NL9302050A - Vast reinigings- of voedingsmiddel met inzetstuk. - Google Patents

Description

Vast reinicrinqs- of voedingsmiddel met inzetstuk.

De onderhavige aanvrage heeft betrekking op eenstuk reinigings- of voedingsmiddel in vaste vorm, bestemdvoor verbruik door afslijten van het middel aan de buiten¬zijde van het stuk, bestaande uit een hoofddeel en ten¬minste één in een bijbehorende holte in het hoofddeelpassend ingezet nevendeel dat met een nevenoppervlak eengedeelte van het buitenoppervlak van het stuk inneemt enin tenminste één stofeigenschap van het hoofddeel ver¬schilt.

Dergelijke stuksgewijs verschafte middelen,zoals bijvoorbeeld stukken zeep, zoals die in de handelverkrijgbaar zijn, hebben een cilindrisch nevendeel.Hierdoor blijft het nevenoppervlak gedurende het bijverbruik afslijten van het middel aan de buitenzijde vanhet stuk ongeveer constant groot. Aangezien het totalebuitenoppervlak van het stuk of een als apart aanzichtop-pervlak te bekijken deeloppervlak daarvan door het ver¬bruik kleiner wordt, neemt de fractie van het totalebuitenoppervlak, respectievelijk het aanzichtoppervlak,die door het nevenoppervlak wordt ingenomen door hetverbruik toe. Bij een stuk zeep kan dit ongewenste effectnog worden versterkt, doordat de zijkanten van een stukzeep bij gebruik sneller afslijten dan de boven- en onder¬zijde, waarin het nevenoppervlak vaak is aangebracht.Daardoor hebben de bekende middelen het nadeel dat de tijdens verbruik afgegeven hoeveelheden middel uit hetnevendeel een toenemende fractie van het totaal gaanuitmaken, waardoor de werking ongunstig kan worden be¬ïnvloed, respectievelijk dat het aanzichtoppervlak tijdensverbruik in toenemende mate door het nevenoppervlak gedo¬mineerd zal worden, wat leidt tot een optisch ongewensteffect.

De onderhavige uitvinding beoogt deze nadelen op te heffen.

Daartoe neemt het oppervlak van de doorsnede vanhet nevendeel, welke doorsnede evenwijdig aan het dichtstbij gelegen buitenoppervlak van het stuk gedacht moetworden, over nagenoeg de volledige diepte van het neven¬deel in hoofdzaak af in de slijtagerichting dieper hetstuk in.

Hierdoor kan een stuk reinigings- of voedings¬middel worden verschaft, waarin de ene of de andere ge¬noemde verhouding bijna niet verloopt.

In een eerste hoofduitvoeringsvorm contrasteerthet nevendeel met het hoofddeel en vormt het nevenopper¬vlak een herkenbare figuur op het buitenoppervlak van hetstuk, waarbij de afname van de doorsnede van het nevendeelin de slijtagerichting zodanig is, dat in aanzicht deverhouding van het nevenoppervlak tot het totale waargeno¬men aanzichtoppervlak gedurende het bij het verbruikafslijten van het middel over nagenoeg de volledige le¬vensduur van het stuk althans nagenoeg contant blijft.Hierdoor blijven het nevenoppervlak en het hoofdoppervlakin het aanzichtoppervlak gedurende het verbruik van hetmiddel in een gewenste beste optische verhouding totelkaar. De contrasterende stofeigenschap waarin hoofd- ennevendeel van elkaar verschillen kan met voordeel de kleurvan neven- en hoofddeel zijn.

In een tweede hoofduitvoeringsvorm is de onder¬scheidende stofeigenschap een relevante werkingseigenschapvan het middel, zoals een reinigingswerking of geur in hetgeval van een reinigingsmiddel of een smaak of geur in het geval van een voedingsmiddel, en is de afname van dedoorsnede van het nevendeel in de slijtagerichting zoda¬nig, dat de verhouding van het nevenoppervlak tot hettotale buitenoppervlak van het stuk gedurende het bij hetverbruik afslijten van het middel over nagenoeg de volle¬dige levensduur van het stuk althans nagenoeg constantblijft. Hierdoor blijven de werkingen van het nevenmiddelen het hoofdmiddel in een ingestelde optimale verhoudingtot elkaar staan.

