NL9201955A

NL9201955A - Connector assembly.

Info

Publication number: NL9201955A
Application number: NL9201955A
Authority: NL
Original assignee: Framatome Connectors Belgium
Priority date: 1992-11-09
Filing date: 1992-11-09
Publication date: 1994-06-01
Also published as: DE69304017T2; EP0597531B1; DE69304017D1; EP0597531A1

Description

ConnectorsamenstelConnector assembly

De uitvinding heeft betrekking op een connectorsamenstel, voorzien van een eerste connectordeel met een cilindrische wand met tenminste een grendelelement en een tweede connectordeel met een draaibare ring met voor elk grendelelement een schroefdraadbaan, welke onderdelen geheel uit kunststof zijn vervaardigd, waarbij in de gekoppelde toestand van de connectordelen elk grendelelement in een eindstand in de schroefdraadbaan ligt en elk grendelelement in axiale richting onder veerdruk tegen een zijde van de schroefdraadbaan aanligt, waarbij middelen zijn aangebracht voor het signaleren van het bereiken van de eindstand.The invention relates to a connector assembly, comprising a first connector part with a cylindrical wall with at least one locking element and a second connector part with a rotatable ring with a screw thread path for each locking element, which parts are made entirely of plastic, in the coupled condition of the connector parts each locking element lies in an end position in the threaded track and each locking element rests axially under spring pressure against one side of the threaded track, means being provided for signaling the reaching of the end position.

Een dergelijk connectorsamenstel dat gewoonlijk als connector met vergrendeling van het bajonettype wordt aangeduid, is in verschillende uitvoeringsvormen bekend en bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.901.574 en de Franse octrooiaanvrage 2.632.783.Such a connector assembly commonly referred to as a bayonet-type locking connector is known in various embodiments and is described, for example, in U.S. Patent 3,901,574 and French Patent Application 2,632,783.

Bij het connectorsamenstel volgens het Amerikaanse octrooischrift 3.901.574 zijn in de schroefdraadbanen op de cilindrische wand van het eerste connectordeel nokken aangebracht, terwijl de ring aan zijn binnenwand de grendelelemen-ten draagt, die door vervormen van de ring deze nokken voor het bereiken van de eindstand kunnen passeren. Bij het bekende connectorsamenstel volgens de Franse octrooiaanvrage 2.632.783 bestaan de grendelelementen uit een nok die door vervorming van de draaibare ring in de eindstand worden gebracht. Teneinde het vervormen van de ring te vergemakkelijken, zijn hierin sleuven en verdunde wanddelen aangebracht, waardoor de fabricage van de ring gecompliceerd wordt. De als pen uitgevoerde grendelelementen zijn betrekkelijk kwetsbaar en zijn aan slijtage onderhevig.In the connector assembly of U.S. Pat. No. 3,901,574, in the threads on the cylindrical wall of the first connector portion, bosses are provided, while the ring on its inner wall carries the locking members, which by deforming the ring access these bosses to achieve the can pass final position. In the known connector assembly according to French patent application 2.632.783, the locking elements consist of a cam which are brought into the end position by deformation of the rotatable ring. In order to facilitate the deformation of the ring, slots and thinned wall parts are provided therein, which complicates the manufacture of the ring. The locking elements designed as a pin are relatively fragile and subject to wear.

Het signaleren van het bereiken van de eindstand wordt bij deze bekende connectorsamenstellen bereikt, doordat de grendelelementen in de eindstand klikken door de veerkracht van de ring.The signaling of reaching the end position is achieved in these known connector assemblies, in that the locking elements snap into the end position due to the resilience of the ring.

De uitvinding beoogt een verbeterd connectorsamenstel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarvan de fabricage eenvoudig is en waarbij voor het bereiken van de eindstand van de grendelelementen geen vervorming van de ring nodig is.The object of the invention is to provide an improved connector assembly of the type mentioned in the preamble, the manufacture of which is simple and in which no distortion of the ring is required to achieve the end position of the locking elements.

Hiertoe heeft het connectorsamenstel volgens de uitvinding het kenmerk dat elk grendelelement is uitgevoerd als een volgens de schroefdraadbaan geplaatste ribbe en dat de schroefdraadbaan wordt bepaald door tenminste een eerste nok, waarbij de met de nok samenwerkende zijde van de ribbe is voorzien van een versprongen gedeelte.To this end, the connector assembly according to the invention is characterized in that each locking element is designed as a rib placed along the threaded path and that the threaded path is defined by at least a first cam, the side of the rib cooperating with the cam being provided with a staggered part.

