NL9300949A

NL9300949A - Wall panel

Info

Publication number: NL9300949A
Application number: NL9300949A
Authority: NL
Original assignee: Seac Int Bv
Priority date: 1993-06-02
Filing date: 1993-06-02
Publication date: 1995-01-02

Abstract

The invention describes a wall panel for separating two rooms, more particularly a door 10. The wall panel is safer than conventional wall panels, since the flame- retardant action is improved, in that the panel is provided with means 20, 30 which counteract warping. These means 20 which counteract warping can function so as to counteract moisture migration and may, for example, comprise a moisture-proof layer 21 or tubular elements 22 which are arranged in hollow channels 16 in the said wall panel. <IMAGE>

Description

Titel: WandelementTitle: Wall element

De uitvinding heeft betrekking op een wandelement voor het scheiden van twee ruimten, meer in het bijzonder een deur.The invention relates to a wall element for separating two spaces, more in particular a door.

Het is in de praktijk bekend om ruimten van gebouwen te definiëren door het optrekken van wanden, zoals bijvoorbeeld door het metselen van muren. Het kan echter gewenst zijn om de wanden op eenvoudiger wijze uit te voeren, zodat ook het eventueel demonteren eenvoudiger kan worden uitgevoerd. In dat geval past men een systeemwand toe, waarbij in een frame-constructie relatief dunne wandelementen worden gemonteerd. Deze wandelementen dienen dus niet om een reeds bestaande wand te bedekken, maar dienen om twee ruimten van elkaar te scheiden. Een veel gebruikt materiaal daarbij is hout, of een houtproduct zoals spaanplaat.It is known in practice to define spaces of buildings by raising walls, such as, for example, bricklaying walls. However, it may be desirable to design the walls in a simpler manner, so that any disassembly can also be carried out more easily. In that case, a system wall is used, whereby relatively thin wall elements are mounted in a frame construction. These wall elements therefore do not serve to cover an already existing wall, but serve to separate two spaces. A commonly used material is wood, or a wood product such as chipboard.

In het kader van de onderhavige uitvinding wordt met de uitdrukking "wandelement" ook, en wel meer in het bijzonder, een deur bedoeld. Een deur dient namelijk ook om twee ruimten van elkaar te scheiden, en heeft daarbij als bijzonderheid dat hij beweegbaar is ten opzichte van de frame-constructie om een doorgang vrij te geven.In the context of the present invention, the term "wall element" also means, more specifically, a door. Namely, a door also serves to separate two spaces, and has the special feature that it is movable relative to the frame construction in order to release a passage.

Aan dergelijke wandelementen met een scheidingsfunctie worden verschillende eisen gesteld, en één van de belangrijke aspecten in dit verband is het veiligheidsaspect met betrekking tot brand. Wanneer onverhoopt brand uitbreekt in één van de ruimten waar het wandelement aan grenst, dient dat wandelement een barrière te vormen voor die brand om het overslaan van die brand vanuit die ene ruimte naar de aangrenzende ruimte tegen te gaan; dit wordt aangeduid als brandwerende werking. Maatgevend voor de brandwerende werking van een wandelement is de tijd die verstrijkt tussen het ontstaan van het vuur aan de ene zijde daarvan en het verschijnen van vlammen aan de andere zijde daarvan, hetgeen in de praktijk onder gecontroleerde condities wordt getest.Different requirements are imposed on such wall elements with a separating function, and one of the important aspects in this respect is the safety aspect with regard to fire. In the unlikely event that a fire breaks out in one of the rooms adjacent to the wall element, that wall element must form a barrier for that fire in order to prevent the spread of that fire from that one room to the adjacent room; this is referred to as fire-resistant operation. The decisive factor for the fire-resistant effect of a wall element is the time that elapses between the formation of the fire on one side and the appearance of flames on the other side, which is tested in practice under controlled conditions.