Verder is het voordelig, wanneer de holte methet nevendeel zich geheel door het hoofddeel heen uit¬strekt, zodat zich aan twee zijden van het stuk een neven¬oppervlak bevindt. Hierdoor zijn gedurende de geheleverbruiksduur van het middel nevenoppervlakken aanwezig.In een voordelige uitvoeringsvorm heeft het nevendeel devorm van een diabolo.

Het reinigings- of voedingsmiddel volgensde uitvinding kan op geschikte wijze geproduceerd worden,doordat achtereenvolgens het nevendeel gemaakt wordt, hetnevendeel op een gewenste positie in een lege vormingsmalvoor het stuk geplaatst wordt, het materiaal voor devorming van het hoofddeel vormloos, bijvoorbeeld in kor¬rel- of poedervorm, in de resterende lege ruimte van demal gebracht wordt, en het materiaal van hoofd- en neven¬deel onder geschikte procescondities, bijvoorbeeld onderverwarming of onder druk, tot één geheel stuk samengevoegdwordt, of doordat achtereenvolgens het hoofddeel gemaaktwordt, met een nauwkeurig gevormde holte voor het neven¬deel daarin, het materiaal voor de vorming van het neven¬deel vormloos, bijvoorbeeld in korrel- of poedervorm, inde holte gebracht wordt, en het materiaal van hoofd- ennevendeel onder geschikte procescondities, bijvoorbeeldonder verwarming of onder druk, tot één geheel stuk samen¬gevoegd wordt. Doordat het materiaal van het laatst toege¬voegde deel in vormloze, dus vervormbare vorm, bijvoor¬beeld in poeder- of korrelvorm of in pasteuze- of vloeiba¬re vorm wordt ingepast, kan de holte iedere gewenste vorm hebben, bijvoorbeeld een diabolovorm in het geval van eenzich geheel door het hoofddeel heen uitstrekkend neven¬deel, ongehinderd door de beperkingen die het samenvoegenvan hoofd- en nevendeel in vaste vorm aan de vorm van deholte en het nevendeel oplegt.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan dehand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de bijge¬voegde tekeningen waarin: figuur la een stuk toiletzeep met een ingezetnevendeel weergeeft, figuur lb een doorsnede-aanzicht van het stuktoiletzeep met ingezet nevendeel van figuur la volgens deuitvinding weergeeft, figuur lc een nevendeel volgens de uitvinding weergeeft, de figuren 2a, 2b en 2c opeenvolgende fasen vanhet verbruik van een stuk zeep volgens de uitvindingweergeven, de figuren 3a, 3b en 3c opeenvolgende fasen vanhet verbruik van een conventioneel stuk zeep met cilin¬drisch inzetstuk weergeven, en de figuren 4a, 4b en 4c en de figuren 5a, 5b en5c voorbeelden van eenvoudig en meer complex vormgegeveninzetstukken in een stuk zeep weergeven.

In de in figuur lb gegeven doorsnede vaneen uitvoeringsvoorbeeld van een stuk zeep volgens deuitvinding en in het in figuur lc gegeven voorbeeld vaneen in te zetten nevendeel daarvan is te zien dat neven¬deel en holte de vorm van twee met hun punt op elkaarstaande en deels samenvallende cirkelsymmetrische kegels,dat wil zeggen een diabolo, kunnen hebben. Dit is de meesteenvoudige vorm van de uitvinding, waaronder daarnaast ookkegelvormen op basis van andere grondvlakken mogelijk zijnzoals een ellips of een ruit (figuren 4a, 4b en 4c) of opbasis van meer ingewikkelde, figuratieve grondvlakkenzoals de klaverblad, naaldboom- en letterstyleringenweergegeven in de figuren 5a, 5b en 5c. De steilheid van de afname van het nevenoppervlak in de slijtagerichting isnatuurlijk afhankelijk van de plaats van het nevenopper¬vlak op het buitenoppervlak van het stuk reinigings- ofvoedingsmiddel, en van de vorm van het stuk.

De contouren van de doorsnede van het nevendeelvolgens de uitvinding hoeven niet recht te zijn (figuurlb) maar kunnen ook een kromme, zoals een hyperbool vol¬gen, of bestaan uit een veelhoekige aaneenschakeling vanrechte lijnen, al naar gelang de gewenste oppervlakte-afname in de slijtagerichting. Dit is afhankelijk hiervan,of men de vlakverdeling in het bovenaanzicht van figuur laconstant wil houden, of dat men het aandeel van de neven¬oppervlakken in het totale buitenoppervlak van het stukzeep constant wil houden, ten behoeve van een constantegeoptimaliseerde verhouding van de afgifte van het neven-middel uit de nevenoppervlakken tot de afgifte van hethoofdmiddel uit het hoofdoppervlak. Natuurlijk kan ook eentussenvorm tussen deze twee optimalisaties nagestreefdworden, wanneer het nevendeel zowel in een relevantewerkingseigenschap, bij zeep bijvoorbeeld een reinigings-werking of geur, of een schuurwerking van het oppervlak enbij een voedingsmiddel de smaak of geur, van het hoofddeelverschilt, alsook in kleur daarmee contrasteert. Door eenvorm van de contouren van het nevendeel die tussen die vande genoemde optimalisaties inligt, kan dan een compromishiertussen worden bereikt.

Het is zeer bevorderlijk voor de herken¬baarheid en werking van een dergelijk stuk zeep wanneer deoppervlakteverhoudingen van de verschillende delen ervangedurende de opeenvolgende fasen van het verbruik ervanalthans nagenoeg constant blijven. Dit is bij de gebruike¬lijke stukken zeep met cilindrisch inzetstuk niet hetgeval. Hierin gaat het nevenoppervlak bij toegenomenverbruik domineren, zoals zichtbaar is in de figuren 3a,3b en 3c. Wanneer een cilindrisch inzetstuk met een meeringewikkeld figuratief grondvlak (figuren 5a, 5b en 5c)van de rand van het aanzichtoppervlak van het stuk zeep afslijt (zie figuur 3c), dan wordt het figuursymboolbovendien zodanig verminkt, dat de herkenbaarheid verlorengaat. Dit is zeer storend voor de totaalindruk van hetdoor het nevenoppervlak in het totale waargenomen aan-zichtoppervlak gevormde figuursymbool. In een stuk zeepmet afnemend nevenoppervlak volgens de uitvinding wordende optimale verhoudingen wel gehandhaafd, zoals weergege¬ven is in de figuren 2a, 2b en 2c.

In een reinigings- of voedingsmiddel volgens deuitvinding is het ook mogelijk op bepaalde diepten in hetstuk lokaal kleine toenamen van het nevenoppervlak in deslijtagerichting in te bouwen, bijvoorbeeld ten behoevevan gewenste vormveranderingen van de figuur tijdens hetverbruik van het middel. Dergelijke kleine toenamen vallenbinnen het kader van de uitvinding.

Verder is het binnen het kader van de uitvindingmogelijk om meerdere nevendelen in het stuk reinigings- ofvoedingsmiddel op te nemen, die bijvoorbeeld te zamen ééngeïntegreerd figuursymbool kunnen vormen. Hiertoe kunnende onderlinge afstanden tussen de verschillende nevenop¬pervlakken op het buitenoppervlak in de slijtagerichtingafnemen.

Verder is de uitvinding, behalve op een stukzeep, natuurlijk ook toepasbaar op andere producten,bijvoorbeeld op lollies, ijslöllies of ander snoepgoed enin het algemeen op alle producten in vaste vorm die dooreen min of meer gelijkmatige slijtage aan het buitenopper¬vlak daarvan verbruikt kunnen worden. In het geval vanzeep bestaat de slijtage in het wassen daarmee en in hetgeval van snoepgoed in het oplikken daarvan.

Claims (8)

1. Stuk reinigings- of voedingsmiddel in vastevorm, bestemd voor verbruik door af slijten van het middelaan de buitenzijde van het stuk, bestaande uit een haofd-deel en tenminste één in een bijbehorende holte in hethoofddeel passend ingezet nevendeel dat met een nevenop¬pervlak een gedeelte van het buitenoppervlak van het stukinneemt en in tenminste één stofeigenschap van het hoofd¬deel verschilt, waarbij het oppervlak van de doorsnedevan het nevendeel, welke doorsnede evenwijdig aan hetdichtst bij gelegen buitenoppervlak van het stuk gedachtmoet worden, over nagenoeg de volledige diepte van hetnevendeel in hoofdzaak afneemt in de slijtagerichtingdieper het stuk in.

2. Middel volgens conclusie 1, waarbij hetnevendeel contrasteert met het hoofddeel en het nevenop¬pervlak een herkenbare figuur vormt op het buitenoppervlakvan het stuk, waarbij de afname van de doorsnede van hetnevendeel in de slijtagerichting zodanig is, dat in aan¬zicht de verhouding van het nevenoppervlak tot het totalewaargenomen aanzichtoppervlak gedurende het bij het ver¬bruik afslijten van het middel over nagenoeg de volledigelevensduur van het stuk althans nagenoeg constant blijft.

3. Middel volgens conclusie 2, waarbij de con¬trasterende stofeigenschap de kleur van neven- en hoofd¬deel is.

4. Middel volgens conclusie 1, waarbij de onder¬scheidende stofeigenschap een relevante werkingseigenschapvan het middel is, zoals een reinigingswerking of geur inhet geval van een reinigingsmiddel of een smaak of geur inhet geval van een voedingsmiddel, en de afname van dedoorsnede van het nevendeel in de slijtagerichting zoda- nig is, dat de verhouding van het nevenoppervlak tot hettotale buitenoppervlak van het stuk gedurende het bij hetverbruik afslijten van het middel over nagenoeg de volle¬dige levensduur van het stuk althans nagenoeg constantblijft.

5. Middel volgens één der voorgaande conclusies,waarbij de holte met het nevendeel zich geheel door hethoofddeel heen uitstrekt, zodat zich aan twee zijden vanhet stuk een nevenoppervlak bevindt.

6. Middel volgens conclusie 5, waarbij hetnevendeel de vorm heeft van een diabolo.

7. Werkwijze voor het maken van een middelvolgens één der conclusies 1 tot en met 6, waarbij achter¬eenvolgens - het nevendeel gemaakt wordt, - het nevendeel op een gewenste positie in eenlege vormingsmal voor het stuk geplaatst wordt, - het materiaal voor de vorming van het hoofd¬deel vormloos, bijvoorbeeld in korrel- of poedervorm, inde resterende lege ruimte van de mal gebracht wordt, - en het materiaal van hoofd- en nevendeel ondergeschikte procescondities, bijvoorbeeld onder verwarmingof onder druk, tot één geheel stuk samengevoegd wordt.

8. Werkwijze voor het maken van een middelvolgens één der conclusies 1 tot en met 6, waarbij achter¬eenvolgens - het hoofddeel gemaakt wordt, met een nauwkeu¬rig gevormde holte voor het nevendeel daarin, - het materiaal voor de vorming van het neven¬deel vormloos, bijvoorbeeld in korrel- of poedervorm, inde holte gebracht wordt, - en het materiaal van hoofd- en nevendeel ondergeschikte procescondities, bijvoorbeeld onder verwarmingof onder druk, tot één geheel stuk samengevoegd wordt.