Op deze wijze wordt een connectorsamenstel verkregen, waarvan de fabricage relatief eenvoudig is doordat geen volledige schroefdraadbanen behoeven te worden gevormd, terwijl anderzijds door het opnemen van een versprongen gedeelte in een dwars op de axiale richting staande zijde van de ribbe met voordeel van de in axiale richting werkende veerdruk gebruik wordt gemaakt voor het vergrendelen van de ring in de eindstand en het signaleren van het bereiken van deze eindstand.In this manner, a connector assembly is obtained, the manufacture of which is relatively simple in that no complete thread paths need to be formed, while, on the other hand, by receiving a staggered part in a side of the rib which is transverse to the axial direction, advantageously of the in axial Directional spring pressure is used to lock the ring in the end position and signal that this end position has been reached.

De ribben zijn door hun lengte relatief robuust en kunnen een grote kracht opnemen.The ribs are relatively robust due to their length and can absorb a great deal of force.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld schematisch is weergegeven.The invention is explained in more detail below with reference to the drawing, in which an exemplary embodiment is shown schematically.

Fig. 1 is een gedeeltelijk in doorsnede uitgevoerd zijaanzicht van de uitvoeringsvorm van het connectorsamenstel volgens de uitvinding in uiteengenomen toestand.Fig. 1 is a partial cross-sectional side view of the embodiment of the connector assembly of the invention in an exploded condition.

Fig. 2 is een vooraanzicht van het eerste connector-deel van het connectorsamenstel uit fig. 1.Fig. 2 is a front view of the first connector portion of the connector assembly of FIG. 1.

Fig. 3 is een vooraanzicht van de ring van het tweede connectorsamenstel uit fig. 1.Fig. 3 is a front view of the ring of the second connector assembly of FIG. 1.

Fig. 4a - 4c geven schematisch in een uitslag de schroefdraadbanen en grendelelementen van de beide connector-delen weer.Fig. 4a - 4c schematically show the screw threads and locking elements of the two connector parts in one view.

In fig. 1 is een connectorsamenstel in uiteengenomen toestand weergegeven, dat is voorzien van een eerste connec-tordeel 1 en een tweede connectordeel 2 met een draaibare ring 3. Het eerste connectordeel 1 heeft een cilindrische wand 4 met regelmatig over de omtrek verdeeld drie grendelelementen 5 die zijn uitgevoerd als een volgens een schroefdraadbaan geplaatste ribbe en die zich elk uitstrekken over een aanmerkelijke booglengte, die bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld circa 78° bedraagt. In fig. 2 is weergegeven, dat het connec- tordeel 1 een aantal openingen 6 voor niet nader weergegeven contactelementen bezit. Op overeenkomstige wijze bezit het tweede connectordeel 2 niet nader weergegeven openingen voor contactelementen.Fig. 1 shows a connector assembly in disassembled condition, which is provided with a first connector part 1 and a second connector part 2 with a rotatable ring 3. The first connector part 1 has a cylindrical wall 4 with three locking elements regularly distributed around the circumference. 5 which are designed as a rib placed according to a screw thread path and each of which extends over a considerable arc length, which in the shown exemplary embodiment is approximately 78 °. Fig. 2 shows that the connector part 1 has a number of openings 6 for contact elements not shown in more detail. Likewise, the second connector part 2 has openings for contact elements (not shown).

De ring 3 van het connectordeel 2 bevindt zich in de samengestelde toestand op dit connectordeel, waarbij een bajo-netveerring 7 tussen een kraag 8 van het connectordeel 2 en een kraag 9 van de ring 3 ligt opgesloten. De ring 3 is voorzien van drie schroefdraadbanen 10 voor de grendelelementen 5, waarbij elke schroefdraadbaan wordt bepaald door drie op de binnenwand van de ring 3 gevormde nokken 11, 12 en 13. Zoals in het bijzonder uit fig. 4A blijkt, bepalen elke twee in om-treksrichting opeenvolgende eerste nokken 11 een axiale in-voersleuf 14, waarin een grendelelement 5 passend kan worden opgenomen. De nokken 12 en 13 liggen in omtreksrichting aan weerszijden van de nok 11, terwijl in axiale richting de nok 11 en de nokken 12, 13 aan weerszijden van de schroefdraadbaan 10 liggen. In de figuren 1 en 4 is aangegeven, dat de nokken 13 aan de naar het connectordeel 1 gerichte zijde van een af-schuining zijn voorzien, waardoor de bajonetveerring 7 gemakkelijk in de ring 3 kan worden gemonteerd.The ring 3 of the connector part 2 is in the assembled state on this connector part, wherein a bajo net spring ring 7 is enclosed between a collar 8 of the connector part 2 and a collar 9 of the ring 3. The ring 3 is provided with three screw thread paths 10 for the locking elements 5, each screw thread path being determined by three cams 11, 12 and 13 formed on the inner wall of the ring 3, each of which, in particular, appears from Fig. 4A. Circumferentially successive first cams 11 have an axial insertion slot 14 in which a locking element 5 can be accommodated. The cams 12 and 13 are circumferentially located on either side of the cam 11, while in the axial direction the cam 11 and the cams 12, 13 are located on either side of the threaded track 10. Figures 1 and 4 indicate that the cams 13 are provided with a bevel on the side facing the connector part 1, so that the bayonet spring washer 7 can be easily mounted in the ring 3.

Voor het koppelen van de connectordelen 1 en 2 worden de grendelelementen 5 op de in fig. 4A aangegeven wijze in de invoersleuven 14 geschoven en wordt vervolgens de ring 3 naar de in fig. 4C weergegeven eindstand gedraaid. Daarbij wordt de zijde 15 van elk grendelelement 5 door de optredende krachten en de werking van de bajonetveerring 7 tegen de zijde 16 van de bijbehorende nok 11 gedrukt. Zoals uit fig. 4B blijkt, liggen de zijden 15 en 16 over een grote lengte tegen elkaar, zodat een relatief hoge kracht kan worden opgenomen. De samenwerkende zijden 15, 16 van de grendelelementen 5 resp. de nokken 11 hebben elk een einddeel 17 resp. 18 dat althans ongeveer in omtreksrichting verloopt. In dit einddeel 17, 18 is een versprongen gedeelte 19 resp. 20 opgenomen, dat via een althans nagenoeg axiaal verlopende schouder 21 aansluit op het niet versprongen einddeel 17, 18.To couple the connector parts 1 and 2, the locking elements 5 are slid into the input slots 14 in the manner shown in Fig. 4A and the ring 3 is then rotated to the end position shown in Fig. 4C. The side 15 of each locking element 5 is thereby pressed against the side 16 of the associated cam 11 by the forces occurring and the action of the bayonet spring ring 7. As can be seen from Fig. 4B, the sides 15 and 16 lie against each other over a great length, so that a relatively high force can be absorbed. The cooperating sides 15, 16 of the locking elements 5 and 16 respectively. the cams 11 each have an end part 17, respectively. 18 which runs at least approximately in the circumferential direction. In this end part 17, 18 a staggered part 19 and. 20, which connects via an at least substantially axially extending shoulder 21 to the non-offset end part 17, 18.

Wanneer de ring 3 van de tussenstand in fig. 4B naar de eindstand volgens fig. 4C wordt gedraaid, zal de gebruiker in de eerste plaats tijdens het verdraaien van de ring voelen dat de einddelen 17, 18 van de grendelelementen 5 en de nokken 11 op elkaar aangrijpen, doordat geen verdere axiale beweging meer plaatsvindt. Vervolgens springt de ring 3 in axiale richting terug door de werking van de bajonetveerring 7, zodra de schouders 21 elkaar passeren. Hierdoor wordt een klikgeluid veroorzaakt, zodat aan de gebruiker het bereiken van de eindstand wordt gesignaleerd. Doordat in de eindstand volgens fig. 4C de schouders 21 op elkaar aangrijpen, kan de ring 3 niet ongewild losdraaien, zodat de connectordelen 1, 2 in de gekoppelde toestand zijn vergrendeld.When the ring 3 is turned from the intermediate position in Fig. 4B to the end position according to Fig. 4C, the user will firstly feel, while rotating the ring, that the end parts 17, 18 of the locking elements 5 and the cams 11 are engage each other because no further axial movement takes place. Then the ring 3 springs back in axial direction by the action of the bayonet spring ring 7, as soon as the shoulders 21 pass each other. This causes a clicking sound, so that the user is signaled that the end position has been reached. Since the shoulders 21 engage with each other in the end position according to Fig. 4C, the ring 3 cannot unintentionally loosen, so that the connector parts 1, 2 are locked in the coupled position.

De beschreven vorm van de zijden 15, 16 met de in omtreksrichting verlopende einddelen 17, 18 heeft het belangrijke voordeel, dat tijdens het koppelen, waarbij een relatief grote kracht op de vlakken 15, 16 wordt uitgeoefend door het in elkaar schuiven van de contactelementen van de connectordelen 1, 2, de einddelen 17, 18 onbelast blijven, zodat geen slijtage van deze delen en in het bijzonder de schouders 21 optreedt. In de volledig gekoppelde toestand, waarbij de einddelen 17, 18 van de grendelelementen 5 en de nokken 11 op elkaar aangrijpen, wordt de kracht die het con-nectorsamenstel in de gekoppelde toestand houdt, over een relatief groot oppervlak verdeeld, waardoor de ribben 5 en de nokken 11 goed bestand zijn tegen deze kracht.The described shape of the sides 15, 16 with the circumferentially extending end parts 17, 18 has the important advantage that during coupling, in which a relatively great force is exerted on the surfaces 15, 16 by sliding the contact elements of each other the connector parts 1, 2, the end parts 17, 18 remain unloaded, so that no wear of these parts and in particular the shoulders 21 occurs. In the fully coupled state, with the end portions 17, 18 of the locking members 5 and the cams 11 engaging one another, the force holding the connector assembly in the coupled state is distributed over a relatively large area, causing the ribs 5 and the cams 11 are highly resistant to this force.

In fig. 4C is voorts te zien, dat de nok 13 van elke groep nokken 11-13 een aanslagrand 22 voor het grendelelement 5 van een voorafgaande groep nokken 11-13 bepaalt, zodat de ring 3 na het bereiken van de eindstand niet verder kan worden gedraaid.Fig. 4C furthermore shows that the cam 13 of each group of cams 11-13 defines a stop edge 22 for the locking element 5 of a previous group of cams 11-13, so that the ring 3 cannot go any further after reaching the end position be rotated.

Bij ontkoppelen van de connectordelen 1, 2 zal de zijde 23 van de grendelelementen 5 door de optredende krachten tegen de zijde 24 van de nokken 12, 13 worden gedrukt, waardoor bij draaien van de ring 3 het connectordeel 2 uit het connectordeel 1 wordt getrokken. Ook bij het ontkoppelen zijn de grendelelementen 5 derhalve over een relatief grote lengte in aanraking met de nokken 12, 13, zodat een relatief hoge kracht kan worden opgenomen.When the connector parts 1, 2 are disconnected, the side 23 of the locking elements 5 will be pressed against the side 24 of the cams 12, 13 by the forces occurring, whereby the connector part 2 is pulled out of the connector part 1 when the ring 3 is rotated. Also during decoupling, the locking elements 5 therefore come into contact with the cams 12, 13 over a relatively great length, so that a relatively high force can be absorbed.

Opgemerkt wordt, dat de bajonetveerring 7 ook de gebruikelijke functie heeft om de koppellengte, dat wil zeggen de afstand waarover de contactelementen van de beide connectordelen 1, 2 in elkaar zijn geschoven, constant te houden.It is noted that the bayonet spring washer 7 also has the usual function of keeping the coupling length, i.e. the distance over which the contact elements of the two connector parts 1, 2 have been pushed together, constant.

Fabricagetoleranties en lichte slijtage worden door de bajo-netveerring 7 opgevangen.Manufacturing tolerances and light wear are absorbed by the Bajo net spring washer 7.

De uitvinding is niet beperkt tot het in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeeld, dat binnen het kader van de conclusies op verschillende manieren kan worden gevarieerd.The invention is not limited to the embodiment described above, which can be varied in a number of ways within the scope of the claims.

Claims

1. Connector assembly, provided with a first connector part with a cylindrical wall with at least one locking element and a second connector part with a rotatable ring, with a screw thread path for each locking element, which parts are made entirely of plastic, in the coupled condition of the connector parts each locking element lies in an end position in the threaded track and each locking element rests axially under spring pressure against one side of the threaded track, means being provided for signaling the reaching of the end position, characterized in that each locking element is designed as a rib placed along the threaded path and that the threaded path is defined by at least a first cam, wherein the side of the rib cooperating with the cam during coupling of the connector parts is provided with a staggered part.

2. Connector assembly according to claim 1, characterized in that the side of the cam cooperating with the rib also has a correspondingly offset portion.

Connector assembly according to claim 1 or 2, characterized in that the staggered portion connects to said side of the rib or via an at least substantially axially extending shoulder. ridge.

Connector assembly according to claim 1, 2 or 3, characterized in that the cooperating sides of the rib and the cam comprise an approximately circumferential end part in which the staggered parts are received.

Connector assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that each thread path is further defined by two further cams, which are located circumferentially on either side of the first cam and are separated in axial direction by the thread path from the first cam.

Connector assembly according to claim 5, characterized in that two or more ribs and associated groups of three cams are provided, one of the two further cams of each group having a stop edge for the rib of another group.

Connector assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that two circumferentially successive first cams define an axial insertion slot for a rib.

Connector assembly according to claim 7, characterized in that each rib is suitably received in an insertion slot.

Connector assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that each rib extends over an arc length of at least 40 °.