Gebleken is, dat het grootste probleem waar wandelementen last van hebben wanneer zij éénzijdig zijn blootgesteld aan brand, het vervormen door kromtrekken is. Door die vervorming ontstaan kieren tussen de randen van het wandelement en het frame waar het in gemonteerd is, door welke kieren vlammen vrijwel onbelemmerd vanuit de ene ruimte naar de andere ruimte kunnen trekken. Dit probleem speelt in het bijzonder bij scharnierende deuren, die immers bij hun randen vrij beweegbaar zijn ten opzichte van de deursponning, hetgeen enerzijds betekent dat bij dergelijke deuren intrinsiek reeds in een niet-brand situatie kieren aanwezig zijn, terwijl anderzijds de randen van dergelijke deuren niet worden vastgehouden zodat reeds een relatief geringe temperatuur-verhoging tot een vervorming van die deur en een vergroting van de kieren zal leiden.It has been found that the major problem wall elements suffer when exposed to fire on one side is warping. This deformation creates cracks between the edges of the wall element and the frame in which it is mounted, through which cracks can pull flames from one room to another without any obstacles. This problem arises in particular with hinged doors, which after all are freely movable at their edges relative to the door rebate, which on the one hand means that such doors intrinsically already have cracks in a non-fire situation, while on the other hand the edges of such doors not be held so that already a relatively small increase in temperature will lead to a deformation of that door and an enlargement of the cracks.

De uitvinding beoogt het bovenbeschreven probleem op te lossen. In het bijzonder beoogt de uitvinding een wandelement te verschaffen dat bij een éénzijdige warmtebelasting een verminderde neiging tot kromtrekken vertoont en daardoor zijn brandwerende werking langer kan volhouden.The object of the invention is to solve the above described problem. In particular, it is an object of the invention to provide a wall element which exhibits a reduced tendency to warp with a one-sided heat load and which can therefore sustain its fire-resistant effect for longer.

Daartoe is een wandelement volgens de uitvinding voorzien van kromtrekken-tegenwerkende middelen.To that end, a wall element according to the invention is provided with anti-warping means.

Een eerste uitvoeringsvariant van de uitvinding is gebaseerd op het inzicht, dat bij het kromtrekken van wandelementen vochtmigratie van de warme zijde naar de koude zijde een belangrijke rol speelt. De warme zijde van het wandelement verliest vocht en krimpt als gevolg daarvan, terwijl de koude zijde vochtiger wordt en als gevolg daarvan opzwelt. Het resultaat,is, dat het wandelement de neiging heeft om zodanig krom te trekken, dat de concave zijde naar de brand is gericht.A first embodiment variant of the invention is based on the insight that moisture migration from the warm side to the cold side plays an important role in the warping of wall elements. The warm side of the wall element loses moisture and shrinks as a result, while the cold side becomes more humid and swells as a result. As a result, the wall element tends to warp so that the concave side faces the fire.

Derhalve heeft deze uitvoeringsvariant van het volgens de uitvinding uitgevoerde wandelement het onderscheidende kenmerk, dat is voorzien in middelen bestemd om vochtmigratie tegen te gaan. Deze middelen gaan het kromtrekken dus op indirecte wijze tegen.This variant of the wall element according to the invention therefore has the distinctive feature that means are provided for preventing moisture migration. These means thus indirectly counteract warping.

In een andere uitvoeringsvariant is het volgens de uitvinding uitgevoerde wandelement voorzien van middelen die het kromtrekken op directe wijze tegengaan doordat zij onder invloed van warmte de neiging hebben om krom te trekken in een richting tegengesteld aan de richting waarin het wandelement wil kromtrekken.In another embodiment variant, the wall element designed according to the invention is provided with means which directly counteract the warping because they tend to warp under the influence of heat in a direction opposite to the direction in which the wall element wishes to warp.

Nadere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen verder verduidelijkt worden door de hiernavolgende meer gedetailleerde beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen van de wandelementen volgens de uitvinding, onder verwijzing naar de tekening. Hierin toont: figuur 1 een schematische doorsnede van een wand met daarin een deur; figuur 2 een met figuur 1 vergelijkbare doorsnede in een brands ituat ie; figuur 3 een schematische doorsnede van een eerste uitvoeringsvariant van een wandelement volgens de uitvinding; figuur 4 een schematische doorsnede van een tweede uitvoeringsvariant van een wandelement volgens de uitvinding; figuur 5 een schematische doorsnede van een andere uitvoeringsvariant van een wandelement volgens de uitvinding; en figuur 6 een schematische doorsnede volgens de lijn VI-VI in figuur 5.Further aspects, features and advantages of the present invention will be further elucidated by the following more detailed description of preferred embodiments of the wall elements according to the invention, with reference to the drawing. Herein: figure 1 shows a schematic cross-section of a wall with a door therein; figure 2 shows a cross-section comparable to figure 1 in a fire item; figure 3 shows a schematic cross-section of a first embodiment variant of a wall element according to the invention; figure 4 shows a schematic cross-section of a second embodiment variant of a wall element according to the invention; figure 5 shows a schematic cross-section of another embodiment variant of a wall element according to the invention; and figure 6 shows a schematic section according to the line VI-VI in figure 5.

In het hiernavolgende zal bij wijze van voorbeeld een toepassing van de uitvinding bij een deur worden beschreven. Uit het voorgaande zal het echter duidelijk zijn, dat de uitvinding evenzeer betrekking heeft op gefixeerd te monteren wandelementen.In the following, an application of the invention to a door will be described by way of example. It will be clear from the foregoing, however, that the invention also relates to wall elements to be fixedly fixed.

Figuur 1 toont een tussen ruimten 1 en 2 opgestelde scheidingswand 3, met daarin een kozijn 4 waaraan middels een scharnier 5 een deur 10 is bevestigd, die eerste en tweede hoofdoppervlakken 11 en 12 heeft. In de weergegeven uitvoeringsvorm is de deur 10 een zogenaamde opdekdeur, hetgeen inhoudt dat de deur 10 een flens 13 heeft die uitsteekt buiten het in de scheidingswand 3 aangebrachte kozijn 4. Volgens een in Nederland gebruikelijke maatvoering zijn deuren standaard 4 cm dik, en heeft de flens 13 een dikte van ca. 15 mm, zodat de insteekdiepte van de deur 10 in het kozijn 4 is verminderd van 4 cm tot 25 mm.Figure 1 shows a dividing wall 3 arranged between spaces 1 and 2, containing a frame 4 to which a door 10 is fixed by means of a hinge 5, which has first and second main surfaces 11 and 12. In the illustrated embodiment, the door 10 is a so-called rebated door, which means that the door 10 has a flange 13 which protrudes beyond the frame 4 arranged in the dividing wall 3. According to a standard practice in the Netherlands, doors are 4 cm thick as standard, and the flange 13 has a thickness of about 15 mm, so that the insertion depth of the door 10 into the frame 4 is reduced from 4 cm to 25 mm.

Figuur 2 illustreert het effect van een brand 7 in de ruimte 1. Het naar de ruimte 1 gerichte eerste hoofdoppervlak 11 wordt warm, en verliest vocht, deels door verdamping en deels door migratie van vocht naar het tegenoverliggende tweede hoofdoppervlak 12 waar de temperatuur relatief gering is. Door het vochtverlies zal het materiaal van de deur 10 bij het eerste hoofdoppervlak 11 krimpen, terwijl het materiaal van de deur 10 bij het tweede hoofdoppervlak 12 ten gevolge van de stijgende vochtigheid zal opzwellen. De deur 10 trekt daardoor krom, waarbij het eerste hoofdoppervlak 11 concaaf wordt. Zoals in figuur 2 is weergegeven, kunnen daarbij de randen 14 van de deur uit het kozijn 4 geraken, waarbij zich een kier 6 vormt, zodat vlammen eenvoudig vanuit de ruimte 1 door de kieren 6 in de ruimte 2 kunnen reiken.Figure 2 illustrates the effect of a fire 7 in space 1. The first main surface 11 facing space 1 heats up and loses moisture, partly through evaporation and partly through migration of moisture to the opposite second main surface 12 where the temperature is relatively low is. Due to the moisture loss, the material of the door 10 at the first main surface 11 will shrink, while the material of the door 10 at the second main surface 12 will swell due to the rising moisture. The door 10 thereby warps, the first major surface 11 becoming concave. As shown in figure 2, the edges 14 of the door can thereby come out of the frame 4, whereby a gap 6 is formed, so that flames can easily extend from the space 1 through the gaps 6 into space 2.

Het beschreven effect van kromtrekken treedt in principe op over het hele oppervlak van de deur 10. Echter, aan één zijrand is de deur 10 verbonden met de aan het kozijn 4 bevestigde scharnieren 5, zodat de deur 10 zich ter plaatse van die scharnieren 5 niet zal verplaatsen ten opzichte van het kozijn 4. Aan de tegenoverliggende zijrand is de deur 10 op ongeveer de halve hoogte met het kozijn 4 verbonden door middel van een ter wille van de eenvoud niet weergegeven deurslot, zodat ook daar de deur 10, althans in eerste instantie, zich niet zal verplaatsen ten opzichte van het kozijn 4. Derhalve komt het beschreven effect van kromtrekken het sterkst tot uiting nabij de bovenrand en onderrand van de deur 10.The described effect of warping occurs in principle over the entire surface of the door 10. However, on one side edge, the door 10 is connected to the hinges 5 attached to the frame 4, so that the door 10 does not extend at the location of those hinges 5 will move with respect to the frame 4. On the opposite side edge, the door 10 is connected at approximately half the height to the frame 4 by means of a door lock (not shown for the sake of simplicity), so that there too the door 10, at least in the first body, will not move with respect to the frame 4. Therefore, the described warping effect is most pronounced near the top and bottom edges of the door 10.

Opgemerkt wordt, dat bij een in een frame gefixeerd wandelement het beschreven effect van kromtrekken op een andere wijze tot uiting komt, omdat de randen van een dergelijk wandelement zich in eerste instantie niet kunnen verplaatsen ten opzichte van dat frame. Daardoor buigt dat wandelement naar buiten, van de brand weg, waarbij de grootste verplaatsing optreedt nabij het centrum van dat wandelement.It is noted that with a wall element fixed in a frame, the described effect of warping is manifested in a different way, because the edges of such a wall element cannot initially move relative to that frame. As a result, that wall element bends outwards, away from the fire, with the greatest displacement occurring near the center of that wall element.

De randen van dat wandelement worden daardoor naar binnen getrokken waardoor zij loskomen van het frame en er kieren ontstaan.The edges of that wall element are thereby drawn inwards, causing them to separate from the frame and create gaps.

Figuur 3 toont een eerste uitvoeringsvariant van een volgens de uitvindingsgedachte geconstrueerde deur. Tussen de hoofdoppervlakken 11 en 12 zijn middelen 20 opgenomen om de migratie van vocht tussen die hoofdoppervlakken tegen te gaan. In dit voorbeeld omvatten de middelen 20 een laag 21 die slecht of bij voorkeur in het geheel niet doorlaatbaar is voor vocht. Desgewenst kunnen meerdere van dergelijke lagen 21 parallel zijn opgesteld. Bij wijze van voorbeeld kan de laag 21 zijn gevormd door een metaalplaat, een kunststof-folie of een geschikte lijmlaag.Figure 3 shows a first embodiment variant of a door constructed according to the inventive idea. Means 20 are included between the major surfaces 11 and 12 to prevent the migration of moisture between those major surfaces. In this example, the means 20 comprise a layer 21 which is poorly or preferably not at all permeable to moisture. If desired, several such layers 21 can be arranged in parallel. By way of example, the layer 21 can be formed by a metal plate, a plastic foil or a suitable adhesive layer.

Figuur 4 toont een tweede uitvoeringsvariant van een volgens de uitvindingsgedachte geconstrueerde deur. In dit geval is de deur 10 van het type dat, ten behoeve van een gewichtsbesparing, holle kanalen 16 omvat. Deuren van dit type, in het bijzonder wanneer zij zijn vervaardigd van spaanplaat, hebben bijzonder veel last van kromtrekken, hetgeen geweten wordt aan de relatief geringe weerstand die de holle kanalen 16 bieden tegen vochtmigratie. Het is natuurlijk mogelijk om ook hierbij een onder verwijzing naar figuur 3 beschreven laag 21, zoals een metaalplaat, aan te brengen, maar het is gebleken dat reeds een aanzienlijke verbetering wordt bereikt door het aanbrengen van vochtmigratie-remmende middelen 20 in de holle kanalen 16, hetgeen productietechnisch eenvoudiger is en zelfs kan worden toegepast bij gerede deuren.Figure 4 shows a second embodiment variant of a door constructed according to the inventive idea. In this case, the door 10 is of the type which includes hollow channels 16 for weight saving. Doors of this type, especially when made of chipboard, are particularly prone to warping due to the relatively low resistance of the hollow channels 16 to moisture migration. It is of course possible to apply a layer 21, such as a metal plate, described here with reference to figure 3, but it has been found that a considerable improvement has already been achieved by applying moisture migration inhibitors 20 in the hollow channels 16. , which is simpler in production technology and can even be used with finished doors.

In de weergegeven uitvoeringsvorm hebben de middelen 20 de vorm van in de kanalen 16 aangebrachte buisvormige elementen 22. De buisvormige elementen 22 kunnen pijpen zijn, bijvoorbeeld van metaal of kunststof, maar de buisvormige elementen 22 kunnen ook bestaan uit een tegen de binnenwand van de kanalen 16 aangebrachte folie, bijvoorbeeld van metaal of kunststof.In the embodiment shown, the means 20 are in the form of tubular elements 22 arranged in the channels 16. The tubular elements 22 can be pipes, for example of metal or plastic, but the tubular elements 22 can also consist of an against the inner wall of the channels. 16 applied foil, for instance of metal or plastic.

In een geschikte uitvoeringsvariant kunnen de buisvormige elementen 22 in de kanalen 16 worden aangebracht door een buisvormig element 22 in opgevouwen toestand te introduceren in een kanaal 16, en vervolgens het inwendige van die elementen 22 te voorzien van een fluïdum met een verhoogde druk, waardoor die elementen 22 tegen de binnenwand van de respectieve kanalen 16 wordt gedrukt. De elementen 22 en/of de binnenwanden van de kanalen 16 kunnen vooraf zijn voorzien van een kleeflaag.In a suitable embodiment variant, the tubular elements 22 can be arranged in the channels 16 by introducing a tubular element 22 in a folded state into a channel 16, and then providing the interior of those elements 22 with a fluid with an increased pressure, so that it elements 22 are pressed against the inner wall of the respective channels 16. The elements 22 and / or the inner walls of the channels 16 can be provided with an adhesive layer beforehand.

Desgewenst kunnen de buisvormige elementen 22 massief zijn. In een mogelijke uitvoeringsvorm kunnen dergelijke massieve, althans als massief te beschouwen, elementen in de kanalen 16 worden aangebracht door het inbrengen van een opschuimende massa, bijvoorbeeld PUR-schuim.If desired, the tubular elements 22 can be solid. In a possible embodiment, such solid elements, which can be regarded as solid, can be arranged in the channels 16 by introducing an intumescent mass, for example PUR foam.

Figuur 5 illustreert een andere uitvoeringsvariant van de deur 10, waarbij is voorzien in middelen 30 die onder invloed van warmte de neiging hebben om krom te trekken in een dusdanige richting, dat de convexe zijde naar de warmtebron is gericht, dat wil zeggen, tegengesteld aan de richting waarin de deur 10 wil kromtrekken. In de weergegeven uitvoeringsvariant omvatten die middelen 30 een buis 31 van een metaal dat slecht warmte geleidt, bijvoorbeeld staal. De buis 31 kan verticaal of horizontaal in de deur 10 zijn aangebracht. Wanneer een dergelijke metalen buis 31 aan één zijde wordt verwarmd, zal het materiaal aan die zijde uitzetten, terwijl de andere zijde in temperatuur achterblijft ten gevolge van de geringe warmtegeleiding en dus minder of in het geheel niet zal uitzetten. Het effect is, dat de buis 31 krom trekt op de boven beschreven wijze, zoals geïllustreerd in figuur 6.Figure 5 illustrates another embodiment of the door 10, in which means 30 are provided which tend to warp under the influence of heat in such a direction that the convex side faces the heat source, i.e., opposite to the direction in which the door 10 wants to warp. In the embodiment shown, said means 30 comprise a tube 31 of a metal that conducts poorly heat, for instance steel. The tube 31 can be arranged vertically or horizontally in the door 10. When such a metal tube 31 is heated on one side, the material will expand on that side, while the other side will remain in temperature due to the low heat conductivity and thus will expand less or not at all. The effect is that the tube 31 warps in the manner described above, as illustrated in Figure 6.

Dat effect van kromtrekken kan worden versterkt door in de buis 31 een trekstang 32 aan te brengen, die is gekoppeld met de uiteinden 33, 34 van de buis 31, bijvoorbeeld door middel van eindplaten 35 en op de trekstang 32 geschroefde moeren 36.This warping effect can be enhanced by providing a tie rod 32 in the tube 31, which is coupled to the ends 33, 34 of the tube 31, for example by means of end plates 35 and nuts 36 screwed onto the tie rod 32.

In het geval dat de deur 10 een opdekdeur is, dat wil zeggen een deur bestaand uit een frame dat de boven-, onderen zijranden van de deur definieert, waarop aan weerszijden dekplaten zijn bevestigd die de hoofdoppervlakken van de deur definiëren, kunnen buizen 31 langs de boven-, onder- en zijranden verlopend aan het frame zijn bevestigd.In the case that the door 10 is a rebated door, i.e. a door consisting of a frame defining the top, bottom side edges of the door, on which are mounted on both sides cover plates defining the main surfaces of the door, tubes 31 can pass the top, bottom and side edges are attached to the frame in a gradient.

In het geval dat de deur 10 een massieve deur is, dient deze voorzien te worden van een kanaal om de buis 31 op te nemen. Het verdient dan aanbeveling om de dwarsafmetingen van dat kanaal enigszins groter te kiezen dan de corresponderende dwarsafmetingen van de buis 31, opdat ruimte overblijft om radiale uitzetting van de buis 31 onder invloed van de warmte op te vangenIn case the door 10 is a solid door, it must be provided with a channel to receive the tube 31. It is then recommended to choose the transverse dimensions of that channel slightly larger than the corresponding transverse dimensions of the tube 31, so that space is left to accommodate radial expansion of the tube 31 under the influence of the heat.

In het geval dat de deur 10 van het type is dat reeds is voorzien van meerdere kanalen 16, zoals voorgaand beschreven, kan de buis 31 op eenvoudige wijze in een kanaal 16 worden ingebracht. Dit kan gebeuren nadat de deur 10 is vervaardigd, en kan dus met voordeel worden toegepast om reeds bestaande deuren te beveiligen. Het inbrengen vergt weinig energie wanneer de dwarsafmetingen van de buis 31 enigszins kleiner worden gekozen dan de corresponderende dwarsafmetingen van dat kanaal 16, hetgeen ook uit functionele overwegingen aanbeveling verdient, zoals bovenstaand beschreven. Hierbij kan worden opgemerkt dat het precieze aantal buizen 31 dat in een concreet geval nodig is om het kromtrekken van de deur 10 te compenseren, afhankelijk is van een aantal factoren zoals de samenstelling van het materiaal van de deur 10. Dit precieze aantal kan door het uitvoeren van eenvoudige experimenten worden bepaald, zoals voor een deskundige duidelijk zal zijn. In het geval dat dat aantal kleiner is dan het aantal aanwezige kanalen 16 in de deur 10, verdient het aanbeveling om die buizen 31 in de buitenste kanalen aan te brengen, omdat dat de plaats is waar het kromtrekken zich het sterkst uit, zoals in het voorgaande is beschreven.In case the door 10 is of the type already provided with multiple channels 16, as described above, the tube 31 can be easily inserted into a channel 16. This can happen after the door 10 has been manufactured, and can thus be used advantageously to secure already existing doors. The insertion requires little energy when the transverse dimensions of the tube 31 are selected slightly smaller than the corresponding transverse dimensions of that channel 16, which is also recommended for functional reasons, as described above. It should be noted here that the precise number of tubes 31 that are needed in a specific case to compensate for the warping of the door 10 depends on a number of factors such as the composition of the material of the door 10. This exact number can be simple experiments are determined, as will be clear to a person skilled in the art. In the event that that number is smaller than the number of channels 16 present in the door 10, it is recommended to arrange those tubes 31 in the outer channels, because that is where the warp is most pronounced, as in the previously described.

Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat het mogelijk is de weergegeven uitvoeringsvormen van het wandelement volgens de uitvinding te veranderen of te modificeren, zonder de uitvindingsgedachte of de beschermingsomvang te verlaten. In het bijzonder is een combinatie van de beschreven uitvoeringsvarianten mogelijk, doordat althans enkele van de buisvormige elementen (22) welke dienen om vochtmigratie tegen te gaan, vervaardigd kunnen zijn van staal.It will be clear to a person skilled in the art that it is possible to change or modify the illustrated embodiments of the wall element according to the invention without leaving the inventive idea or the scope of protection. In particular, a combination of the described embodiments is possible, because at least some of the tubular elements (22) which serve to prevent moisture migration can be made of steel.

Claims

Wall element for separating two spaces, characterized by warping-counteracting means (20; 30).

Wall element according to claim 1, characterized in that means (20) are provided for preventing moisture migration.

Wall element according to claim 2, characterized in that the moisture migration-inhibiting means (20) comprise at least one layer (21) arranged between the main surfaces (11) and (12), which is poorly or preferably not at all permeable for moisture.

Wall element according to claim 2, characterized in that the layer (21) comprises a metal plate.

Wall element according to any one of claims 1-4, provided with hollow channels (16), characterized in that the moisture migration-inhibiting means (20) are arranged in the channels (16).

Wall element according to claim 5, characterized in that the moisture migration-inhibiting means (20) comprise tubular elements (22).

Wall element according to claim 5, characterized in that the tubular elements (22) consist of a foil arranged against the inner wall of the channels (16).

Wall element according to claim 5, characterized in that the tubular elements (22) are solid.

Wall element according to claim 8, characterized in that the tubular elements (22) are made of an intumescent mass, for example PUR foam.

Wall element according to claim 1, characterized in that means (30) are provided which tend to warp under the influence of heat in a direction opposite to the direction in which the wall element wishes to warp.

Wall element according to claim 10, characterized in that the means (30) comprise at least one tube (31) of a material which conducts poorly heat, preferably steel.

Wall element according to claim 11, characterized in that a tie rod (32) is arranged in the tube (31), which tie rod (32) is coupled to the ends (33, 34) of the tube (31).

Wall element according to any of the preceding claims, characterized in that the wall element (10) is a door.

A method of manufacturing a wall element (10) of the type having hollow channels (16), characterized by applying moisture migration inhibitors in at least some of the channels (16).

Method according to claim 14, characterized in that at least some of the channels (16) are at least partly filled with an intumescent mass.

Method according to claim 14, characterized in that the inner wall of at least one of the channels (16) is covered with a foil (22) by introducing it in the channel (16) when folded and then the interior of said foil (22) by pressing a fluid with an increased pressure against the inner wall of the channel (16).

Method for increasing the fire-resistant effect of a wall element (10) of the covering type, characterized by arranging at least one tube (31) on a frame of that wall element (10).

Method for increasing the fire-resistance of a wall element (10) of the type having hollow channels (16), characterized by arranging at least one tube (31) in at least one channel (16).

Method for increasing the fire-resistance of a wall element (10) of the type having hollow channels (16), characterized by applying moisture-migration inhibiting agents in at least some of the channels (16).

Method according to claim 19, characterized in that at least some of the channels (16) are at least partly filled with an intumescent mass.

Method according to claim 19, characterized in that the inner wall of at least some of the channels (16) is covered with a foil (22) by introducing it in the channel (16) when folded, and then the interior of pressing said foil (22) by means of a fluid with an increased pressure against the inner wall of the channel (16).