NL9300348A - Vloeistofniveau-indicator. - Google Patents

Description

Titel: Vloeistofniveau-indicator

De uitvinding heeft betrekking op een vloeistofniveau-indicator, omvattende een drijverlichaam en een daardoor gedragen aanwijsorgaan.

Een vloeistofniveau-indicator is in de praktijk algemeen bekend, en wordt bijvoorbeeld toegepast op het gebied van de hydrocultuur, waarbij de indicator dient om aan te geven of de hoeveelheid in een hydrocultuur-pot aanwezig water voldoende is danwel of de gebruiker water moet bijvullen. Een dergelijke indicator heeft doorgaans in zijn algemeenheid de vorm van een buis die op een vooraf bepaalde positie is bevestigd aan een hydrocultuur-pot, waarbij zijn onderuiteinde reikt tot in de te bewaken watervoorraad, althans daarmee communiceert. Een bovengedeelte van die buis is vervaardigd van een transparant materiaal, en doorgaans voorzien van een 'schaalverdeling. In de buis is een dri jverlichaam aangebracht dat op het vloei-stofoppervlak kan drijven, alsmede een door dat drijverlichaam gedragen aanwijsorgaan waarvan een bovenuiteinde zich verplaatst langs die schaalverdeling, waarbij de positie van dat bovenuiteinde van het aanwi jsorgaan indicatief is voor de hoeveelheid water in de hydrocultuur-pot, welke hoeveelheid kan worden afgelezen op die schaalverdeling.

Bij de in de praktijk bekende indicator is het drijver-lichaam uitgevoerd als een holle kogel, en is het aanwijsorgaan gevormd als een staaf met een aan de onderzijde aangevormde schotel, waarbij de doorsnede van het aanwijs-orgaan in zijn algemeenheid de vorm heeft van een omgekeerde hoofdletter T. Tijdens gebruik rust het aanwijsorgaan met zijn schotel op de holle kogel. De afmeting van de schotel is daarbij aangepast aan de binnenafmeting van de indicatorbuis om te voorkomen dat de kogel onder de schotel uit geraakt.

Hoewel dit bekende produkt op zich voldoet, is daarmee toch het nadeel verbonden dat het vervaardigen ervan betrekke- lijk duur is. Immers, voor het vervaardigen van het drijverlichaam en het aanwijsorgaan zijn twee verschillende vervaardigingsinrichtingen benodigd. Daarenboven is het vervaardigen van een holle kogel, waarbij er voor gezorgd moet worden dat deze waterdicht is, betrekkelijk ingewikkeld: in de praktijk kan dit worden uitgevoerd door eerst twee halve bollen te vervaardigen en die vervolgens aan elkaar te lijmen of te lassen, danwel door middel van een blaas-proces. Voorts zijn bij het assembleren van de indicator· extra handelingen benodigd om de beide afzonderlijke onderdelen in de indicatorbuis aan te brengen.

De uitvinding beoogt een vloeistofniveau-indicator te verschaffen die eenvoudiger en vooral goedkoper vervaardigd kan worden. Meer in het bijzonder beoogt de uitvinding een vloeistofniveau-indicator te verschaffen waarvan het drijverlichaam en het aanwijsorgaan integraal als een geheel vervaardigd kunnen worden door middel van een spuitgietproces.

Daartoe heeft de vloeistofniveau-indicator van de bovengenoemde soort volgens de uitvinding het kenmerk, dat het drijverlichaam en het aanwijsorgaan als een geheel zijn gevormd, en dat het drijverlichaam een concave ruimte heeft die aan de van het aanwijsorgaan afgekeerde zijde open is.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een als een geheel gevormd drijver/aanwijsorgaan.

Hoewel het soortelijk gewicht van het drijver/aanwijsorgaan groter zal zijn dan 1, blijft het drijver/aanwijsorgaan verrassenderwijs toch drijven, omdat zich in de genoemde concave ruimte een luchtbel ophoudt die niet kan ontsnappen.

Nadere aspecten, voordelen en kenmerken van de onderhavige uitvinding zullen nader verduidelijkt worden in de hiernavolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de indicator volgens de uitvinding, onder verwijzing naar de tekening. Hierin toont: figuur 1 een schematische doorsnede van een vloeistofniveau-indicator volgens de uitvinding; figuur 2 een schematische doorsnede van een hydrocultuurpot voorzien van een vloeistofniveau-indicator; en figuur 3 een uitvergroot detail van· de in figuur 1 getoonde vloeistofniveau-indicator tijdens bedrijf.

Thans wordt verwezen naar figuur 1, waar een vloeistofniveau-indicator volgens de uitvinding in zijn algmeenheid is aangeduid door het verwijzingscijfer 1. De vloeistofniveau-indicator 1 heeft in de weergegeven uitvoeringsvorm een buisvormig indicator-huis 2 dat bestaat uit een onderste huisdeel 3 en een bovenste huisdeel 4. Het onderste huisdeel 3 heeft een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede, waarbij in de bodem 5 daarvan ten minste één opening 6 is aangebracht voor het doorlaten van vloeistof. Het bovenste huisdeel 4 heeft een in hoofdzaak omgekeerd-U-vormige dwarsdoorsnede, waarbij nabij het bovenuiteinde 7 daarvan ten minste één opening 8 is aangebracht voor het doorlaten van lucht.

De beide huisdelen 3 en 4 kunnen doelmatigerwijs zijn vervaardigd van een kunststof, bijvoorbeeld polypropyleen, waarbij het bovenste huisdeel 4 transparant is. Bij 9 is het bovenste huisdeel 4 voorzien van een schaalverdeling, welke in het algemeen bestaat uit een bovenste schaalstreep 9A met het bijschrift "MAX", een onderste schaalstreep 9C met het bijschrift "MIN", en een daartussen gelegen schaalstreep 9B met het bijschrift "OPT", welke respectievelijk het aanbevolen maximale, minimale en optimale waterniveau aanduiden.

De schaalverdeling 9 kan zijn aangebracht als een niet-transparante laag, bijvoorbeeld met behulp van verf, maar bij voorkeur is de schaalverdeling 9 aangebracht in de vorm van een verdikking of verdunning van het transparante materiaal van het bovenste huisdeel 4, middels een overeenkomstige aanpassing van de voor het bovenste huisdeel 4 gebruikte mal, hetgeen als belangrijk voordeel heeft dat de schaalverdeling 9 tijdens de vervaardigingsstap van het bovenste huisdeel 4, zoals spuitgieten, automatisch en direct wordt vervaardigd.

Bij zijn onderrand is het bovenste huisdeel 4 voorzien van een kraag 10 via welke het bovenste huisdeel 4 is bevestigd aan het onderste huisdeel 3. Deze bevestiging kan een klem-bevestiging of een schroefbevestiging zijn, zodat het bovenste huisdeel 4 kan worden losgenomen van het onderste huisdeel 3, maar de bevestiging kan ook zijn uitgevoerd door bijvoorbeeld lijmen, zoals op zich bekend.

Binnen het indicator-huis 2 is een als een geheel gevormd drijver/aanwijsorgaan 20 volgens de uitvinding aangebracht.

Het drijver/aanwijsorgaan 20 omvat een drijverlichaam 21 en een aanwijsorgaan 22. Het aanwijsorgaan 22 heeft een staafvorm, en reikt met zijn bovenuiteinde tot bij de schaalverdeling 9. Het aanwijsorgaan 22 is bij voorkeur aan zijn vrije bovenuiteinde voorzien van een enigszins verdikt gedeelte 23 om het aflezen van de positie van het aanwijsorgaan 22 ten opzichte van de schaalverdeling 9 te vergemakkelijken.

Het drijverlichaam 21 heeft in de weergegeven uitvoeringsvorm een omgekeerd-U-vormige dwarsdoorsnede, met een plafond 24 en een zijwand 25, waardoor een binnenruimte 26 wordt omsloten. Hoewel diverse configuraties mogelijk zijn, verdient het uit het oogpunt van vervaardigingseenvoud de voorkeur, dat het drijverlichaam 21 rotatie-symmetrisch is, dat wil zeggen dat de zijwanden 25 een cirkel-ronde cilinder vormen. Voor het bereiken van het voordelige effect volgens de uitvinding is het echter voldoende wanneer het drijverlichaam 21 aan zijn onderzijde een concave ruimte heeft die aan de onderzijde open is, zoals de getoonde binnenruimte 26, en is de vorm van die concave ruimte of die van de zijwanden 25 niet essentieel.

Tijdens gebruik is de vloeistofniveau-indicator 1 geplaatst in een daarvoor bestemde opneemruimte 41 van een hydrocultuurpot 40, waarbij de oriëntatie van de vloeistofniveau-indicator 1 in hoofdzaak verticaal is (zie figuur 2). Bij het vullen van de hydrocultuurpot 40 met water kan het water de in de binnenruimte 26 aanwezige lucht niet verdringen, zodat het drijver/aanwijsorgaan 20 kan drijven op de in de binnenruimte 26 opgesloten luchtbel 30 (figuur 3). Deze luchtbel 30 zou alleen kunnen ontsnappen wanneer het drijver/aanwijsorgaan 20 een schuine stand zou innemen met een aanzienlijke kantelhoek, maar het drijver/aanwijsorgaan 20 heeft in het indicator-huis 2 slechts een geringe kantelvrijheid.

Het zal voor een deskundige duidelijk zijnf dat de precieze vorm en afmetingen van het drijverlichaam 21 voor het wezen van de onderhavige uitvinding niet van belang zijn, zolang de inhoud van de binnenruimte 26 maar dusdanig groot is dat door de daarin opgesloten luchtbel 30, in relatie tot het gewicht van het drijver/aanwijsorgaan 20,. voldoende drijfvermogen wordt geboden.

Claims (7)

1. Vloeistofniveau-indicator, omvattende een drijverlichaam en een daardoor gedragen aanwijsorgaan; met het kenmerk, dat het drijverlichaam (21) en het aanwijsorgaan (22) als een geheel zijn gevormd, en dat het dri jverlichaam (21) een concave ruimte (26) heeft die aan de van het aanwijsorgaan (22) afgekeerde zijde open is.

2. Vloeistofniveau-indicator volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zijwand (25) van het drijverlichaam (21) een cylinder beschrijft.

3. Vloeistofniveau-indicator volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de zijwand (25) van het drijverlichaam (21) een cirkelronde cylinder beschrijft.

4. Vloeistofniveau-indicator volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aanwijsorgaan (22) aan zijn vrije uiteinde is voorzien van een enigszins verdikt aanwijsgedeelte (23)

5. Vloeistofniveau-indicator volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een transparant huisdeel (4) met een schaalverdeling (9) die is aangebracht in de vorm van een verdikking of een verdunning van het transparante materiaal van het huisdeel (4) .

6. Hydrocultuurpot, voorzien van een vloeistofniveau-indicator (1) volgens één der voorgaande conclusies.

7. Een als een geheel gevormd drijver/aanwijsorgaan (20) dat een concave ruimte (26) heeft die aan de van het aanwijsorgaan (22) afgekeerde zijde open is.