NL1006530C1 - Inrichting die kan worden aangebracht in een leiding voor het beïnvloeden van de stroming van medium dat via de leiding wordt getransporteerd. - Google Patents

Description

Inrichting die kan worden aangebracht in een leiding voor het beïnvloeden van de stroming van medium dat via de leiding wordt getransporteerd.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting die 5 kan worden aangebracht in een leiding voor het beïnvloeden van de stroming van medium dat via de leiding wordt getransporteerd, welke inrichting een langgerekt huis omvat waarvan de einden zijn voorzien van middelen voor het verbinden ervan met de leiding en met een in het huis aangebracht, van 10 buiten af in te stellen, orgaan.

Bij eem dergelijke inrichting kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een afsluiter of een dergelijk type inrichting, waarmee de hoeveelheid medium die door de leiding stroomt kan worden geregeld dan wel geheel onderbroken. Bij de ver-15 schillende bekende typen afsluiters strekken de bedienings-middelen voor het in het huis aanwezige orgaan zich in radiale richting buiten het huis uit. Voor de inbouw van een dergelijke inrichting in een leiding zal dus voldoende ruimte aanwezig moeten zijn.

20 De stromingsbaan van het medium door de leiding zal verder door het in het huis aanwezige orgaan sterk worden beïnvloed. Zo zal bijvoorbeeld bij het verkleinen van de doorstroom-opening de door het orgaan veroorzaakte weerstand meer dan evenredig toenemen.

25 De uitvinding beoogt nu deze bezwaren op te heffen en voor ziet er daartoe in, dat in de wand van het huis tenminste één opening aanwezig is die wordt afgedicht door een in hoofdzaak buisvormig orgaan, dat in axiale richting binnen het huis verschuifbaar is, waarbij ter weerszijden van de 30 opening is voorzien in een afdichting tussen de binnenwand van het huis en het verschuifbare orgaan en middelen aanwezig zijn voor het in een bepaalde stand vastzetten van het orgaan in het huis, waarbij het buisvormige orgaan is voorzien van middelen die samen kunnen werken met in het huis 35 aangebrachte middelen voor het beïnvloeden van de stroming van het medium door het huis en het buisvormige orgaan.

Via de opening in de wand van het huis kan het buisvormige orgaan axiaal in de gewenste richting worden verplaatst 100 6530 2 waardoor de stroxningsbaan van het medium slechts weinig verandering zal ondergaan. Verder zal de uitwendige diameter van het huis slechts weinig groter behoeven te zijn dan de diameter van de leiding en zal kunnen worden afgezien van 5 radiaal naar buiten toe stekende bedienings-middelen voor het orgaan.

In het bijzonder kan er in worden voorzien, dat het huis uit twee huisdelen bestaat die met elkaar kunnen worden verbonden en die elk inwendig, ten minste over een deel van 10 hun lengte, een cilindrische wand bezitten voor het tezamen vormen van een cilindrische ruimte waarin het buisvormige orgaan verschuifbaar is, welke cilindrische ruimte aan de einden wordt begrensd door radiale ringvormige wanddelen en het buisvormige orgaan in elke stand afdichtend aanligt te-15 gen de cilindrische wanden van de beide huisdelen.

Door het uit twee delen samenstellen van het huis kan het in het huis aanbrengen van het buisvormige orgaan op eenvoudige wijze plaats vinden. De slag van het orgaan binnen het huis wordt daarbij beperkt doordat de einden van het 20 huis een kleinere diameter bezitten. Daar het buisvormige orgaan afdichtend aanligt tegen de beide huisdelen is geen afdichting tussen de beide huisdelen noodzakelijk.

Een afdichtende aanligging van het buisvormige orgaan tegen de binnenwanden van de beide huisdelen kan worden ver-25 kregen, doordat de buitenwand van het buisvormige orgaan nabij elk einde daarvan is voorzien van een groef voor het daarin opnemen van een afdichtingsring, zoals bijvoorbeeld in de vorm van een O-ring.

Uiteraard bestaat ook de mogelijkheid de afdichtings-30 ringen in de wand van elk der beide huisdelen aan te brengen maar daartoe zal de wand van zeker het ene huisdeel dikker moeten worden uitgevoerd. Ook zal dan in het algemeen de lengte van het buisvormige orgaan en van het huis groter moeten zijn.

35 Tussen de genoemde groeven voor de afdichtingsringen in kan de buitenwand van het buisvormige orgaan zijn voorzien van ribbels die zich rondom tenminste een deel van het orgaan uitstrekken. Deze ribbels kunnen worden gebruikt voor het verschuiven van het orgaan zoals met behulp van een pen.

100 6530 3

Tussen de einden van de ribbels in kan het orgaan worden voorzien van een schaalverdeling, zodat de stand van het orgaan kan worden vastgesteld bij het verstellen ervan.

Voor het vastzetten van het orgaan in de gewenste stand 5 kan in de wand het huis een klemschroef zijn aangebracht.

Een dergelijke klemschroef behoeft niet of nauwelijks buiten het huis uit te steken. Er kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een inbus-schroef waardoor het orgaan slechts onder gebruikmaking van een speciale sleutel kan 10 worden versteld. Het onbevoegd wijzigen van de stand van het orgaan kan daardoor worden tegengegaan.

Wanneer het gewenst is dat het orgaan niet verdraaibaar is in het huis, bijvoorbeeld in verband met de aanwezigheid van de schaalverdeling, kan zich in de buitenwand van het 15 orgaan een, evenwijdig aan de hartlijn lopende, sleuf bevinden waarin zich een in de wand van het huis aangebrachte schroef uitstrekt. Eventueel kan hiervoor de reeds genoemde klemschroef dienen.

In het bijzonder kan het buisvormige orgaan zijn voor-20 zien van een er axiaal in aangebracht in hoofdzaak kegelvor-mig regel-element waarvan de grootste diameter zich binnen het buisvormige orgaan bevindt en het buiten het orgaan uitstekende deel samenwerkt met een bij het ene einde van het huis axiaal aangebrachte doorstroom-opening die door het 25 regel-element meer of minder kan worden afgedicht.

Daarbij kan de doorstroom-opening zijn aangebracht in een schijf die losneembaar in het betreffende einde van het huis kan worden opgenomen, zodanig dat medium slechts door deze doorstroom-opening kan stromen.

30 Het zal duidelijk zijn, dat de huisdelen evenals het buisvormige orgaan en de verdere onderdelen van de inrichting zowel kunnen zijn vervaardigd uit metaal als uit kunststof. Dit zal afhankelijk zijn van het doel waarvoor de inrichting bestemd is.

35 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoerings-voorbeeld, getoond in de tekening, waarin:

Fig. 1 een zijaanzicht toont van een inrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2 een langsdoorsnede toont over de inrichting van 100 6530 4 fig. 1; en

Fig. 3 een dwarsdoorsnede toont volgens de lijn III-III van fig. 1.

De in de tekening getoonde inrichting omvat een huis 1, 5 bestaande uit de twee huisdelen 2 en 3 die door middel van schroefdraad 4 met elkaar kunnen worden verbonden. De huisdelen 2 en 3 kunnen aan hun einden 5 worden verbonden met een niet getoonde leiding, zoals bijvoorbeeld door middel van schroefdraad. Uiteraard kunnen de einden van het huis 10 ook geschikt zijn voor de toepassing van knelfittingen of flenzen.

De beide huisdelen 2 en 3 hebben elk een cilindrische binnenwand 6 en deze wanden vormen tezamen een cilindrische ruimte 7 waarin een buisvormig orgaan 8 verschuifbaar is. De 15 buitenwand 9 van dit orgaan 8 is nabij elk einde voorzien van een groef 10 waarin een 0-ring 11 is opgenomen, die zorgt voor de af dichtende aanligging van het orgaan 8 tegen de wanden 6.

De cilindrische ruimte 7 wordt aan elk einde begrensd 20 door een radiaal ringvormig wanddeel 12. De afstand waarover het orgaan 8 verschuifbaar is wordt hierdoor beperkt zodat elk der 0-ringen 11 aanligt tegen één der wanden 6 van een huisdeel 2 dan wel 3.

In het orgaan 8 is een bevestigings-beugel 13 aange-25 bracht, die op zijn beurt een kegelvormig regel-element 14 draagt dat samenwerkt met een doorstroom-opening 15, die is aangebracht in een schijf 16 die zich in het huisdeel 2 bevindt. Hierdoor bestaat de mogelijkheid een schijf 16 met een andere doorstroom-opening in het huisdeel 2 aan te bren-30 gen. Uiteraard kan de doorstroom-opening 15 ook direkt in de wand van het huisdeel 2 zijn aangebracht.

De buitenwand 9 van het orgaan 8 is voorzien van ribbels 17 die zich over een deel van de omtrek van het orgaan uitstrekken, terwijl tussen de einden van de ribbels de 35 schaalverdeling 18 is aangebracht. Met behulp van een tussen de ribbels 17 gestoken pen kan het orgaan in de gewenste stand worden gebracht en met de klemschroef 19 worden vastgezet. De stand van het orgaan kan worden waargenomen via in de wand van het huisdeel 3 aangebrachte openingen 20.

100 6530 5

Wanneer het gewenst is dat het orgaan 8 niet in het huis 1 kan verdraaien kan de buitenwand 9 van het orgaan 8 worden voorzien van een, niet nader aangeduide, sleuf die evenwijdig loopt aan de hartlijn van het orgaan en waarin 5 een schroef kan worden opgenomen die in de wand van het huisdeel 3 wordt aangebracht.

Het zal duidelijk zijn, dat slechts een enkele mogelij-ke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding in de tekening is weergegeven en hierboven beschreven en dat 10 vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen, zoals deze in de bijgaande conclusies is toegelicht.

conclusies 1006530

Claims (9)

1. Inrichting die kan worden aangebracht in een leiding voor het beïnvloeden van de stroming van medium dat via de leiding wordt getransporteerd, welke inrichting een langge- 5 rekt huis (1) omvat waarvan de einden zijn voorzien van middelen voor het verbinden ervan met de leiding en met een in het huis (1) aangebracht, van buiten af in te stellen, orgaan (8), met het kenmerk, dat in de wand van het huis (1) tenminste één opening (20) aanwezig is die wordt afgedicht 10 door een in hoofdzaak buisvormig orgaan (8), dat in axiale richting binnen het huis (1) verschuifbaar is, waarbij ter weerszijden van de opening (20) is voorzien in een afdichting tussen de binnenwand (6) van het huis en het verschuifbare orgaan (8) en middelen (19) aanwezig zijn voor het in 15 een bepaalde stand vastzetten van het orgaan (8) in het huis (1), waarbij het buisvormige orgaan (8) is voorzien van middelen (13,14) die samen kunnen werken met in het huis (1) aangebrachte middelen (15,16) voor het beïnvloeden van de stroming van het medium door het huis (1) en het buisvormige 20 orgaan (8).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het huis (1) uit twee huisdelen (2,3) bestaat die met elkaar kunnen worden verbonden en die elk inwendig, ten minste over een deel van hun lengte, een cilindrische wand (6) bezitten 25 voor het tezamen vormen van een cilindrische ruimte (7) waarin het buisvormige orgaan (8) verschuifbaar is, welke cilindrische ruimte (7) aan de einden wordt begrensd door radiale ringvormige wanddelen (12) en het buisvormige orgaan (8) in elke stand afdichtend aanligt tegen de cilindrische 30 wanden (6) van de beide huisdelen (2,3).

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de afdichtende aanligging van het buisvormige orgaan (8) tegen de binnenwanden (6) van de beide huisdelen (2,3) wordt verkregen, doordat de buitenwand (9) van het buisvormige or- 35 gaan nabij elk einde daarvan is voorzien van een groef (10) voor het daarin opnemen van een afdichtingsring, zoals bijvoorbeeld in de vorm van een 0-ring (11). 100 6530

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat tussen de groeven (10) voor de afdichtingsringen (11) in, de buitenwand (9) van het buisvormige orgaan (8) is voorzien van ribbels (17) die zich rondom tenminste een deel van het 5 orgaan (8) uitstrekken.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat tussen de einden van de ribbels (17) in het orgaan (8) is voorzien van een schaalverdeling (18), zodat de stand van het orgaan kan worden vastgesteld bij het verstellen ervan.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor het vastzetten van het buisvormige orgaan (8) in de gewenste stand in de wand van het huis (1) een klemschroef (19) is aangebracht.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met 15 het kenmerk, dat zich in de buitenwand (9) van het orgaan (8) een, evenwijdig aan de hartlijn ervan lopende, sleuf bevindt waarin zich een in de wand van het huis (1) aangebrachte schroef uitstrekt.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met 20 het kenmerk, dat het buisvormige orgaan (8) is voorzien van een er axiaal in aangebracht in hoofdzaak kegelvormig regelelement (14) waarvan de grootste diameter zich binnen het buisvormige orgaan (8) bevindt en het buiten het orgaan (8) uitstekende deel samenwerkt met een bij het ene einde van 25 het huis (l) axiaal aangebrachte doorstroom-opening (15) die door het regel-element (14) meer of minder kan worden afge-dicht.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de doorstroom-opening (15) is aangebracht in een schijf (16) 30 die losneembaar in het betreffende einde van het huis is opgenomen, zodanig dat medium slechts door deze doorstroom-opening (15) kan stromen. 100 6530