NL9300012A

NL9300012A - Apparatus and method for lateral alignment against a support surface of products moving in a flow

Info

Publication number: NL9300012A
Application number: NL9300012A
Authority: NL
Inventors: Renzo Francioni
Original assignee: Cavanna Spa
Priority date: 1992-01-17
Filing date: 1993-01-05
Publication date: 1993-08-16
Also published as: DE4300729A1; ITTO920032A0; IT1256766B; GB2263264A; GB9224724D0; ITTO920032A1

Description

Inrichting en werkwijze voor het zijdelings uitlijnen tegen een steunon-pervlak van produkten die in een stroom voortbewegen.Apparatus and method for lateral alignment against a support surface of products moving in a flow.

De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op het probleem van het zijdelings uitlijnen tegen een steunoppervlak van produkten die in een stroom voortbewegen.The present invention generally addresses the problem of lateral alignment against a support surface of products moving in a flow.

de uitvinding is in het bijzonder ontwikkeld voor mogelijk gebruik in machines voor het automatisch behandelen van produkten, bijvoorbeeld in machines voor het automatisch verpakken van voedselprodukten, bijvoorbeeld banketbakkersprodukten zoals koek en dergelijke. In dit toepassingsgebied bestaat de behoefte om produkten die in een ononderbroken of in hoofdzaak ononderbroken stroom over een transportinrichting zoals een bandtransporteur bewegen, nauwkeurig uit te lijnen. Voor dit doel bezit de betreffende transporteur waarop de produkten gewoonlijk liggen wanneer zij voortbewegen, twee zijwandconstructies, die bijvoorbeeld gevormd zijn door twee bandtransporteurs met respectieve parten die de produkten meevoeren en, samen met de hoofdtransporteur, een baan vormen die de produkten opsluit wanneer zij voortbewegen, en deze aldus uitlijnt.the invention has in particular been developed for possible use in machines for the automatic processing of products, for example in machines for the automatic packaging of food products, for example confectionery products such as cake and the like. In this field of application, there is a need to accurately align products moving in a continuous or substantially uninterrupted flow across a conveyor such as a belt conveyor. For this purpose, the respective conveyor on which the products usually lie as they move has two sidewall structures, which are formed, for example, by two belt conveyors with respective sections carrying the products and, together with the main conveyor, form a web that traps the products as they move , and so align it.

Een dergelijke oplossing is echter alleen dan bevredigend, wanneer de variaties van de afmetingen (breedte) van de betreffende produkten, gemeten in de richting waarin de uitlijning dient plaats te vinden (d.w.z. dwars op de voortbewegingsrichting daarvan) van produkt tot pro-dukt minimaal zijn.Such a solution is only satisfactory, however, if the variations in the dimensions (width) of the products concerned, measured in the direction in which the alignment is to take place (ie transverse to the direction of travel thereof) from product to product, are minimal. .

Anderzijds is het onvoldoende wanneer de breedte van de betreffende produkten binnen nogal brede grenzen kan variëren, hetgeen bijvoorbeeld het geval is met bepaalde soorten voedselprodukten zoals koek en dergelijke, waarvan de afmetingen van produkt tot produkt in een breed gebied kunnen variëren, afhankelijk van de verschillende produktie-omstandighe-den (kneden, bakken, enz.).On the other hand, it is insufficient if the width of the products in question can vary within rather wide limits, which is for instance the case with certain types of food products such as cake and the like, the dimensions of which can vary from product to product in a wide range, depending on the different production conditions (kneading, baking, etc.).

Zelfs wanneer de door de breedtevarxaties van de produkten veroorzaakte problemen niet optreden, kunnen de produkten het station waar de uitlijning dient te worden uitgevoerd bereiken in standen waardoor het moeilijk is om deze te brengen tussen de twee zijwandformaties die zijn gebruikt voor het bepalen van.de opsluiting en de uitlijnbaan. Bijvoorbeeld kunnen de betreffende produkten vierkante of rechthoekige voedselprodukten zijn, zoals koek of iets dergelijks, die met de langere zijde daarvan, in hoofdzaak hellend aankomen ten opzichte van zowel de bewegingsrichting van de stroom als de richting waarin zij zijdelings moeten worden uitgelijnd.Even if the problems caused by the width variations of the products do not arise, the products may reach the station where the alignment is to be performed in positions that make it difficult to pass between the two sidewall formations used to determine the confinement and the alignment path. For example, the products in question may be square or rectangular food products, such as cake or the like, which, with the longer side thereof, arrive substantially inclined with respect to both the direction of movement of the flow and the direction in which they are to be aligned laterally.

Tengevolge van de hiervoor vermelde problemen kunnen de produkten heel goed vastlopen binnen de uitlijnmiddelen, met dientengevolge het gevaar van onderbreking van de werking van de inrichting, in het bijzonder wanneer met hoge snelheid wordt gewerkt, 2oals thans het geval is bij de gebruikte automatische verpakkingsinrichtingen (zeshonderd stuks/minuut of meer).Due to the aforementioned problems, the products can very well jam within the alignment means, and consequently the danger of interruption of the operation of the device, especially when operating at high speed, as is currently the case with the automatic packaging devices used ( six hundred pieces / minute or more).

Bovendien lijkt het voordelig, wanneer men in staat is om de afmetingen van de produkten en/of hun stand gelijktijdig met het zijdelings uitlijnen te controleren, zodat alle produkten met hun ongewenste afmeting en/of stand uit het stelsel kunnen worden gehaald.Moreover, it seems advantageous if one is able to check the dimensions of the products and / or their position simultaneously with the lateral alignment, so that all products with their undesired size and / or position can be removed from the system.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van middelen voor het zijdelings uitlijnen tegen een steunoppervlak van produkten die voortbewegen in een stroom zodat de hiervoor vermelde problemen niet optreden, zelfs wanneer de dichtheid van de produktstroom nogal groot is en de produkten snel bewegen, hetgeen het geval is bij de huidige automatische produkt-behandelingsinrichting.The object of the present invention is to provide means for lateral alignment against a support surface of products moving in a flow so that the aforementioned problems do not arise even when the density of the product flow is quite large and the products move quickly, which this is the case with the current automatic product handling device.

Overeenkomstig de onderhavige uitvinding wordt dit doel bereikt met behulp van een inrichting met de bijzondere eigenschappen zoals vermeld in de bijgevoegde conclusies.In accordance with the present invention, this object is achieved by means of a device with the special properties as stated in the appended claims.

Een verder onderwerp van de onderhavige uitvinding is een werkwijze voor het gebruik van de inrichting.A further subject of the present invention is a method of using the device.

De uitvinding zal nu zuiver bij wijze van niet beperkend voorbeeld worden beschreven onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin:The invention will now be described purely by way of non-limiting example with reference to the accompanying drawings, in which:

Figuur 1 een algemeen perspectivisch aanzicht is, waarin de opbouw wordt getoond van een inrichting volgens de uitvinding, enFigure 1 is a general perspective view showing the construction of a device according to the invention, and

Figuur 2 een vooraanzicht is, waarin het deel van figuur 1 wordt getoond dat is aangeduid met de pijl II, op een iets grotere schaal.Figure 2 is a front view showing the part of Figure 1 indicated by the arrow II on a slightly larger scale.

In de tekeningen, kan een algemeen met verwijzingscijfer 1 aangeduide transporteur voor produkten P - zoals koek - zijn opgenomen in een lijn voor het automatische behandelen van dergelijke produkten, waarbij dit bijvoorbeeld een lijn kan zijn voor het automatische verpakken van de produkten P.In the drawings, a conveyor generally designated by reference numeral 1 for products P - such as cake - may be included in a line for automatic handling of such products, this being, for example, a line for automatic packaging of the products P.

Algemeen wordt aangenomen dat de inrichting 1 is uitgevoerd om produkten P over te nemen van een aanvoertransporteur I in een ononderbroken of in hoofdzaak ononderbroken stroom, om deze produkten over te brengen naar een afvoertransporteur 0, nadat de inrichting 1 deze zijdelings heeft uitgelijnd (mogelijk onder uitwerpen van produkten die geacht worden ongeschikt zijn ten gevolge van hun afmetingen en/of standen).It is generally assumed that the device 1 is designed to take over products P from a supply conveyor I in a continuous or substantially uninterrupted flow, in order to transfer these products to a discharge conveyor 0, after the device 1 has aligned them sideways (possibly under ejecting products deemed unsuitable due to their dimensions and / or positions).

Het functioneren en de aard van de transporteurs I en 0, die bijvoorbeeld kunnen bestaan uit aangedreven bandtransporteurs. hebben grotendeels geen invloed op de kenmerken van de uitvinding en de wijze waarop deze is gerealiseerd.The functioning and the nature of the conveyors I and 0, which can for instance consist of driven belt conveyors. largely do not affect the features of the invention and the manner in which it is realized.

De inrichting 1 bezit in hoofdzaak een transporteur die, volgens de getoonde uitvoering, gevormd is door een transporteur van het soort met een eindloze band 2, geleid rond omkeerrollen, zodat de band 2 aldus een bovenste, in hoofdzaak horizontaal part bezit die loopt tussen de toe-voertransporteur I en de afvoertransporteur 0, en de produkten P kan overbrengen tussen de twee transporteurs in langsrichting van de bovenpart van de band. Bovendien is het gebruik van deze transporteur op het gebied van het automatisch behandelen van produkten, in het bijzonder voedselprodukten, algemeen bekend, en daarom hoeven deze transporteurs hier niet nader te worden beschreven.The device 1 mainly comprises a conveyor which, according to the embodiment shown, is formed by a conveyor of the type with an endless belt 2, guided around deflection rollers, so that the belt 2 thus has an upper, substantially horizontal part running between the the feed conveyor I and the discharge conveyor 0, and the products P can transfer between the two conveyors in the longitudinal direction of the upper part of the belt. In addition, the use of this conveyor in the field of automatic handling of products, especially food products, is well known, and therefore these conveyors need not be described in more detail here.

In het bijzonder loopt de bovenpart van de band 2 tussen twee eind-rollen 3· die horizontale assen bezitten en de stroomopwaartse en stroomafwaartse einden bepalen de transportpart van de band 2.In particular, the upper part of the belt 2 runs between two end rollers 3 which have horizontal axes and the upstream and downstream ends define the transport part of the belt 2.

Vanzelfsprekend hebben de termen "stroomopwaarts" en "stroomafwaarts” betrekking op de gebruikelijke bewegingsrichting van de bovenpart van de band 2, welke bij de in fig. 1 en fig. 2 getoonde uitvoering plaatsvindt van links naar rechts in de tekening.Obviously, the terms "upstream" and "downstream" refer to the usual direction of movement of the upper portion of the belt 2, which takes place from left to right in the drawing in the embodiment shown in Fig. 1 and Fig. 2.

Andere omkeerrollen (eveneens met horizontale assen), waar omheen de band 2 is geleid onder de bovenpart die ie bepaald door de eindrollen 3 en 4, zijn met 5 aangeduid.Other reversing rollers (also with horizontal axes), around which the belt 2 is guided under the upper part defined by the end rollers 3 and 4, are indicated by 5.

Een andere rol, aangeduld met 6, werkt samen met het bovenoppervlak van de transportpart van de band 2, binnen een U- of, meer in het bijzonder, omgekeerd C-gevormde lus in de transportpart van de band 2, op een wijze die verderop zal worden beschreven.Another roller, indicated by 6, interacts with the top surface of the conveying part of the belt 2, within a U or, more specifically, inverted C-shaped loop in the conveying part of the belt 2, in a manner further on will be described.

Onder verwijzing naar de uitvoering zoals getoond in fig. 1 en 2, roteert de rol 6 tegen de richting van de wijzers van de klok in, om de bovenpart van de band 2 in hoofdzaak van links naar rechts voort te bewegen,With reference to the embodiment as shown in Figs. 1 and 2, the roller 6 rotates counterclockwise to advance the upper part of the belt 2 substantially from left to right,

De band 2 werkt tevens samen met andere omkeerrollen, spanrollen, enz. (niet getoond), om te verzekeren dat de band correct beweegt, welke middelen algemeen bekend zijn op dit gebied, en dus geen nadere beschrijving van die middelen vereist is.The belt 2 also interacts with other reversing rollers, tensioning rollers, etc. (not shown) to ensure that the belt moves correctly, which means are well known in the art, and thus no further description of those means is required.

Overeenkomstig de thermologie die in het hierna volgende is ge- bruikt in de beschrijving en, waarvan toepassing, in de bijgevoegde conclusies, is in het algemeen aangenomen dat de produkten P zodanig liggen op de bovenste transportpart van de band 2, dat deze ten minste naar opzij kunnen schuiven. Dit betekent dat de produkten P eenvoudigweg zijn geplaatst op de band 2, en er geen elementen aanwezig zijn die het schuiven van die produkten P over het vlak van de band, ten minste naar opzij, kunnen tegengaan (waarbij met het naar opzij schuiven wordt bedoeld de richting dwars op de voortbewegingsrichting van de produkten op de band 2). Bij de hier beschreven uitvoering bezit de band 2 een volledig glad vlak, en de produkten P bezitten aldus tevens de vrijheid om in langs-richting van de band te schuiven. Voor andere uitvoeringen van de uitvinding kan de band 2 altijd worden vervangen door een transporteur van een ander soort (bijvoorbeeld een aangedreven kettingtransporteur met tanden of vakken om de produkten P in langs richting mee te voeren), maar waarop de produkten P nog steeds zijdelings kunnen bewegen of verplaatsen, dus dwars op de transporteur.In accordance with the thermology used hereinafter in the description and, the application of which is in the appended claims, it is generally assumed that the products P lie on the upper conveying part of the belt 2 such that they are at least can slide to the side. This means that the products P are simply placed on the belt 2, and there are no elements present which can prevent the sliding of those products P over the plane of the belt, at least to the side (meaning by sliding to the side) the direction transverse to the direction of travel of the products on the belt 2). In the embodiment described here, the belt 2 has a completely smooth surface, and the products P thus also have the freedom to slide in the longitudinal direction of the belt. For other embodiments of the invention, the belt 2 can always be replaced by a conveyor of a different type (for example a driven chain conveyor with teeth or compartments for carrying the products P in the longitudinal direction), but on which the products P can still move laterally moving or moving, ie across the conveyor.

Volgens de getoonde uitvoering zijn de produkten P in hoofdzaak vierkant of rechthoekig (bijvoorbeeld koek), en deze dienen zijdelings te worden uitgelijnd tegen een steunoppervlak. Volgens de getoonde uitvoering bestaat het steunoppervlak uit een andere bandtransporteur 8, welke eveneens een eindloze band bezit die loopt rond respectieve eindschijven 9, 10. In het bijzonder heeft de band 2 een werkzame part die gekeerd is naar de bovenste transportpart van de band 2 (eveneens in samenhang met de lus 7), en aldus een min of meer verticaal geplaatste zijwand verschaft aan een zijde van het transportoppervlak dat bepaald wordt door de bovenpart van de band 2.According to the embodiment shown, the products P are substantially square or rectangular (e.g. cake), and they must be aligned laterally against a support surface. According to the embodiment shown, the support surface consists of another belt conveyor 8, which also has an endless belt running around respective end disks 9, 10. In particular, the belt 2 has an active part which faces the upper transport part of the belt 2 ( also in connection with the loop 7), and thus provides a more or less vertically placed side wall on one side of the transport surface which is defined by the top part of the belt 2.

Volgens bekende maatregelen werkt de band 8 samen met verschillende aandrijforganen 11 die bijvoorbeeld zijn gevormd door een mechanische overbrenging welke wordt aangedreven door de op elementen waarmee de aandrijfrol 6 is aangedreven voor het in beweging zetten van de band 2.According to known measures, the belt 8 cooperates with various driving members 11, which for instance are formed by a mechanical transmission which is driven by the on elements with which the driving roller 6 is driven to set the belt 2 in motion.

De voorwaartse beweging van de bovenpart van de band 2 en van de werkzame part van de band 8 kan aldus nauwkeurig worden gesynchroniseerd door de keuze van de overbrengingsverhouding van het element 11, zodat elke ongewenste verdraaiing van de getransporteerde produkten P wordt voorkomen.The forward movement of the upper part of the belt 2 and of the active part of the belt 8 can thus be accurately synchronized by the selection of the transmission ratio of the element 11, so that any undesired twisting of the transported products P is prevented.

Om redenen die verderop zullen blijken, bereikt de werkzame part van de transporteur 8 niet een uitlijnstand met de baan waarlangs de produkten P over de band 2 voortbewegen onmiddellijk in overeenstemming met de van opwaartse omkeerrol 9 daarvan. Deze positie wordt echter slechts bereikt in samenhang met een verdere omkeerrol 9a (waarvan de omtrek in figuur 1 is weergegeven met een stippellijn) welke zich bevindt op een bepaalde afstand stroomafwaarts van de stroomopwaartse omkeerrol 9. Tengevolge van deze opstelling van de rollen bezit de werkzame part van de band 8 een invoerdeel 8a, dat, als het ware, een oploopvlak vormt. Wanneer gekeken in een richting boven op de bovenpart van de band 2, wordt deze vorm van het invoerdeel 8a veroorzaakt doordat het deel 8a van de werkzame part van de band 8 vanaf een in hoofdzaak zich aan de rand bevindende plaats (aan de linkerzijde met betrekking tot de in figuur 1 getoonde uitvoering) ten opzichte van de band 2, van daaraf geleidelijk ten opzichte van de band 2 meer naar binnen loopt tot aan de rol 9a» waarna de band 8 in hoofdzaak rechtdoor loopt, tot aan de plaats waar deze rondom de stroomafwaartse rol 10 is geleid.For reasons which will appear later, the active part of the conveyor 8 does not reach an alignment position with the path along which the products P travel over the belt 2 immediately in accordance with its upward reversing roller 9. However, this position is achieved only in conjunction with a further reversing roller 9a (the outline of which is shown in dotted line in Figure 1) which is located a certain distance downstream of the upstream reversing roller 9. Due to this arrangement of the rollers, the operative part of the belt 8 an infeed part 8a, which, as it were, forms a run-up surface. When looking in a direction on top of the upper part of the belt 2, this shape of the feed part 8a is caused by the part 8a of the active part of the belt 8 from a substantially peripheral location (on the left with respect to to the embodiment shown in Fig. 1) relative to the belt 2, from there it gradually extends more in relation to the belt 2 until the roller 9a », after which the belt 8 runs substantially straight, to the place where it is all around the downstream roller 10 is guided.

Deze vorm van de werkzame part van de band 8 is uitgevoerd om het behandelen van de produkten te vergemakkelijken die, zoals in de situatie van het produkt P dat het meest naar links in figuur 1 is weergegeven.This form of the active part of the belt 8 is designed to facilitate the handling of the products which, as in the situation of the product P shown most to the left in Figure 1.

verdraaid op de inrichting 1 terechtkomen, d.w.z., met de lange zijden (aangenomen dat de produkten P vierkant of rechthoekig in bovenaanzicht zijn) uitgelijnd noch ten opzichte van de algemene voortbewegingsbaan van de bandtransporteur 2, noch onder een rechte hoek ten opzichte daarvan, het oplopende deel 8a is bestemd voor het verzekeren van een geleidelijke samenwerking tussen de produkten P en de band 8, welke bestemd is voor het vormen van het (bewegende) steunoppervlak waartegen het uitlijnen wordt uitgevoerd.twisted onto the device 1, that is, with the long sides (assuming the products P are square or rectangular in plan view) aligned neither with respect to the general advancement path of the belt conveyor 2, nor at a right angle to it, the ascending part 8a is intended to ensure a gradual cooperation between the products P and the belt 8, which is intended to form the (moving) support surface against which the alignment is performed.

Bij de inrichting volgens de uitvinding wordt de vereiste werking met dit oppervlak verkregen met behulp van de zwaartekracht en, meer in het bijzonder, doordat de bovenpart van de band 2 gericht wordt met behulp van steunelementen, welke zijn aangeduid met 12, op een wijze, zodat, ten minste in overeenstemming met het steunoppervlak dat bepaald is door de band 8, de transportpart van de band 2 niet horizontaal loopt, maar ten opzichte van de verticaal helt onder een hoek van ongeveer 15*.In the device according to the invention, the required operation with this surface is obtained by means of gravity and, more particularly, that the upper part of the belt 2 is aligned with the aid of support elements, indicated by 12, in a manner, so that, at least in accordance with the support surface defined by the belt 8, the transport part of the belt 2 does not run horizontally, but slants relative to the vertical at an angle of approximately 15 *.

Deze helling is weergegeven in figuur 1, waarin de denkbeeldige rechtlijnige baan die de rechterzijde van de bovenpart van de band 2 zou volgen, wanneer de elementen 12 voor het teweeg brengen van de zijdelingse helling niet aanwezig zouden zijn, is weergegeven met een stippellijn. Bij gebruik bewegen de produkten P daarom, ten minste in overeenstemming met de zijwand-band 8, op een transportvlak dat, in plaats van horizontaal gericht, zijdelings helt (naar links met betrekking tot de voortbewegingsrichting waarop figuur 1 betrekking heeft) onder een hoek van ongeveer 15° ten opzichte van de horizontaal.This slope is shown in Figure 1, in which the imaginary rectilinear path that would follow the right side of the upper portion of the belt 2, if the elements 12 for causing the lateral slope were not present, is shown by a dotted line. In use, therefore, the products P move, at least in correspondence with the sidewall belt 8, on a conveying surface which, instead of horizontally oriented, slopes laterally (to the left with respect to the direction of travel to which Figure 1 relates) at an angle of about 15 ° from the horizontal.

Onder deze omstandigheden zullen de produkten P (die - zoals is beschreven - vrij kunnen schuiven ten minste naar opzij over de bovenpart van de band 2), welke niet reeds zijdelings contact maken met het oppervlak van de band 2, onder invloed van de zwaartekracht naar die stand schuiven, en zij worden daardoor automatisch uitgelijnd met het bedoelde steunoppervlak dat bepaald is door de werkzame part van de band 8 stroomafwaarts van de rol 9a.Under these conditions, the products P (which - as described - will slide freely at least sideways over the upper part of the belt 2), which do not already make lateral contact with the surface of the belt 2, under the influence of gravity towards slide that position, and they are thereby automatically aligned with the intended support surface defined by the active part of the belt 8 downstream of the roller 9a.

Op dezelfde wijze zijn de rotatieassen van de verschillende rollen waaromheen de band 8 is geleid (de assen X9, X9a en X10 in figuur 1 van de rollen 9» 9a en 10 zijn in het bijzonder weergegeven), eveneens hellend ten opzichte van de verticaal uitgevoerd, in plaats van dat zij verticaal zijn geplaatst, opnieuw naar links met betrekking tot de in figuur 1 getoonde uitvoering, onder een hoek a. waarvan de waarde (ongeveer 15") overeenstemt met de hellingshoek van de bovenpart van de band 2 ten opzichte van de horizontaal. De hellende opstelling van de betreffende rolassen verzekert dat in plaats dat de actieve part van de band S verticaal loopt, deze helt ten opzichte van de verticaal onder een hoek et, en dus staat de werkzame part van de band 8 loodrecht op het hellende transportvlak van de band 2.Likewise, the axes of rotation of the various rollers around which the belt 8 is guided (the axes X9, X9a and X10 in Figure 1 of the rollers 9, 9a and 10 are shown in particular) are also inclined with respect to the vertical instead of being placed vertically, again to the left with respect to the embodiment shown in figure 1, at an angle a. whose value (about 15 ") corresponds to the angle of inclination of the upper part of the belt 2 with respect to the horizontal The inclined arrangement of the respective roller shafts ensures that instead of the active part of the belt S running vertically, it inclines relative to the vertical at an angle et, and thus the active part of the belt 8 is perpendicular to the inclined conveyor surface of the belt 2.

Een eenheid of station, algemeen aangeduid met 13, voor het waarnemen van de afmetingen en standen van de produkten P ten behoeve van het mogelijke uitwerpen uit de inrichting, is bij voorkeur geplaatst in samenhang met de lus 7 die is bepaald door de rol 6.A unit or station, generally indicated at 13, for sensing the dimensions and positions of the products P for possible ejection from the device is preferably placed in conjunction with the loop 7 defined by the roll 6.

De eenheid 13 omvat, in hoofdzaak stroomopwaarts van de rol 6, een foto-elektrische zender-ontvangeenheid (14. 15). waarvan de observeer- of waarneemlijn (die bepaald is door de lijn ten opzichte waarvan de elementen 14 en 15 zijn uitgelijnd) ongeveer verticaal is gericht en bij benadering is geplaatst in overeenstemming met de buitenrand (de reehter-rand in de getoonde uitvoering) van de band 2, Meer in het bijzonder bevindt de waarneemlijn van het zender-ontvangpaar 14, 15 zich op afstand van het gat dat bepaald is door de part van de zijwand-transporteur 8, en wel over een afstand die gelijk is aan de verwachte dwarsafmetingen (de breedte) van de produkten P, waarvan de zijden tegen de part steunen.The unit 13 comprises, substantially upstream of the roller 6, a photoelectric transmitter-receiving unit (14, 15). whose observation or observation line (defined by the line with respect to which the elements 14 and 15 are aligned) is oriented approximately vertically and positioned approximately in accordance with the outer edge (the right edge in the embodiment shown) of the Band 2, More specifically, the sense line of the transceiver pair 14, 15 is spaced from the hole defined by the part of the sidewall conveyor 8 by a distance equal to the expected transverse dimensions ( the width) of the products P, the sides of which rest against the part.

De foto-elektrische eenheid (14-15) kan daardoor waarnemen, en doorgeven aan de algemene regelinrichting (bijvoorbeeld een PLC) waarmee de algemene werking van de inrichting wordt geregeld en bestuurd, een toestand waarin een produkt P een dwarsafmeting (een breedte) bezit, welke groter is dan de maximaal toelaatbare afwijking van de waarde voor het daarop volgend behandelen in het stelsel (bijvoorbeeld om de vervol- gens te worden gestoken in verpakkingen van het ”flow-pack"-type).The photoelectric unit (14-15) can thereby sense and transmit to the general control device (e.g. a PLC) controlling and controlling the general operation of the device, a state in which a product P has a transverse dimension (a width) which is greater than the maximum allowable deviation from the value for subsequent treatment in the system (for example, to be subsequently inserted into flow-pack type packages).

Bij voorkeur (en overeenkomstig bekende maatregelen, zie bijvoorbeeld het Britse octrooischrift GB-A-2.244.806 van aanvraagster), omvat de foto-elektrische eenheid 14-15 een stralingszender (gewoonlijk infrarode straling), en een paar waarnemers 15 die naast elkaar zijn aangebracht langs de voortbewegingslijn van de produkten. De beschikbaarheid van twee naast elkaar aangebrachte waarnemers maakt het mogelijk dat de afmetingen en de standen van de produkten nauwkeuriger en betrouwbaarder kan worden bepaald.Preferably (and according to known measures, see for example British patent GB-A-2,244,806 of applicant), the photoelectric unit 14-15 comprises a radiation emitter (usually infrared radiation), and a pair of observers 15 which are side by side arranged along the line of motion of the products. The availability of two adjacent observers allows the dimensions and positions of the products to be determined more accurately and reliably.

Bij voorkeur wordt de foto-elektrische waameemeenheid 14-15 gepulst bediend, zodat voor elk produkt verschillende "uitlezingen" of metingen zijn uit te voeren (bijvoorbeeld 15 uitlezingen voor elk produkt P). Hierdoor is het mogelijk produkten waarvan de lengte te groot is te onderscheiden van produkten die de optische straal tussen de zender 14 en de waarnemer 15 slechts voor korte delen van de lengte daarvan onderbreken, bijvoorbeeld ten gevolge van onjuiste plaatsing. De verschillende resultaten van het waarnemen verschaffen aldus de mogelijkheid dat een besluit kan worden genomen of een produkt P wel of niet Uit de inrichting moet worden verwijderd.Preferably, the photoelectric sensing unit 14-15 is pulsed actuated, so that different "readings" or measurements can be made for each product (for example, 15 readings for each product P). This makes it possible to distinguish products whose length is too great from products that interrupt the optical beam between the transmitter 14 and the observer 15 only for short parts of its length, for example due to incorrect placement. The different results of the observation thus provide the possibility that a decision can be made as to whether or not a product P should be removed from the device.

Het verwijderen of uitwerpen geschiedt met behulp van twee mondstukken 19, 20 die respectievelijk boven en onder het bewegingsvlak van de produkten P in samenhang met de lus 7 die bepaald is door de rol 6 zijn geplaatst.Removal or ejection takes place with the aid of two nozzles 19, 20 which are respectively placed above and below the plane of movement of the products P in conjunction with the loop 7 defined by the roller 6.

Meer in het bijzonder (verwezen wordt naar figuur 2) is de bovenzijde van de lus bepaald door twee zo genoemde "veren” (21) die naar elkaar zijn gericht, en waar omheen de band 2 naar beneden is geleid om rondom de aandrijfrol 20 te lopen. Een spleet 22 is bepaald tussen de twee veren 21 die, terwijl zij toestaan dat produkten B betrouwbaar worden overgedragen tussen de twee opeenvolgende delen van het bewegingsvlak dat bepaald is door de veren 21, tevens toestaan dat het mondstuk 20, dat zich onder dit bewegingsvlak bevindt, kan aangrijpen op de uit de inrichting te werpen produkten doordat, zoals bij het produkt P’ zoals weergegeven in figuur 1, bijvoorbeeld de dwarsafmetingen daarvan niet geschikt zijn voor verdere behandeling van de produkten.More specifically (see Figure 2), the top of the loop is defined by two so-called "springs" (21) which face each other, and around which the belt 2 is guided downwardly around the drive roller 20. A gap 22 is defined between the two springs 21 which, while allowing products B to be reliably transferred between the two successive parts of the plane of motion defined by the springs 21, also allow the nozzle 20 located below this movement plane may engage the products to be ejected from the device because, as with the product P 'as shown in Figure 1, for example, the transverse dimensions thereof are not suitable for further treatment of the products.

Bij voorkeur hellen de twee mondstukken 19 en 20 naar elkaar en zijn ten opzichte van elkaar zijdelings iets verplaatst, zodat terwijl het mondstuk 20 in de benedenstand een luchtstraal verschaft die opwaarts en buitenwaarts ten opzichte van de inrichting 1 is gericht, het mondstuk 19, dat zodanig is aangebracht dat dit iets buitenwaarts uit het bewe- gingsvlak dat is bepaald door de band 2 steekt, een luchtstraal voortbrengt die neerwaarts is gericht. Aldus worden de uit te werpen produkten door het onderste mondstuk 20 van het bewegingsvlak getild, waardoor zij tevens zijdelings uit de inrichting worden gedrukt, om dan neerwaarts te worden gekanteld door het mondstuk 19 dat bovenaan is aangebracht.Preferably, the two nozzles 19 and 20 are inclined towards each other and are slightly displaced relative to each other so that while the nozzle 20 in the down position provides an air jet directed upwards and outwards with respect to the device 1, the nozzle 19, which is arranged so that it protrudes slightly outward from the moving plane defined by the belt 2, producing an air jet directed downward. Thus, the products to be ejected are lifted from the moving plane by the lower nozzle 20, so that they are also pushed laterally out of the device, and are then tilted downwards by the nozzle 19 which is arranged at the top.

De mondstukken 19 en 20 zijn verbonden met respectieve bronnen van gecomprimeerde lucht (niet weergegeven in de tekeningen), onder tussen-plaatsing van regelmiddelen (bijvoorbeeld solenoïde kleppen - eveneens niet getoond) die geregeld zijn door de algemene regeleenheid van de inrichting 1. Deze eenheid zorgt ervoor dat de solenoïde kleppen zich openen, en gecomprimeerde luchtstralen dienovereenkomstig worden afgegeven, wanneer bepaald is dat een produkt P, dat ongeschikt is geacht, is uit te werpen.The nozzles 19 and 20 are connected to respective compressed air sources (not shown in the drawings), intermediate placement of control means (for example solenoid valves - also not shown) controlled by the general control unit of the device 1. This unit causes the solenoid valves to open and compressed air jets to be emitted accordingly when it is determined that a product P which has been deemed unsuitable has been ejected.

Deze operatie is gewoonlijk gesynchroniseerd met de voortbeweging van de produkten P op de band 2, zodat de uitwerpende luchtstralen worden afgegeven juist wanneer het uit te werpen produkt schrijlings over de spleet 22 ligt. Voor dit doel kan onmiddellijk stroomopwaarts van de spleet 22 een andere foto-elektrische waarneemeenheid zijn aangebracht, welke tevens is voorzien van een zender 23 en een ontvanger 2lI, waarmee nauwkeurig kan worden vastgesteld wanneer een uit te werpen produkt P de spleet 22 nadert, zodat de mondstukken 19 en 20 op het vereiste moment worden bekrachtigd.This operation is usually synchronized with the advancement of the products P on the belt 2, so that the ejection air jets are emitted just when the product to be ejected lies astride the slit 22. For this purpose, another photoelectric sensing unit may also be provided immediately upstream of the slit 22, which is also provided with a transmitter 23 and a receiver 21, which can accurately determine when a product P to be ejected approaches the slit 22, so that the nozzles 19 and 20 are energized at the required time.

De produkten die niet uit de inrichting 1 zijn geworpen, verlaten de band 8, waarvan de actieve part dient als een steunvlak voor de produkten P, en zijn dan nauwkeurig uitgelijnd met de lijn waarlangs die part van de band loopt.The products not ejected from the device 1 leave the belt 8, the active part of which serves as a support surface for the products P, and are then precisely aligned with the line along which that part of the belt runs.

Stroomafwaarts van het afgeefeinde van de band 8 neemt de bovenpart van de band 2 geleidelijk de horizontale stand daarvan weer aan, terwijl deze de eindrol k nadert, zodat de produkten P een overeenkomstige stand verkrijgen om te worden overgebracbt naar de afvoertransporteur 0.Downstream of the delivery end of the belt 8, the upper part of the belt 2 gradually returns to its horizontal position, as it approaches the end roller k, so that the products P obtain a corresponding position to be transferred to the discharge conveyor 0.

Claims

A device for lateral alignment against a support surface (8) of products (P) moving in a stream, comprising transport means (2, 8) which form a plane (2) for transporting and supporting the products (P), so that they can shift at least laterally, one side of the transporting surface being defined by the supporting surface {8), characterized in that the transporting means (2, 8) cooperate with supporting means (12) to keep the transporting surface substantially inclined relative to the horizontal and to the supporting surface at least in conjunction with the supporting surface (8), so that the products which move on the transporting surface (2) shift sideways under the influence of gravity against the supporting surface (8), and are aligned therewith.

Device according to claim 2, characterized in that the support surface (8) is movable in synchronism with the movement of the transport surface (2).

Device according to claim 1 or claim 2, characterized in that the supporting surface (8) runs along a line (9a, 10) for precise alignment, and this line for alignment is reached via a substantially ascending ramp (8a), in a direction corresponding to the direction of travel of the flow products (P).

Device according to any one of the preceding claims, characterized in. that the transport surface (2) is held at an inclined angle of approximately 15® from the horizontal.

Device according to any one of the preceding claims, characterized in that. that the support surface (8) is also kept inclined, so that it is substantially perpendicular to the transport surface (2).

Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in. that the transport means comprise a belt conveyor (2), a part of which defines the transport surface for the products (P).

Device according to any one of the preceding claims, characterized in. that it has a belt conveyor (8), at least one active part of which defines the support surface.

Device according to any one of the preceding claims, characterized in. that it has a sensing means (14, 15) for determining at least a size and / or position of the products (P).

Device according to claim 8, characterized in that the detection means (14, 15) is adapted to respond to the dimensions of the products (P), transverse to the line along which they are aligned.

10. Device according to claim 8 or claim 9, characterized in that it has ejection means (19, 20) for optionally ejecting products (P) from the stream, which are recognized according to at least a size and / or the position thereof .

Device according to any one of claims 8 to 10, characterized in. that the sensing means (1¾. 15) comprises a photoelectric gate (1¾, 15).

Device according to claim 10, characterized in that the ejection means comprise at least one nozzle (19, 20) for providing a compressed air jet to the products (P) to be ejected from the stream.

Device according to claim 10 or claim. 12, with the attribute. that the ejection means (19. 20) act in accordance with a loop (7) formed by a part of the transport surface (2) which bends downwards. 1¾. Device according to claim 6 and claim 13. characterized in. that the loop is formed by a part of the belt (2), which runs around a reversing roller (6).

Device as claimed in claim 13 or 1¾. characterized in that the roller (6) is a driving roller.

Device according to claim 10 or claim 12, characterized in that. that it includes further sensing means (21, 22) for sensing the advancement of an ejectable product (P ') toward the ejection means.

Device according to claim 15., characterized in that the further detection means comprise a photoelectric gate (23, 2¾).

A method of laterally aligning products (P) moving in a flow against a support surface (8), comprising forming a surface for transporting and supporting the products (P) so that they can shift at least laterally, and bounding one side of the transport surface with the support surface (8), characterized in that the transport surface (2) is held substantially inclined with respect to the horizontal and towards the support surface, at least in accordance with the support surface (8 ), so that the products (P) moving over the conveying surface move under gravity against the supporting surface (8) and are aligned therewith.