NL9201074A - Afvalemmer. - Google Patents

Afvalemmer. Download PDF

Info

Publication number
NL9201074A
NL9201074A NL9201074A NL9201074A NL9201074A NL 9201074 A NL9201074 A NL 9201074A NL 9201074 A NL9201074 A NL 9201074A NL 9201074 A NL9201074 A NL 9201074A NL 9201074 A NL9201074 A NL 9201074A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lid
waste bin
bucket
waste
bin according
Prior art date
Application number
NL9201074A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Jan Haefner
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jan Haefner filed Critical Jan Haefner
Publication of NL9201074A publication Critical patent/NL9201074A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F1/00Refuse receptacles; Accessories therefor
    • B65F1/14Other constructional features; Accessories
    • B65F1/16Lids or covers
    • B65F1/1646Lids or covers provided with means for mounting on receptacles, e.g. hinges
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F1/00Refuse receptacles; Accessories therefor
    • B65F1/12Refuse receptacles; Accessories therefor with devices facilitating emptying
    • B65F1/122Features allowing the receptacle to be lifted and subsequently tipped by associated means on a vehicle
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F1/00Refuse receptacles; Accessories therefor
    • B65F1/14Other constructional features; Accessories
    • B65F1/16Lids or covers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F1/00Refuse receptacles; Accessories therefor
    • B65F1/0033Refuse receptacles; Accessories therefor specially adapted for segregated refuse collecting, e.g. receptacles with several compartments; Combination of receptacles
    • B65F2001/0086Means for holding receptacles together

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Refuse Receptacles (AREA)

Description

Afvalemmer
De uitvinding betreft een afvalemmer met een emmerromp, een deksel, die door tenminste één aan de bovenrand van de emmerromp vastgemaakt dekselscharnier zwenkbaar gelagerd is en met een om een parallel en op afstand van de draaiingsas van de deksel verlopende as zwenkbare draagbeugel.
Bij de afvalemmers in kwestie ligt het volume in tegenstelling tot de afvallaadkisten onder de 80 liter. Deze afvalemmers moeten met de hand gedragen worden, aangezien zij niet met een onderstel uitgerust zijn. Dit soort afvalemmers winnen aan betekenis, daar op grond van de herverwerking of de compostering van afval het noodzakelijk is, dat het in de huishouding ontstane afval gesorteerd wordt. Ieder huishouden moet derhalve over twee of meer afvalemmers beschikken.
Bij de tot nu toe bekende afvalemmers is de emmerromp in dwarsdoorsnede cirkelvormig gehouden, zodat ook het deksel als een soort cirkelronde schijf uitgevoerd is. Aan de bovenrand van de emmerromp is een draagbeugel verplaatst ten opzichte van het verticale middenvlak gelagerd, die parallel en op afstand van de draaiingsas van het deksel staat. Afhankelijk van de uitvoering van de afvalemmer kan deze draagbeugel het deksel vergrendelen, wanneer hij in de juiste stand gedraaid wordt. In de andere stand ligt hij tegen de emmerromp aan, zodat de deksel geopend kan worden. Wanneer deze draagbeugel uitsluitend een sluitfunctie moet hebben, kan bij een eerste uitvoering buiten op het deksel een vooruitstekende dekselgreep gevormd zijn. Bij een tweede uitvoering kunnen ook twee handgrepen buiten op de emmerromp geplaatst zijn.
Om de afvalbak door middel van een stortinrichting van een afvalverzamelvoertuig te ledigen, zijn bij alle uitvoeringen twee scharnierachtige inhangdelen aan de emmerromp voorzien, die aan de tegenover de draaiingsas van de deksel liggende zijde in het bovengebied en buiten aan de emmerromp geplaatst zijn. Ieder inhangdeel bestaat uit een horizontale pen, die tussen twee vooruitstekende ribben geplaatst is. De beide inhangdelen staan op gelijke afstand van het verticale middenvlak van de afvalemmer, die loodrecht op de draaiingsas van het deksel staat.
Het ledigen van deze afvalemmer is echter uiterst problematisch. De stortinrichting moet derhalve met toegevoegde delen zoals bijvoorbeeld haken voorzien zijn. Veroorzaakt door de kleine toleranties ontstaat een omslachtig inhangen van de afvalemmer en dit vraagt van de vuilnisman een bijzondere opmerkzaamheid. Er zijn woongebieden, waarin een met stortinrichtingen uitgerust afvalverzamelvoertuig op grond van de nauwe verhoudingen niet kan rijden. In die gebieden geschiedt de verzorging met kleinere, open voertuigen. Het ledigen van de afvalemmers gebeurt dan met de hand.
Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag, een afvalemmer van een in het begin genoemde soort zo gestalte te geven, dat de lediging met een voor afvallaadkisten uitgevoerde systeemstort-inrichting mogelijk is, die met een als kamlijst uitgevoerde grijpbalk voorzien is. Daarbij moet de afvalemmer zowel door de gebruiker als ook door de vuilnisman eenvoudig te gebruiken zijn. Daarenboven moeten twee of meer afvalemmers met het geringste ruimtebeslag opgesteld kunnen worden.
De gestelde opgave wordt opgelost, doordat tenminste de naar de deksel toegekeerde bovenrand van de emmerromp in dwarsdoorsnede vierhoekig of bij benadering vierhoekig is uitgevoerd, dat aan de tegenover het dekselscharnier liggende voorwand van de emmerromp aan de bovenrand een naar beneden open ophanglijst gevormd is, waarin een grijpbalk van een systeemvuilstortinrichting van een afvalverzamelvoertuig in te brengen is, en dat tenminste aan één van de dwars op de ophanglijst staande zijwanden tenminste één rustmiddel ter arrete-ring van de draagbeugel in de opgerichte stand voorzien is.
Er kunnen eveneens verdere rustmiddelen ter arretering van de draagbeugel in horizontale of bij benadering horizontale stand voorzien zijn. De verticale of bij benadering verticale evenals de horizontale of bij benadering horizontale stand van de draagbeugel heeft betrekking op de normale stand van de afvalemmer, wanneer deze op een horizontale bodem geplaatst is. Bij de voorgestelde vormgeving van de'emmerromp kan deze met een ophanglijst uitgerust worden, die het mogelijk maakt, dat de vuilnisman ter lediging van de afvalemmer deze op de grijpbalk of de kamlijst van een systeemstortinrichting respectievelijk hefkiepinrichting plaatst. Op deze grijpbalk of kamlijst klemt zich de te ledigen afvalemmer vast of hij wordt aanvullend gezekerd. Daardoor is de hantering voor de vuilnisman wezenlijk eenvoudiger. Voor zover de emmerromp over zijn gehele hoogte in dwarsdoorsnede vierhoekig of bij benadering vierhoekig is uitgevoerd, levert dit ten opzichte van de tot nu toe bekende afvalemmers met ronde doorsnede nog voordelen op, wanneer twee of meer afvalemmers in de kleinst mogelijke ruimte ondergebracht moeten worden. Door de in de opgerichte draagstand blokkeerbare draagbeugel kan de gebruiker van de afvalemmer deze bijzonder gemakkelijk naar de standplaats dragen, van waaruit de lediging volgt. Ook de vuilnisman kan hen bijzonder goed dragen. Een voordeel ligt daarin, dat voor de vuilnisman door de rustmiddelen de draagbeugel in de opgerichte stand staat, zodat het omslachtige draaien vervalt. Aangezien de draagbeugel in de opgerichte stand loodrecht, bij benadering loodrecht of ten opzichte van de verticaal een kleine spitse hoek insluit, wordt de draagbeugel bij het ledigen met een enkele hefkiepinrichting door het zogenaamde masker automatisch in de uitgangsstand teruggedraaid. In een doelmatiger uitvoering is voorzien, dat tegen een zijwand of beide zijwanden van de emmerromp rustmiddelen geplaatst zijn, dat de rustmiddelen telkens op een bijvoorbeeld loodrecht op de zijwand staande aanslagrib en een bijvoorbeeld tegen de zijwand lopende en parallel en op afstand van de aanslagrib staande veerkam gevormd zijn, waarbij de veerkamnen naar de draaiingsas van het deksel toegekeerd liggen. Bij het oprichten van de draagbeugel wordt de veerkam zo vervormd, dat de draagbeugel daaroverheen weggezwenkt kan worden. De aanslagribbe verhindert, dat de draagbeugel over de opgerichte stand heengezwenkt wordt. De rustmiddelen die de draagbeugel in de verschillende standen houden kunnen ook door vooruitstekende rustnokken gevormd worden.
In een voordelige uitvoering van de uitvinding is voorzien, dat de bovenrand van de emmerromp U-vormig uitgevoerd is, en dat de ene van de parallelle benen naar buiten staat, en dat aan dit buitenbeen de rustmiddelen zijn aangevormd. De tegenover het buitenbeen liggende been is doelmatigerwijs het bovengebied van de afvalem-merromp. Daarbij isr doelmatigerwijs de U-vormige rand naar beneden open. Door deze uitvoering wordt bereikt, dat bij het draaien van de draagbeugel door de elasticiteit van de U-vormige rand de te over springen rustmiddelen kunnen uitwijken. Daarnaast kan de rand zo uitgevoerd worden, dat hij in totaal zo star is, dat de draagbeugel overeenkomstig vervormt. Een verdere uitvoering laat toe, dat zowel de U-vormige rand alsook de draagbeugel vervormt.
Opdat de afvalemmer in een voor de lediging gunstige positie te dragen is, is voorzien, dat de draaiingsas van de draagbeugel parallel en op afstand van de draaiingsas van het deksel loopt, en dat de draaiingsas van de draagbeugel een klein beetje vanaf het verticale middenvlak van de emmerromp in de richting van de draaiingsas van het deksel is verplaatst. Daardoor staat het verticale middenvlak van de emmerromp over een kleine hoek schuin ten opzichte van de verticaal bij het dragen van de afvalemmer. De ingesloten hoek zal bijvoorbeeld ongeveer 5° kunnen bedragen. Daardoor wordt een gunstige uitgangspositie voor het met de hand opzetten van de afvalemmer op de kamlijst van de systeemstortinrichting bereikt. Op voordelige wijze ligt de draaiingsas van de draagbeugel tussen de aanslagribben en de veerkammen. Daardoor wordt bovendien een gunstige lagering van de draagbeugel bereikt. In zoverre de bovenrand van de emmerrand U-vormig uitgevoerd is, is ook de draagbeugel in de buitenste kammen gelagerd. Het dragen van de afvalemmer wordt vergemakkelijkt, wanneer de draagbeugel in het middengebied met de hand gepakt wordt. Daartoe is voorzien, dat de draagbeugel U-vormig uitgevoerd is, en dat de tussen de parallelle benen liggende middenstang in het middengebied een naar buiten uitstekende greepvorm omvat.
Opdat tot het ledigen van de afvalemmer zowel door rechts-als ook door linkshandigen op ergonomische wijze gegrepen kan worden, is voorzien, dat de deksel in wezen als in dwarsdoorsnede U-vormig vlakdeel uitgevoerd is en op de tegenover de dekselscharnieren liggende zijde een instulping en een greep heeft, en dat de emmerromp aan de naar de dekselscharnieren gekeerde achterwand een handgreep of een greepkom heeft, die in het gebied van de bodem ligt. Bij het ledigen kan men dan met éên hand de greep van het deksel pakken, daaraan de afvalemmer optillen en met de andere hand in de greepkom ingrijpen of de aan de achterwand aangezette handgreep pakken. Bovendien dwingt de greep van het deksel dan gelijktijdig tot het openen en sluiten van het deksel. Aangezien deze een vlak deel is, is het buitenvlak vrij van verspringingen, zodat ook door de deksel gesloten afvalemmers op elkaar stapelbaar zijn. Doelmatigerwijze zijn de bovenwanddelen van het deksel in de richting van de greep respectievelijk de instulping hellend, zodat regenwater door de instulping heen kan afvloeien. De draaggreep en de deksel zijn zo uitgevoerd, dat de greepvorm van de draagbeugel in de greep van de deksel ingrijpt, wanneer de draagbeugel in de richting van de bodem teruggedraaid wordt en de deksel in loodrechte of bij benadering loodrechte stand parallel met de achterwand van de afvalemmer hangt. Daartoe is in een verdere uitvoering van de uitvinding een overeenkomstige afstand van de deksel scharnieren of het dekselscharnier naar de achterwand van de afvalemmerromp voorzien.
Aangezien in één huishouding twee of meer van zulke afvalemmers plaatsbesparend ondergebracht moeten worden, is voorzien, dat de deksel door op afstand van elkaar geplaatste dekselscharnieren aan de bovenrand van de achterwand van het vat draaibaar gelagerd is, en dat de dekselscharnieren op een zodanige manier asymmetrisch ten opzichte van het verticale middenvlak van de emmerromp staan, dat de scharnierassen van twee met hun achterwanden naar elkaar toe geplaatste afvalemmers samenvallen of op een afstand van elkaar lopen. Daardoor vindt een ineenschuiving plaats, waardoor de afstand tussen de beide achterwanden zeer klein wordt, aangezien de dekselscharnieren bij in één lijn gebrachte zijwanden van de afvalemmer niet tegen elkaar stoten. De deksels laten zich dan desalniettemin zo ver openen,-dat het afval respectievelijk de waardevolle stoffen erin gebracht kunnen worden. Opdat de standen van de beide afvalemmers dan gestabiliseerd worden, is in de ontwikkeling van een uit twee afvalemmers bestaande eenheid voorzien, waarbij aan de achterwand van iedere afvalemmer vergrendelingselementen op die manier geplaatst zijn, dat de vergrendelingselementen van twee van hun achterwanden op afstand van elkaar tegen elkaar geplaatste afvalemmers in elkaar grijpen. Dit soort vergrendelingselementen kunnen bijvoorbeeld overeenkomstig gevormde kommen of pennen zijn, die in elkaar grijpen.
Volgens een geprefereerde uitvoering is voorzien, dat de emmerromp over de gehele hoogte vierhoekig of bij benadering vierhoekig gevormd is. Er zijn echter uitvoeringen denkbaar, waarbij enkel de bovenrand van de emmerromp vierhoekig of bij benadering vierhoekig gevormd is, terwijl de emmerromp in het bodemgebied cirkelvormig of veelhoekig gevormd is.
Verdere eigenschappen van een voordelige uitvoering van de onderhavige uitvinding zijn onderwerp van verdere volgconclusies en volgen uit de navolgende beschrijving van een geprefereerd uitvoe-ringsvoorbeeld. Er wordt getoond in: fig. 1 een afvalemmer volgens de uitvinding in zijaanzicht, ten dele doorgesneden, fig. 2 een doorsnede langs de lijn II-II in fig. 1, fig. 3 een bovenaanzicht van twee met hun achterwanden op afstand tegen elkaar geplaatste afvalemmers volgens de figuren 1 en 2, fig. 4 een deel-bovenaanzicht op een verder uitvoeringsvoorbeeld van een afvalemmer, en fig. 5 een deelaanzicht van een zijwand van een verder uitvoeringsvoorbeeld van een afvalemmer.
De in de figuren getekende afvalemmer 10 bestaat uit een emmerromp 11 en een deksel 12 die de bovenopening van de emmerromp 11 afsluit, waarbij de deksel 12 ter vrijmaking van de vulopening in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld aan twee dekselscharnieren 13 draaibaar gelagerd is. De emmerromp 11 is in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld in dwarsdoorsnede vierhoekig met afgeronde hoeken uitgevoerd. De dwarsdoorsnede wordt naar de boven-vulopening toe een klein beetje groter, veroorzaakt door de konisiteit van de emmerromp 11. De emmerromp 11 en de deksel 12 zijn uit kunststof vervaardigd. De.; dekselscharnieren zijn aan de achterwand 14 aan het naar de deksel 12 toegekeerde bovengebied bevestigd. Aan de tegenoverliggende voorwand 15 is de emmerromp 11 met een niet nader toegelichte ophanglijst 16 voorzien, die eveneens aan de bovenrand geplaatst is en naar beneden open is, zodat een niet nadere verklaarde en niet weergegeven grijp-balk of kamlijst van de systeemstorting van een afvalvoertuig ter lediging van de afvalemmer 10 daarin gestoken kan worden. De ophanglijst 16 strekt zich over de gehele breedte van de voorwand 15 uit. Zoals fig. 2 toont, is de bovenrand van de beide zijwanden 17, 18 van de emmerromp 11 U-vormig uitgevoerd, waarbij de ene van de parallelle benen 31, 32 naar buiten staat, zodat ook de buitenrand naar beneden open is. Daartoe is de voorkam van de ophanglijst 16 tot in de zijwanden 17, 18 omgebogen en wel in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld voorbij het midden van de zijwanden 17, 18 omgebogen. In de buitenkammen 31, 32 van de U-vormige bovenrand van de emmerromp is een U-vormig gevormde, uit een stuk rond staal of uit een aluminium staaf vervaardigde draagbeugel 19 draaibaar gelagerd. Daartoe zijn de vrije einden van de parallelle benen van de draagbeugel zo gebogen, dat ze naar elkaar toe gericht zijn. De gebogen einden grijpen dan in een boring in. Zoals vooral fig. 1 toont, ligt de draaiingsas 20 van de draagbeugel 19 tussen een aanslagribbe 21 en bijvoorbeeld een veerkam 22 of volgens een uitvoeringsvoorbeeld in fig. 5 tussen veernokken 33, die rustmiddelen voor de draagbeugel 19 in de opgerichte, in de figuren 1 en 5 weergegeven standen vormen. De aanslagribbe 21 ligt van de door de dekselscharnieren 13 gevormde draaiingsas 23 van het deksel 12 afgekeerd. De veerkam 22 of de veernokken liggen aan de naar de draaiingsas 23 toegekeerde zijde. De afstand van de aanslagribbe 21 tot aan de veerkam 22 of tot aan de veernok 33 is een klein beetje groter dan de doorsnede van de draagbeugel 19. Bovendien ligt de aanslagribbe 21 een klein beetje in de richting van de draaiingsas 23 van de dekselscharnieren 13 verplaatst, die betrokken op het ten opzichte van de draaiingsassen 20 en 23 parallelle, verticale midden-langsvlak van de afvalemmerromp 11. Zoals fig. 2 toont, is aan iedere zijwand 17, 18 van de emmerromp 11 een aanslagribbe 21 en een veerkam 22 of in plaats van de veerkam een veernok 33 voorzien. De aanslagrib-ben 21 en de veerkammen 22 respectievelijk de veernokken 33 staan loodrecht op de respectievelijke zijwand 17 respectievelijk 18,; waarbij de vrije verticale kant van de veerkammen 22 of de veernokken 33 ten opzichte van de vrije verticale kant van de aanslagribbe 21 in de richting van de respectievelijke zijwand verspringt. De draagbeugel 19 is zo gevormd, dat de hoogte, dat wil zeggen de afstand van de omgebogen vrije einde tot de parallel lopende middenstang zo groot is, dat bij het draaien met de klok mee de draagbeugel 19 over de dekselscharnieren 13 heengedraaid kan worden, zodat de middenstang tegen de achterwand 14 van de emmerromp 11 aanligt. Deze stand is in fig. 1 met streep-puntlijnen aangeduid en met 19' weergegeven. Een andere middenstand is met 19'' gekenmerkt. Opdat de draagbeugel 19 door de dragende persoon in het midden gegrepen kan worden, is de middenstang met een vanaf de vatromp 11 weglopende greepvorm 19a voorzien, die zo breed is, dat er met de hand doorheen gegrepen kan worden. fDe deksel 12 is in zijn grondcontour in dwarsdoorsnede U-vormig uitgevoerd. Zoals fig.
1 toont, is in het bijzonder het buitenvlak vrij van vooruitstekende gedeelten. Aan de van de dekselscharnieren 13 af gekeerde zijde is een vanaf de voorkant tot naar het middengebied zich uitstrekkende instul-ping 24 voorzien. Over deze instulping heen strekt zich een greep 25 uit, die parallel aan de draaiingsassen 13 en 20 staat. De greep 25 ligt op een relatief geringe afstand van de voorkant van het deksel 12. De instulping 24 is zo uitgevoerd, dat de greep 25 goed te grijpen is. De deksel 12 kan om de draaiingsas 13 zover gedraaid worden, dat hij in een verticale stand vrij naar beneden hangt en wel in het aan de achterwand 14 grenzende gebied. Daartoe is de deksel 12 behalve met de instulping 24 aan beide zijden met een tegenover het buitenvlak verspringende ribbe 26 voorzien, waarin de zijgebieden van de midden-stang van de draagbeugeel 19 in de hangende stand liggen. De vrijhan-gende stand van het deksel 12 is in fig. 1 door het aanduidteken 12' gekenmerkt, üit fig. 1 blijkt nog, dat de greepvorm 19a van de draag-beugel 19 in de vrijhangende verticale stand van het deksel 12 ingrijpt in de instulping 24. De afstand van de dekselscharnieren 13 tot. de achterwand 14 van de emmerromp 11 is zo groot, dat de deksel een verticale, vrij hangende stand in kan nemen.
üit de figuren 1 en 2 valt nog te zien, dat aan de achterwand 14 van de emmerromp 11 een greepkom 27 gevormd is, die bijvoorbeeld door en instulping van de bodem gevormd is, zodat men daarmee van onder af ingrijpen kan en daarbij het daargeplaatste gedeelte van -de achterwand 14 pakt. Fig. 2 toont, dat de greepvorm 19a van de draagbeugel 19, de greep 25 en de greepkom 27 steeds in het middengebied liggen en in één lijn liggen.
In figuren 3 is op grond van de vereenvoudigde voorstelling de draagbeugel 19 niet getekend. Deze figuur toont, dat de afvalemmer 10 bijvoorkeur een rechthoekige dwarsdoorsnede met ongelijke zijlengten heeft. De hoekgebieden zijn afgerond. De dekselscharnieren 13 zijn op de achterwand 14 asymmetrisch geplaatst, dat wil zeggen dat de beide afstanden van de loodrecht op de draaiingsas 23 staande verticale middenvlak niet gelijk zijn. Daardoor wordt bereikt, dat de afstand tussen de beide achterwanden 14 van twee in spiegelbeeld tegen elkaar geplaatste afvalemmers 10 de kleinste maat bereiken kan, -aangezien de dekselscharnieren 13 naast elkaar liggen.In fig. 3 zijn de gelijke delen ook van gelijke verwijzingscijfers voorzien. Aan de achterwand 14 van iedere afvalemmer 10 zijn twee wat hun bouw betreft verschillende vergrendelingselementen 28, 29 gevormd, die op een afstand van het verticale middenvlak staan, die loodrecht op de draaiingsas 23 van het deksel 12 ligt. Het vergrendelingselement 28 is bijvoorbeeld van een gat voorzien, terwijl het vergrendelingselement 29 uit een pen bestaat, die in het gat van het vergrendelingselement 28 van de andere afvalemmer 10 ingrijpt. Andere uitvoeringsvormen zijn eveneens mogelijk. Daardoor worden twee tegen elkaar geplaatste afvalemmers gedwongen tot een eenheid gekoppeld, waardoor in het bijzonder de stabiliteit verhoogd wordt. Bij zo’n opstelling laten de deksels 12 zich niet in een vrijhangende verticale stand brengen, zij kunnen echter toch zover geopend worden, dat het afval probleemloos ingebracht kan worden. Aangezien het niet mogelijk is, twee afvalemmers met vrij naar beneden hangende deksels met elkaar te vergrendelen, is iedere afvalemmer behalve bij het vullen door de deksel gesloten, zodat geen stankoverlast optreedt. Aangezien in een huishouding twee of meer afvalemmers 10 voor handen moeten zijn, zijn het deksel 12 en het bodemgebied zo vervormd, dat de afvalemmers 10 ook stapelbaar zijn. In fig. 2 is de bovenste afvalemmer 10 met een streeppuntlijn aangeduid en door het verwijzingscijfer 10’ gekenmerkt. De bodem van de afvalemmer 10 is ingestulpt, zodat rondom randribben gevormd worden, die op de randgebieden van het deksel 12 van de onderste afvalemmer 10 plaatsbaar zijn. Deze randgebieden van het. deksel 12 verspringen in de richting van de emmerromp 11, zodat de bodem op de aangrenzende delen kan steunen. De naar voren springen randgebieden verhinderen bovendien, dat de bovenste afvalemmer eraf kan glijden. Door deze uitvoering wordt een hoge stabiliteit van een stapel bereikt.
Ter lediging van de afvalemmer 10 draagt de gebruiker hen naar de voorgeschreven standplaats. Daartoe wordt de draagbeugel in de in fig. 1 met een dikke lijn weergegeven stand gedraaid. Hij staat dan onder een kleine hoek ten opzichte van de verticaal hellend. Bij het dragen van de afvalemmer 10 kantelt hij zo, dat de afvalemmer 19 loodrecht staat, waardoor de ophanglijst 16 loodrecht gezet wordt. De vuilnisman vindt de afvalemmer 10 in deze stand en draagt hem naar het afvalinzamelvoertuig. Voor zover in deze met een systeemstortinrichting uitgerust is, vergemakkelijkt de scheve stand van de afvalemmer 10 het loodrecht plaatsen op de grijpbalk of op de kamlijst van de stort inrichting. Na het plaatsen van de afvalemmer op de kamlijst moet de vuilnisman de draagbeugel 19 in een horizontale of bij benadering horizontale stand brengen. Voor zover de afvalemmer 10 met de hand geledigd wordt, moet de draagbeugel 19 zo gedraaid worden, dat de middenstang tegen de achterwand 14 aanligt. Eén hand grijpt dan de greep 25 van de deksel 12 en na het opheffen grijpt de andere hand in de greepkom 27. Daardoor wordt een ergonomisch gunstige uitgangssituatie voor het ledigingsproces geschapen.
Door de arretering van de draagbeugel 19 in een horizontale of bij benadering horizontale stand wordt het de vuilnisman vergemakkelijkt de te ledigen afvalemmers 10 bij de draagbeugel 19 te grijpen met het doel deze vanaf de kamlijst van de systeemstortinrich-ting af te tillen.
Fig. 4 toont een verdere uitvoeringsvorm van de afvalemmer 10 volgens de uitvinding. De bovenrand van de afvalemmerromp 11 is bij deze uitvoering aan de naar de dekselscharnieren 13 toegekeerde achterzijde een klein beetje smaller dan aan de daar tegenover liggende voorzijde. Daardoor wordt bij het gebruik van een hefkiepinrichting met een masker het aanliggen van de bovenrand van de afvalemmerromp 11 aan het masker verzekerd. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld verspringen de bovenranden van de zijwanden 17, 18 in het gebied van de aanslagribben 21. Het verschil in breedte kan bijvoorbeeld 10 mm. bedragen. Door de geringe breedte aan de scharnierzijde wordt de hantering van de afvalemmer 10 nog wezenlijk verbeterd. Uit fig. 5 blijkt, dat ter arretering van de draagbeugel 19 in plaats van de veerkam ook veernokken 13 ingezet kunnen worden. Daarbij kunnen twee of meer veernokken 33 bijvoorbeeld op een boog, bij voorkeur bijvoorbeeld op een cirkelboog geplaatst zijn, zodat de draagbeugel 19 in verschillende standen gearreteerd kan worden. In het bijzonder is er echter aan gedacht, dat bij een op een horizontale bodem geplaatste afvalemmer de draagbeugel naast de verticale of bij benadering verticale stand ook horizontaal of bij benadering horizontaal staat. In deze laatstgenoemde stand wordt bij een stortproces met een hefkiepinrichting met een masker door dat masker heengedrukt. Hangt de afvalemmer dan op de kamlijst of grijpbalk van de systeemstortinrich-ting, dan staat de draagbeugel bij benadering horizontaal, zodat hij door de vuilnisman bijzonder eenvoudig vanaf de kamlijst respectieve- lijk grijpbalk naar beneden gehaald kan worden.
Uit fig. 4 blijkt verder nog een bijzondere constructie van het dekselscharnier 13. Daartoe zijn aan het deksel 12 en aan de emmerromp 11 telkens twee parallelle en op afstand van elkaar geplaatste ribben zo aangevormd, dat één aan de emmerromp 11 en één aan de deksel 12 aangevormde ribbe contact maken. De scharnierpen 30 steekt ten opzichte van de beide buitenste ribben een klein beetje uit. Ieder dekselscharnier 13 is zo gevormd, dat de verbinding op de manier van een klikverbinding te zien is.

Claims (20)

1. Afvalemmer met een emmer romp, een deksel, die door tenminste één aan de bovenrand van de emmerromp vastgemaakt deksel-scharnier zwenkbaar gelagerd is en met een om een parallel en op afstand van de draaiingsas van de deksel verlopende as zwenkbare draagbeugel, met het kenmerk, dat tenminste de naar de deksel (12) toegekeerde bovenrand van de emmerromp (11) in dwarsdoorsnede vierhoekig of bij benadering vierhoekig is uitgevoerd, dat aan de tegenover het dekselscharnier (13) liggende voorwand (15) van de emmerromp (11) aan de bovenrand een naar beneden open ophanglijst (16) gevormd is, waarin een grijpbalk van een systeemvuilstortinrichting van een afvalverzamelvoertuig in te brengen is, en dat tenminste aan één van de dwars op de ophanglijst (16) staande zijwanden (17, 18) tenminste één rustmiddel ter arretering van de draagbeugel (19) in de opgerichte stand voorzien is.
2. Afvalemmer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat bij de beide zijwanden (17, 18) van de emmerromp (11) rustmiddelen geplaatst zijn, dat de rustmiddelen telkens uit een loodrecht op de buitenkant van de zijwand (17, 18) staande aanslagribbe (21) en een loodrecht op de buitenkant van de zijwand (17 of 18) verlopende zowel parallelle als op afstand van de aanslagribbe (21) staande veerkam (22) of twee of meer veernokken (33) zijn gevormd, waarbij de veerkam (22) of veernok (33) naar de draaiingsas (23) van de deksel (13) gekeerd ligt.
3. Afvalemmer volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de bovenrand van de emmerromp U-vormig uitgevoerd is, en dat één van de parallelle benen (31, 32) naar buiten staat, en dat aan deze naar buiten geplaatste benen (31, 32) de rustmiddelen (21, 22, 23) zijn aangevormd.
4. Afvalemmer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draaiingsas (20) van de draagbeugel (19) parallel en op afstand van de draaiingsas (23) van de deksel (12) loopt, en dat de draaiingsas (20) van de draagbeugel (19) een klein stukje vanaf het verticale middenvlak van de emmerromp (11) in de richting van de draaiingsas (23) van de deksel (12) is verplaatst.
5. Afvalemmer volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de draaiingsas (20) van de draagbeugel (19) tussen de aanslagribben (21) en de veerkammen (22) respectievelijk de veernokken (33) ligt.
6. Afvalemmer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draagbeugel (19) U-vormig uitgevoerd is, en dat de tussen de parallelle benen liggende middenstang in het middengebied een naar buiten uitstekende greepvorm (19a) omvat.
7. Afvalemmer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de deksel (12) als een in dwarsdoorsnede U-vormig vlak deel uitgevoerd is en aan de tegenover de dekselscharnieren (13) liggende zijde een greep (25) en een instulping (24) omvat, en dat de emmerromp (11) aan de naar de dekselscharnieren (13) gekeerde achterwand (14) een handgreep of een greepkom (27) omvat, die in het uit de bodem van de emmerromp (11) en de achterwand (12) gevormde hoekgebied ligt.
8. Afvalemmer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bovenwanddelen van het deksel (12) in de richting van greep (25) hellend zijn.
9. Afvalemmer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de deksel (12) door op afstand van elkaar geplaatste dekselscharnieren (13) aan de bovenrand van de achterwand (14) van de emmerromp (11) zwenkbaar gelagerd is, en dat de dekselscharnieren (13) op die manier asymetrisch ten opzichte van het verticale middenvlak van de emmerromp (11) staan, dat de scharnierassen van twee met hun achterwanden spiegelbeeldig tegen elkaar gezette afvalemmers samenvallen of op een geringe afstand tot elkaar staan.
10. Afvalemmer volgens conclusie 1 of 9, met het kenmerk, dat aan de achterwand (14) van iedere afvalemmer (10) vergrendelings-elementen (28, 29) op een dergelijke manier geplaatst zijn, dat de vergrendelingselementen (28, 29) van twee met hun achterwanden (14) spiegelbeeldig tegen elkaar gezette afvalemmers (10) in elkaar grijpen.
11. Afvalemmer volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat een vergrendelingselement (28) een instulping omvat, dat het andere vergrendelingselement een pen (29) omvat, zodat de pen (29) van één afvalemmer (10) in de instulping van het andere vergrendelingselement (28) van een spiegelbeeldig geplaatste afvalemmer (10) ingrijpt.
12. Afvalemmer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draagbeugel (19) in de opgerichte stand, betrokken op de normale stand van de afvalemmer, verticaal of bij benadering verticaal staat.
13. Afvalemmer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afstand van de dekselscharnieren (13) tot aan de achterwand (14) van de afvalemmer (10) zo groot is, dat de deksel (12) bij de achterwand (14) van de afvalemmer (10) in verticale stand vrij hangt en bij voorkeur tegen de achterwand (14) aanligt.
14. Afvalemmer volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de breedte van de emmerromp (11) van de afvalemmer (10) aan de naar de dekselscharnieren (13) toegekeerde achterzijde een klein beetje smaller is dan aan de naar de ophanglijst (16) toegekeerde voorzijde.
15. Afvalemmer volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de breedte van de bovenrand van de emmerromp (11) van de afvalemmer (10) vanaf het middengebied en bij voorkeur vanaf de rustmiddelen (21, 22, 33) voor de draagbeugel (19) naar binnen verspringt.
16. Afvalemmer volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat twee of meer rustmiddelen voor de draagbeugel op die manier geplaatst zijn, dat deze in minstens twee van elkaar afwijkende hoekstanden te arreteren is.
17. Afvalemmer volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat een hoekstand van de draagstand door het oprichten van de draagbeugel (19) ontstaat en dat de andere hoekstand de ledigingsstand is, waarin de draagbeugel (19) horizontaal of bij benadering horizontaal staat.
18. Afvalemmer volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ieder dekselscharnier (13) als snapverbinding uitgevoerd is, dat voor ieder dekselscharnier (13) aan de deksel (12) en aan de emmerromp (11) van de afvalemmer (10) telkens twee parallel en op afstand van elkaar en loodrecht op de achterwand van de afvalemmerromp (11) staande ribben gevormd zijn, en dat de snapverbinding een met zijn buitenkopvlak tegenover de buitenvlakken van de ribben staande scharnierpen (30) omvat.
19. Afvalemmer volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de emmerromp (11) van de afvalemmer (10) in het bovengebied vierhoekig en in het bodemgebied cirkelvormig of meerhoekig uitgevoerd is.
20. Afvalemmer volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de veerkammen (22) of de veernokken (33) ter arretering van de draagbeugel (19) op een boog liggen en aan de buitenrand (31, 22) van de U-vormige bovenrand van de afvalemmer-romp (11) zijn aangevormd.
NL9201074A 1991-06-28 1992-06-18 Afvalemmer. NL9201074A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE9107969U DE9107969U1 (nl) 1991-06-28 1991-06-28
DE9107969 1991-06-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9201074A true NL9201074A (nl) 1993-01-18

Family

ID=6868758

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9201074A NL9201074A (nl) 1991-06-28 1992-06-18 Afvalemmer.

Country Status (2)

Country Link
DE (2) DE9107969U1 (nl)
NL (1) NL9201074A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES2228226B1 (es) * 2001-03-29 2006-05-16 Mbe Sotkon, S.L. Sistema de enganche para contenedores de residuos solidos urbanos de doble cuerpo, empleados en depositos soterrados de tapa abatible.
ES1054475Y (es) 2003-04-04 2003-11-01 Contenur Espana Sl "cubo de basura domestico"
GB0511018D0 (en) * 2005-05-31 2005-07-06 Taylor Egbert H & Company Ltd Waste container
DE102006061777A1 (de) * 2006-12-21 2008-08-21 Volkswagen Ag Behälteranordnung für ein Fahrzeug
WO2008110810A1 (en) * 2007-03-15 2008-09-18 Kieran Ward A modular storage receptacle

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1660475U (de) * 1953-04-27 1953-07-30 Hermann Klein Transportable einrichtung mit umlegbarem tragbuegel.
DE1729585U (de) * 1956-06-25 1956-09-06 Eisenwerk Streuber & Lohmann H Tragbuegel fuer gefaesse, insbesondere muellgefaesse.
DE2146653C3 (de) * 1971-09-17 1980-03-20 Sulo Eisenwerk Streuber & Lohmann Gmbh & Co Kg, 4900 Herford Einrichtung zum Entleeren von im wesentlichen einen quadratischen oder rechteckigen Grundriß aufweisenden GroOraum-Müllbehältern
DE3909972A1 (de) * 1988-07-04 1990-01-25 Alexander Schenkel Hausmuellsammelbox (bzw. -behaelter) fuer private haushalte, bueros, praxen u.ae.

Also Published As

Publication number Publication date
DE9107969U1 (nl) 1991-08-22
DE4216991C2 (de) 1995-03-23
DE4216991A1 (de) 1993-01-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5090753A (en) Automatic locking mechanism for dumpster lid
US20030213808A1 (en) Hinged lid trash can for curbside refuse pickup
US5984134A (en) Trash container
CA2624663C (en) Refuse container
NL9200433A (nl) Nestelend in elkaar te zetten emmer met grendelbare hengsels.
NL9100058A (nl) Gereedschapskist.
CA1309699C (en) Waste bin lid
US5044644A (en) Mobile container system with common cover for multiple containers
US20030155366A1 (en) Refuse container
US5105967A (en) Waste container lid system
US4186844A (en) Easy opening trash bin lid
US3490642A (en) Garbage bin
WO1991019656A1 (en) Improvements in or relating to refuse containers
NL9201074A (nl) Afvalemmer.
GB2360762A (en) Collapsible stacking box
US5125523A (en) Container for storage and transport of beverage cans
US3241750A (en) Refuse container
US5323924A (en) Case for cosmetics, jewelry, and the like
US6276553B1 (en) Trash container with tilting receptacle
US20030146230A1 (en) Refuse container lid
BE1004270A5 (nl) Gereedschapskist met -bak.
NL1009273C1 (nl) Verbetering van recipiënten voor het gedifferentieerd ophalen van afval.
EP1106535A1 (en) A lid for a refuse container
NL9301728A (nl) Samenstel van een afvalcontainer en omhulsel.
US20030222088A1 (en) Versatile lid system

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable