NL9201510A - Konstruktief wandpaneel en paneelkonstruktie. - Google Patents
Konstruktief wandpaneel en paneelkonstruktie. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9201510A NL9201510A NL9201510A NL9201510A NL9201510A NL 9201510 A NL9201510 A NL 9201510A NL 9201510 A NL9201510 A NL 9201510A NL 9201510 A NL9201510 A NL 9201510A NL 9201510 A NL9201510 A NL 9201510A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- panel
- flat
- foundation
- panels
- rib
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B1/00—Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
- E04B1/02—Structures consisting primarily of load-supporting, block-shaped, or slab-shaped elements
- E04B1/04—Structures consisting primarily of load-supporting, block-shaped, or slab-shaped elements the elements consisting of concrete, e.g. reinforced concrete, or other stone-like material
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B7/00—Roofs; Roof construction with regard to insulation
- E04B7/20—Roofs consisting of self-supporting slabs, e.g. able to be loaded
- E04B7/22—Roofs consisting of self-supporting slabs, e.g. able to be loaded the slabs having insulating properties, e.g. laminated with layers of insulating material
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Building Environments (AREA)
Description
Konstruktief wandpaneel en paneeIkonstruktie
De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op panelen voor het vormen van wanden van gebouwen, en in het bijzonder op een geprefabriceerd paneel met een vlak betonnen gedeelte en ten minste één zich vanaf een zijde daarvan uitstrekkende betonnen ribbe, ten minste één daarnaast aangebracht polysty-reenblok en een een polystyreenstrook bevattend metalen steunka-naal dat op elke ribbe is aangebracht voor het opnemen van losse wand-schroeven. De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een met dergelijke panelen gevormde konstruktie.
Wanden uit betonblokken en andere bekende wanden, die door vertikale stapeling worden gevormd, bezitten in het algemeen onregelmatige vlakken en een geringe samenhang. Het plaatsen van de betonblokken is slechts zo nauwkeurig als de deskundigheid van de blokkenlegger toestaat. Het resulterende, zichtbare buitenvlak van de wand is nooit vlak en vereist een grote hoeveelheid pleisterwerk. Belangrijker is, dat de voor het samenvoegen van de betonblokken gebruikte mortel een sterkte bezit die lager is dan van op de juiste wijze uitgehard beton en een relatief zwakke verbinding vormt tussen de blokken.
Wervelwinden en andere natuurrampen kunnen soms aldus gevormde wanden vernielen. Tenslotte zijn de isolerende eigenschappen van dergelijke wanden ten hoogste juist voldoende.
Pogingen zijn ondernomen om deze problemen met een geprefabriceerd wandpaneel op te lossen. Het paneel volgens het Amerikaanse octrooischrift 4.512.126 is bijvoorbeeld gevormd uit twee polystyreenlagen die zijn aangebracht in een van ribben voorziene betonnen schaal tijdens een uit een aantal stappen bestaand, een aantal gietstappen bezittend proces. Verankeringshaken moeten in het vloerschaaldeel worden ingebed wanneer dit wordt gestort. Dit veroorzaakt problemen samenhangende met tijdsintensieve en dure vormmethoden en de onhandigheid en complexiteit van verankerings-procedures.
Reeds gedurende lange tijd worden geprefabriceerde wandpanelen toegepast voor het snel bouwen van gebouwen. Geen der bekende panelen bezit echter in kombinatie een grote sterkte, maximale isolatie-eigenschappen, een vervaardiging daarvan door een enkele storting, alsmede stevige, eenvoudig te gebruiken veranker ingsmiddelen .
Andere voorbeelden van bekende panelen toont het Amerikaanse octrooischrift 4.494.353. Hieruit is een stijf, rechthoekig isolatiedeel bekend dat past binnen de U van tegenover elkaar gelegen vertikale hoedvormige kanalen en een bodemkanaal. Het bodem-kanaal is vastgelast aan een bodemplaat die door verankeringsbou-ten is bevestigd aan een betonnen fundering. Paneelverbindings-stroken zijn vastgelast aan de hoedvormige kanalen terwijl zich door gaten in de verbindingsstroken versterkingsstaven uitstrekken. Ter vorming van het gerede paneel wordt vervolgens guniet over deze konstruktie gesproeid. Talloze en gecompliceerde metalen onderdelen maken dit bekende paneel duur. Tevens worden twee afzonderlijke betonlagen vereist, hetgeen de stort- en uithardings-tijd alsmede kosten verhoogt.
Het Amerikaanse octrooischrift 4.532.745 beschrijft een wand die is gevormd uit schuimblokken en kanalen. De blokken, die periodieke vertikale boringen bezitten, worden met de randen tegen elkaar geplaatst. Vervolgens wordt een kanaal met periodieke gaten langs de gezamenlijke bovenrand van de blokken aangebracht, zodat de gaten op één lijn zijn gelegen met de vertikale boringen. Beton wordt door de gaten in de vertikale boringen gestort, waarbij de boringen en het kanaal worden gevuld, en hard uit ter vorming van een sterke skeletvormige konstruktie. Een wand kan worden gevormd uit diverse blok- en kanaalniveaus. Deze bekende wand bezit geen sterk buitenoppervlak dat geschikt is voor een buitenmuur.
