-07 Ladder with lock having disabled position

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400348A NL9400348A (en) 1994-03-07 1994-03-07 Ladder, consisting of sliding ladder parts with a ladder part suspension hook.
NL9400348 1994-03-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9400348A true NL9400348A (en) 1995-10-02

Family

ID=19863911

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9400348A NL9400348A (en) 1994-03-07 1994-03-07 Ladder, consisting of sliding ladder parts with a ladder part suspension hook.

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE1008766A3 (en)
DE (1) DE19507851A1 (en)
NL (1) NL9400348A (en)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2914683B1 (en) * 2007-04-06 2012-12-14 Duarib "TELESCOPIC SCALE ACTUATED BY A RIGID BAR"
FR2957967B1 (en) * 2010-03-25 2021-03-05 Tubesca ELEVATOR FOR LADDER, FOOTBOARD OR WORK PLATFORM
FR3012841B1 (en) * 2013-11-04 2016-11-25 Tubesca Comabi ADJUSTABLE HEIGHT ACCESS DEVICE
CA3126528A1 (en) * 2020-07-30 2022-01-30 Werner Co. Climbing product having an extendable section lock assembly, and methods for using and producing a climbing product

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB191307973A (en) * 1913-04-04 1913-07-17 Edwin Thurnham Palmer Improvements in Extension Ladders.
US3565211A (en) * 1969-11-24 1971-02-23 Larson Mfg Inc Extension ladder rung lock
FR2580719A1 (en) * 1985-04-23 1986-10-24 Philipp Dieterle Extension ladder

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB191307973A (en) * 1913-04-04 1913-07-17 Edwin Thurnham Palmer Improvements in Extension Ladders.
US3565211A (en) * 1969-11-24 1971-02-23 Larson Mfg Inc Extension ladder rung lock
FR2580719A1 (en) * 1985-04-23 1986-10-24 Philipp Dieterle Extension ladder

Also Published As

Publication number Publication date
BE1008766A3 (en) 1996-08-06
DE19507851A1 (en) 1995-09-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1012755C2 (en) Stroller with detachable auxiliary seat.
US4667773A (en) Portable tree stand
US6098998A (en) Shopping cart with child seat
US4274172A (en) Ramps
US4542874A (en) Bracket for a work platform
US4415202A (en) Wheelchair elevating apparatus enabling a user to lift himself from the floor to a wheelchair seat
EP0483042A1 (en) Folding chassis for babies' pushchairs
SE439465B (en) SLIDE CONTROL FOR THE VEHICLE SEAT
US6348005B1 (en) Swing assembly with convertible seat
US2470053A (en) Convertible stepladder
NL9400348A (en) Ladder, consisting of sliding ladder parts with a ladder part suspension hook.
US9139405B2 (en) Fork-mounted fork truck boom apparatus
US5211410A (en) Hingeable baby seat backrest for shopping cart
DE2837665A1 (en) ARMCHAIR
US3768594A (en) Gravity lock for extension ladders
US6343838B1 (en) Reclinable swing chair
US3866714A (en) Convertible ladder
US2973869A (en) Baggage rack
DE4419335A1 (en) Vehicle seat for two=door vehicles
AU8338187A (en) Ladder
US3132896A (en) Infant's car seat
AU2003214785B2 (en) Compact folding chair
NL1002573C2 (en) Coupling device and coupling assembly.
NL8303865A (en) Lattice holder, in particular for display racks E.D.
US3185526A (en) Seat brace

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable