NL9200668A

NL9200668A - Console voor ophanging van een expansievat.

Info

Publication number: NL9200668A
Application number: NL9200668A
Authority: NL
Original assignee: Johan Gerrit Wormmeester Ing
Priority date: 1992-04-10
Filing date: 1992-04-10
Publication date: 1993-11-01
Also published as: DE9304583U1

Description

Console voor ophanging van een expansievat.

De uitvinding heeft betrekking op een console voor het aan een wand ophangen van een expansievat in een centrale verwarmings-leiding-circuit, welke console hol is, aan zijn ene einde kan worden aangesloten op de centrale verwarmings instal lat ie en aan zijn andere einde kan worden aangesloten aan het expansievat, en is voorzien van middelen om hem aan de wand te bevestigen.

Dergelijke consoles zijn bekend. Het zijn rechte, pijpvormige stukken, met aan één einde een voorziening om ze loodrecht tegen een wand te kunnen monteren en verder in de zijwand voorzien van twee ope-ningen, een voor aansluiting aan de centrale verwarmingsinstallatie en een om het expansievat aan te 'hangen'.

Deze bekende consoles hebben enige nadelen, waarvan een belangrijke is, dat de opening voor aansluiting aan de centrale verwarmingsinstallatie zich bevindt nabij de wand. Dit leidt ertoe, dat het expansievat altijd op een zekere afstand van de muur moet worden opgehangen om ruimte te verschaffen aan de toevoer-c.v.-leiding. Verder is het zo, dat altijd een aparte voorziening, bijvoorbeeld een kraantje, moet worden aangebracht voor de ontluchting.

Een verder nadeel is, dat, aangezien de afstand tussen de muur en het hart van het vat vastligt en de consoles geschikt moeten zijn voor ophanging van diverse expansievaten, de console zo gedimensioneerd moet worden, dat zowel grote als kleine expansievaten ermee kunnen worden gekoppeld en dat betekent dat, bij gebruik voor relatief kleine expansievaten, die ongewenst ver van de muur komen te hangen.

Genoemde nadelen worden bij gebruik van een console volgens de uitvinding vermeden. Daartoe is zo'n console daardoor gekenmerkt dat hij bestaat uit een circa haaks gebogen pijp, waarvan in gemonteerde toestand het ene 'been' in hoofdzaak evenwijdig aan de wand loopt en met zijn einde aan het centrale verwarmingscircuit wordt gekoppeld en het andere 'been' in hoofdzaak loodrecht op de wand staat en aan of nabij zijn uiteinde is voorzien van een positioneerbare, dat wil zeggen draaibare en/of verschuifbare fitting voor de aankoppeling van het expansievat.

Daar de fitting voor de montage van het expansievat draaibaar is, kan de positie van de aansluiting aan de centrale verwarmingsinstallatie willekeurig worden gekozen. Wanneer die aansluiting horizontaal, of verticaal naar boven is gericht, kan een ontluchtingsmechanisme, zoals een kraantje, vervallen. Doordat, in deze posities, tussen het vat en de wand geen ruimte voor een leiding meer nodig is, kan het vat ca. 6 cm dichter bij de wand worden geplaatst.

Aan het einde, waar zich het expansievat bevindt, kan de console zo worden ingekort, dat hij zo goed mogelijk 'past' bij het te gebruiken expansievat.

Gebruik van consoles volgens de uitvinding, leidt in het bijzonder ook tot een grote besparing op te verrichten laswerkzaamheden.

Een voorkeursuitvoering van een console volgens de uitvinding is daardoor gekenmerkt, dat de fitting een knelfitting is.

In een verdere uitvoering van een console volgens de uitvinding kan de fitting ook een schroefdraadverbinding zijn.

In een andere voorkeursuitvoering van de console volgens de uitvinding, is deze daardoor gekenmerkt, dat de fitting een ontluchtings-kraantje en een inrichting voor het koppelen van expansievat en centrale verwarmingsinsta11atie bevat, De voorzieningen zijn dus 'standaard' opgenomen in de fitting, hetgeen kostenbesparend werkt.

In de bekende consoles worden tussen het expansievat en de centrale verwarmingsinstallatie soms koppelingen gemonteerd met twee kleppen, die bij demontage van het vat, de nippel van dat vat en de opening in de installatie automatisch afsluiten. Volgens een verdere voorkeursuitvoering van een fitting volgens de uitvinding, is die zodanig ontworpen, dat een van de kleppen in deze fitting kan worden geschroefd. De andere klep kan worden vastgezet in de expansievatnippel. In plaats van een complete, zware (messing) koppeling, kan dan met alleen twee kunststof kleppen met enige kleine hulpstukken worden volstaan. Een alternatief is nog een dergelijke fitting, voorzien van extra openingen voor de montage van andere appendages, zoals veiligheden en vlotteront-luchters.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin

Fig.l een doorsnede weergeeft van een console volgens de uitvinding, voorzien van een ontluchtingskraantje;

Fig.2 een console met expansievat volgens de stand van de techniek weergeeft;

Fig.3-5 consoles volgens de uitvinding weergeven, met aansluiting aan de centrale verwarmingsinstallatie in diverse richtingen.

In Fig.l is (1) de wand waarop console (2) met bouten wordt vastgezet, welke console (2) gemaakt wordt uit buis, die tevens dient als verbindingsleiding tussen de installatie en het expansievat·, met (3) wordt de knelkoppeling of schroefdraadverbinding weergegeven; (4) toont het kniestuk, (5) het ontluchtingsschroefje en (6) de afsluitklep (in geopende stand getekend), die opent wanneer het expansievat wordt ingeschroefd.

Fig.2 toont een console met expansievat volgens de stand van de techniek.

In Fig.3 is de wijze van montage dezelfde als in Fig.2, echter is het expansievat d.m.v. een positioneerbaar kniestuk met aangebouwde koppeling, aan de console welke, indien gewenst, kan worden ingekort, bevestigd. Een kraanspindel is ingebouwd, zodat geen compleet ontluch-tingsventiel meer nodig is.

In Fig.4 en 5 is te zien dat, wanneer de toevoerleiding verticaal naar boven (Fig.4) of horizontaal naar links of naar rechts (Fig.5) wordt gericht, het expansievat direct tegen de wand worden geplaatst, hetwelk bij een console volgens Fig.2 niet mogelijk is.

Claims

1. Console voor het aan een wand ophangen van een expansievat in een centrale verwarmings-leiding-circuit, welke console hol is, aan zijn ene einde kan worden aangesloten op de centrale verwarmingsinstallatie en aan zijn andere einde kan worden aangesloten aan het expansievat en is voorzien van middelen om hem aan de wand te bevestigen, met het kenmerk dat hij bestaat uit een circa haaks gebogen pijp, waarvan in gemonteerde toestand het ene 'been' in hoofdzaak evenwijdig aan de wand loopt en met zijn einde aan het centrale verwarmingscircuit wordt gekoppeld en het andere 'been' in hoofdzaak loodrecht op de wand staat en aan of nabij zijn uiteinde is voorzien van een positioneer-bare, dat wil zeggen draaibare en/of verschuifbare fitting voor de aankoppeling van het expansievat.

2. Console volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de positioneerbare fitting een knelfitting is.

3. Console volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de positioneerbare fitting een schroefdraadverbinding is.

4. Console volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk dat de fitting een ontluchtingskraantje en een inrichting voor het koppelen van expansievat en centrale verwarmingsinstallatie bevat.

5. Console volgens een der conclusies 1-4, met een koppeling tussen expansievat en installatie met twee kleppen die bij demontage van het expansievat, de nippel van dat vat en de opening in de installatie automatisch afsluiten, met het kenmerk dat een van de kleppen in de fitting kan worden geschroefd en de andere kan worden vastgezet in de nippel van het expansievat.

6. Console volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk dat in de fitting openingen zijn aangebracht voor de montage van appendages.