NL9301506A - Houdersamenstel met tenminste twee houders. - Google Patents

Description

Houdergamenstel met tenminste twee houders

De uitvinding heeft betrekking op houders voorzien van een reservoir met afgiftemiddelen, in het bijzonder houders voor kosmetische middelen, zoals cremes, of parfums.

Het is gebruikelijk om crèmes of parfums te bewaren in flesjes, die voorzien zijn van een dispensor of een verstuiver, die ten opzichte van de omgeving afgesloten kunnen worden door middel van een aparte, vaak omvangrijke, dop. De consument heeft vaak meerdere van dergelijke houders of flesjes in zijn of haar bezit. Het komt vaak voor dat de consument in een kort tijdsbestek meerdere van deze middelen zal gebruiken. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de consument zowel een gezichtscrème als een eau de toilette gebruikt. Een ander voorbeeld is het geval, waarin de consument bekend is met het binnen enkele minuten afnemende, voor de gebruiker opmerkbare effect van een eau de toilette en later in staat zal willen zijn om in die situatie verandering te kunnen brengen door het aanbrengen van een eau de toilette met een andere geur.

De consument, die zich in deze tijden steeds vaker van de ene lokatie naar de andere verplaatst, en doorgaans tussentijds niet thuiskomt om zich dan bij de voorraad cosmetica te vervoegen, dient de kosmetische middelen en parfums die hij of zij nodig acht met zich mee te dragen tijdens die verplaatsingen. Waar de consument streeft naar zo weinig mogelijk bagage en zo klein mogelijke handtasjes, is dit bezwaarlijk. Doch ook bij langdurige verplaatsingen, waarbij hotelbezoeken inbegrepen zijn, is het voor de consument vaak lastig om meerdere, vaak grote houders of flessen mee te moeten nemen.

Dat de cosmetische middelen en parfums in verschillende flesjes ondergebracht zijn heeft nog een esthetisch nadeel, door de veelheid aan uitgesproken vormen die deze flesjes doorgaans bezitten. Doorgaans zal de consument niet één enkel merk trouw zijn, zodat het nogal eens voorkomt dat flesjes met vormen, die in hetgeheel niet bij elkaar passen, op de toilettafel naast elkaar staan.

De uitvinding heeft nu tot doel hierin verbetering te verschaffen en voorziet hiertoe in een houder-samenstel volgens conclusie 1.

Het houdersamenstel volgens de uitvinding verschaft één hanteerbaar voorwerp, dat twee of meer af te geven middelen in zich kan bergen. De consument heeft aldus wel de beschikking of meerdere middelen, doch buiten gebruiksperiodes enkel te maken met één voorwerp. Dit biedt niet alleen een vergaand gemak, doch verhoogt ook de overzichtelijkheid en mede als gevolg daarvan de esthetische waarde van bijvoorbeeld toilettafels.

Bij voorkeur zijn de afschermmiddelen voor de afgiftemiddelen op één houderdeel respectievelijk althans gedeeltelijk voorzien op het andere houderdeel. Het ene houderdeel vormt aldus als het ware een deel van de dop voor de afgiftemiddelen op het andere houderdeel. Bij het brengen van de houderdelen in de stand, waarin zij in vorm op elkaar aansluiten zullen de afgiftemiddelen eveneens van de omgeving afgeschermd raken. In vergelijking met de stand van de techniek, waarin voor bijvoorbeeld twee middelen twee flesjes benodigd zijn, wordt zo op twee afsluitkappen of doppen bespaard.

De houderdelen kunnen elk een holte bezitten die een reservoir vormt. Aldus worden met het vormen van de houderdelen tegelijk de reservoirs gevormd.

De houderdelen kunnen alternatief elk een op-neemruimte bezitten waarin een reservoir opgenomen is. Dit reservoir kan op verwijderbare wijze opgenomen zijn in de houderdelen. Hierdoor kan de consument in een houderdeel het reservoir van zijn/haar keuze plaatsen, bijvoorbeeld een reservoir met een ander middel dan tot dan toe aanwezig was, zonder dat de vorm van het houderdeel en van het houdersamenstel als geheel gewijzigd wordt. Aldus wordt bereikt dat het houdersamenstel een voorwerp kan worden waarmee de consument een persoonlijke band heeft, te vergelijken met de tas van iemand.

De houderdelen kunnen op verdraaibare wijze met elkaar verbonden zijn. Door het verdraaien van de houderdelen ten opzichte van elkaar kunnen de afgiftemiddelen dan vrijgemaakt worden.

De houderdelen kunnen ofwel op blijvende wijze, dat wil zeggen op tijdens normale gebruiksomstandigheden blijvende wijze, ofwel op losmakelijke wijze met elkaar verbonden zijn. In het laatste geval is het voordelig indien de houderdelen met behulp van een snapverbinding met elkaar verbonden zijn. Aldus wordt verzekerd dat de houderdelen in de stand waarin zij in vorm op elkaar aansluiten, niet onopzettelijk losraken.

Het houdersamenstel volgens de uitvinding biedt interessante mogelijkheden voor vormgeving. Zo kan bij voorkeur het houdersamenstel bestaan uit twee houderdelen, die gelijk zijn in vorm en afmeting. Hiermee wordt het bij elkaar houden van de twee houderdelen nog sterker benadrukt .

Deze twee houderdelen zijn bij voorkeur in hoofdzaak U-vormig, waarbij in het ene been van de U-vorm althans een deel van het reservoir en de afgiftemiddelen gelegen zijn, en de inwendige ruimte van de ü-vorm een opneemruimte vormt voor althans een deel van het reservoir en de afgiftemiddelen van het andere houderdeel.

De hanteerbaarheid en de schoonheid van het houdersamenstel worden bevorderd door een cirkelcylin- dervormige omtrek daarvan. Een dergelijke vorm is verder voor inhoud en hanteerbaarheid het meest effectief. Bij voorkeur liggen de houderdelen hierbij tegen elkaar aan volgens een Yin-Yang vormige lijn.

Het houdersamenstelsel volgens de uitvinding zal nu nader beschreven worden aan de hand van een aantal, louter bij wijze van voorbeeld verschafte voorkeursuitvoeringen die in de bijgevoegde tekening weergegeven zijn. Getoond wordt in: figuren IA-1C een eerste uitvoeringsvorm van het houdersamenstel volgens de uitvinding, waarbij in fig. IA het houdersamenstel in de opbergstand, in fig. 1B het houdersamenstel in de gebruikstand en in fig. 1C één van de twee samenstellende delen van dat houdersamenstel weergegeven zijn; fig. 2 een tweede uitvoering van het houdersamenstel volgens de uitvinding, in uiteengenomen toestand; en figuren 3A-3C een derde uitvoeringsvorm van het houdersamenstel volgens de uitvinding, waarbij in fig. 3A het houdersamenstel in uiteengenomen toestand, in fig. 3B de bij de houderdelen vlak voor samenvoeging in de ge-bruikskant en in fig. 3C de beide houderdelen in de gebruikstand weergegeven zijn.

Het in de figuren 1A-1C weergegeven houdersamenstel 1 omvat twee identieke houderdelen 2 en 3, die in de in vorm op elkaar aansluitende, weergegeven stand een cirkel-cylindervormig lichaam bepalen, waarbij hun respectieve gebogen randen 4', 41* een cirkelmantel vormen. Uit sieroverwegingen en/of om de houderdelen 2 en 3 van elkaar te onderscheiden kunnen deze delen uitgevoerd zijn in verschillende kleuren. Alternatief kan bijvoorbeeld het ene houderdeel transparant zijn en het andere deel ondoorzichtig, of kan het ene houderdeel een ander oppervlaktestructuur bezitten dan het andere deel. In fig. IA is te zien dat de beide houderdelen 2 en 3 elkaar ontmoeten volgens een Yin-Yang-achtige lijn.

In fig. IB zijn er twee houderdelen over 90° ten opzichte van elkaar verdraaid. Dit verdraaien geschiedt om een draaiuitsteeksels 17 (zie fig. 1C), die uitsteken vanaf het binnenvlak van bevestigingstongen 5, die zelf als een geheel aangevormd zijn aan betreffende houderdelen 2 en 3. Aan de diametraal tegenover de tong gelegen zijde zijn de houderdelen 2 en 3 voorzien van een verlaagd ten opzichte van de cylindermantel 5 gelegen oppervlak 15, waarin een gaatje 18 aangebracht is, waarin het betreffende draaiuitsteeksel 17 op daarin verdraaibare wijze past. De lengte van het draaiuitsteeksel 17 kan zo gekozen worden dat de houderdelen 2 en 3 blijvend, doch op verdraaibare wijze, met elkaar verbonden zijn. Bij het van de stand in fig. IA naar de stand in fig. 1B brengen van de houderdelen 2 en 3 verdraaien deze om hun respectieve draaiuitsteeksels 17 in de bijhorende gaten 18, om één en dezelfde as. Hoewel dat niet strikt nodig is vinden de houderdelen hierbij steun aan elkaar door onderling contact van hun platte binnenste middenvlakken 10. Het verdraaien van de houderdelen ten opzichte van elkaar wordt vergemakkelijkt door de afronding 14 op de tong 5.

In fig. 1C is slechts het houderdeel 2 weergegeven. Dit houderdeel is bijvoorbeeld vervaardigd van POM-kunststof en is hol om een reservoir te vormen. Aan de op de figuur gezien bovenzijde van het houderdeel 2 bevindt zich een plat vlak 11, van waaruit een verstuiverkop 7 uitsteekt, die op en neer beweegbaar is binnen sierringe-tje 8 en rubber afdichtringetje 9. De verstuiverkop 7 is voorzien van een ver stuif mondstuk 16 (fig. 1B) , dat op niet weergegeven wijze in verbinding staat met een toe-voerkanaal, dat haar invoeropening heeft in het reservoir. Door de verstuiverkop 17 in te drukken wordt op op zich bekende wijze een middel vanuit het reservoir 19, via de verstuiver 16, afgegeven aan de gebruiker.

Het terugbrengen van het houdersamenstel van de stand van fig. 1B naar de stand van fig. IA vindt plaats door verdraaiing in tegengestelde richting, waarbij de verstuiverkop 7 naar de opneemruimte 12 (zie fig. 1B) gebracht wordt, welke ruimte 12 in de in fig. IA weergegeven stand naar onder (op de tekening gezien) afgeschermd wordt door als een geheel met houderdeel 3 gevormde plaat 13 en naar boven afgeschermd wordt door de als een geheel met houderdeel 2 gevormde plaat 6. Slechts door het verdraaien van de houderdelen naar de in fig. IA weergegeven stand worden dus de afgiftemiddelen afgesloten van de omgeving. Een dop is hierbij overbodig.

Indien het draaiuitsteeksel 17 kort genoeg uitgevoerd is, zijn de houderdelen 2 en 3 van elkaar losneembaar. Dan wordt het mogelijk om in plaats van het in fig. 1B afgebeelde voorwerp twee van de in fig. 1C weergegeven voorwerpen apart ter beschikking te hebben bij gebruik. Deze uitvoering van het houderdeel is bijzonder prettig vast te houden, waarbij de cylindermantel 4 vloeiend aangegrepen kan worden met de handpalm van de gebruiker.

Het in fig. 2 weergegeven houdersamenstel lijkt veel op dat van de figuren 1A-1C. Het houdersamenstel 21 omvat twee houderdelen 22 en 23, die wederom hol zijn, doch thans ingericht zijn om verwijderbare reservoirs 39 en 40 op te nemen. Deze reservoirs 39 en 40 zijn zelf voorzien van afgiftemiddelen 27, zoals verstuivers. Het reservoir 40 past nauwsluitend in de mede door de wanden 23' en 23'* bepaalde opneemruimte in houderdeel 23. Voor reservoir 39 en houderdeel 22 is dit op overeenkomstige wijze het geval. Op niet weergegeven wijze kunnen de reservoirs 30 en 40 middels snapverbindingen of klemver-bindingen op voor het gebruik zekere, doch ook verwijderbare wijze vastgelegd zijn in de houderdelen 22 en 23.

De houderdelen 22 en 23 zijn hier niet verdraaibaar ten opzichte van elkaar, doch zijn op hun tong 25 voorzien van een in de assemblage-inrichting taps toelopende ribbe 37 die past in een op verdiept gelegen vlak 35 gevormd, zich in samenstellende richting verwijdende groef 38, die complementair gevormd is aan de ribbe 37. De ribbe 37 en de groef 38 zorgen voor geleiding tijdens het in elkaar schuiven van de beide houderdelen. Verder is de ribbe 37 voorzien van een uitsteeksel 37' en is de groef 38 voorzien van een verdieping 38', of andersom, voor het vormen van een losmaakbare snapverbinding. De vlakken 31 van de reservoirs 39, 40 zijn in de geassembleerde toestand per houderdeel zodanig gelegen, dat vanaf één rand daarvan een afschermplaat 26, als voortzetting van wand 2311, uitsteekt. In de geassembleerde toestand zullen weer de afgiftemiddelen afgeschermd zijn door deze aangevormde plaat 26 en aangevormde plaat 33.

Waar fig. 2 een uitvoeringsvorm toont, waarin de beide houderdelen slechts in de niet-gebruikstand samengevoegd kunnen zijn, wordt in de figuren 3A-3C een uitvoeringsvorm getoond, waarin de beide houderdelen zowel in de niet-gebruikstand als in een gebruikstand, verdraaid ten opzichte van elkaar, aan elkaar bevestigd kunnen zijn.

Het houdersamenstel 41 omvat houderdelen 42 en 43, die in vorm in hoofdzaak overeenkomen met de houderdelen van de voorgaande uitvoeringen. De houderdelen 42 en 43 zijn hierbij echter in hoofdzaak massief, met slechts een cylindervormige opneemruimte 61 daarin voor een klein, van een verstuiver voorzien flesje met bijvoorbeeld eau de toilette. Dit flesje, dat verder niet is weergegeven, is op voor de deskundige bekende wijze, bijvoorbeeld met een hechtmiddel, of wanneer het flesje verwijderbaar moet zijn, op mechanische wijze vast te leggen in het betreffende houderdeel.

Aan het houderdeel zijn weer afschermvlakken 46 en 53 gevormd, die de afgiftekop 47 (zie figuur 3B) naar weerszijden afschermen. De houderdelen 42 en 43 zijn voorts voorzien van tongen 45, op het binnenoppervlak waarvan een vierkante verhoging 57 gevormd is, die past in complementair gevormde verdieping 58 in verdiept gelegen vlak 55 dat diametraal tegenover de tong 45 gelegen is. Door de veerkracht van het op de tong 45 aansluitende gedeelte van de houderdelen 42, 43 kan de gebruiker de verhoging 57 uit de verdieping 58 brengen en de beide houderdelen 42 en 43 van elkaar losmaken. Dan is de situatie, die is weergegeven in fig. 3A, verkregen. Vervolgens verdraait hij of zij de houderdelen 42 en 43 over 90° ten opzichte van elkaar en brengt ze naar elkaar toe, naar de in figuur 3B weergegeven stand. Door enigszins uitbuigen van de tongen 45, hetgeen ofwel met de hand ofwel met behulp van een op de verhoging 57 gevormde zoekrand plaats kan vinden, kunnen de houderdelen 42 en 43 weer samengeschoven worden om de in figuur 3C weergegeven stand te bereiken. In een dergelijke stand, die overeenkomt met de in fig. 1B weergegeven stand, kan het houdersamenstel op decoratieve wijze neergezet worden op een tafel, waarbij het houdersamenstel dan op het tafeloppervlak steunt met de op de tekening gezien rechtse randen van de houderdelen 42 en 43. De afgifte-einden staan daarbij dan schuin omhoog.

Met nadruk wordt erop gewezen dat de in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen louter illustratief zijn. Zo kan de loop van de scheidingslijn tussen de beide houderdelen, die hier aan beide platte zijden in hoofdzaak Yin en Yang-vormig, doch wel enigszins verschillend is, geheel anders zijn zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. Ook de hoofdvorm van het houdersamenstel hoeft niet cirkelcylindervormig te zijn. Andere ruimtelijke, blok- of cylindervormige vormen met bijvoorbeeld vierkante, rechthoekige, driehoekige, ellipsvormige etcetera doorsneden kunnen geschikt zijn.

Het houdersamenstel volgens de uitvinding leent zich niet alleen voor kosmetische toepassingen, doch ook voor andere gebieden, en is bijvoorbeeld geschikt voor gebruik als zout- en peperstel voor bijvoorbeeld kampeerders.

Claims (14)

1. Houdersamenstel omvattend tenminste twee houderdelen, die elk een reservoir omvatten, elk voorzien zijn van afgiftemiddelen voor de inhoud van de reservoirs, zoals een cosmetisch middel of parfum, en elk voorzien zijn van afschermmiddelen voor het naar de omgeving geheel afschermen van de afgiftemiddelen, waarbij de houderdelen verbindingsmiddelen omvatten voor het met elkaar verbinden van de houderdelen, die onderlinge verplaatsing van de houderdelen mogelijk maken tussen een stand, waarin de afgiftemiddelen bereikbaar zijn, en een stand, waarin de houderdelen in vorm op elkaar aansluiten.

2. Houdersamenstel volgens conclusie 1, waarbij de afschermmiddelen voor de afgiftemiddelen op het ene houderdeel respectievelijk althans gedeeltelijk voorzien zijn op het andere houderdeel.

3. Houdersamenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de houderdelen elk een holte bezitten die een reservoir vormt.

4. Houdersamenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de houderdelen elk een opneemruimte bezitten waarin een reservoir opgenomen is.

5. Houdersamenstel volgens conclusie 4, waarbij de reservoirs op verwijderbare wijze opgenomen zijn in de houderdelen.

6. Houdersamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de houderdelen op verdraaibare wijze met elkaar verbonden zijn.

7. Houdersamenstel volgens conclusie 6, waarbij de houderdelen op blijvende wijze met elkaar verbonden zijn.

8. Houdersamenstel volgens één der conclusies 1- 6, waarbij de houderdelen op losmakelijke wijze met elkaar verbonden zijn.

9. Houdersamenstel volgens conclusie 8, waarbij de houderdelen met behulp van een snapverbinding met elkaar verbonden zijn.

10. Houdersamenstel volgens één der voorgaande conclusies, bestaande uit twee houderdelen die gelijk zijn in vorm en afmeting.

11. Houdersamenstel volgens conclusie 10, waarbij de houderdelen in hoofdzaak U-vormig zijn, waarbij in het ene been van de U-vorm althans een deel van het reservoir en de afgiftemiddelen gelegen zijn en de inwendige ruimte van de U-vorm een opneemruimte vormt voor althans een deel van het reservoir en de afgiftemiddelen van het andere houderdeel.

12. Houdersamenstel volgens conclusie 11, met een cirkelcylindervormige omtrek.

13. Houdersamenstel volgens conclusie 12, waarbij de houderdelen tegen elkaar aanliggen volgens een yin-yangvormige lijn.

14. Flaconsamenstel (1) bestaande uit twee flacondelen (2) en (3), die gevuld zijn met verschillende middelen en ten opzichte van elkaar verplaatsbaar, in het bijzonder verdraaibaar zijn tussen eeen gebruikstand, waarin de afgiftemiddelen (7, 16) van de flacons bereikbaar zijn en een opbergstand, waarin de beide houderdelen een sierlijk en goed hanteerbaar lichaam vormen en de afgiftemiddelen afgeschermd zijn naar de omgeving. -o-o-o-