NL9202150A

NL9202150A - Cover for a waste container

Info

Publication number: NL9202150A
Application number: NL9202150A
Authority: NL
Original assignee: Wiva Bv
Priority date: 1992-12-11
Filing date: 1992-12-11
Publication date: 1994-07-01

Abstract

Cover for a waste container, comprising a cover plate with peripheral wall, which fits onto the upright top edge of the container, in which cover plate a circular opening is formed, which opening can be closed off by means of a circular cap, an outer peripheral wall of the cap and the inner circumference of the recess have interacting projections for locking the cap in the recess, the projections being elongate and being disposed at an angle with respect to the line of symmetry of the cap, in such a manner that an opening is formed between one end of a projection and the other end of the adjoining projection, which opening serves to allow the passage of the interacting projection, the axially oriented bottom surface of one projection and the opposite axial surface of the other interacting projection having recessed sections for defining various closure positions of the cap in the cover plate, by means of which one or more intermediate positions of the cap, in which the cap can be removed, and the limit position, in which the cap is permanently locked, are achieved.

Description

DEKSEL VOOR EEN AFVALVATLID FOR A WASTE BARREL

De uitvinding heeft betrekking op een deksel voor een afvalvat bestaande uit een dekselplat met omtrekswand, welke past op de staande bovenrand van het vat, in welk dekselplat een cirkelvormige opening is uitgespaard, die afsluitbaar is door een cirkelvormige dop, waarbij een buitenomtrekswand van de dop en de binnenomtrek van de uitsparing samenwerkende nokken heeft om de dop in de uitsparing te vergrendelen.The invention relates to a lid for a waste vessel consisting of a lid flat with a circumferential wall, which fits on the upright upper edge of the vessel, in which lid flat a recess is recessed, which can be closed by a circular cap, whereby an outer circumferential wall of the cap and the inner circumference of the recess has cooperating cams to lock the cap in the recess.

De afvalvaten zoals hierboven bedoeld, worden gewoonlijk gebruikt voor het opnemen van te verbranden afval vanwege het infectueuze karakter daarvan. Meestal is dit ziekenhuisafval en een dergelijk vat wordt geleidelijk aangevuld. Het deksel voor het vat is daartoe in twee standen te plaatsen namelijk een tijdelijke stand, waarin het deksel van het vat kan worden gelicht om het vat te vullen alsmede een permanente stand waarbij het deksel permanent op het vat wordt bevestigd en gevuld aan een verbrandingsoven wordt aangeboden. Het deksel is bovendien uitgevoerd met een extra af te sluiten opening welke dient voor het doorvoeren van klein afval en het controleren van de inhoud. In dit geval behoeft niet het gehele deksel te worden gelicht. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op deze kleine afsluitbare opening.The waste drums as referred to above are usually used for receiving waste to be incinerated because of their infectious nature. Usually this is hospital waste and such a vessel is gradually replenished. The lid for the vessel can be placed in two positions for this purpose, namely a temporary position in which the lid of the vessel can be lifted to fill the vessel as well as a permanent position in which the lid is permanently attached to the vessel and filled to an incinerator. offered. The lid is also equipped with an extra closable opening that serves for the passage of small waste and checking the contents. In this case, the entire lid need not be lifted. The invention particularly relates to this small closable opening.

Het is gebruikelijk deze opening cirkelvormig uit te voeren en af te sluiten door middel van een cirkelvormige dop. Ook deze dop dient in verschillende standen te worden geplaatst, namelijk een tijdelijke, waarin het dopdeel weer gemakkelijk kan worden losgemaakt, waarbij als extra eis is gesteld dat het dopdeel dient als handvat om het geheel of gedeeltelijk gevulde vat te kunnen optillen en te verplaatsen in een definitieve sluitstand.It is usual to design this opening in a circular manner and to close it by means of a circular cap. This cap must also be placed in different positions, namely a temporary one, in which the cap part can be easily loosened again, an additional requirement being that the cap part serves as a handle for lifting the fully or partly filled vessel and moving it in a final closing position.

Tot op heden is het moeilijk om de sluiting van het dopdeel in het cirkelvormige gat van een deksel zodanig uit te voeren dat voldaan wordt aan de tijdelijke respectievelijk permanente afsluiting en de draagfunctie daarvan.To date, it has been difficult to design the closure of the cap member in the circular hole of a lid in such a way that the temporary or permanent closure and its carrying function are satisfied.

De uitvinding beoogt de sluiting van het dopdeel in het deksel zodanig te verbeteren dat bovengenoemde bezwaren worden ondervangen.The object of the invention is to improve the closure of the cap part in the lid in such a way that the above drawbacks are obviated.

Het deksel volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat de nokken langwerpig zijn en ten opzichte van de symmetrielijn van de dop hellend zijn opgesteld, zodanig dat een opening tussen het ene einde van een nok en het andere einde van de aangrenzende nok is gevormd, welke opening dient voor het doorvoeren van de samenwerkende nok, waarbij het axiaal gerichte ondervlak van de ene nok alsmede het tegenoverliggende axiale vlak van de andere samenwerkende nok inspringingen hebben voor het definiëren van verschillende sluitstanden van de dop in het dekselplat.The lid according to the invention is distinguished in that the cams are elongated and are inclined relative to the symmetry line of the cap, such that an opening is formed between one end of a cam and the other end of the adjacent cam, which opening serves for feeding the cooperating cam, wherein the axially oriented bottom surface of one cam and the opposite axial surface of the other cooperating cam have indents for defining different closing positions of the cap in the lid flat.

Dankzij de hellend opgestelde nokken is de dop door een geringe verdraaiing ten opzichte van het deksel tijdelijk daaraan te bevestigen. Dankzij de inspringingen wordt bij het optillen van de dop een tegenverdraaiing van de dop ten opzichte van het deksel voorkomen waardoor het deksel onverhoopt van het dopdeel loslaat, en mogelijk afval weer uit het vat springt. Een verder verdraaien van het dopdeel zal een meer permanente sluiting bewerkstelligen.Thanks to the sloping ridges, the cap can be temporarily attached to it by a slight rotation relative to the lid. Thanks to the indentations, when the cap is lifted, a counter-rotation of the cap relative to the lid is prevented, as a result of which the lid unexpectedly loosens from the cap part, and possible waste jumps out of the barrel again. A further twisting of the cap part will effect a more permanent closure.

In een verdere ontwikkeling van het deksel volgens de uitvinding is het andere einde van de samenwerkende nok haakvormig uitgevoerd en werkt samen met een verend contra-orgaan van de ene nok, opdat een permanent in elkaar haken van de nokken bij het verder verdraaien van het dopdeel tot stand wordt gebracht, waardoor een permanente sluiting ontstaat.In a further development of the lid according to the invention, the other end of the cooperating cam is made hook-shaped and cooperates with a resilient counter-member of the one cam, so that a permanent hooking of the cams when the cap part is further rotated is established, creating a permanent closure.

Bovengenoemde en andere kenmerken zullen nader worden toegelicht in de hieronder staande figuurbeschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld. In de tekening toont: figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een afval-vat met deksel en daarin aangebrachte afsluitbare opening volgens de uitvinding; figuur 2 een detail op vergrote schaal van de opening met dopdeel voorzien van sluitnokken volgens de uitvinding; figuur 3 een perspectivisch detail van een sluitnok op het dekseldeel volgens de uitvinding; figuur 4 een uitslag in vijf verschillende standen van samenwerkende nokken van zowel het dop- respectievelijk dekseldeel.Above mentioned and other features will be further elucidated in the figure description below of an embodiment. In the drawing: figure 1 shows a perspective view of a waste vessel with lid and closable opening according to the invention arranged therein; figure 2 shows an enlarged detail of the opening with cap part provided with closing cams according to the invention; figure 3 shows a perspective detail of a closing cam on the cover part according to the invention; figure 4 shows a deflection in five different positions of cooperating cams of both the cap and cover part.

In de figuren is met het cijfer 1 het vat aangegeven, welke willekeurig van vorm kan zijn en bovendien van willekeurig materiaal kan zijn vervaardigd mits het maar onschadelijk te verbranden is.In the figures, the numeral 1 denotes the vessel, which can be of any shape and, moreover, can be made of any material, provided it is harmless to burn.

Gewoonlijk is een dergelijk vat door middel van spuit- of blaasgieten gevormd.Usually such a vessel is formed by injection or blow molding.

Een dergelijk vat 1 is aan de bovenzijde open en dient te worden afgesloten met een sluitdeksel 2. De wijze van bevestiging van het sluitdeksel 2 op het vat 1 valt buiten het kader van de uitvinding en kan op verschillende wijzen plaatsvinden al of niet in permanente toestand.Such a vessel 1 is open at the top and must be closed with a closing lid 2. The manner of fastening the closing lid 2 to the vessel 1 falls outside the scope of the invention and can take place in various ways, whether or not in a permanent condition. .

Het deksel 2 is uitgevoerd met een dekselplat 3, waarin een opening 4 is uitgespaard. Zoals blijkt uit figuur 2 is de opening 3 aan de omtrek uitgevoerd met een omlaag gerichte schort 5, welke via een U-vormig randdeel 6 overgaat in het dekselplat 3.The lid 2 is designed with a lid flat 3, in which an opening 4 is cut out. As can be seen from Figure 2, the opening 3 on the periphery is provided with a downwardly directed apron 5, which merges into the lid flat 3 via a U-shaped edge part 6.

De sluitdop 7 is in hoofdzaak een cilindrische plaat 8, welke is voorzien van een opstaand omgekeerd ü-vormige rand 9 met omlaag gerichte buitenflens 10. De flens 10 past in het U-vormig randdeel 6 van het deksel. In de holte van de omgekeerd U-vormige rand van de sluitdop is een dich-tingsmiddel 11 gelegd.The closure cap 7 is essentially a cylindrical plate 8, which is provided with an upright inverted u-shaped edge 9 with downwardly directed outer flange 10. The flange 10 fits into the U-shaped edge part 6 of the lid. A sealing means 11 is placed in the cavity of the inverted U-shaped edge of the closure cap.

De sluitdop is tevens voorzien van een handgreep 12, welke de rand van de cirkelvormige dop 8 overbrugt, en voor een gemakkelijk hanteren is het centrale gedeelte van de dop verdiept uitgevoerd bij 13 en zijn er op de uiteinden van de handgreep steunvlakken aangebracht voor de duimen.The closure cap also includes a handle 12 which bridges the rim of the circular cap 8, and for easy handling the central portion of the cap is recessed at 13 and support surfaces are provided on the ends of the handle for the thumbs .

De dop zelf heeft eveneens een omlaag gerichte schort 14, welke nauw aansluit binnen de neerwaarts gerichte short 5 van het deksel. Zowel de schort 5 als de schort 14 heeft een aantal nokken 20 respectievelijk 21 die met elkaar samenwerken. De vorm en de functie wordt hieronder nader toegelicht. Voorts is op de schort 5 van het deksel een tweede nok 22 aangebracht die in het verlengde van nok 20 ligt. Tenslotte is een derde nok 23 geplaatst achter de nok 22 gezien ten opzichte van de nok 20.The cap itself also has a downwardly directed apron 14, which closely fits within the downwardly directed shorts 5 of the lid. Both the apron 5 and the apron 14 have a number of projections 20 and 21, respectively, which cooperate with each other. The form and function are explained in more detail below. Furthermore, a second cam 22 is arranged on the apron 5 of the lid, which is an extension of cam 20. Finally, a third cam 23 is placed behind the cam 22 when viewed with respect to the cam 20.

Zoals in de uitslag van figuur 4 is getoond, zijn de nokken in hoofdzaak langwerpig uitgevoerd en aan de naar elkaar toe gerichte vlakken, dat wil zeggen het ondervlak van nok 20 en het bovenvlak van nok 21 voorzien van uitsparingen 25 respectievelijk 26 alsmede 27 en 28. Bovendien zijn de nokken ten opzichte van de hartlijn van de dop, welke in figuur 2 verticaal moeten worden gedacht, hellend geplaatst, een en ander zodanig dat het achtereinde van de serie nokken 20, 22, 23 ten opzichte van het vooreinde van de nok 20 een opening 30 toelaat, welke dient als invoerope-ning voor de nok 21 van het dopdeel. Zodoende is het mogelijk door verdraaiing van het dopdeel ten opzichte van het dekselplat een inschuiven van de nok 21 van de dop tussen de nok 20 respectievelijk 23 te bewerkstelligen en zodoende een bevestiging van de dop in het deksel tot stand te brengen.As shown in the result of figure 4, the cams are substantially elongated and have recesses 25 and 26 and 27 and 28 respectively on the facing surfaces, i.e. the bottom surface of cam 20 and the top surface of cam 21. In addition, the cams are inclined relative to the centerline of the cap, which should be imagined vertically in Figure 2, such that the rear end of the series of cams 20, 22, 23 is relative to the front end of the cam 20 allows an opening 30, which serves as an inlet opening for the cam 21 of the cap part. In this way it is possible to achieve a retraction of the cap 21 of the cap between the cam 20 and 23 by rotating the cap part relative to the cover flat, and thus to establish a fixation of the cap in the cover.

In de stand volgens figuur 4a is de aanvankelijke inschui-ving van de nok 21 onder de nok 20 getoond. De stand volgens figuur 4a wordt wordt verkregen, doordat het verende gedeelte van de nok 22 terugveert. Indien de dop niet bij de handgreep 12 wordt vastgehouden ligt de nok 21 op nok 23 en blijft zo de opening 4 afsluiten. In de stand volgens figuur 4b wordt de dop 7 opgetild door de handgreep 12 en zullen de dikke delen van nok 21 in de sparingen (of uitsparingen) 25 en 27 van de nok 20 vallen. Hiermee wordt een contraver-draaiing van de dop ten opzichte van het deksel vermeden, en kan met de hand het vat worden verplaatst door het geheel aan handgreep 12 van de sluitdop op te pakken.In the position according to figure 4a the initial insertion of the cam 21 is shown under the cam 20. The position according to figure 4a is obtained in that the resilient part of the cam 22 springs back. If the cap is not held by the handle 12, the cam 21 rests on the cam 23 and thus keeps the opening 4 closed. In the position according to figure 4b, the cap 7 is lifted by the handle 12 and the thick parts of cam 21 will fall into the recesses (or recesses) 25 and 27 of the cam 20. This avoids a counter-rotation of the cap relative to the lid, and the barrel can be moved manually by picking up the whole of handle 12 of the closing cap.

Volgens de stand van figuur 4c is voor een betere afdichting dat wil zeggen dat het dichtingsmiddel 11 in aanraking komt met het boveneinde van de binnenbenen van het U-vormige randdeel 6 de dop verder te verdraaien tot in stand 4c, waarbij de verdikte delen van de nokken 20 en 21 tegen elkaar komen te liggen waardoor er geen verticale beweging van de dop ten opzichte van een deksel meer mogelijk is.According to the position of figure 4c, for a better sealing, i.e. the sealing means 11 comes into contact with the upper end of the inner legs of the U-shaped edge part 6, the cap can be further rotated to position 4c, wherein the thickened parts of the cams 20 and 21 come together so that vertical movement of the cap relative to a lid is no longer possible.

In de stand 4d is de dop nog verder verdraaid ten opzichte van het dekselplat en komt een haakvormig einddeel 31 van de nok 21 in aanraking met een verend contra-orgaan 32 van de nok 20. Het verend contra-orgaan 22 zal aanvankelijk meegeven en vervolgens achter de haak 31 van de nok 21 vallen. Een tegenverdraaiing van de sluitdop 7 ten opzichte van het deksel is hiermee permanent voorkomen en deze stand dient alleen te worden aangehouden indien het vat geheel is gevuld.In position 4d, the cap is further rotated relative to the lid flat and a hook-shaped end part 31 of the cam 21 comes into contact with a resilient counter-element 32 of the cam 20. The resilient counter-element 22 will initially yield and then fall behind hook 31 of cam 21. A counter-rotation of the closure cap 7 relative to the lid is hereby permanently prevented and this position should only be maintained if the vessel is completely filled.

Als extra veiligheid kan nog volgens figuur 4e de dop verder worden verdraaid zodat het haakvormig einde van nok 21 achter het haakvormige einde 33 van de tweede nok 22 komt te liggen. Dit geeft een extra bescherming indien bijvoorbeeld de afdichting 11 in het randdeel 9 is versleten.As an additional safety, according to figure 4e, the cap can be further rotated so that the hook-shaped end of cam 21 lies behind the hook-shaped end 33 of the second cam 22. This provides additional protection if, for example, the seal 11 in the edge part 9 is worn.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm.The invention is not limited to the above-described embodiment.

Claims

1. Cover for a waste container consisting of a cover plate with a circumferential wall, which fits on the upright top edge of the vessel, in which cover plate a recess has been cut out, which can be closed by a circular cap, whereby an outer circumferential wall of the cap and the inner circumference of the recess has cooperating cams to lock the cap in the recess, characterized in that the cams are elongated and are inclined relative to the symmetry line of the cap, such that an opening between one end of a cam and the other end of the adjacent cam is formed, which opening serves to feed the cooperating cam, with the axially oriented bottom surface of one cam and the opposite axial surface of the other cooperating cam indenting to define different closing positions of the cap in the lid shelf.

Cover according to claim 1, characterized in that the other end of the cooperating cam has a hook-shaped member and the other end of the one cam has a resilient counter-member for permanently hooking the cams together.

Lid according to claim 1 or 2, characterized in that a second projection with a hook-shaped counter-element is arranged in line with one cam.

Lid according to claim 3, characterized in that the second elongated cam has a resilient upwardly directed lip on the other end remote from the counter-member.

Lid according to any one of the preceding claims, characterized in that two recesses are arranged in the bottom surface of the one cam and the top surface of the cooperating cam.