NL9300456A - Alarmsysteem voor een bed, stoel of dergelijke en een sensor daarvoor. - Google Patents

Description

Alarmsysteem voor een bed» stoel of derqeliike en een sensor daarvoor.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een alarmsysteem en op een sensor daarvoor.

Het alarmsysteem heeft ten doel het rechtop gaan zitten, dan wel het verlaten van bed of stoel of het niet, binnen de ingestelde tijd, terug zijn op bed of stoel te registreren van personen, met name bewoners en patiënten van verpleeghuizen, verzorgingshuizen en ziekenhuizen. Verder kan het alarmsysteem worden toegepast voor alleenstaanden, met name bejaarden, of in situaties waarin iemand specifieke observatie en/of valpreventie nodig is. Wanneer het alarmsysteem een alarm genereert, kunnen verzorgers en/of bekenden gealarmeerd worden.

Bekend is een bedalarmsysteem dat bestaat uit een luchtmatras die in verbinding staat met een drukschakelaar die reageert op luchtverplaatsingen die worden geïnitieerd in het luchtmatras. Dit bekende bedalarmsysteem heeft het nadeel, dat het als gevolg van het gebruikte mechanische luchtcircuit gevoelig is voor externe invloeden, waaronder lekkage.

De uitvinding beoogt een nieuw alarmsysteem te verschaffen waarvan de duurzaamheid en betrouwbaarheid zijn vergroot en dat bestemd is voor een groter toepassingsgebied. Verder wordt ervoor zorgedragen dat het gebruik van het alarmsysteem volgens de uitvinding gemakkelijk kan worden geïmplementeerd in bestaande verpleeg-, verzorgings-, en ziekenhuizen.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt met een alarmsysteem dat omvat tenminste één in een drager op te nemen sensor, die is verbonden met een alarmeenheid, waarbij de sensor omvat twee electroden die onderling verbonden zijn door een laag van een indrukbare, electrisch geleidende schuimkunststof. Dit alarmsysteem volgens de uitvinding omvat een sensor met een in hoofdzaak vlakke structuur, waarvan de electrische geleiding varieert afhankelijk van de mate waarin de indrukbare, electrisch geleidende laag schuimkunststof is ingedrukt. Bij het indrukken van deze electrisch geleidende schuimkunststof zal de vorm van de celstructuur van het schuim afgeplat worden, waardoor de weerstand over de laag schuimkunststof en dus over de twee electroden afneemt. Bij voorkeur omvat het alarmsysteem tenminste twee sensoren, een meetsensor en een referentiesensor. Door het meten van het weerstandsverschil tussen de referentiesensor en de meetsensor kan de aanwezigheid van een persoon of een deel daarvan worden geregistreerd. Indien de referentiesensor ter hoogte van het hoofd of de schouders en de meetsensor ter hoogte van het bovenlichaam in het bed zijn aangebracht, zal bij het rechtop gaan zitten de laag schuim-kunststof van de meetsensor minder worden ingedrukt, waardoor zijn weerstand toeneemt. Het veranderde weerstandsverschil, dat ook te bepalen is met een microprocessor, tussen de referentiesensor en de meetsensor wordt volgens de uitvinding toegepast voor het genereren van een alarmsignaal door middel van een met de beide sensoren verbonden alarmeenheid.

Bij voorkeur hebben de meetsensor en de referentiesensor een gelijke opbouw.

Teneinde het uitveren van de schuimkunststoflaag te verbeteren heeft het voorkeur dat in de schuimkunststoflaag, tussen de twee electroden, over het oppervlak van de sensor verspreid electrisch isolerend, relatief stug verend materiaal is opgenomen.

Om een gemakkelijke en verzekerde locatie van de sensor of sensoren in het bed te verzekeren heeft het voorkeur dat de sensor of sensoren is/zijn opgenomen in een mat. De mat kan de vorm hebben van een folie, waarin de sensor of sensoren is/zijn ingebed, waardoor tevens een aantasting van de sensoren door vocht verder verminderd kan worden.

Bij voorkeur is/zijn de sensor of sensoren in het bed of de stoel aangebracht onder of in de matras, cq. zitvlak.

Teneinde de mogelijkheid te verschaffen dat de in het bed aanwezige persoon tijdelijk rechtop kan gaan zitten of tijdelijk het bed kan verlaten (wc-gebruik tijdens de nacht), heeft het voorkeur dat de alarmeenheid een instelbare timereenheid omvat, voor het vertragen van de afgifte van het alarmsysteem.

Tenslotte heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een sensor die omvat twee electroden die onderling verbonden zijn door een laag van een indrukbare, electrisch geleidende schuimkunststof.

Genoemde en andere kenmerken van de onderhavige uitvinding zullen thans verduidelijkt worden aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden als een bedalarmsysteem volgens de uitvinding, welke slechts bij wijze van voorbeeld worden gegeven, en waarnaar wordt verwezen in de bijgevoegde tekening.

In de tekening is figuur 1 een dwarsdoorsnede op grotere schaal van een sensor volgens de uitvinding; figuur 2 een langsdoorsnede op een kleinere schaal van een anderen sensor volgens de uitvinding; figuur 3 een lengtedoorsnede van een bed waaarin een deel van het bedalarmsysteem volgens de uitvinding is opgenomen; figuur 4 een met figuur 3 overeenkomend bovenaanzicht, onder weglating van de matras; en figuur 5 een principeschakeling van de alarmeenheid van het bedalarmsysteem volgens de uitvinding.

figuur 1 toont een sensor 1 volgens de uitvinding. De sensor 1 omvat twee roestvaststalen electroden 2 en 3 die electrisch geleidend onderling vebonden zijn door middel van een laag 4 van een indrukbare, electrisch geleidende schuimkunststof. Deze schuimkunststof bestaat uit bolletjes electrisch geleidend schuim die een coherente laag vormen. Wanneer onder belasting de afstand tussen de electroden 2 en 3 kleiner wordt, zullen de bolletjes schuimkunststof afplatten, waardoor de electrische weerstand tussen de electroden 2 en 3 vermindert.

Figuur 2 toont een sensor 5 volgens de uitvinding die is opgebouwd uit twee electroden 6 en 7 die onderling electrisch geleidend zijn verbonden door een laag electrisch geleidende schuimkunststof 8, waarin tussen de twee electroden 6 en 7 electrisch isolerend, relatief stug verend materiaal 9 is opgenomen. Aldus wordt bereikt dat het relatief stug verende materiaal bij het wegnemen van de belasting de electroden 6 en 7 terugbrengt tot op hun oorspronkelijke afstand. Eventueel kan in rusttoestand zich tussen de electrode 6 en de schuimkunststof 8 een luchtlaag bevinden en is er geen electrische geleiding. Met een geringe drukbelasting wordt electrisch contact gemaakt, welk schakelsignaal te signaleren is.

Figuur 3 toont een bed 10 met een matras 11, waaronder het bedalarmsysteem 12 is gelegd. Het alarmsysteem 12 omvat een mat 13 van een isolerende, vochtdichte kunststof, waarin een referentiesensor 14 en een meetsensor 15 zijn ingebed. De referentiesensor 14 kan zijn aangebracht ter hoogte van het hoofd van een persoon die op het bed 10 plaatsneemt, en de meetsensor 15 is aangebracht ter hoogte van het bovenlichaam van deze persoon.

Figuur 4 verduidelijkt de situatie uit figuur 3. De beide sensoren 14 en 15 hebben bijvoorbeeld elk een lengte van 70 cm en een breedte van 2 cm. De hoogte van de sensoren is kleiner dan 1 cm, bijvorbeeld 8 mm. Het zal echter duidelijk zijn dat andere configuraties voor de sensoren 14 en 15 kunnen worden toegepast. Eén en ander is afhankelijk van de beoogde toepassing.

Figuur 5 toont schematisch de alarmeenheid 16. De referentiesensor 14 en de meetsensor 15 zijn parallel geschakeld. De meetsensor 15 heeft bijvoorbeeld een onbelaste weerstand van minimaal 150 kOhm. De referentiesensor heeft bijvoorbeeld een weerstandswaarde die de helft is van de weerstandswaarde van de meetsensor 15. Wanneer de meetsensor 15 circa 2 mm wordt ingedrukt, is de weerstand kleiner dan bijvoorbeeld 5 kOhm. Het zal duidelijk zijn dat wanneer de sensoren niet worden belast of in gelijke mate worden belast, de meetspanning niet verandert. De alarmeenheid omvat verder een spanningvolger 17 die ervoor zorgt dat de spanningdeler (sensoren) niet wordt belast. Met behup van een triggereenheid 18 wordt ervoor gezorgd dat oscillatievrij wordt geschakeld, wanneer de meetsensor wordt belast of ontlast. Met behulp van een testeenheid 19, die bijvoorbeeld is voorzien van een led kan worden nagegaan of het alarmsysteem 12 functioneert.

In een controle-eenheid 20 (bijvoorbeeld een microprocessor) wordt, wanneer een impuls wordt afgegeven door de triggereenheid 18, een timer gestart. Deze timer is inschakelbaar op een secondenbereik of een minutenbereik. Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, geeft de in de controle-eenheid 20 opgenomen timer een puls af, die in een pulsverlengingseenheid 21 zodanig wordt verlengd, dat de pulstijd langer is dan de houd-tijd van een nageschakelde relais-eenheid 22. Wordt het relais bijvoorbeeld circa 1 seconde aangetrokken, dan zal de eenheid 23 een alarm afgeven. Dit alarm kan bestaan uit een signaal, dan wel het oplichten van een lamp.

Met behulp van een batterijcontrole-eenheid kan worden nagegaan of de timer van de controle-eenheid 20 defect is, ofwel de batterij van de alarmeenheid 16 leeg is.

Het zal duidelijk zijn dat het bedalarmsysteem adequaat functioneert indien dit systeem slechts één sensor volgens de uitvinding bevat. Voldoende is dan het meten van een relevante verandering van de electrische sensorweerstand.

Claims (10)

1. Alarmsysteem voor een bed, stoel of dergelijke, omvattende tenminste één in een drager zoals een bed, op te nemen sensor, die is verbonden met een alarmeenheid, waarbij de sensor omvat twee electroden die onderling verbonden zijn door een laag van een indrukbare, electrisch geleidende schuimkunststof.

2. Alarmsysteem volgens conclusie 1, waarbij zich tussen een electrode en de schuimkunststoflaag een luchtlaag bevindt.

3. Alarmsysteem volgens conclusie 1 of 2, omvattende tenminste twee sensoren, een meetsensor en een referentiesensor.

4. Alarmsysteem volgens conclusie 1-3, waarbij de meetsensor en de referentiesensor elk twee electroden omvatten die onderling verbonden zijn door de schuimkunststoflaag.

5. Alarmsysteem volgens conclusie 1-4, waarin in de schuimkunststoflaag, tussen de twee electroden, over het oppervlak van de sensor verspreid electrisch isolerend, relatief stug verend materiaal is opgenomen.

6. Alarmsysteem volgens conclusie 2-4, waarin de referentiesensor ter hoogte van het hoofd of de schouders en de meetsensor ter hoogte van het bovenlichaam in het bed zijn aangebracht.

7. Alarmsysteem volgens conclusie 1-6, waarin de sensor of sensoren zijn opgenomen in een mat.

8. Alarmsysteem volgens conclusie 1-7, waarin de sensor of sensoren in het bed zijn aangebracht onder de matras.

9. Alarmsysteem volgens conclusie 1-8, waarin de alarmeenheid een timereenheid omvat, voor het vertragen van de afgifte van het alarmsysteem.

10. Sensor volgens conclusie 1-9.