NL9301142A - Inrichting voor het transporteren en verdelen van ronde produkten, bijvoorbeeld bakprodukten. - Google Patents

Description

Inrichting voor het transporteren en verdelen van ronde produkten, bijvoorbeeld bakprodukten.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het transporteren en verdelen van ronde produkten, bijvoorbeeld bakprodukten tussen opeenvolgende transportorganen en/of bewerkingsinrichtingen.

Een dergelijke inrichting is in de industrie, dat wil zeggen bij de grotere bakkerijen bekend. Deze wordt toegepast daar waar een stroom ronde produkten, zoals bijvoorbeeld koeken, meerlagige biscuits, cakes, suikerwaren en dergelijke, van een grote transportband overgebracht moeten worden naar een smallere transportband, of waar een willekeurige verdeling omgezet moet worden in een geordende verdeling, zoals bijvoorbeeld een verdeling in rijen.

Dit laatste gebeurt bijvoorbeeld bij het verlaten van de oven naar een volgende bewerkingsinrichting, voor bijvoorbeeld het koelen, het chocolateren of glazuren van het produkt, of bij het verlaten van een laatste bewerkingsinrichting naar een verpakkingsinrichting.

Deze bekende inrichting bestaat uit een hellende plaat, die een groot aantal op afstand van elkaar aangebrachte gaatjes heeft waardoor met behulp van één of meer ventilatoren een opwaartse luchtstroom in stand gehouden wordt, die zodanig krachtig is dat de bakprodukten met een bijzonder geringe wrijving makkelijk over de plaat heen kunnen schuiven en over de breedte van de plaat verspreid worden.

Het nadeel van deze bekende inrichting is dat een grote hoeveelheid stof met de aangezogen lucht meekomt en of wel in de inrichting vast komt te zitten of wel mee omhoog geblazen wordt.

Aangezien de luchtstroom door op afstand gelegen gaatjes geblazen wordt, en niet alle bakprodukten precies gelijk zijn, komt het nogal eens voor dat een deel daarvan op de plaat klappert tijdens de beweging daarover.

Dit heeft tot gevolg dat produkten met een min of meer scherpe rand op elkaar kunnen schuiven en beschadigd worden, vooral daar waar deze tussen plaat en een bovengeleiding klem komen te zitten.

Een verder gevolg van het klapperen is dat naast het stof ook afgebroken deeltjes van het bakprodukt mee omhoog geblazen worden. Het op deze manier omhoog geblazen stof en gruis is bijzonder onaangenaam voor het produktiepersoneel dat zich in de nabijheid van een dergelijke inrichting bevindt. Daarnaast brengt dit ook veel extra schoonmaak-werkzaamheden met zich mee, van niet alleen de machine maar ook de daar omheen gelegen ruimte tot vaak aan het plafond aan toe.

Het doel van de uitvinding is deze nadelen te ondervangen en in een inrichting te voorzien waarmee ronde produkten, bijvoorbeeld bakprodukten op eenvoudige wijze getransporteerd en verdeeld kunnen worden zonder dat de produkten beschadigd worden.

Dienovereenkomstig wordt er door de uitvinding in voorzien dat het transportorgaan een oplopende eindloze band is en de inrichting verder een instelorgaan omvat bestemd voor het regelen van de hellingshoek van de eindloze band, waarbij de hellingshoek van de eindloze band zodanig ingesteld wordt dat deze kleiner is dan de hellingshoek waarbij de positie van een slippend bakprodukt op een draaiende eindloze band niet veranderd.

Bij een hellingshoek van de eindloze band die kleiner is dan de hoek waarbij het produkt op de draaiende band niet van positie veranderd, is de wrijvingskracht tussen de band en het bakprodukt groter dan de tegengestelde zwaarte-krachtcomponent, waardoor het bakprodukt door de eindloze band meegenomen wordt. Door deze opstelling is de wrijving in de lengterichting laag, hetgeen het mogelijk maakt dat bakprodukten slippend op de band tegen elkaar aan blijven liggen wanneer bijvoorbeeld de aanvoer groter is dan de afvoer of wanneer de afvoer stagneert.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding wordt er tevens in een regelorgaan voorzien voor het regelen van de snelheid van de eindloze band.

Aangezien de wrijving tussen bakprodukt en de eindloze band in de praktijk vrijwel onafhankelijk van de snelheid van de band blijkt te zijn (dynamische wrijving), wordt de bovengrens van de snelheid van de band in feite alleen bepaald of er wel of niet schade aan de bakprodukten ontstaat. Door een hoge snelheid van de eindloze band wordt een lage wrijving in de breedterichting verkregen. De grootte van de wrijvingskracht die op het produkt inwerkt blijft dezelfde, maar de componenten in lengte en breedterichting kunnen veranderen en verhouden zich als de relatieve snelheid tussen het produkt en de band en de snelheid van het produkt in breedterichting. Dit betekent dat bij een snelheid in de breedterichting van bijvoorbeeld 5% van de relatieve snelheid dat de wrijving ook voor 5% in de breedterichting is gericht tegen de snelheid van het produkt in die richting.

Dit houdt tegelijkertijd in dat bij beweging in de breedterichting de wrijving in lengterichting minder is. Bij voldoende snelheid in de breedterichting betekent dit dat het produkt niet meer door de band mee omhoog genomen kan worden en dat het produkt zelfs iets omlaag kan bewegen.

Dit is een voordeel bij het langs elkaar over de breedte van de band verdelen van de produkten.

Een verder voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is dat de beweging in de breedterichting vrij snel, dat wil zeggen duidelijk sneller dan bij de bekende inrichting met de omhoog gerichte luchtstroom, gedempt wordt. Hierdoor bewegen niet alle produkten direkt naar de zijkant zodra deze in die richting gedwongen worden.

Verder is het mogelijk om produkten met verschillende wrijvingscoëfficient of produkten met onder en boven een verschillende wrijvingscoëfficient te sorteren. De gladdere produkten of de omgekeerd gelegen produkten blijven dan onderaan de band liggen.

De inrichting volgens de uitvinding wordt niet langer dan noodzakelijk gemaakt, dat wil zeggen juist lang genoeg om de produkten de gewenste verdeling te geven. Bij bijvoorbeeld het verdelen in rijen wordt de aanvoer van produkten hoog genoeg gehouden om door stuw een verdeling over de hele breedte te krijgen. Door in sensoren te voorzien die de vulling van de inrichting nagaan, kan de aanvoer van produkten zonodig gestopt worden, waardoor voorkomen wordt dat de produkten te lang op de transportband liggen of dat de stuw te hoog oploopt.

In de industrie is men altijd bijzonder beducht geweest voor het optreden van stuw en het slippen van bakprodukten op transportbanden, omdat dat in de meeste gevallen direkt beschadiging van de produkten of verstopping van de installatie tot gevolg heeft. Met de inrichting volgens de uitvinding met een schuin oplopende en relatief snel draaiende band blijkt nu dat de meeste van de voorkomende bakprodukten wel zonder beschadiging op een transportband kunnen slippen en dat eveneens zonder bezwaar stuw kan optreden, en dat op deze wijze transport en verdeling van de produkten goed mogelijk is.

De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van de tekening waarin:

Fig. 1 schematisch een zij-aanzicht toont van de inrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2 schematisch een bovenaanzicht van de inrichting toont met een vernauwing naar een smallere baan, en Fig. 3 schematisch een bovenaanzicht toont van de inrichting met een verdeelorgaan voor het verdelen in rijen.

In fig.l is met 1 het frame van de inrichting aangeduid.

Het frame 1 heeft staanders 2,3 waarvan de uiteinden assen 4,5 dragen met rollen 6,7. Om de rollen 6,7 is een eindloze band 8 gelegd. De band 8 bestaat bij voorkeur uit een glad materiaal, zodat de wrijving tussen band en produkt zo laag mogelijk is en slijtage van het produkt tot een minimum beperkt blijft.

Teneinde de assen 4,5 met de rollen 6,7 op afstand van elkaar en daarmede de eindloze band 8 op de juiste spanning te houden, zijn de assen 4,5 in dit voorbeeld in een hulp-frame 9 gemonteerd.

De aandrijving van de eindloze band 8 geschiedt middels een op het frame 1 gemonteerde elektromotor 10, die via poelie 11, snaar 12 en poelie 13 de as 4 met de rol 6 aandrijft. Met op zich bekende middelen kan de snelheid via het regel-orgaan 14 geregeld worden.

De hellingshoek van de eindloze band 8 kan ingesteld worden met ten opzichte van elkaar verschuifbare delen 15,17 van de staander 3. Met behulp van een instelorgaan 16, bij voorkeur voorzien van een hellingshoekmeter, kan de juiste hellingshoek voor verschillende produkten ingesteld worden.

Aangezien bij een verandering van de hellingshoek van de eindloze band 8, de hoek van de verschuifbare delen 15,17 ten opzichte van de horizontaal ook zal veranderen, is het samenstel 15,16,17 scharnierbaar via de as 18 ten opzichte van het frame 1 gemaakt.

Vlak boven de eindloze band 8 zijn zijgeleiders 19 geplaatst, die met ondersteuningen 20 vast met het hulpframe 9 zijn verbonden.

In de figuur zijn verder nog schematisch een aanvoerband 21 met rol 22 en een afvoerhand 23 met rol 24 aangegeven. Bij een dergelijke opstelling wordt bijvoorbeeld een brede willekeurige produktaanvoer omgezet in een smallere afvoer, waarbij de produkten tegen elkaar aanliggen. Tussen de opeenvolgende transportbanden zijn dan nog tussenstukken 25,26 geplaatst, zodat de produkten makkelijk naar een opvolgende transportband geschoven kunnen worden.

In fig.2 is schematisch een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding getoond, waarbij de produkten van een brede aanvoer via geleidingen 27 naar een smallere afvoer geleid worden. Met behulp van boven de band aangebrachte sensoren in behuizingen 28,29 kan de vulling van de band zowel in de breedte als ook in de lengterichting bepaald worden. Afhankelijk van deze gegevens kan de toevoer van produkten geregeld worden, en wel zodanig dat nabij het einde van de band deze geheel gevuld is en er voldoende stuw optreedt, maar dat niet de gehele band gevuld is, waardoor de produkten langer dan noodzakelijk op de band blijven slippen voordat zij naar de volgende transportband doorgeschoven kunnen worden.

Boven de band is voor de zekerheid nog een afschuiver 30 gemonteerd, waarmee voorkomen wordt dat, indien de stuw toch te hoog mocht oplopen en de produkten op elkaar geschoven zouden worden, dat deze in die positie de volgende transportband of bewerkingsinrichting bereiken.

De uitvoeringsvorm volgens fig.3, waarbij boven de eindloze band 8 een aantal geleidingen 31 evenwijdig aan de lengterichting van de inrichting zijn aangebracht, dient om de produkten in rijen aan een verder niet aangegeven verpak-kingsinrichting toe te voeren.

De geleidingen 31 hebben een voorste deel 32, dat schar-nierbaar is ten opzichte van het achterste deel 33, en dat met behulp van een verbindingsdeel 34 en een motor 35 met een excentriek heen en weer bewogen kan worden ten opzichte van de bewegingsrichting van de eindloze band 8. Hierdoor worden de aangevoerde produkten makkelijk tussen de geleidingen 31 gevoerd.

De geleidingen 32 zijn vast verbonden met de zijgeleidingen 40 middels verbindingen 36,37,38.

Tussen de geleidingen 32 zijn nog bovengelegen geleidingen 39 gelegen, waarmee voorkomen wordt dat produkten door het eventueel hoog oplopen van de stuw op elkaar geschoven kunnen worden.

Verder zijn boven de eindloze band dan nog in één of meer behuizingen 28 de nodige sensoren aangebracht om de vulling van de band na te gaan en de toevoer afhankelijk van de waarnemingen aan te passen.

Claims (10)

1. Inrichting voor het transporteren en verdelen van ronde produkten, bijvoorbeeld bakprodukten tussen opeenvolgende transportorganen en/of bewerkingsinrichtingen met twee of meer geleidingen evenwijdig of onder een hoek met de trans-portrichting, met het kenmerk, dat het transportorgaan een oplopende eindloze band is en de inrichting verder een instelorgaan omvat bestemd voor het regelen van de hel-lingshoek van de eindloze band, waarbij de hellingshoek van de eindloze band zodanig ingesteld wordt dat deze kleiner is dan de hellingshoek waarbij de positie van een slippend bakprodukt op een draaiende eindloze band niet veranderd.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voorzien is in een regelorgaan voor het regelen van de snelheid van de eindloze band.

3. Inrichting volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat de snelheid van de eindloze band tussen de 20-80 mtr/min ligt.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de snelheid van de eindloze band bij voorkeur tussen de 40-60 “/»,„ ligt.

5. Inrichting volgens conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de hellingshoek van de eindloze band tussen 10° en 50° ligt.

6. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de hellingshoek van de eindloze band meer precies tussen 15° en 30° ligt.

7. Inrichting volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de eindloze band van een glad materiaal vervaardigd is, bijvoorbeeld een materiaal op polyurethaanbasis.

8. Inrichting volgens conclusies 1-7, met het kenmerk, dat één of meer sensoren aangebracht zijn, bedoeld om de vulling van de inrichting te controleren en het regelen van de toevoer.

9. Inrichting volgens conclusies 1-8, met het kenmerk, dat over de eindloze band en daar evenwijdig aan één of meer afschuivers aangebracht zijn, waar de produkten alleen plat op de eindloze band gelegen onder door kunnen.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de afschuivers in hoogte verstelbaar zijn.