NL9300945A - Waterbed alsmede onderstel en schuimrand, toepasbaar bij het waterbed. - Google Patents

Description

Titel: Waterbed alsmede onderstel en schuimrand, toepasbaar bij het waterbed.

Beschrijving.

De uitvinding heeft betrekking op een waterbed omvattende een onderstel waarop zich een met water gevulde waterzak met een hoogte h bevindt, waarbij langs althans een deel van een zijde van de waterzak zich een schuimrand bevindt, die op het onderstel aanwezig is.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een onderstel en een schuimrand toepasbaar in een dergelijk waterbed.

Een waterbed van de in de aanhef genoemde soort is algemeen bekend en wordt aangeduid met de term "soft-side" waterbed, vanwege de aanwezigheid van een schuimrand aan een zijde van het waterbed. Het bekende waterbed heeft aan hoofd- en voeteinde opstaande schotten en aan beide zijden een brede schuimrand. Tussen de schotten en de schuimranden bevindt zich een waterzak met een hoogte die gelijk is aan de hoogte van een schuimrand. De schuimranden dienen de zijdelingse druk van het water op te vangen en geven door hun zachtheid een beter comfort tijdens het in- en uitstappen dan waterbedden waarbij deze schuimranden vervangen zijn door verdere opstaande schotten.

Deze laatste waterbedden eveneens algemeen bekend en worden aangeduid met de term "hard-side" waterbed. Bij een te hard uitgevoerde schuimrand, wordt het comfort tijdens het in- en uitstappen nadelig beïnvloed. Anderzijds bij een te zachte schuimrand hebben de schuimranden de neiging uit te gaan dijen. Ten gevolge van dit uitdijen, wordt een om de waterzak en schuimranden aanwezig hoes strak getrokken, hetgeen het ligcomfort nadelig beïnvloedt. Door deze strak getrokken hoes, ondervindt het lichaam niet overal een gelijke druk van de waterzak (hetgeen juist het doel is van het waterbed), maar ontstaat meer een hangmat-toestand, waarbij het ligcomfort is verlaagd.

Een doel van de uitvinding is een waterbed te verschaffen, waarbij een groot comfort tijdens het in- en uitstappen geboden wordt, terwijl tevens het ligcomfort optimaal is. Hiertoe is het waterbed volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat ter plaatse van de schuimrand het onderstel een opstaande rand heeft, waarop zich de schuimrand bevindt. De opstaande rand is bijvoorbeeld van hetzelfde harde materiaal vervaardigd als het onderstel van het waterbed. Daar de zijdelingse druk van het water onderin de waterzak het grootste is, neemt de opstaande rand het grootste deel van de zijdelingse druk op en voorkomt de opstaande rand het uitdijen van de waterzak. De op de opstaande rand aanwezige schuimrand wordt hierbij slechts licht belast en zal hierdoor nauwelijks uitdijen, terwijl zijn aanwezigheid toch een groot in-en uitstapconfort biedt. De totale hoogte van de opstaande rand en de schuimrand is bij voorkeur gelijk aan de hoogte van de waterzak.

Om bestaande hard-side waterbedden, waarbij de harde zijschotten ongeveer een gelijke hoogte hebben als die van de waterzak, op eenvoudige wijze te voorzien van een zachte schuimrand, is een uitvoeringsvorm van het waterbed volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat zich tussen de waterzak en het onderstel een tussenlaag bevindt. Deze tussenlaag dient bij voorkeur een gelijke dikte te hebben als de hoogte van de schuimrand. Hierdoor bevinden de bovenzijden van de schuimrand en de waterzak zich op gelijke hoogte en is het niet nodig de harde zijschotten te verlagen. Hierdoor is het dus op eenvoudige wijze mogelijk om bij het vervaardigen van het waterbed volgens de uitvinding, gebruik te maken van de reeds bestaande onderstellen van bekende hard-side waterbedden en kunnen deze bekende bedden desgewenst op eenvoudige wijze omgebouwd worden tot waterbedden volgens de uitvinding.

Een verdere uitvoeringsvorm van het waterbed volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat zich tussen de waterzak en het onderstel een veiligheidsvoering bevindt, die zich voorts tussen de opstaande rand en de schuimrand enerzijds en de waterzak anderzijds uitstrekt, en die om de schuimrand geslagen is, waarbij een einde van de veiligheidsvoering zich tussen de opstaande rand en de waterzak bevindt. Hierdoor wordt de veiligheidsvoering door de schuimrand vastgehouden, waardoor voorkomen wordt dat de veiligheidsvoering tijdens herhaald in- en uitstappen, waarbij een zijde van de waterzak deels samengedrukt wordt, naar beneden getrokken kan worden, waardoor de veiligheidsvoering zijn functie van het opvangen van water tijdens lekkage van de waterzak, deels zou kunnen verliezen.

Een verdere uitvoeringsvorm van het waterbed volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat aan de schuimrand een plaat scharnierend is bevestigd, die zich tussen de waterzak en de opstaande rand bevindt. Indien een persoon nu op het waterbed ligt, zal de om de waterzak en de schuimranden aanwezige hoes door het lichaam naar het lichaam toe worden getrokken. Hierbij is het voor het verkrijgen van een optimaal ligcomfort gewenst, dat de hoes niet strak getrokken wordt. Om dezelfde reden als hiervoor is vermeld. Doordat nu de schuimrand scharnierbaar is, zal de hoes de schuimrand verdraaien, waarbij de hoes over een zekere lengte van de schuimrand afgewikkeld wordt ter compensatie van de extra benodigde hoeslengte ten gevolge van het vervormen van de waterzak door het lichaam. Hierdoor komt de hoes dus niet onder spanning te staan, waardoor het ligcomfort niet aangetast wordt.

Om de veiligheidsvoering nog beter vast te kunnen houden, is een uitvoeringsvorm van het waterbed volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de plaat nabij de scharnierende bevestiging voorzien is van een uitsparing en de opstaande rand een uitstekend deel omvat dat zich in de uitsparing uitstrekt.

Hierbij wordt de veiligheidsvoering tussen het uitstekend deel en de plaat ter plaatse van de uitsparing stevig vastgeklemd.

Om de schuimrand goed op de opstaande rand aan te kunnen brengen, heeft de opstaande rand bij voorkeur een zich haaks op de opstaande rand uitstrekkend randdeel. De om de waterzak en de schuimranden aanwezige afdekhoes is bij voorkeur om de schuimranden geslagen, waarbij de afdekhoes met een einde met klittenband aan het onderstel is bevestigd.

Hieronder zal het waterbed volgens de uitvinding bij wijze van voorbeeld nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierbij toont:

Figuur 1, een doorsnede van het waterbed volgens de uitvinding.

Figuur 2, de doorsnede van het waterbed in een vervormde toestand die ontstaat tijdens aanwezigheid van twee lichamen op het waterbed;

Figuur 3, een detail van de doorsnede volgens figuur 1 ter plaatse van een zijde van het waterbed, en

Figuur 4, een detail van een tweede uitvoeringsvorm van het waterbed volgens de uitvinding ter plaatse van een zijde van het waterbed.

Figuur 1 toont een doorsnede van een eerste uitvoeringsvorm van het waterbed 1 volgens de uitvinding. Het waterbed 1 heeft een onderstel 3 en een met water gevulde waterzak 5, die op het onderstel 3 gelegen is. Het onderstel 3 heeft aan beide zijden een opstaande rand 7, 9, met een zich haaks hierop uitstrekkend randdeel 11, 13, waarop zich een schuimrand 15, 17, bevindt. De schuimrand 15, 17, dient ter verhoging van het in- en uitstapcomfort. Indien een gebruiker op de rand van het bed gaat zitten, zal hij in aanraking komen met de zachte schuimrand 15, 17. Dit in tegenstelling tot een zogenaamd "hard-side" waterbed, waarbij de opstaande rand tot aan de bovenzijde van de waterzak doorloopt en waarbij geen schuimrand aanwezig is.

Het waterbed 1 biedt nagenoeg dezelfde in- en uitstapcomfort als een zogenaamd "soft-side" waterbed, waarbij aan de zijden van he bed geen opstaande randen aanwezig zijn, maar waarbij de schuimranden zich over de gehele hoogte h van de waterzak uitstrekken. Nadeel van een "soft-side" waterbed is echter, dat de schuimranden in het midden van het bed uitdijen ten gevolge van de zijdelingse druk van het in de waterzak aanwezige water. De opstaande rand 7, 9, van het waterbed 1 volgens de uitvinding, vangt het grootste deel van de zijdelingse druk van het in de waterzak 5 aanwezige water op. Hierdoor wordt voorkomen dat de schuimranden 15, 17, uit kunnen dijen.

Het ondertel 3 heeft voorts gewichtsverdelingscompartimenten 19, waarop zich een bodemplaat 21 bevindt. Op de bodemplaat 21 bevindt zich een isolatielaag 23 waarop de waterzak 5 aanwezig is. De opstaande randen 7, 9, maken deel uit van zijwanden 25, 27, van een frame van het waterbed 1. Het frame heeft voorts aan het hoofd en voeteinde van het bed opstaande wanden (niet in de tekening weergegeven). Om de waterzak 5 en de schuimranden 15, 17, bevindt zich een afdekhoes 29, die de waterzak en schuimranden bij elkaar houdt en die tevens samen met de isolatielaag 23 dient ter isolatie van het in de waterzak 5 aanwezige water.

Figuur 2, toont het waterbed 1 met de waterzak 5 in vervormde toestand, waarbij de vervorming het gevolg is van de aanwezigheid van twee personen liggend op de waterzak. Doordat ter plaatse van de personen indeukingen 31, 33 ontstaan, wordt de afschermhoes 29 naar deze indeukingen toegetrokken. Doordat de schuimranden 15, 17 in deze situatie kunnen kantelen, wordt door dit kantelen als het ware de afschermhoes 29 deels van de schuimranden 15, 17 afgewikkeld, en komt zo ter beschikking voor het vormen van de indeukingen 31, 33. De afdekhoes 29 komt hierdoor niet onder spanning te staan, waardoor geen negatieve effecten op hét ligcomfort optreden, die wel zouden optreden indien de afdekhoes onder spanning zou komen te staan.

Daar gedurende de levensduur van een waterzak deze meestal wel een keer lek raakt, is het waterbed voorzien van een veiligheidsvoering. Figuur 3 toont een detail van het waterbed 1 ter plaatse van een zijde van het bed waarin de veiligheidsvoering 35 duidelijk zichtbaar ..is. Ter verduidelijking van een en ander, zijn tussen de diverse delen van het waterbed open ruimtes weergegeven, die in werkelijkheid echter niet voorkomen. De veiligheidsvoering 35 dient ervoor om te voorkomen, dat indien uit de waterzak 5 water lekt, dit water opgevangen wordt en niet buiten het bed kan geraken, waardoor het tot waterschade zou kunnen leiden. De veiligheidsvoering 35 strekt zich hiertoe tot aan de bovenzijde van de waterzak 5 uit en bevindt zich tussen de opstaande rand 7 en de schuimrand 15 enerzijds en de waterzak 5 anderzijds.

Indien een gebruiker op de rand van het bed gaat zitten, wordt de schuimrand en waterzak ter plaatse van de gebruiker ingedrukt en wordt op deze plaats ook de veiligheidsvoering naar beneden gedrukt. Bij het opstaan van de gebruiker, keren de schuimrand en de waterzak weer in hun oorspronkelijke vormen terug. Echter de opgestroopte veiligheidsvoering wordt licht tussen de onderste helft van de schuimrand en de waterzak vastgehouden en zal niet helemaal meer in zijn oorspronkelijke positie terugkeren. Om dit wegzakken van de veiligheidsvoering, bij herhaald zitten en opstaan op de rand van het bed door een gebruiker, te voorkomen, is de veiligeheidsvoering 35 om de schuimrand 15 geslagen en strekt de veiligheidsvoering zich tussen de opstaande rand 7 en de waterzak 5 uit.

Zoals bij figuur 2 reeds aangeduidt, kantelt de schuimrand 15 bij aanwezigheid van een gebruiker op het bed. Om dit kantelen goed mogelijk te maken en om te voorkomen dat door het kantelen de schuimrand 15 kan verschuiven is aan een rand 37 van de schuimrand 15 een plaat 39 bevestigd, die tussen de opstaande rand 7 en de waterzak 5 wordt geklemd. Deze plaat 39 is ter plaatse van de rand 37 van de schuimrand 15 scharnierend met de schuimrand verbonden. Om de veiligheidsvoering 35 nog beter vast te kunnen houden, is in de plaat 39 een uitsparing 41 aanwezig en is de opstaande rand 7 van een uitstekend deel 43 voorzien, dat zich in de uitsparing 41 uitstrekt. De veiligheidsvoering 35 wordt hierdoor als het ware in de uitsparing 41 tussen het uitstekend deel 43 en de plaat 39 verankerd. Het uitstekend deel 43 is gevormd door een deel van het randdeel 11.

Figuur 4 toont een tweede uitvoeringsvorm van het waterbed volgens de uitvinding. Alle delen die hetzelfde zijn uitgevoerd als bij de eerste uitvoeringsvorm, hebben dezelfde verwijzingscijfers als in de eerste uitvoeringsvorm. Het in figuur 4 getoonde waterbed 1 is een tot het waterbed volgens de uitvinding omgebouwd "hard-side" waterbed, waarbij de opstaande rand 7 even hoog is als de hoogte h van de waterzak 5. Een bestaand frame van een "hard-side" waterbed, zou men kunnen aanpassen door de bovenste helft van de ópstaande rand 7 te verwijderen. Dit is echter bewerkelijk en daardoor duur. In plaats hiervan kan men een tussenlaag 45 tussen de bodemlaag 21 en de waterzak 5 plaatsen en het randdeel 11 op de opstaande rand 7 aanbrengen. De dikte van de tussenlaag 45 dient hierbij bij voorkeur gelijk te zijn aan de hoogte van de schuimrand 15, om ervoor te zorgen dat de bovenzijde van de waterzak 5 op gelijke hoogte ligt als de bovenzijde van de schuimrand 15.

Claims (14)

1. Waterbed omvattende een onderstel waarop zich een met water gevulde waterzak met een hoogte h bevindt, waarbij langs, althans een deel van een zijde van de waterzak zich een schuimrand bevindt, die op het onderstel aanwezig is, met het kenmerk, dat ter plaatse van de schuimrand het onderstel een opstaande rand heeft, waarop zich de schuimrand bevindt.

2. Waterbed volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opstaande rand een hoogte heeft die kleiner is dan de hoogte h van de waterzak en de totale hoogte van de opstaande rand en de schuimrand, althans nagenoeg gelijk is aan de hoogte van de waterzak.

3. Waterbed volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat zich tussen de waterzak en het onderstel een tussenlaag bevindt.

4. Waterbed volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de tussenlaag een dikte heeft die althans nagenoeg gelijk is aan de hoogte van de schuimrand.

5. Waterbed volgens een der voorgaande conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk dat zich tussen de waterzak en het onderstel een veiligheidsvoering bevindt, die zich voorts tussen de opstaande rand en de schuimrand enerzijds en de waterzak anderzijds uitstrekt en die om de schuimrand geslagen is, waarbij een einde van de veiligheidsvoering zich tussen de opstaande rand en de waterzak bevindt.

6. Waterbed volgens een der voorgaande conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk, dat aan de schuimrand een plaat scharnierend is bevestigd, die zich tussen de waterzak en de opstaande rand bevindt.

7. Waterbed volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de plaat nabij de scharnierende bevestiging voorzien is van een uitsparing en de opstaande rand een uitstekend deel omvat dat zich in de uitsparing uitstrekt.

8. Waterbed volgens een der voorgaande conclusies 1 t/m 7, met het kenmerk, dat de opstaande rand een zich haaks op de opstaande rand uitstrekkend randdeel heeft.

9. Waterbed volgens een der voorgaande conclusies 1 t/m 8, met het kenmerk, dat de opstaande rand van een hard materiaal is.

10. Waterbed volgens een der voorgaande conclusies 1 t/m 9, met het kenmerk, dat het waterbed een afdekhoes omvat die zich over de waterzak uitstrekt en om de schuimrand geslagen is.

11. Waterbed volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de afdekhoes met klittenband aan het onderstel is bevestigd.

12. Onderstel toepasbaar bij het waterbed volgens een der voorgaande conclusies.

13. Onderstel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het onderstel aan het hoofdeinde en voeteinde een opstaande wand heeft en aan beide zijden een opstaande rand heeft.

14. Schuimrand toepasbaar bij het waterbed volgens conclusie 6 of 7.