NL9400089A - Catheter met ballon. - Google Patents

Catheter met ballon. Download PDF

Info

Publication number
NL9400089A
NL9400089A NL9400089A NL9400089A NL9400089A NL 9400089 A NL9400089 A NL 9400089A NL 9400089 A NL9400089 A NL 9400089A NL 9400089 A NL9400089 A NL 9400089A NL 9400089 A NL9400089 A NL 9400089A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
catheter
lumen
basic body
balloon
inflatable body
Prior art date
Application number
NL9400089A
Other languages
English (en)
Inventor
Remco Linnewiel
Gerda Hendrika Maria Franssen
Original Assignee
Cordis Europ
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cordis Europ filed Critical Cordis Europ
Priority to NL9400089A priority Critical patent/NL9400089A/nl
Priority to EP94203340A priority patent/EP0664140A1/en
Priority to JP6318766A priority patent/JPH07213617A/ja
Publication of NL9400089A publication Critical patent/NL9400089A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M25/00Catheters; Hollow probes
    • A61M25/10Balloon catheters
    • A61M25/1006Balloons formed between concentric tubes

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Pulmonology (AREA)
  • Child & Adolescent Psychology (AREA)
  • Anesthesiology (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Hematology (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Media Introduction/Drainage Providing Device (AREA)

Description

CATHETER MET BALLON
De uitvinding heeft betrekking op een catheter met een ballon. Een dergelijke catheter omvat op gebruikelijke wijze een slangvormig basislichaam met ten minste twee lumina. Aan het distale einde is een opblaasbaar lichaam aangebracht dat verbonden is met een van de lumina. Via dit lumen kan het lichaam worden opgeblazen. Via het andere lumen kan bijvoorbeeld contrastvloeistof worden ingespoten, teneinde in een catheterlaboratorium de omgeving van het opblaasbaar lichaam in het lichaam van de patiënt zichtbaar te maken, teneinde dit goed te kunnen positioneren en de behandeling uit te kunnen voeren. Een andere uitvoeringsvorm van een dergelijke catheter is een geleidingscatheter met een occlusieballon. Het tweede lumen dient dan voor het geleiden van interventionele catheters. Door het opblazen van de occlusieballon wordt ter plekke een afsluiting van het bloedvat verkregen.
Het lumen voor het opblazen van de ballon moet een voldoende grootte hebben om daardoorheen het "opblaasmedium met een voldoende debiet te kunnen laten passeren. Het tweede lumen moet daarbij een bepaalde minimale diameter hebben voor het doorlaten van bijvoorbeeld de interventionele catheters. Door deze vereisten aan de effectieve doorsneden van de lumina worden grenzen gesteld aan de minimale diameter van het basislichaam. Desalniettemin is er een behoefte aan catheters van de genoemde soort met een steeds kleinere buitendiameter. In het bijzonder bestaat er een behoefte aan geleidingcatheters met een kleine buitendiameter en een grote binnendiameter.
De uitvinding beoogt nu een catheter van de in de aanhef omschreven soort te verschaffen waarvan het basislichaam met een kleine diameter kan worden uitgevoerd.
Met de catheter zoals gekenmerkt in conclusie 1 wordt dit doel bereikt. De coaxiale constructie geeft een bijzonder gunstige verhouding tussen de effectieve doorsnede van de lumina en de totale materiaaldoorsnede. De tussenruimte tussen het slangvormige element en het centrale kanaal behoeft niet groter te zijn dan 0,1 mm. Dit is voldoende voor het opblazen van de ballon met een gas, in het bijzonder C02.
Door toepassing van de maatregel van conclusie 2 kan de catheter volgens de uitvinding een geleidingscatheter met occlusieballon zijn met een ten opzichte van de buitendiameter relatief grote effectieve doorsnede van het gelei-dingslumen.
Een gunstige constructie wordt gekenmerkt in conclusie 4.
Het lumen van het slangvormige element vormt hierdoor het normale doorgaande lumen van het basislichaam voor het geleiden van de interventionele catheters en/of contrastvloeistof. De verbinding met het door de tussenruimte gevormde lumen kan geschieden in een vorkstuk. Dit tweede lumen is dan verbonden met het opblaasbare lichaam.
Bij de beoogde relatief kleine buitendiameter en relatief grote binnendiameter van het doorgaande lumen van de catheter volgens de uitvinding zou het moeilijk kunnen zijn om een goede verbinding te maken tussen het opblaasbare lichaam en het lumen dat voor het opblazen daarvan is bestemd. Door de maatregel van conclusie 5 kan echter op zeer eenvoudige en betrouwbare wijze, de gewenste verbinding worden gevormd.
Volgens een zeer gunstige verdere ontwikkeling wordt daarbij de maatregel van conclusie 6 toegepast. De ballon heeft hierdoor een zeer klein profiel dat niet groter is dan de buitendiameter van het basislichaam. De ballon aan het distale einde van de catheter kan daardoor met conventionele apparatuur ingebracht worden in het lichaam.
Een goede verbinding van het opblaasbare lichaam met het door de tussenruimte tussen het slangvormige element en het centrale kanaal gevormde tweede lumen, wordt bij voorkeur de maatregel van conclusie 7 toegepast. Hierdoor kan de opening een voldoende grootte krijgen.
Door de maatregel van conclusie 8 wordt verzekerd dat het opblaasbare lichaam op geschikte wijze op een kleine diameter in de uitsparing van het basislichaam ligt en daarin ook met zijn einden stevig kan worden bevestigd.
Om te voorkomen dat door de voorspanning van het opblaasbare lichaam de sleufvormige opening zou kunnen worden dichtgedrukt, wordt bij voorkeur de maatregel van conclusie 9 toegepast. Ter plaatse van de rechthoekige einden van de sleuf blijft ten alle tijden een open verbinding tussen de tussenruimte en de binnenruimte van het opblaasbare lichaam aanwezig.
De uitvinding wordt verder toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde figuren.
Pig. 1 toont een catheter volgens de uitvinding in perspectivisch aanzicht.
Fig. 2 toont een catheter van fig. 1 in gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht op grotere schaal.
Pig. 3 toont het opblaasbare lichaam van de catheter van fig. l en 2.
Pig. 4 toont het gedeelte van de catheter waarop het opblaasbare lichaam van fig. 3 wordt aangebracht en
Fig. 5 toont het opblaasbare lichaam in de geactiveerde toestand.
De in fig. 1 getoonde geleidingscatheter 1 volgens de uitvinding omvat op gebruikelijke wijze een slangvormig basislichaam met aan het distale einde een nader te beschrijven ballonvormig orgaan 3. In het basislichaam 2 zijn twee lumina aanwezig. Eén voor het opblazen van het ballonvormig orgaan en het ander voor het geleiden van een inter-ventionele catheter en eventueel contrastvloeistof.
Bij de behandeling van een patiënt wordt de catheter volgens de uitvinding ingebracht met het distale einde nabij de plek waar de ingreep moet plaatsvinden. Eén of meer interventionele catheters worden achtereenvolgens via het daarvoor bestemde lumen naar de plek van ingreep geleid. Met de ballon kan het bloedvat ter plekke worden afgesloten.
In het centrale kanaal van het basislichaam 2 is een afzonderlijk slangvormig element 6 opgenomen. Tussen de buitenwand van deze binnenste slang 6 en de wand van het centrale kanaal is een tussenruimte 8 overgelaten. Zoals nog verduidelijkt zal worden vormt het lumen van de binnenste slang het eerste lumen van de catheter 1 en vormt de tussenruimte 8 het tweede lumen van de catheter 1.
Het buitenste slangvormige deel 5 van het basislichaam 2 heeft bij een geschikte uitvoeringsvorm bijvoorbeeld een buitendiameter van 3,0 mm en een binnendiame-ter van 2,5 mm. Het daarin opgenomen binnenste slangvormige element 6 heeft daarbij bijvoorbeeld een buitendiameter van 2,4 mm en een binnendiameter van 2,05 mm. Tussen het binnenste slangvormige element en het buitenste slangvormige element is dus een tussenruimte van 0,1 mm diameterverschil aanwezig.
Het binnenste slangvormige element 6 is aan het proximale einde enigszins verwijd en rondom afsluitend met de binnenwand van het centrale kanaal van het buitenste slangvormige element 5 verbonden. Het verwijde gedeelte is in fig. 2 met 16 aangeduid.
Aan het tegenoverliggende distale einde is eveneens een verwijd gedeelte 17 gevormd en is het binnenste slangvormige element eveneens rondom afsluitend verbonden met de binnenwand van het centrale kanaal van de buitenste slang 5.
De het tweede lumen vormende tussenruimte 8 is ter plaatse van een nabij het proximale einde aangebracht vork-stuk 8 verbonden met een aansluitorgaan 12. Zoals fig. 2 laat zien is ter plaatse van het vorkstuk 9 de buitenste slang onderbroken en zijn de einden afsluitend bevestigd in het vorkstuk 9, bijvoorbeeld door lijmen. Van het aansluitorgaan 12 strekt zich een kanaal 10 uit tot naar een inwendige holte van het vorkstuk 9, die dus in verbinding staat met de tussenruimte 8. Het kanaal 10 kan worden afgesloten door middel van een verdraaibaar kleporgaan 13.
Zoals eerder opgemerkt dient het door de tussenruimte 8 gevormde tweede lumen voor het naar het ballonvor- mige element 3 toevoeren en daarvoer afvoeren van "opblaas-medium", dat bij het getoonde uitvoeringsvoorbeeld een gas, in het bijzonder C02 is.
De wijze waarop bij de getoonde uitvoeringsvorm het ballonvormige element 3 is aangebracht, zal nu worden toegelicht aan de hand van de figuren 3-5.
Zoals fig. 3 toont is het ballonvormige element 3 in ontspannen toestand een kort slangdeel. Het materiaal van dit slangdeel wordt zodanig gekozen dat het zonder definitieve vervorming opgeblazen kan worden tot de in fig. 5 getoonde vorm. Een geschikt materiaal is latex.
In het buitenste slangvormige element 5 van het basislichaam 2 is, zoals fig. 4 toont een gedeelte 22 met gereduceerde diameter gevormd. Dit gedeelte 22 wordt verkregen door een slijpbewerking.
Aan de uiteinden van het gedeelte 22 met gereduceerde diameter is verder nog een groef 23 gevormd. In de wand van het gedeelte 22 met gereduceerde diameter is een sleuf 24 aangebracht die de verbinding vormt van de tussenruimte 8 met het inwendige van de ballon 3.
Het bevestigen van het slangdeel 3 op het op de beschreven wijze voorbewerkte gedeelte van het buitenste slangvormige element gaat als volgt. Het slangdeel 3 wordt opgerekt en over de catheter geschoven tot in het gedeelte 22. Vervolgens worden de einden van het slangdeel 3 teruggeslagen en wordt in de groeven 23 lijm 25 aangebracht. Daarna worden de einden weer teruggerold en met de lijm in contact gebracht. Bij de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is de diameter van het gedeelte 22 verkleind met de wanddikte van het slangdeel 3, zodat het buitenoppervlak van het slangdeel 3 zonder overgangen doorloopt in het buitenoppervlak van het slangvormige element 5.
Het ballonlichaam 3 kan worden opgeblazen door medium onder druk via het aansluitorgaan 12 daaraan toe te voeren. Dit medium onder druk, dat bij het onderhavige voorbeeld bij voorkeur C02 is, wordt via de tussenruimte 8 en door de spleet 24 onder de ballon 3 gebracht en blaast deze daardoor op.
Fig. 5 toont de ballon 3 in opgeblazen toestand.
Fig. 2 toont de ballon 3 in ontspannen toestand. Doordat het buisdeel 3 op de beschreven wijze met voorspan-ning om het basislichaam is gekrompen, kan op de getoonde wijze de sleuf 24 over een gedeelte worden dichtgedrukt. Doordat de sleuf 24 echter uitgevoerd is met rechthoekige einden blijven ten alle tijde tenminste driehoekige openin-gen over, waardoor de lucht in de ballon gebracht kan worden.
Fig. 2 toont verder nog dat het basislichaam aan het vrije distale einde voorzien is van een eindgedeelte 18, dat van zachte kunststof is vervaardigd.
Zoals opgemerkt kan via het aansluitorgaan 7 een vloeistof, in het bijzonder contrastvloeistof aan de cathe-ter worden toegevoerd. Deze vloeistof stroomt via het lumen van het binnenste slangvormige element 6 naar het distale einde van de catheter. Daar kan de vloeistof via de opening 20 in het vooreinde van de catheter of via een of meer openingen 19 in de wand daarvan uit de catheter naar buiten stromen.

Claims (9)

1. Catheter omvattende een slangvormig basislichaam met tenminste twee lumina, aansluitorganen voor de lumina aan een proximaal einde en een met één van de lumina verbonden opblaasbaar lichaam aan het distale einde, waarbij het basislichaam omvat een in een centraal kanaal daarvan opgenomen afzonderlijk slangvormig element en een eerste lumen gevormd is in dat slangvormige element en een tweede lumen door de tussenruimte tussen het slangvormige element en het centrale kanaal.
2. Catheter volgens conclusie 1, waarbij de effectieve doorsnede van het eerste lumen tenminste vijf maal zo groot is als die van het tweede lumen en het opblaasbare lichaam met het tweede lumen is verbonden.
3. Catheter volgens conclusie l of 2, waarbij het opblaasbare lichaam een occlusieballon is.
4. Catheter volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het slangvormige element nabij de einden rondom afsluitend verbonden is met de binnenwand van het centrale kanaal.
5. Catheter volgens conclusie 4, waarbij het opblaasbare lichaam om het basislichaam heen is aangebracht en de verbinding met het tweede lumen gevormd wordt door een opening in de wand van het basislichaam.
6. Catheter volgens conclusie 5, waarbij het opblaasbare lichaam in ontspannen toestand slangvormig is en opgenomen is in een gedeelte van het basislichaam met gereduceerde diameter, zodanig dat het buitenoppervlak van het opblaasbare lichaam in die ontspannen toestand in hoofdzaak in hetzelfde vlak ligt als het buitenoppervlak van het basislichaam.
7. Catheter volgens conclusie 5 en 6, waarbij de opening in de wand van het basislichaam een in het gedeelte met gereduceerde diameter aangebrachte sleuf is.
8. Catheter volgens één van de conclusies 6-7, waarbij het opblaasbare lichaam met voorspanning om het basislichaam klemt.
9. Catheter volgens conclusie 7 en 8, waarbij de sleuf uitgevoerd is met rechthoekige einden.
NL9400089A 1994-01-19 1994-01-19 Catheter met ballon. NL9400089A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400089A NL9400089A (nl) 1994-01-19 1994-01-19 Catheter met ballon.
EP94203340A EP0664140A1 (en) 1994-01-19 1994-11-16 Catheter with balloon
JP6318766A JPH07213617A (ja) 1994-01-19 1994-12-21 バルーンカテーテル

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400089 1994-01-19
NL9400089A NL9400089A (nl) 1994-01-19 1994-01-19 Catheter met ballon.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9400089A true NL9400089A (nl) 1995-09-01

Family

ID=19863718

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9400089A NL9400089A (nl) 1994-01-19 1994-01-19 Catheter met ballon.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0664140A1 (nl)
JP (1) JPH07213617A (nl)
NL (1) NL9400089A (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US9770230B2 (en) 2006-06-01 2017-09-26 Maquet Cardiovascular Llc Endoscopic vessel harvesting system components
JP6401781B2 (ja) 2013-05-08 2018-10-10 エンボルクス, インク.Embolx, Inc. 一体型流量調整による経血管的腫瘍塞栓形成の装置及び方法
US9550046B1 (en) 2016-02-16 2017-01-24 Embolx, Inc. Balloon catheter and methods of fabrication and use
US11464948B2 (en) 2016-02-16 2022-10-11 Embolx, Inc. Balloon catheters and methods of manufacture and use

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3833003A (en) * 1972-07-05 1974-09-03 A Taricco Intravascular occluding catheter
US4177815A (en) * 1978-02-01 1979-12-11 The Kendall Company Catheter balloon structure
WO1983003204A1 (en) * 1982-03-12 1983-09-29 Webster, Wilton, W., Jr. Autoinflatable catheter
EP0357562A1 (en) * 1988-08-31 1990-03-07 Meadox Medicals, Inc. Dilatation catheter

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3833003A (en) * 1972-07-05 1974-09-03 A Taricco Intravascular occluding catheter
US4177815A (en) * 1978-02-01 1979-12-11 The Kendall Company Catheter balloon structure
WO1983003204A1 (en) * 1982-03-12 1983-09-29 Webster, Wilton, W., Jr. Autoinflatable catheter
EP0357562A1 (en) * 1988-08-31 1990-03-07 Meadox Medicals, Inc. Dilatation catheter

Also Published As

Publication number Publication date
JPH07213617A (ja) 1995-08-15
EP0664140A1 (en) 1995-07-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10441755B2 (en) Catheter with vessel lining and methods for using same
US7645261B2 (en) Double balloon thrombectomy catheter
JP2582837B2 (ja) カテーテル及び案内ワイヤーの交換システム
US5464394A (en) Multilumen percutaneous angioscopy catheter
US6379365B1 (en) Stent delivery catheter system having grooved shaft
US5409458A (en) Grooved balloon for dilatation catheter
US4983167A (en) Balloon catheters
US5505702A (en) Balloon catheter for dilatation and perfusion
US5019042A (en) Balloon catheters
CA2060133C (en) Balloon catheter
US5160321A (en) Balloon catheters
US5147377A (en) Balloon catheters
US5090958A (en) Balloon catheters
CA1315632C (en) Kissing balloon catheter
US5542925A (en) Dilatation catheter with oblong perfusion ports
ES2261821T3 (es) Cateter de dilatacion.
US6190393B1 (en) Direct stent delivery catheter system
US4793359A (en) Centering balloon structure for transluminal angioplasty catheter
US5882336A (en) Dilation catheter
US6013085A (en) Method for treating stenosis of the carotid artery
US4582181A (en) Steerable dilatation catheter
EP0748239B1 (en) Asymmetric dilatation balloon
JP2812713B2 (ja) カテーテル及びその組立体
US5344413A (en) Catheter having a tip connector for rapid catheter exchanges
JP2002515308A (ja) 強化された気球拡張システム

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed