NL9400126A - Opslag- en doseerinrichting voor smeerbare vloeistof, zoals inkt. - Google Patents

Description

Opslag- en doseerinrichting voor smeerbare vloeistof, zoals inkt

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opslaan en gedoseerd afgeven van een smeerbare vloeistof zoals inkt, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een gesloten huis van willekeurige vorm met bodem, daarop aansluitende zijwand en bovenwand voorzien van een met een kap afsluitbare opening, en een in het huis te steken uitstrijkorgaan, zoals een smeerkwast.

Een dergelijke inrichting is veelvuldig in de vorm van relatief kleine flacons, welke met de hand worden vastgehouden, en waarbij een smeerkwast in de inhoud van de flacon is te steken, waarna de kwast kan worden gebruikt om bijv. getypte tekst te kunnen bedekken met de inkt zodat correctie kan plaatsvinden. Aangezien de inkt vervluchtig-baar is, dient de opening waardoorheen de smeerkwast kan worden gestoken, te worden afgesloten na gebruikt door middel van de kap. In de bekende uitvoeringsvorm is de kap met de smeerkwast vast verbonden.

De uitvinding beoogt de voornoemde inrichting te verbeteren, zodanig dat de flacon op meer dan één wijze is te gebruiken.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat de opening een buiten het huis uitstekend, stiftvormig uitsmeerorgaan draagt, waarover de kap plaatsbaar is.

Dankzij de toepassing van een extra uitsmeerorgaan, dat normaal buiten de flacon of het huis uitsteekt, is het nu mogelijk om de inkt via de smeerstift op bijv. getypte tekst aan te brengen. Hiermee kan het doseren nauwkeuriger plaatsvinden alsmede het plaatsen van de inkt op de gewenste plek van het papier.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm wordt de stift alsmede de smeerkwast tot één orgaan verenigd, waartoe zij op een gemeenschappelijke drager zijn bevestigd. In dit geval heeft de flacon slechts één opening en kan door het verwijderen van de kap hetzij de stift worden gebruikt, en door het verwijderen van stift en smeerkwast samen, de kwast zelf.

In een andere uitvoeringsvorm heeft het huis of de flacon een tweetal openingen, waarbij de ene opening is voorzien van de uitstekende stift, en de andere opening dient voor het opnemen van de smeerkwast.

Volgens een verdere ontwikkeling is de opening voor de smeerkwast zodanig aangebracht, dat de kwast zelve in de ingestoken stand, ongeveer loodrecht onder de eerste opening met de smeerstift ligt indien het huis rechtop staat. Dit biedt het voordeel dat ook bij bijna lege flacon de kwast nog steeds in aanraking kan worden gebracht met de daarin aanwezige inkt. Bovendien kan zelfs bij geopende tweede opening voor de smeerkwast, toch de stift worden gebruikt dankzij de gunstige ligging, zonder dat inkt uit de tweede opening stroomt.

Het verdient de voorkeur om volgens de uitvinding de het smeerorgaan afdekkende kap een venster te geven, waardoor voor de gebruiker de gewenste kap kan worden verwijderd.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een tekening van een aantal uitvoeringsvoorbeelden. In de tekening toont: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de opslag- en doseerinrichting volgens de uitvinding, fig. 2 een staande langsdoorsnede van de inrichting uit fig. 1, fig. 3 de staande langsdoorsnede van fig. 2 in de gebruiksstand van de stift, fig. 4 een perspectivisch bovenaanzicht overeenkomstig die van fig. 1 van een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, fig. 5 een met fig. 2 overeenkomende, staande doorsnede van de tweede uitvoeringsvorm, fig. 6 een met fig. 5 overeenkomende, staande doorsnede, waarbij de kap is afgenomen voor de toepassing van de smeerkwast, fig. 7 een met fig. 5 overeenkomende, staande dwarsdoorsnede in de tweede gebruiksstand met de smeerstift.

In de figuren zijn met dezelfde cijfers dezelfde onderdelen van de inrichting weergegeven.

De inrichting volgens de figuren bestaat uit een gesloten huis 1 dat is voorzien van een dichte bodem 2, daarop aansluitende zijwanden 3, waarbij de bovenwand 4, welke boven de bodem is gelegen, in de uitvoeringsvorm volgens fig. l t/m 3 getrapt is uitgevoerd. Het hoger gelegen gedeelte 4' van de bovenwand is uitgevoerd met een opening 5, waarvan de omtrek is gevormd door een naar boven uitstekend halsgedeelte 6, zie fig. 2.

Op deze hals 6 van de opening 5 is een naar boven toe versmallend gevormd spuitgietstuk 7 geplaatst, dat een stiftvormig uitsmeerorgaan 8 draagt. Het deel 7 is uitgevoerd met een ringvormig kanaal aan de onderzijde daarvan, een en ander zodanig dat dit kanaal de hals 6 van de opening 5 kan opnemen. Voor het verkrijgen van een klikverbinding is de hals uitgevoerd met een verdikking 9, die past in een kamer 10 van het deel 7.

In de getoonde uitvoeringsvorm is bovendien de buitenomtrek van het bovenwanddeel 4' getrapt uitgevoerd bij 11, en is het smalle opstaande gedeelte 12 daarvan eveneens uitgevoerd met een verdikking 13, welke past in een uitsparing van een omlaaggericht schortgedeelte 14 van het deel 7. Op deze wijze ontstaat een dubbele klikverbinding, voor het stevig bevestigen van het spuitgietstuk 7 op het huis 1 van de inrichting.

Op een op zichzelf bekende wijze is de uitsmeer-stift 8 geplaatst op het spuitgietstuk 7, waartoe een indrukbare stift 15, welke door een veer 16 tot in de huls van de uitsmeerstift 8 wordt voorbelast, in verbinding via het kanaal 17 in het bovenste gedeelte van het spuitgietstuk 7 met de holle ruimte 18 van het spuitgietstuk, die aan de onderzijde aansluit op de inwendige ruimte van het huis 1.

Opgemerkt wordt, dat een kap 20 over het spuit-gietstuk 7 kan worden geplaatst, welke kap is uitgevoerd met een buitendeel 21 en een binnendeel 22. Het binnendeel 22 heeft een met het spuitgietstuk 7 samenwerkend vormgedeelte, waarbij een verdikking 23 is aangebracht voor het vormen van een klikverbinding met het deel 7. Het buitengedeelte 21 valt langs de buitenomtrek van het spuitgietstuk 7 en loopt in lijn over met het buitenwanddeel 3 van het huis 1.

Ten slotte wordt opgemerkt dat het kapgedeelte 20 een doorzichtig deel 24 heeft, waardoor het mogelijk is voor de gebruiker om via dit deel 24 de stift 15 waar te nemen.

In de getoonde uitvoeringsvorm van de figuren 1 t/m 3 is het bovenwandgedeelte 4 tevens uitgevoerd met een schouderdeel 4", dat een hoek insluit met het bovenste gedeelte 4' daarvan. In dit schoudergedeelte 4" is een tweede opening 30 aangebracht, waarin een inzetstuk 31 is geplaatst, dat een omlaagwijzend cilindrisch gedeelte heeft, alsmede een binnen dat cilindrische gedeelte aangebracht flexibel veergedeelte 32.

Bij de tweede opening in het schoudergedeelte 4" van het huis 1 is eveneens een schroefhals 33 aangebracht, waaromheen een schroefdop 34 door draaien te bevestigen is. De schroefdop 34 is uitgevoerd met een vast daaraan bevestigd voetgedeelte 35 van een steel 36 voor een smeerkwast 37.

Opgemerkt wordt, dat bij het losdraaien van de kap 34 de voet 35 wordt meegenomen en daarmee de kwast 37 uit het huis 1 kan worden verwijderd.

Ten slotte wordt opgemerkt, dat het huis 1 een mengkogel. 38 heeft, welke op bekende wijze los in het huis ervoor zorgt dat de vloeistof V in het huis blijft gemengd in de goede verhouding.

Ten slotte wordt opgemerkt, dat de zijwanden van het huis zijn uitgevoerd met ribbels 39, welke voor de gebruiker dienen als indicatie waar men moet drukken met de vingers om vloeistof via de smeerstift 15 uit het huis te verwijderen.

De uitvoeringsvorm volgens fig. 1 t/m 3 wordt als volgt gebruikt. Uitgaande van de stand in fig. 2 heeft de gebruiker de keuze om hetzij de smeerstift 15, hetzij de smeerkwast 37 te gebruiken.

In het eerste geval zal de gebruiker de dop 20 verwijderen, waardoor de smeerstift 15 vrijkomt, en hij kan het huis 1 zodanig verdraaien dat de smeerstift op het papier P in fig. 3 terechtkomt. Door het indrukken van de smeerstift 15 kan vloeistof uit het huis 1 via het kanaal 17 naar buiten stromen en op het papier P terechtkomen.

Bij het wegnemen van de smeerstift 15 van het papier P zal de vloeistofstroom automatisch worden gestopt, doordat de smeerstift 15 door middel van de veer 16 naar buiten wordt gedrukt, waardoor de uitstroomopening wordt afgesloten. Als tweede mogelijkheid kan de gebruiker de kwast 37 gebruiken, waartoe deze de dop 34 losdraait van de hals 33, waarbij de steel 36 met kwast 37 wordt meegenomen, zie fig. 1.

Het gebruik van de smeerkwast 37 als uitstrijk-orgaan wordt bekend verondersteld, en na gebruik kan de gebruiker de kwast weer terugplaatsen in het huis 1 in omgekeerde volgorde.

Opgemerkt wordt dat de stand van de steel 36 respectievelijk de kwast 37 zodanig is dat deze zich nagenoeg onder de hartlijn van de opening 5 bevindt. Daardoor zal de kwast 37 zo lang mogelijk in de vloeistof V van het huis verkeren als de vloeistof geleidelijk aan minder wordt na gebruik. Voorts wordt opgemerkt dat een goede dichting tussen de steel 36 en het inzetstuk 31 wordt verkregen dankzij de verende lippen 32. Deze verende lippen 32 hebben een tweede functie, namelijk het tegenhouden van de vloeistof V als de inrichting wordt gebruikt in de stand volgens fig. 3. Het is mogelijk dat de gebruiker vergeet de steel 36 met kwast 37 terug te plaatsen in het inzetstuk 31, waardoor mogelijk vloeistof via de tweede uitvoeropening uit het inzetstuk 32 kan wegstromen. Teneinde dit gevaar te verminderen is het verend orgaan 32 zodanig flexibel dat deze de opening nagenoeg afsluit.

Ten slotte wordt opgemerkt dat de kogel 38 vrij in het huis 1 beweegt, zodat deze de gewenste menging tot stand kan brengen.

De uitvoeringsvorm volgens de figuren 4 t/m 7 kent een dergelijk probleem niet, omdat het uitsmeerorgaan in de vorm van de kwast 37 van de steel 36 een integraal onderdeel vormt met het spuitgietstuk 7 van de smeerstift 15.

Het huis 1 is hier uitgevoerd met slechts een opening 5, waarin in de getoonde uitvoeringsvorm een inzet-stuk 40 is aangebracht. De opening 5 is uitgevoerd met een schroefhals 33, welke samenwerkt met de schroefgang 41 in het spuitgietstuk 7. Op het spuitgietstuk 7, die hier als gemeenschappelijke drager is uitgevoerd, kan een afdekkap 20 worden geplaatst door middel van bijvoorbeeld een zelfde klikverbinding 23 als toegepast in de voorgaand beschreven uitvoeringsvorm.

De drager 7 is hier aan de buitenzijde uitgevoerd met ribbels 42, hetgeen de hanteerbaarheid voor de gebruiker verhoogt bij het losschroeven daarvan.

Deze uitvoeringsvorm kent ook twee gebruiksstan-den, te weten de toepassing voor het gebruik van de smeerstift 15, waartoe de gebruiker slechts de kap 20 behoeft te verwijderen en de flacon 1 om te keren, zodat de stift 15 op het papier P kan worden geplaatst. Door het indrukken van de stift 15 wordt vloeistof via de kanalen 17 naar het papier geleid.

In de tweede gebruiksstand wordt de kap 20 op de drager 7 vastgehouden, maar wordt deze tezamen met de drager 7 losgeschroefd van de schroefhals 33, waardoor de steel 36 met kwast 37 uit het huis 1 kan worden uitgenomen, zie fig.

6, en op bekende wijze kan worden gebruikt voor het uitsmeren van de vloeistof V over het papier.

Ook deze uitvoeringsvorm kent een kogel 38 voor het mengen van de vloeistof.

Ook het huis 1 in deze uitvoeringsvorm is voorzien van ribbels 39 voor de gemakkelijke hanteerbaarheid en als indicatie waar de gebruiker met de vingers de huiswand 3 kan vervormen om de toevoer van vloeistof via de kanalen 17 te verhogen.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.

Claims (10)

1. Inrichting voor het opslaan en gedoseerd afgeven van een smeerbare vloeistof zoals inkt, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een gesloten huis van willekeurige vorm met bodem, daarop aansluitende zijwand en bovenwand voorzien van een met een kap afsluitbare opening, en een in het huis te steken uitstrijkorgaan, zoals een smeerkwast, met het kenmerk, dat de opening een buiten het huis uitstekend, stiftvormig uitsmeerorgaan draagt, waarover de kap plaatsbaar is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het uitsmeer- en uitstrijkorgaan aan een gemeenschappelijke op de opening te plaatsen drager zijn bevestigd.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de drager is voorzien van een schroefgang ,die samenwerkt met een schroefhals van het huis.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de kap op de drager bevestigbaar is.

5. Inrichting volgens conclusie l, met het kenmerk, dat een tweede opening in het huis is aangebracht voor het opnemen van het uitstrijkorgaan.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de opening zodanig ten opzichte van de eerste opening is geplaatst dat in de staande stand het vrije einde van het uitstrijkorgaan onder de eerste opening ligt.

7. Inrichting volgens conclusie 5 en 6, met het kenmerk, dat de tweede opening is voorzien ven een de schacht van het uitstrijkorgaan verend omsluitend element is aangebracht.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de het uitsmeerorgaan afdekkende kap een venster heeft.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het huis een losse kogel is ingebracht.

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het huis tenminste twee tegen over elkaar gelegen platte zijwanddelen heeft.