Het Amerikaanse octrooischrift 4.624.089 toont een anker in de vorm van een plaat die is voorzien van gaten, waardoorheen zich versterkingsstaven uitstrekken, teneinde versterkte sandwichpanelen samen te houden. Een uiteinde van het anker is tevens rond een stang gewikkeld. Beton wordt gestort teneinde een draagpaneel te vormen, zodanig dat de uiteinden van een aantal van dergelijke ankers hiervandaan uitsteken. Vervolgens wordt een laag uit isolerend materiaal op het paneel bevestigd zodat de uitstekende uiteinden van de ankers door de isolerende laag steken. Vervolgens worden stangen voor een maas door gaten in de uitstekende uiteinden van de ankers gestoken en wordt een volgende betonlaag rond het maas en de verankeringseinden gestort. Dit anker houdt twee betonlagen rond een isolerende laag vast. Slechts de buitenwand van de meeste gebouwen moet sterk zijn, zodat deze bekende konstruktie materiaal verspilt en onnodig duur is.
Het Amerikaanse octrooischrift 4.974.381 beschrijft een ander verankeringsdeel teneinde de buitenste schaaldelen van een sandwichpaneel samen te voegen. Een metalen plaat bezit een gat in elk uiteinde voor het opnemen van een versterkingsstaaf van elk schaaldeel, en de plaat strekt zich door een centrale isolerende laag uit. Dit anker is niet bedoeld ter verankering van het paneel aan een fundering, doch is daarentegen onderdeel van een inwendige paneelkonstruktie. Ook hierbij is sprake van een verspillende sandwichkonstruktie.
Het Amerikaanse octrooischrift 4.947.600 toont een verbinding voor het bevestigen van een bakstenen muur aan een bestaande betonnen wand of schaaldeel. Een zijde van een hoekdeel wordt bevestigd aan het schaaldeel ter vorming van een draagplank, die door een steun extra wordt vastgemaakt. Ondersteuningen strekken zich uit door een schuimlaag en bevestigen deze aan het schaaldeel. Een gaas wordt over de schuimlaag geplaatst en bakstenen worden voor het schuim op de draagplank aangebracht. Hierbij wordt geen effektieve, economische benadering ter vorming van een nieuwe, geïsoleerde wand getoond.
Het Amerikaanse octrooischrift 4.841.702 beschrijft een drielaags paneel. Het centrale paneel bestaat uit een isolerend schaaldeel, zoals polystyreenschuim. Een spaanplaat wordt aan één zijde bevestigd terwijl groeven worden gesneden in de andere zijde van het schuimschaaldeel. Beton wordt op de van groeven voorziene zijde gestort, zodat het beton de groeven vult en konstruktieve ribben vormt. Het storten duurt voort totdat een betonlaag is gevormd bovenop het schuimschaaldeel. Versterkingsstaven kunnen in de groeven worden geplaatst teneinde de ribben te versterken. Geen efficiënte verankering of zijdelingse bevestigingsmiddelen zijn toegepast.
Het Amerikaanse octrooischrift 4.751.803 beschrijft een meerlagig isolatiepaneel met voorgevormde betonnen ribben. De ribben, die worden aangeduid als steunen, bezitten metalen verbindingsdelen die vanaf één rand uitsteken. De ribben zijn parallel geplaatst in een mal waarbij de verbindingsdelen omhoog steken. Extra ribben worden gevormd teneinde een rand rond de binnenzijde van de mal te vormen. Een laag uit isolerend materiaal wordt bovenop de ribben geplaatst en de uitstekende delen steken door het isolatiemateriaal. Een draadgaas wordt op het isolerende materiaal gelegd en beton wordt bovenop het gaas gestort. Het beton hard uit rond de verbindingsdelen, doch vormt geen echte samenhangende kon-struktie.
Derhalve beoogt de onderhavige uitvinding een geprefabriceerd paneel te verschaffen met een eenvoudig ontwerp, dat goedkoop kan worden vervaardigd.
Verder beoogt de onderhavige uitvinding een dergelijk paneel te verschaffen, dat een buitenvlak bezit met grote sterkte en superieure isolatie-eigenschappen.
Daarnaast beoogt de onderhavige uitvinding een dergelijk paneel te verschaffen, dat eenvoudig kan worden gestort en een snelle fabricage toestaat.
Tenslotte beoogt de onderhavige uitvinding een dergelijk paneel te verschaffen, dat eenvoudige verankerings- en verbindingsmiddelen bezit voor een snelle, sterke assemblage.
Overeenkomstig de onderhavige uitvinding wordt een geprefabriceerd paneel verschaft voor het vormen van wanden en daken van gebouwen, dat is voorzien van een betonnen vlak gedeelte met een eerste zijde en een tweede zijde, ten minste één vanaf de eer-te zijde uitstekende betonnen ribbe, ten minste één blok uit isolerend materiaal, dat naast de eerste zijde en de ribbe is aangebracht, een op ten minste één der ribben bevestigd metalen steun-kanaal en ankers voor het aan een fundering bevestigen van het paneel. Bij voorkeur is een polystyreen strook aangebracht in elk metalen steunkanaal. Het geprefabriceerde paneel kan bovendien een horizontale bovenrand bezitten, een betonnen ribbe met een buitenzijde, die uitsteekt van de eerste zijde en zich uitstrekt langs de bovenrand, een aan de buitenzijde bevestigde houten plank, en een verbindingsplaat die overlappend wordt bevestigd aan de houten plank teneinde het geprefabriceerde paneel te verbinden met een aangrenzend geprefabriceerd paneel. De houten plank kan op alternatieve wijze bestaan uit een metalen steunkanaal dat aan de buitenzijde aan de ribbe is bevestigd. Een polystyreenstrook is bij voorkeur aangebracht in het aan de bovenrand gelegen metalen steunkanaal. De paneelverankering omvat bij voorkeur een eerste metalen hoekplaat met eerste en tweede vlakke delen, waarbij het eerste vlakke deel is opgenomen in één der betonnen ribben, terwijl het tweede vlakke gedeelte bloot ligt en zich evenwijdig aan de buitenzijde van de ribbe uitstrekt, terwijl een tweede metalen hoekplaat is voorzien van eerste en tweede vlakke delen, waarvan het eerste vlakke deel is bevestigd aan het tweede vlakke deel van de eerste metalen hoekplaat en het tweede vlakke deel is bevestigd aan de fundering. Bij voorkeur strekt zich ten minste één verster-kingsstang uit door het eerste vlakke deel van de eerste metalen hoekplaat. De paneelverankering kan op alternatieve wijze zijn voorzien van een uitsparing in één der betonnen ribben naast de fundering, een in de uitsparing aangebrachte bevestigingsplaat die is voorzien van een in hoofdzaak vlak basisgedeelte voor het vlak op vlak bevestigen op de fundering en ten minste twee tegenover elkaar gelegen randen, alsmede een zich omhoog vanaf elk der tegenover elkaar gelegen randen uitstrekkend vleugelgedeelte, alsmede een deel voor het in de ribbe bevestigen van de vleugelgedeel-tes. De ten minste ene ribbe is bij voorkeur voorzien van een hoekribbe langs elke rand van de eerst zijde en een aantal onderling evenwijdig ribben die zich uitstrekken tussen twee der hoek-ribben.
Tevens wordt een door dergelijke panelen gevormde kon-struktie verschaft die een fundering omvat met een richel rond zijn randen en een aantal vertikaal op de richels geplaatste panelen die ter vorming van wanden zijn bevestigd aan de fundering.
Ter vorming van een dak kunnen extra panelen dwars op de bovenzijde van de vertikaal geplaatste panelen worden geplaatst. Deze extra panelen bezitten ten minste één sleuf voor het opnemen van de bovenzijde van de vertikaal geplaatste panelen.
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een aantal uitvoeringsvoorbeelden is weergegeven .
Fig. 1 toont een opengewerkt perspektivisch aanzicht van het paneel volgens de uitvinding, waarbij stippellijnen de niet zichtbare randen van de blokken en elektrische kanalen tonen, terwijl afzonderlijke close-up aanzichten zijn toegevoegd van een optilorgaan en een verbindingsdeel.
Fig. 2 toont een perspektivisch aanzicht van de metalen hoekplaten, die zijn samengevoegd door een verbindingsbout en met een vloerverankering, terwijl tevens een gedeelte van een verster- kingsstang zichtbaar is.
Fig. 3 toont een perspektivisch aanzicht van een mal, die de noodzakelijke versterkingsstangen, grondlaagankers, bokken en C-haken toont voor het storten van één der panelen volgens de uitvinding.
Fig. 4 toont de mal uit fig. 3, waarin bovendien poly-styreenblokken zijn aangebracht.
Fig. 5 toont een perspektivisch aanzicht van een vrachtwagen met vlakke laadvloer en een A-vormig framesamenstel volgens de uitvinding voor het transporteren van de panelen naar de bouwlokatie.
Fig. 6 toont een dwarsdoorsnede door een gebouw met een hellend dak, dat is vervaardigd met behulp van de panelen volgens de uitvinding.
Fig. 7 toont een dwarsaanzicht loodrecht op fig. 6.
Fig. 8 toont een perspektivisch aanzicht van een ka-naaldeel voor een tweede uitvoeringsvorm volgens fig. 9, met het vloeranker en een gedeelte van een versterkingsstang.
Fig. 9 toont een perspektivisch, opengewerkt aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van het paneel volgens de uitvinding, met in stippellijnen de verborgen randen van de blokken en de elektrische kanalen, waarbij close-up aanzichten zijn getoond van een optilorgaan en een verbindingsdeel.
Thans wordt verwezen naar de figuren, waarin overeenkomstige onderdelen zijn aangeduid door dezelfde verwijzingscij-fers.
In fig. 1 is een eerste uitvoeringsvorm getoond, met een geprefabriceerd paneel 10 voor het vormen van muren en daken van gebouwen. Het paneel 10 bezit een vlak betonnen gedeelte 12 met ten minste één ribbe 14 die zich op één zijde daarvan uitstrekt, en met ten minste één polystyreen blok 16 dat daarnaast is aangebracht, terwijl een metalen steunkanaal 20, dat een polysty-reenstrook 50 bevat, is bevestigd op de ribbe 14 voor het opnemen van losse wand-schroeven. Een horizontale betonnen basisribbe 14 is voorzien van een eerste recht hoekijzer 30, dat zodanig is geplaatst, dat één zijde daarvan zichtbaar is (zie fig. 2). Een tweede recht hoekijzer 32 is verbonden met het blootliggende vlak van de eerste metalen hoekplaat 30 door middel van een bout 34. De bout is vastgelast aan de metalen hoekplaat 30 en is bij voorkeur 2½ cm lang en van klasse 5. De plaat 32 is verbonden met de vloer 36 van het betonnen gebouw door middel van een wiganker en bout 38, die bij voorkeur veertien cm lang is en 1¾ cm breed. Aan het bovenste uiteinde van elk paneel 10 verbreedt het vlakke gedeelte 12 zich ter vorming van een betonnen balkgedeelte 40. Een houten plank 42 bedekt het balkgedeelte 40 en wordt op zijn plaats vastgehouden door grondlaagankers 44 die zijn ingebed in het balkgedeelte 40. Verbindingsplanken 46 verbinden de planken 42 van aangrenzende panelen 10. Eén of een aantal elektrische kanalen 48 kunnen zijn uitgesneden in de polystyreenblokken 16 naast het vlakke gedeelte 12.
Ter vorming van het paneel 10 volgens de onderhavige uitvinding wordt een polystyreenstrook 50 aangebracht in een eerste metalen steunkanaal 20 en wordt dit eerste steunkanaal 20 vlak neergelegd binnen een betonnen vorm 54 (zie fig. 3). Twee extra, tweede steunkanalen 20 worden bij voorkeur loodrecht op en ter plaatse van de eerste uiteinden van het eerste steunkanaal 20 geplaatst ter vorming van een T-vormige configuratie. Een polysty-reenblok 16 wordt aan elke langszijde van het eerste steunkanaal 20 geplaatst, waarbij het tweede uiteinde van het eerste steunkanaal 20 enige centimeters uitsteekt voorbij de blokken 16. De blokken 16 zijn dikker dan de steunkanalen 20 en strekken zich aldus hoger uit in de vorm 54 dan de steunkanalen 20 en dan het bovenvlak van een plank 42 (zie fig. 4). Een rechte metalen hoek-plaat 30 in de vorm van twee vlakke integraal onder een rechte hoek samengevoegde metaalplaten met een gat door het midden van elke plaat wordt ter plaatse van het eerste uiteinde van het eerste steunkanaal 20 geplaatst. De metalen hoekplaat 30 wordt zodanig georiënteerd, dat één plaat vlak op de bodem van de vorm 54 ter plaatse van de kruising tussen de drie kanalen 20 rust, en de andere, vertikale plaat zich evenwijdig aan de langsas van het eerste steunkanaal 20 uitstrekt. Een evenwijdig aan en boven de tweede steunkanalen 20 geplaatste versterkingsstang 62 wordt door het gat in de vertikale plaat aangebracht. Een hieraan evenwijdige versterkingsstang 66 wordt boven de plank 42 geplaatst. De stang 66 strekt zich uit door twee optilorganen 58 (zie fig. l). Een andere versterkingsstang 64 wordt op bokken 56 boven en evenwijdig aan het eerste steunkanaal 20 geplaatst (zie fig. 3). Een de voorkeur genietende versterkingsstang omvat Nummer 4. Ten minste één verbindingsdeel 78 bezit een lus aan een uiteinde die de stang 64 omringt. De verbindingsdelen 78 verbinden de panelen 10 totdat de panelen 10 zijn samengevoegd door middel van de verbindingsplaten 46. De versterkingsstangen 68 strekken zich langs de zijkanten van de vorm 54 evenwijdig aan de stang 64 uit, en worden ondersteund door bokken 56, die bij voorkeur ongeveer 9% cm hoog zijn. De stangen 68 zijn bij voorkeur verbonden door C-vormige haken 76, die bij voorkeur een afmeting van 7 cm bezitten.
De grondlaagankers 44, die worden vervaardigd door Simpson, worden bevestigd aan de plank 42 en de plank 42 wordt loodrecht op het eerste steunkanaal 20 ter plaatse van het tweede uiteinde daarvan aangebracht. De plank 42 wordt vlak in het bovenste gedeelte van de vorm 54 ter completering van het paneel 10 aangebracht.
Een draadgaas 70 wordt horizontaal op stutten over de steunkanalen 20 geplaatst en strekt zich vanaf de plank 42 naar het tegenovergelegen uiteinde van de vorm 54 uit. Het de voorkeur genietende draadgaas 70 omvat Nummer 6688. Tenslotte wordt een, weekmakers bevattend cementmengsel in de vorm 54 gestort. Het mengsel vult de onderste ruimtes rond de blokken 16, boven de steunkanalen 20, ter vorming van de ribben 14. Het mengsel vormt tevens de ruimte boven de plank 42 ter vorming van het balkgedeel-te 40. Vervolgens bedekt het mengsel de blokken 16, waardoor het vlakke gedeelte 12 van het paneel 10 wordt gevormd. Een vibrerende rol wordt over de bovenzijde van de vorm 54 bewogen teneinde het blootliggende cementoppervlak glad te maken. Wanneer het mengsel uithard hechten de blokken 16 hieraan vast en vormt het mengsel een een hoge sterkte bezittend beton.
Aangezien een vorm 54 wordt gebruikt ter vorming van de panelen 10 is een variëteit aan vormen en afmetingen van het paneel 10 mogelijk. Een beschreven paneel 10 kan een lengte bezitten die overeenkomt met twee verdiepingen. Door geschikte vormstukken in de vorm 54 te gebruiken kunnen deuren en ramen, tevens voorzien van boogvormige bovenzijden, in de panelen 10 worden gevormd tijdens het vormproces.
De ribben 14 verschaffen de panelen 10 sterkte, terwijl de polystyreenstroken 50 in de steunkanalen 20 verhinderen dat de ribben 14 warmtebruggen worden. De polystyreenstroken 50 bezitten een dubbele funktie: ze isoleren de ruimte tussen de blokken 16, en stabiliseren de losse wand-schroeven die via de steunkanalen 20 zijn aangebracht. Rond de ramen en deuren zijn bij voorkeur twee dichte, evenwijdige ribben 14 aangebracht.
De panelen 10 worden bij voorkeur in een verticale positie getransporteerd vanaf de fabricage-lokatie naar de bouwloka-tie. Dit wordt bewerkstelligd door de panelen 10 te laten leunen tegen A-vormige framekonstrukties 72, die zijn verbonden door ver-bindingbalken 74 en zijn vastgemaakt aan het bovenvlak van een van een vlakke laadvloer voorziene vrachtwagen (zie fig. 5).
Een gebouw of konstruktie 100 (zie fig. 6 en 7) kan worden gekonstrueerd met behulp van panelen 10. Fig. 6 toont een dwarsdoorsnede van een konstruktie 100 met een puntdak 102, een voorwand 106 en een binnenwand 110. Het dak 102 en alle wanden inklusief de voorwand 106 en binnenwand 110 zijn vervaardigd uit panelen 10. Het brede oppervlak van de vlakke gedeelten 12 tegenover de ribben 14 vormt het uitwendig oppervlak 108 van de buitenwanden, zoals voorwand 106.
Eerst wordt een fundering 114 gestort, die zich gedeeltelijk boven de grond 116 uitstrekt (zoals getoond in fig. 6). De fundering 114 omvat een versterkingsmetaal 112. De richels 120 zijn toegepast langs elke vertikale rand 122 van de fundering 114. De richel 120 bezit een horizontaal vlak 124 met een breedte, die bij benadering gelijk is aan die van het paneel 10 en een vertikaal vlak 126. Afdichtstroken 128 worden op de horizontale vlakken 124 geplaatst. De basisribben 14 van diverse aangrenzende panelen 10 worden op de richel 120 geplaatst, zodat de panelen 10 vertikaal staan, waarbij hun balkgedeelten 40 zich aan de bovenzijde bevinden en de buitenvlakken 108 zijn afgekeerd van de vertikale vlakken 126. Een aantal gaten is horizontaal geboord door de basisribben 14 en een expansiebout 130, bij voorkeur een ankerbout van 1% cm, wordt door elk gat 130 in de fundering 114 gestoken. De panelen 10 voor de resterende buitenwanden worden in de richels 120 geplaatst en op dezelfde wijze bevestigd. Bovendien worden expansiebouten 38 toegepast teneinde deze vertikale panelen 10 op de gebouwvloer 36 te bevestigen. Boven op de balkgedeelten 40 worden afdichtstroken 128 geplaatst.
De binnenwand 110 ondersteunt de nok 140 van het dak 102. Derhalve wordt de wand 110 gevormd door panelen 10, die langer zijn dan de panelen 10 voor de voorwand 106 of de achterwand teneinde mogelijk te maken, dat het midden van het dak 102 een nok 140 vormt. Ter vorming van de binnenwand 110 worden de panelen 10 evenwijdig aan de voorwand 106 geplaatst, waarbij basisribben 14 rusten op de gebouwvloer 36 en de balkgedeeltes 40 zich aan de bovenzijde bevinden. De wand 110 bevindt zich bij voorkeur op gelijke afstand van de voorwand 106 en de achterwand. Expansiebouten 38 bevestigen de wand 110 aan de vloer 36. Aangrenzende, de wand 110 mede vormende panelen 10 worden verbonden met behulp van expansiebouten, bij voorkeur van 1¾ cm. Boven op de balkgedeelten 40 worden afdichtstroken 128 geplaatst.
De panelen 10 ter vorming van het dak 102 worden speciaal gestort. Deze panelen 10 bezitten brede balkgedeeltes 40 met een groef 174 voor plaatsing over de balkgedeeltes 40 van de buitenzijwanden, inklusief de voorwand 106 (zie fig. 6). De balkgedeeltes 40 zijn bij voorkeur breed genoeg teneinde, zoals getoond, een overkapping te vormen. De randvlakken 146 van de basisribben 14 zijn onder een hoek geplaatst teneinde vertikaal aan de bovenzijde van de binnenwand 110 op elkaar aan te sluiten. Op de nok 140, die wordt gevormd door ter plaatse van de randvlakken van hun basisribben op elkaar aansluitende dakpanelen 10, wordt een nokka-naaldeel 150 geplaatst. Van.schroefdraad voorziene bouten 152 strekken zich vertikaal door het kanaaldeel 150 tussen de aangrenzende randvlakken 146 uit en in ankers in de balkgedeeltes van de binnenwand 110. Een vorstpan 160 met een half-cirkelvormige dwarsdoorsnede wordt gevuld met mortel en over het kanaaldeel 150 geplaatst. Een waterdichte coating wordt uitgespreid over de buitenvlakken 108 van de dakpanelen 10.
Als slotstappen wordt een pleisterlaag 164 over alle naar het inwendige van de konstruktie 100 toegekeerde vlakken van de panelen 10 aangebracht. Elektrische kanalen 166 kunnen langs de randen worden geplaatst, alwaar de panelen 10 aansluiten op de vloer 36.
De konstruktie 100 kan tevens zijn voorzien van een vlak dak 170, dat is gevormd uit panelen 10, overeenkomstig het voorgaande en getoond in fig. 7. De vormgeving van de panelen 10 is als bij de konstruktie 100 met puntdak, met als uitzondering, dat de binnenwand 110 dezelfde hoogte bezit als de zijwanden, inklusief voorwand 106. De ribdelen 14 van de dakpanelen 10, die zijn aangebracht langs de buitenste zijwanden 172, die grenzen aan de voorwand 106, zijn verbreed gestort, zodat een groef 174 hierin kan worden gevormd voor het opnemen van de bovenzijden van de balkgedeeltes 40 van de zijwand 176. Fig. 7 toont, hoe elektrische kanalen 180 zich rond een deur 182 en een schakelaar 184 uitstrekken. Bouten 186 strekken zich door de basisribben 14 en in de vloer 36 uit onder een hoek van bij benadering 45° ten opzichte van de horizontaal. De bouten 186 bestaan bij voorkeur uit Epcon-bouten met een diameter van 1¾ cm en strekken zich in een PVC omhulling in de fundering 114 uit. Gebogen borgpennen 188 worden loodrecht door de bouten 186 gevoerd teneinde de bouten 186 te borgen tegen een axiale beweging wanneer ze op hun plaats zijn aangebracht. Bij een tweede voorkeursuitvoeringsvorm is het paneel gekonstrueerd overeenkomstig dezelfde werkwijze en bezit het dezelfde uiteindelijke konstruktie als het paneel 10 volgens de eerste uitvoeringsvorm, echter met de volgende uitzonderingen. In plaats van eerste en tweede rechte metalen hoekplaten 30 respek-tievelijk 32 is een kanaaldeel 200 toegepast, zoals getoond in de fig. 8 en 9. Het kanaaldeel 200 omvat een horizontale bodemplaat 210 en twee evenwijdige vertikale platen 212 en 214 die zich vanaf tegenover elkaar gelegen randen van de bodemplaat 210 uitstrekken. De platen 210, 212 en 214 omvatten bij voorkeur een enkele tot de beschreven vorm gebogen plaat. De bodemplaat 210 rust vlak tegen de vloer 36 van het gebouw en bezit een centrale opening 220, waardoor een wiganker en bout 238 zich in de vloer 36 uitstrekken. Een versterkingsstang 62 strekt zich uit door onderling op één lijn gelegen openingen 222 en 224 in de verticale platen 212 res-pektievelijk 214, waardoor het kanaaldeel 200 in het paneel 10 wordt bevestigd.
Vulspecie moet in en rond het eerste hoekijzer 30 worden aangebracht, terwijl het kanaaldeel 200 een lege uitsparing 240 in de bodemribbe 14 bepaalt. Het volume van de uitsparing 240 is gelijk aan het volume van bespaarde vulspecie bij toepassing van het kanaaldeel 200. De uitsparing 240 omvat bij voorkeur een nauwpassend blok 244 uit polystyreen ter verbetering van de isolerende eigenschappen.
De tweede voorkeursuitvoeringsvorm verschilt verder van de eerste uitvoeringsvorm ter plaatse van het bovenste gedeelte van het paneel 10. De houten plank 42, die het balkgedeelte 40 bedekt, is vervangen door een breed steunkanaal 250, dat is ver vaardigd uit twintig gauge staal. Zie fig. 9. Het kanaal 250 is op dezelfde wijze met de paneelribkonstruktie verbonden als de kanalen 20, en bevat eveneens een polystyreenstrook 252. Een paneel 10 is verbonden met een aangrenzend paneel 10 door overlappende ver-bindingsplaten 246, die voor extra sterkte zijn vervaardigd uit twintig gauge staal. Tengevolge van de grote dikte van het kanaal 250 en de verbindingsplaten 246 worden schroeven 256 toegepast voor het aan elkaar bevestigen van het kanaal 250 en de verbindingsplaten 246, dit in plaats van spijkers. De toename in dikte van de verbindingsplaten maakt een verkleining van het oppervlak van de verbindingsplaat mogelijk, zodat de verbindingsplaat 246 bij voorkeur slechts de helft van de breedte van de verbindingsplaat 46 bij de eerste uitvoeringsvorm bezit, zoals zichtbaar is in een vergelijking tussen de figuren 1 en 9.
De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het kader der uitvinding op velerlei wijze kunnen worden gevarieerd.
Claims (15)
1. Geprefabriceerd paneel voor het vormen van wanden en daken van gebouwen, gekenmerkt door een betonnen vlak gedeelte met een eerste zijde en een tweede zijde, ten minste één vanaf de eerste zijde uitstekende betonnen ribbe, ten minste één blok uit isolerend materiaal, dat naast de eerste zijde en de ribbe is aangebracht, een metalen steunkanaal, dat op ten minste één ribbe is bevestigd en verankeringsmiddelen voor het aan een fundering bevestigen van het paneel.
2. Paneel volgens conclusie 1, waarbij binnen elk metalen steunkanaal een polystyreenstrook is aangebracht.
3. Paneel volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door een horizontale bovenrand, een betonnen ribbe met een buitenzijde, die uitsteekt vanaf de eerste zijde en zich langs de bovenrand uitstrekt, een aan de buitenzijde van de betonnen ribbe bevestigde houten plank, en een overlappend aan de houten plank te bevestigen verbindingsplaat ter verbinding van het geprefabriceerde paneel met een aangrenzend geprefabriceerd paneel.
4. Paneel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de houten plank is vervangen door een metalen steunkanaal.
5. Paneel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het steunkanaal een polystyreenstrook bevat.
6. Paneel volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de verankeringsmiddelen bestaan uit een eerste metalen hoekplaat met eerste en tweede vlakke gedeelten, waarbij het eerste vlakke gedeelte is opgenomen in één der betonnen ribben en het tweede vlakke gedeelte is blootgesteld en zich evenwijdig aan het uitwendige van de ribbe uitstrekt, en een tweede metalen hoekplaat met eerste en tweede vlakke gedeeltes, waarvan het eerste vlakke gedeelte is bevestigd aan het tweede vlakke gedeelte van de eerste metalen hoekplaat en het tweede vlakke gedeelte is bevestigd aan de fundering.
7. Paneel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat ten minste één versterkingsstang zich uitstrekt door het eerste vlakke gedeelte van de eerste metalen hoekplaat.
8. Paneel volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de verankeringsmiddelen bestaan uit een uitsparing in één der betonnen ribben in de nabijheid van de fundering, een in de uitsparing aangebrachte bevestigingsplaat die is voorzien van een in hoofdzaak vlak basisgedeelte voor een vlak aanbrengen tegen de fundering en ten minste twee tegenover elkaar gelegen randen, waarbij een vleugelgedeelte zich vanaf elk der tegenover elkaar gelegen randen omhoog uitstrekt, en met middelen voor het bevestigen van de vleugelgedeeltes in één der ribben.
9. Paneel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat ten minste één versterkingsstaaf zich uitstrekt door de vleugelgedeeltes van de bevestigingsplaat.
10. Paneel volgens een der conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de betonnen ribbe een randribbe langs elke rand van de eerste zijde bezit alsmede een aantal onderling evenwijdig lopende zich tussen twee van deze randribben uitstrekkende ribben.
11. Konstruktie bestaande uit panelen volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een fundering met richels aan zijn randen, en een aantal vertikaal op deze richels geplaatste en aan de fundering bevestigde panelen ter vorming van wanden.
12. Konstruktie volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat dwars op de bovenzijde van de vertikaal geplaatste panelen ter vorming van een dak extra panelen zijn geplaatst.
13. Konstruktie volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de extra panelen ten minste één sleuf bezitten voor het opnemen van de bovenzijde van de vertikaal geplaatste panelen.
14. Verankeringsmiddelen voor het aan een fundering bevestigen van een geprefabriceerd paneel volgens een der conclusies 1-10, gekenmerkt door een eerste metalen hoekplaat met eerste en tweede vlakke gedeeltes, waarbij het eerste vlakke gedeelte is opgenomen in het paneel en het tweede vlakke gedeelte blootligt en zich evenwijdig aan het uitwendige van het paneel uitstrekt, en met een tweede metalen hoekplaat met eerste en tweede vlakke gedeeltes, waarvan het eerste vlakke gedeelte bevestigbaar is aan het tweede vlakke gedeelte van de eerste metalen hoekplaat en het tweede vlakke gedeelte bevestigbaar is aan de fundering.
15. Verankeringsmiddelen voor het aan een fundering bevestigen van een geprefabriceerd paneel volgens een der conclusies 1-10, gekenmerkt door een bevestigingsplaat met een in hoofdzaak vlak basisgedeelte voor het vlak aanbrengen op de fundering en ten minste twee tegenover elkaar gelegen randen, alsmede een zich vanaf elk der twee tegenover elkaar gelegen randen omhoog uitstrekkend vleugelgedeelte, en middelen voor het bevestigen van deze vleugelgedeelten binnen de ribbe.
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US75051191A | 1991-08-27 | 1991-08-27 | |
US75051191 | 1991-08-27 | ||
US87441492A | 1992-04-27 | 1992-04-27 | |
US87441492 | 1992-04-27 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9201510A true NL9201510A (nl) | 1993-03-16 |
Family
ID=27115288
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9201510A NL9201510A (nl) | 1991-08-27 | 1992-08-27 | Konstruktief wandpaneel en paneelkonstruktie. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL9201510A (nl) |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2184464A (en) * | 1938-09-19 | 1939-12-26 | Myers Med | Wall slab |
US2331083A (en) * | 1940-03-20 | 1943-10-05 | Smith William Herbert | Building and building construction |
DE2349402A1 (de) * | 1972-10-04 | 1974-04-11 | A Betong Ab | Verfahren bei der herstellung von bauelementen aus beton |
US4542613A (en) * | 1983-05-26 | 1985-09-24 | Leyte Vidal Marco A | Precast concrete building panel and method of producing the same |
EP0392610A2 (en) * | 1989-04-10 | 1990-10-17 | Bruce Harrington | Wall units for constructing buildings |
-
1992
- 1992-08-27 NL NL9201510A patent/NL9201510A/nl not_active Application Discontinuation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2184464A (en) * | 1938-09-19 | 1939-12-26 | Myers Med | Wall slab |
US2331083A (en) * | 1940-03-20 | 1943-10-05 | Smith William Herbert | Building and building construction |
DE2349402A1 (de) * | 1972-10-04 | 1974-04-11 | A Betong Ab | Verfahren bei der herstellung von bauelementen aus beton |
US4542613A (en) * | 1983-05-26 | 1985-09-24 | Leyte Vidal Marco A | Precast concrete building panel and method of producing the same |
EP0392610A2 (en) * | 1989-04-10 | 1990-10-17 | Bruce Harrington | Wall units for constructing buildings |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5381635A (en) | Construction wall panel and panel structure | |
US7254925B2 (en) | Insulated wall assembly | |
US5313753A (en) | Construction wall panel and panel structure | |
US5611183A (en) | Wall form structure and methods for their manufacture | |
US4942707A (en) | Load-bearing roof or ceiling assembly made up of insulated concrete panels | |
US6729094B1 (en) | Pre-fabricated building panels and method of manufacturing | |
US5335472A (en) | Concrete walls for buildings and method of forming | |
US4841702A (en) | Insulated concrete building panels and method of making the same | |
US7523591B2 (en) | Concrete panel construction system | |
US4885884A (en) | Building panel assembly | |
US7409800B2 (en) | Structural thermal framing and panel system for assembling finished or unfinished walls with multiple panel combinations for poured and nonpoured wall | |
US4835928A (en) | Composite wall construction | |
US6151843A (en) | Prefabricated wall panels connecting system | |
US5353562A (en) | Foam panel for construction | |
US3959940A (en) | Reinforcing assembly and reinforced concrete building walls | |
US20010020351A1 (en) | Insulated concrete wall construction method and apparatus | |
WO2000075460A1 (en) | Formwork for building construction | |
BG61881B1 (bg) | Метален листов строителен елемент, метод за изработването муи метод за изработване на строителен панел с този елемент | |
US6280669B2 (en) | Method for making insulated pre-formed wall panels for attachment to like insulated pre-formed wall panels | |
JP3919218B2 (ja) | 構造物の建築方法 | |
US4702058A (en) | Thermal structural wall panel | |
US5617700A (en) | Prefabricated building panel | |
US5369930A (en) | Method of manufacturing a hollow core, concrete building panel | |
JP2002339451A (ja) | プレキャストコンクリート板およびその製造方法、バルコニー用プレキャストコンクリート板、外断熱構造物 | |
JP3255225B2 (ja) | 外断熱鉄骨造建築物とその施工方法及び建築材 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |