NL9300793A - Draagblad geschikt voor grote overspanningen. - Google Patents
Draagblad geschikt voor grote overspanningen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9300793A NL9300793A NL9300793A NL9300793A NL9300793A NL 9300793 A NL9300793 A NL 9300793A NL 9300793 A NL9300793 A NL 9300793A NL 9300793 A NL9300793 A NL 9300793A NL 9300793 A NL9300793 A NL 9300793A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- carrier sheet
- sheet according
- carrier
- longitudinal
- section
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47B—TABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
- A47B96/00—Details of cabinets, racks or shelf units not covered by a single one of groups A47B43/00 - A47B95/00; General details of furniture
- A47B96/02—Shelves
Landscapes
- Assembled Shelves (AREA)
Description
Korte aanduiding: Draagblad geschikt voor grote^overspanningen.
De uitvinding heeft betrekking op een draagblad, in het bijzonder een legplank voor een kastconstructie.
Het is bekend om bij draagbladen, zoals legplanken, de doorbuiging als gevolg van de belasting bij een grote overspanning tegen te gaan door de hoogte van het draagblad te vergroten waardoor de buigstijfheid groter wordt.
Het nadeel is dat het draagblad zwaar wordt en dus ook moeilijker te hanteren is. Daarnaast moet ook de ondersteunende stellage van het draagblad zwaarder worden uitgevoerd hetgeen eveneens extra kosten met zich meebrengt. Een bijkomend nadeel is dat een dergelijke draagblad "zwaar" oogt en dus niet aansluit bij de moderne lichte meubelcon-structies.
Het doel van de uitvinding is dan ook een draagblad te verschaffen dat een voldoende stijfheid heeft tegen doorbuiging als gevolg van de belasting, een laag gewicht heeft, dun oogt en waarmee een relatief grote afstand overbrugd kan worden.
Om dit doel te bereiken omvat volgens de uitvinding het draagblad een bovenblad en tenminste één zich in de langsrichting en in hoofdzaak evenwijdig met de langsranden van het bovenblad uitstrekkende en met de onderzijde van het bovenblad verbonden kokervormige drager.
Door het toepassen van één of meerdere kokervormige dragers kan een draagblad worden gevormd dat eer. betrekkelijk laag gewicht heeft en tegelijkertijd voldoende stijf is om weerstand te bieden tegen doorbuiging als gevolg van belasting. Door de kokervormige drager of dragers in langsrichting nabij het midden van het draagblad te plaatsen, kunnen de langszijranden van het draagblad reLatief dun worden uitgevoerd, waardoor een zeer licht ogend draagblad is gevormd.
Voorkeursuitvoeringsvormen van het draagblad volgens de uitvinding zijn vastgelegd in de onderconcluaies 2 t/ra 18.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een kast-constructie voorzien van één of meer draagbladen volgens de uitvinding.
De uitvinding zal in het hiernavolgende nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fief. 1 schematisch een dwarsdoorsnede toont van een aan een staander bevestigd draagblad volgens de uitvinding;
Fig. 2 een dwarsdoorsnede weergeeft van een uit drie delen samengesteld draagblad volgens de uitvinding;
Fig. 3 een aanzicht in perspektief met uiteengenomen delen weergeeft van de bevestiging van een draagblad, zoals dat van fig. 2, aan een staander;
Fig. 4 een vooraanzicht van een aan het draagblad van fig. 2 te bevestigen kopplaat weergeeft;
Fig. 5 een aanzicht in perspektief met uiteengekomen delen weergeeft van een draagblad, een kopplaat en een afdekplaat;
Fig. 6 een aanzicht in perspektief weergeeft van twee draagbladen en een tussenpaneel.
In figuur 1 is schematisch een dwarsdoorsnede van een bepaalde uitvoeringsvorm van als één geheel gevormd draagblad 1 volgens de uitvinding weergegeven, dat aan de kopse zijde afsteunt op een van een raster van gaten 5, 5', 6, 6' voorziene staander 4. Het draagblad 1 omvat een bovenblad en twee kokervormige dragers 2 en 3 die beide in dwarsdoorsnede een wigvorm bezitten, waarbij de wighoeken van elkaar af en naar de langsranden van het draagblad 1 zijn gericht.
Door het toepassen van de kokervormige dragers wordt, in vergelijking met massieve draagbladen van gelijke afmetingen, een aanzienlijke materiaal— en gewichtsbesparing bereikt bij behoud van de buigstijfheid.
Het draagblad bezit tevens een dunne rand, waardoor het dun oogt.
In figuur 2 is in dwarsdoorsnede een voorkeursuitvoeringsvorm van het draagblad volgens de uitvinding te zien dat is samengesteld uit twee draagbladdelen die aan weerszijden van een brugdeel 12 zijn bevestigd. De bovenzijden van de drie delen vormen tezamen het draagvlak 13 van het draagblad.
Het brugdeel 12 is gootvormig en aan weerszijden aan de buitenzijde voorzien van in langsrichting lopende in-steekprofielen 14 en 14' die omsloten worden door in langsrichting lopende opneemprofielen 15, resp. 15' van de aangekoppeld draagbladdelen, en van in langsrichting lopende haakprofielen 16 en 16' die in het in langsrichting lopende haakprofiel 17, resp. 17' van de draagbladen grijpen.
Het gootvormige brugdeel 12 is tevens aan de binnenzijde voorzien van in de openstaande wanden aangebrachte, in langsrichting lopende groeven 18 en 18', waarin bijvoorbeeld kabels of snoeren kunnen worden gelegd of waarin voorzieningen voor het ophangen van hangmappen kunnen worden aangebracht of voor het opnemen van bevestigingsmiddelen voor een tussenpaneel. Ook kan in het brugdeel een voorgespannen staaf worden opgenomen voor het geven van extra ondersteuning aan het draagblad bij zeer grote overspanningen .
Verder is het brugdeel 12 aan de buitenzijde voorzien van op de opstaande wanden aangebrachte, in langsrichting lopende schroef prof ielen 19 en 19' voor het aan de kopse zijde opnemen van zelftappende schroeven voor de bevestiging van een kopplaat.
Het draagblad is aan de binnenzijde van de kokervormige dragers 2 en 3 voorzien van in langsrichting lopende pengoten 20, resp. 20' om aan de kopse zijde insteekpennen op te nemen die in een aan de kopse zijde aan het draagblad bevestigde kopplaat zijn aangebracht en waarop het draag-bladdeel afsteunt.
Het draagbladdeel 13 is verder voorzien van een zich zijwaarts uitstrekkend verlengstuk 21, waardoor het draagblad breder is geworden.
Daarbij is in de onderzijde van het draagbladddeel 13 nabij de rand van het draagblad nog een in langsrichting lopende groef 22 aangebracht voor het opnemen van bijvoor- beeld de bevestigingsmiddelen voor de deurscharnieren of achterwanden.
In figuur 3 is een aanzicht in perspektief met uiteengenomen delen weergegeven van de bevestiging van een uit drie delen samengestelde draagblad 1, zoals dat van figuur 2, aan een staander 4, met behulp van een kopplaat 11. Aan de kopse zijde van het draagblad 1 wordt de kopplaat 11 bevestigd door middel van twee zelftappende schroeven 9 en 9'.
Het draagblad steunt daarnaast ook af op de kopplaat 11 via twee insteekpennen 7 en 7' die klemmend zijn bevestigd in de kopplaat. De aan het draagblad bevestigde kopplaat wordt afgesteund op de staander via twee draagpennen 8 en 8', die zijn aangebracht in de gaten 6, resp. 6' van de staander 4. De aan het draagblad bevestigde kopplaat wordt aan de staander 4 vastgezet door middel van twee zelftappende schroeven 10 en 10' die in de gaten 5, resp. 5' van de staander 4 worden geschroefd.
Figuur 4 laat in een vooraanzicht een kopplaat 11 zien die past bij het in figuur 2 weergegeven draagblad. De kopplaat 11 dient, zoals aan de hand van figuur 3 is beschreven, om het draagblad aan de kopse zijde af te sluiten en om het draagblad op bijvoorbeeld een staander 4 van een kastconstructie af te steunen en/of te bevestigen.
De kopplaat is voorzien van pengaten 24 en 24' voor het klemmend opnemen van de insteekpennen 7, resp. 7' die in de pengoten 20, resp. 20' van een draagblad gestoken worden en waarop het draagblad wordt afgesteund. Verder is de kopplaat aan de achterzijde voorzien van twee verzonken schroefgaten 25 en 25' waardoor de zelftappende schroeven 9, resp. 9' gestoken kunnen worden, die daarna vastgedraaid kunnen worden in de overeenkomende schroefprofielen 19, resp. 19' van het brugdeel 12 van het draagblad.
De kopplaat die aan de kopse zijde van een draagblad is bevestigd, kan worden opgelegd op de twee draagpennen 8 en 8' die gestoken kunnen worden in de gaten 6, resp. 6' van de staander 4 en die in de aan de onderzijde van de kopplaat 11 aangebrachte uitsparingen 27, resp. 27' vallen.
Aan de voorzijde van de kopplaat zijn de verzonken schroefgaten 26 en 26' zodanig aangebracht, dat vanuit de gootvormige ruimte de zelftappende schroeven 10, resp. 10' door de schroef gaten 26 en 26' van een op een draagblad bevestigde kopplaat 11 gestoken kunnen worden, en daarna vastgedraaid kunnen worden in de overeenkomende gaten 5, resp. 5' van de staander 4.
Verder kan de kopplaat tussen de schroefgaten 26 en 26' voorzien zijn van een (niet weergegeven) gat voor het doorvoeren van electriciteitssnoeren.
In de uitvoeringsvorm van figuur 5 is het draagblad in langsrichting voorzien van twee kokervormige dragers die evenwijdig aan elkaar en op enige afstand van elkaar liggen, waarbij er tussen de dragers een goot wordt gevormd die, even als de goot van het brugdeel, aan de bovenkant door de onderzijde van het draagblad is begrensd. In de goot kunnen diverse voorwerpen zodanig worden opgenomen, dat ze aan het oog worden onttrokken. De goot biedt bijvoorbeeld ruimte voor het in het draagblad integreren van verlichting. Dit is met name belangrijk voor de toepassing van het draagblad in een kastconstructie waar de geïnter-greerde verlichting op een onderliggend draagblad moet worden gericht en niet in zijwaartse richting mag stralen omdat dat vaak als hinderlijk wordt ervaren.
Indien gewenst kan de goot aan de onderzijde worden afgesloten door bijvoorbeeld een afdekplaat 28 met uitsparingen voor het dragend opnemen en bevestiging van ingebouwde schakelaars, stopcontacten, telefoonaansluitingen, halogeenspots, etc. Indien er een verlichting is aangebracht in de goot kan deze ook worden afgedicht met een lichtdoorlatende lichtregel als afdekplaat. De electrische snoeren kunnen via de groeven 18 en 18' door een gat in de kopplaat en door een goot in de staander onzichtbaar door de kastconstructie heen, naar een stopcontact worden geleid.
Daarnaast kan de goot ook worden gebruikt voor het onderbrengen van bijvoorbeeld een rolgordijn dat via de onderzijde van het draagblad naar de rand wordt overgebracht en waarmee in een kastconstructie de voorkant van een kastgedeelte kan worden afgesloten.
Figuur 6 geeft een toepassing van de draagbladen volgens de uitvinding weer waarbij het bovenste draagblad niet aan de kopse zijde wordt af gesteund, maar aan de onderzijde door een tussenpaneel 30. De bovenzijde van het tussenpaneel 30 volgt het profiel van de onderzijde van de het draagblad waardoor een optimale afsteuning mogelijk is. Het tussenpaneel 30 kan op bijvoorbeeld een onderliggend draagblad of direct op de ondergrond van de kastconstructie staan. De kopse kant kan in dit geval worden voorzien van een afdekplaat, waarin enkel de schroefgaten 25 en 25' zijn aangebracht (een zogenaamde blinde kopplaat).
Hierdoor is een zeer grote variatie in de verschijningsvorm van een dergelijk kastensysteem mogelijk geworden doordat de kastruimte flexibel met tussenpanelen, deuren, tussenachterwanden en eventuele ladeblokken kan worden ingevuld.
Draagbladen volgens de uitvinding kunnen op velerlei wijze zijn uitgevoerd.
Een draagblad volgens de uitvinding kan als één geheel zijn gevormd en één kokervormige drager met bijvoorbeeld een rechthoekig, driehoekig of wigvormige profiel omvatten. Ook kan een als één geheel gevormde draagblad meerdere kokervormige dragers omvatten met onderling dezelfde of verschillende vormen.
Het aantal uitvoeringsvormen van een draagblad volgens de uitvinding wordt verder vergroot doordat deze aan één of beide langszijden voorzien kan zijn van een zich zijwaarts uitstrekkend verlengstuk om het bovenblad te vergroten. De verlengstukken kunnen verschillende breedtes hebben.
Het aantal uitvoeringsvormen van een draagblad volgens de uitvinding wordt daarnaast ook vergroot doordat een draagblad nabij één of beide randen voorzien kan zijn van een in langsrichting lopende koppelgroef voor het opnemen van sluit- of stootprofielen van bijvoorbeeld rubber of voor het opnemen van bevestigings-, sluit- of scharniermid-delen, bijvoorbeeld voor een doorlopende achterwand, een tussen twee draagbladen geplaatste tussenachterwand of een deur.
Zoals in figuur 2 reeds is aangegeven kan een draag-blad volgens de uitvinding ook zijn samengesteld uit meerdere geëxtrudeerde draagbladdelen. Met name voor een wat breder draagblad is dit laatste doelmatig in verband met de hoge matrijskosten en de beheersing van het extrusieproces.
Een draagblad kan uit twee aan elkaar gekoppelde draagbladdelen bestaan, waarvan één draagbladdeel een kokervorm heeft. Het draagblad wordt in dat geval bijvoorbeeld samengesteld door de koppeling van een plaatvormige draagbladdeel en een kokervormig draagbladdeel met een driehoekige, wigvormige of een rechthoekige dwarsdoorsnede.
Ook kan een draagblad een samenstelling zijn van twee dezelfde of twee verschillende kokervormige draagbladdelen, bijvoorbeeld een draagblad dat een kokervormig draagbladdeel met een rechthoekige dwarsdoorsnede en een kokervormig draagbladdeel met een wigvormige dwarsdoorsnede omvat of bijvoorbeeld twee kokervormige draagbladdelen met een wigvormige dwarsdoorsnede.
De draagbladdelen van een draagblad kunnen via aan de draagbladdelen meegevormde koppelprofielen of via een tussenliggend brugdeel aan elkaar gekoppeld worden. In dit laatste geval kan het brugdeel dan ook weer allerlei uitvoeringsvormen hebben, zoals bijvoorbeeld een plaat, een goot of een koker.
De draagbladdelen kunnen aan de langsrand van het draagblad al dan niet voorzien zijn van een verlengstuk met verschillende breedte en tevens al dan niet voorzien zijn van een in langsrichting lopende groef.
Door het toepassen van meerdere geëxtrudeerde delen voor het samenstellen van een draagblad is een modulaire opbouw daarvan mogelijk geworden, waardoor een groot aantal uitvoeringsvormen van het draagblad naar wens kunnen worden samengesteld.
Een bijzonder lichte constructie wordt bereikt als het draagblad vervaardigd wordt van een materiaal met een relatief laag soortelijk gewicht, zoals aluminium of kunststof.
De staander kan massief zijn of licht worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door een sandwichconstructie toe te passen en deze (ten dele) op te vullen met bijvoorbeeld een honingraatvormig materiaal. Daarbij kan de staander de voorziening hebben voor het aan de binnenkant doorvoeren van electiciteitssnoeren.
Als gevolg van deze lichte constructie kunnen alle handelingen die betrekking hebben op het transporteren, het samenstellen en het bevestigen van een draagblad, gemakkelijker en met minder inspanningen worden verricht.
Claims (19)
1. Draagblad, in het bijzonder een legplank voor een kastconstructie, met het kenmerk, dat het draagblad (1) een bovenblad en tenminste één zich in de langsrichting en in hoofdzaak evenwijdig met de langsranden van het bovenblad uitstrekkende en met de onderzijde van het bovenblad verbonden kokervormige drager omvat.
2. Draagblad volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste één van de kokervormige dragers een in dwarsdoorsnede driehoekige vorm heeft.
3. Draagblad volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat tenminste één van de kokervormige dragers in dwarsdoorsnede een wigvorm heeft, waarbij de wighoek naar één van de langsranden van het bovenblad is gericht.
4. Draagblad volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het draagblad (1) twee evenwijdige en op afstand van elkaar gelegen kokervormige dragers (2, 3) omvat.
5. Draagblad volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de beide kokervormige dragers (2, 3) in dwarsdoorsnede een wigvorm hebben, waarbij de wighoeken van elkaar af en naar de langsranden van het bovenblad zijn gericht.
6. Draagblad volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het draagblad (1) tenminste twee in langsrichting aan elkaar gekoppelde draagbladdelen omvat.
7. Draagblad volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de twee draagbladdelen in langsrichting aan elkaar zijn gekoppeld door middel van een brugdeel (12).
8. Draagblad volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat elk draagbladdeel in langsrichting voorzien is van één of meerdere koppelprofielen (15, 15', 17, 17') voor het aankoppelen aan een brugdeel of een ander draagdeel.
9. Draagblad volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het brugdeel (12) aan de beide langszijden is voorzien van één of meerdere koppelprofielen (16, 16', 14, 14') voor het aankoppelen van een draagbladdeel.
10. Draagblad volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het brugdeel (12) een gootvorm heeft met een U-vormige dwarsdoorsnede waarbij de bovenwand van de goot een deel van het bovenblad vormt.
11. Draagblad volgens één van de conclusies 1-10, met het kenmerk, dat het draagblad twee zich in langsrichting naast elkaar uitstrekkende, van het bovenblad afstaande wanddelen omvat, waaraan de naast elkaar toegekeerde vlakken zijn voorzien van in langsrichting op gelijke hoogte en evenwijdig aan het bovenblad lopende groeven (18, 18').
12. Draagblad volgens één van de conclusies 1-11, met het kenmerk, dat het bovenblad aan tenminste één langszijde is voorzien van een zijwaarts uitstrekkend verlengstuk (21).
13. Draagblad volgens één van de conclusies 1-12, met het kenmerk, dat het draablad nabij tenminste één rand is voorzien van een in langsrichting lopende koppelgroef (22).
14. Draagblad volgens één der conclusies 1-13, met het kenmerk, dat de kokervormige drager (2, 3) aan de binnenzijde in langsrichting is voorzien van één of meerdere profielen (20, 20') voor het aan de kopse zijde opnemen van een bevestigings- of afsteunmiddel (7, 7').
15. Draagblad volgens één der conclusies 1-14, met het kenmerk, dat het draagblad (1) aan de kopse zijde is voorzien van een kopplaat (11) door middel waarvan het draagblad kan worden bevestigd aan een staander.
16. Draagblad volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de kopplaat (11) voorzien is van één of meerdere vanaf de zijde van het draagblad bereikbare gaten (26, 26').
17. Draagblad volgens één der conclusies 1-16, met het kenmerk, dat het draagblad (1) gemaakt is van geëxtrudeerd aluminium materiaal.
18. Draagblad volgens één der conclusies 1-16, met het kenmerk, dat het draagblad (1) gemaakt is van geëxtrudeerd kunststof materiaal.
19. Kastconstructie voorzien van één of meer draagbladen volgens één of meer van de conclusies 1-8.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9300793A NL9300793A (nl) | 1993-05-10 | 1993-05-10 | Draagblad geschikt voor grote overspanningen. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9300793 | 1993-05-10 | ||
NL9300793A NL9300793A (nl) | 1993-05-10 | 1993-05-10 | Draagblad geschikt voor grote overspanningen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9300793A true NL9300793A (nl) | 1994-12-01 |
Family
ID=19862376
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9300793A NL9300793A (nl) | 1993-05-10 | 1993-05-10 | Draagblad geschikt voor grote overspanningen. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL9300793A (nl) |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2447615A1 (de) * | 1974-10-05 | 1976-04-08 | Bohnacker Tegometall | Verkaufsgestell mit versteiften blechfachboeden |
EP0179410A2 (de) * | 1984-10-22 | 1986-04-30 | August Fröscher GmbH & Co. K.G. | Tisch, insbesondere reihfähiger Konferenztisch |
EP0228753A1 (en) * | 1985-12-30 | 1987-07-15 | Lundiform B.V. | Shelf construction |
DE8707909U1 (de) * | 1987-06-04 | 1987-08-20 | hülsta-werke Hüls GmbH & Co KG, 4424 Stadtlohn | Fachboden für Schränke, Regale od.dgl. |
-
1993
- 1993-05-10 NL NL9300793A patent/NL9300793A/nl not_active Application Discontinuation
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2447615A1 (de) * | 1974-10-05 | 1976-04-08 | Bohnacker Tegometall | Verkaufsgestell mit versteiften blechfachboeden |
EP0179410A2 (de) * | 1984-10-22 | 1986-04-30 | August Fröscher GmbH & Co. K.G. | Tisch, insbesondere reihfähiger Konferenztisch |
EP0228753A1 (en) * | 1985-12-30 | 1987-07-15 | Lundiform B.V. | Shelf construction |
DE8707909U1 (de) * | 1987-06-04 | 1987-08-20 | hülsta-werke Hüls GmbH & Co KG, 4424 Stadtlohn | Fachboden für Schränke, Regale od.dgl. |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US10264879B2 (en) | Slat panel assembly | |
US7641253B2 (en) | Adjustable shelving system for vehicles | |
US5024167A (en) | Desk system | |
US6164610A (en) | Concealed cantilever shelf support | |
CA2424873C (en) | Straddle bin | |
EP0963719A2 (en) | Console system with suspension of equipment | |
US5335605A (en) | Decorative panel construction for office furniture | |
WO2007146740A2 (en) | Edge mount shelf light assembly | |
US20060283822A1 (en) | Wall hanging system | |
CA2446451A1 (en) | Modular worktable and shelving unit | |
US20020089268A1 (en) | Control console | |
US20070252494A1 (en) | Method and apparatus for installing a sliding drawer within a cabinet | |
GB2485484A (en) | An exhibition stand, method of constructing the stand and a temporary walling panel therefore | |
CA2359547C (en) | Control console | |
CA2058649C (en) | Mounting bracket for shelving accessory | |
NL9300793A (nl) | Draagblad geschikt voor grote overspanningen. | |
PL182885B1 (pl) | System składowania | |
WO2022109675A1 (en) | Storage system | |
US20020185945A1 (en) | Modular drawer system | |
US20070096607A1 (en) | File drawer and assembly for supporting differently sized hanging file folders | |
KR101538375B1 (ko) | 수납함을 구비한 조립식 파티션 | |
KR101542768B1 (ko) | 수납함을 구비한 조립식 파티션 | |
JP3552948B2 (ja) | 間仕切用折畳み保管庫 | |
BE1011676A3 (nl) | Draagsysteem voor kabels, alsmede draagbeugel en kabelgoot voor toepassing in een dergelijk draagsysteem. | |
NL8002734A (nl) | Meubel. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |