NL9200548A

NL9200548A - DEVICE FOR PURIFYING WASTE WATER.

Info

Publication number: NL9200548A
Application number: NL9200548A
Authority: NL
Original assignee: Hubert Stavoren Bv
Priority date: 1992-03-25
Filing date: 1992-03-25
Publication date: 1993-10-18
Also published as: WO1993019012A1

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het zuiveren van afvalwater.Short designation: Wastewater treatment plant.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het zuiveren van afvalwater volgens de actief-sliksnethode, bestaande uit een reservoir, dat door een of meer in hoofdzaak vertikale schatten is verdeeld in twee of meer kanalen, die via aan de einden van de schotten gevormde kanaalbochten cp elkaar aansluiten en tezamen een gesloten stroomcircuit voor het te behandelen afvalwater vormen, waarbij in tenminste één kanaalbocht, aan het betreffende schoteinde, een met zijn rotoras vertikaal opgestelde en tevens voor het voortstuwen van het afvalwater door de kanalen ingerichte oppervlaktebeluchter is aangebracht.The invention relates to an apparatus for the purification of waste water according to the active sludge method, consisting of a reservoir, which is divided by one or more substantially vertical treasures into two or more channels, which pass through channel bends formed at the ends of the partitions. Connect to each other and together form a closed current circuit for the waste water to be treated, wherein a surface aerator arranged vertically with its rotor shaft and also arranged for propelling the waste water through the channels is arranged in at least one channel bend, at the relevant sheet end.

Inrichtingen van dit type zijn bekend uit het Nederlandse octrooischrift 131.423. Bij dit type inrichtingen wordt het slib door het rondstrcmende afvalwater in zwevende toestand gehouden, terwijl zich het zuiveringsproces voltrekt in twee fasen. In de eerste fase, het zogenaamde nitrificatieproces, dat in een zuurstofrijke omgeving en derhalve in de omgeving van de beluchters plaatsvindt, wordt de stikstof uit de in het afvalwater aanwezige amroniumverbindingen tot nitraat gebonden. De tweede fase, het zogenaamde denitrificatieproces, vindt plaats in een zuurstofarme omgeving en derhalve op een van de beluchters verwijderd gelegen plaats; in deze tweede fase wordt onder invloed van denitrificerende bacteriën de stikstof uit het in de eerste trap gevormde nitraat vrijgemaakt.Devices of this type are known from Dutch patent 131,423. In this type of equipment, the sludge is kept in a floating state by the circulating waste water, while the purification process takes place in two phases. In the first phase, the so-called nitrification process, which takes place in an oxygen-rich environment and therefore in the vicinity of the aerators, the nitrogen from the amronium compounds present in the waste water is bound to nitrate. The second phase, the so-called denitrification process, takes place in an oxygen-depleted environment and therefore on one of the aerators; in this second phase, the nitrogen is released from the nitrate formed in the first stage under the influence of denitrifying bacteria.

Deze inrichtingen werken over het algemeen bevredigend, doch hébben een aantal beperkingen c.q. nadelen. Tot nu toe werd bij het ontwerpen van dit type inrichtingen uitgegaan van het principe, dat de oppervlaktebeluchters in verbindingsbochten tussen in hoofdzaak rechte kanaalsecties dienden te worden cpgesteld. Naarmate de gewenste capaciteit van de zuiveringsinrichting en dus de hoeveelheid per tijdseenheid in te brengen zuurstof groter was, diende derhalve een groter aantal beluchters en dientengevolge een groter aantal bochten in het strcmingscircuit te worden toegepast. Naarmate echter het aantal bochten in het stromingscircuit groter is, neemt ook de stro-mingsweerstand toe en is het slib moeilijker in zwevende toestand te houden. Bovendien ontbreekt hierbij de mogelijkheid een optimale locatie van de nitrificatie- en denitrificatiezones toe te passen, daar de ligging hiervan geheel wordt bepaald door de plaatsing van de beluchters in de keerpunten van het meandervomige strarcdngscircuit.These devices generally work satisfactorily, but have a number of limitations or drawbacks. Heretofore, the design of this type of device has been based on the principle that the surface aerators should be positioned in connection bends between substantially straight duct sections. Therefore, as the desired capacity of the purifier and thus the amount of oxygen to be introduced per unit time, the greater the number of aerators and consequently the greater number of bends in the currents circuit had to be used. However, as the number of bends in the flow circuit increases, the flow resistance increases, and the sludge becomes more difficult to keep in the floating state. Moreover, the possibility of applying an optimum location of the nitrification and denitrification zones is lacking here, since the location thereof is entirely determined by the placement of the aerators in the turning points of the meandering beam circuit.

De uitvinding nu beoogt aan dit bezwaar van de békende zuive- ringsinrichting tegemoet te tonen. De daartoe door de uitvinding voorgestelde inrichting wordt gekenmerkt door een of meer tussen de einden van een schot, in passende uitsparingen van dat schot aangebrachte cppervlaktébeluchters.The object of the invention is now to demonstrate this drawback of the known purification device. The device proposed for this purpose by the invention is characterized by one or more surface aerators arranged in suitable recesses of that partition between the ends of a partition.

Deze cppervlaktebeluchters werken dus in het scheidingsvlak tussen twee in tegengestelde richtingen doorstroamde kanaalsecties. De configuratie van het stromingscircuit wordt daardoor niet meer bepaald door het totale aantal beluchters. Zo zou zelfs bij een relatief groot aantal beluchters, dat volgens de tot nu toe gangbare opvattingen tot een meandervonoig stromingscircuit met vele keerpunten zou nepen, toch nog steeds met een strorrringstechnisdi zeer gunstig zogenaamd tweeka-naals-systeem (met slechts twee bochten) kunnen worden volstaan. Behalve de mogelijkheid tot het kiezen van de meest geschikte plaatsen voor het nitrificatie- en denitrificatieproces, biedt het principe volgens de uitvinding ruime mogelijkheid tot aanpassing van de configuratie van het stromingscircuit aan de afmetingen van het ter beschikking staan- de terrein.These surface aerators thus operate in the interface between two channel sections flowed in opposite directions. The configuration of the flow circuit is therefore no longer determined by the total number of aerators. Thus, even with a relatively large number of aerators, which, according to the current beliefs, would drip into a meander-like flow circuit with many turning points, it would still be very advantageous to use so-called two-channel system (with only two bends) with a stringing technique. suffice. In addition to the possibility of choosing the most suitable places for the nitrification and denitrification process, the principle according to the invention offers ample opportunity to adapt the configuration of the flow circuit to the dimensions of the terrain available.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding zijn in tenminste één van de aan weerszijden van een verticaal schot verlopende kanalen ter plaatse van een in een uitsparing van dat schot geplaatste beluch-ter leidmiddelen aangebracht, die een deel van de door het betreffende kanaal gaande waterstroom naar de betreffende beluchter geleiden.According to a further inventive feature, at least one of the channels running on either side of a vertical bulkhead is provided at the location of an aerator which is placed in a recess of that bulkhead and which directs part of the water flow passing through the channel in question. guide the relevant aerator.

Hiermede wordt een stabiele vermogensafgifbe en een gunstig suurstof-inbrengrendement van de betreffende beluchter bevordert.This promotes stable power delivery and a favorable oxygen insertion efficiency of the relevant aerator.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm kunnen deze leidmiddelen worden gevormd door tenminste een deel van de waterdiepte in het kanaal bestrijkende, ter plaatse van de beluchter vanaf het schot over een deel van de kanaalbreedte in dwarsrichting uitstrekkend leidschot.In a simple embodiment, these guide means can be formed by at least part of the water depth in the channel, which extends transversely in the channel at the location of the aerator from the partition over a part of the channel width.

In een andere practische uitvoeringsvorm worden de leidmiddelen gevormd door een de beluchter amgevende koker, die zich in neerwaartse richting tot op een afstand van de bodem van het reservoir uitstrékt.In another practical embodiment, the guiding means are formed by a tubing providing the aerator, which extends downwardly to a distance from the bottom of the reservoir.

Een bijzondere uitvoeringsvorm wordt verkregen, wanneer van een reeks achter elkaar resp. aan het einde en in uitsparingen van een verticaal schot opgestelde cppervlaktebeluchters de amgevende kokers met hun benedeneinde uitmonden in een in hoofdzaak evenwijdig aan de bodem van het reservoir verlopende leidwand.A special embodiment is obtained when a series of consecutive resp. surface aerators arranged at the end and in recesses of a vertical baffle, the ammuning sleeves with their lower end open into a guide wall running substantially parallel to the bottom of the reservoir.

Verdere kenmerken van de uitvinding worden hieronder aan de hand van de tekening met een aantal uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht.Further features of the invention are explained in more detail below with reference to the drawing, with a number of exemplary embodiments.

Fig. IA en IB tonen resp. een schematisch bovenaanzicht en een schematische langsdoorsnede van een bekerde zuiveringsinrichting van het 2-kanaalstype; fig. 1C toont een schematisch bovenaanzicht van een bekerde zuiveringsinrichting van het 4-kanaalstype; fig. 2 toont een schematisch bovenaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding in de meest eenvoudige uitvoeringsvorm; fig. 3 is een langsdoorsnede door de inrichting volgens fig. 2; fig. 4 is een bovenaanzicht op grotere schaal van een in een uitsparing van een kanaalschot geplaatste oppervlaktebeluchter ; fig. 5 toont een aanzicht resp. langsdoorsnede volgens de lijn V-V in fig. 4; fig. 6 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn VI-VI in fig. 4; fig. 7 is een bovenaanzicht (¾) grotere schaal van een in een uitsparing van een kanaalschot geplaatste oppervlaktèbeludhter en toont een variant qp de uitvoering volgens fig. 4? fig. 8 is een schematische langsdoorsnede van de inrichting volgens fig. 7; fig. 9 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn IX-IX in fig. 7? fig. 10 toont een bovenaanzicht van een variant op de uitvoeringsvorm volgens fig. 2; fig. 11 is een langsdoorsnede door de inrichting volgens fig.Fig. IA and IB show respectively. a schematic top view and a schematic longitudinal section of a 2-channel type refined purifier; Fig. 1C shows a schematic top plan view of a 4-channel type converted purifier; Fig. 2 shows a schematic top view of the device according to the invention in the simplest embodiment; FIG. 3 is a longitudinal section through the device of FIG. 2; FIG. 4 is an enlarged plan view of a surface aerator placed in a channel bulkhead recess; fig. 5 shows a view resp. longitudinal section taken on the line V-V in Fig. 4; Fig. 6 is a cross-sectional view taken on the line VI-VI in Fig. 4; Fig. 7 is a top view (¾) of a larger scale of a surface finisher placed in a recess of a channel partition and shows a variant qp the embodiment according to Fig. 4? FIG. 8 is a schematic longitudinal section of the device of FIG. 7; Fig. 9 is a cross section taken on the line IX-IX in Fig. 7? Fig. 10 shows a top view of a variant of the embodiment according to Fig. 2; FIG. 11 is a longitudinal section through the device of FIG.

10; en fig. 12 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn XII-XÏÏ in fig.10; and FIG. 12 is a cross-sectional view taken on the line XII-XII in FIG.

10.10.

De bekende inrichting volgens fig. 1A-B bestaat uit een langgerekt bassin 1, dat door een verticaal schot 2 is verdeeld in twee zich aan weerszijden van het schot uitstrekkende kanalen 3 en 4, welke aan de bassineinden door verbindingsbochten 5 en 6 met elkaar zijn verbonden. Aan elk der beide langseinden van het schot 2 en wel in de verbindingsbochten 5 resp. 6, is een zogenaamde qppervlakte-beluchter 7 aangebracht. Deze oppervlaktebeluchters zijn van een algemeen bekend type en worden door een in de tekening niet nader weergegeven, boven het afvalwatemiveau in het bassin opgestelde electromotor aangedreven. In het getekende voorbeeld is de draairichting linksom. Van het in bedrijf in het bassin aanwezige afvalwater wordt ter plaatse van elke roterende oppervlaktebeluchter een gedeelte vanuit de diepte van het waterlichaam opgevoerd en aan het oppervlak weer aan het waterlichaam toegevoegd in de vorm van een schotelvonnige waaier van door de lucht geslingerde waterdruppels. Tegelijkertijd bewerkstelligen de cppervlaktebeluchters een met hun draairichting corresponderende hoofdstrcming van het afvalwater in het door de kanalen 3 en 4 en de verbindingsbodhten 5 en 6 gevormde gesloten stromingscircuit (zie de pijlrichting).The known device according to fig. 1A-B consists of an elongated basin 1, which is divided by a vertical partition 2 into two channels 3 and 4 extending on either side of the partition, which are connected to each other at the basin ends by connecting bends 5 and 6 connected. At each of the two longitudinal ends of the partition 2, namely in the connecting bends 5 and 5, respectively. 6, a so-called surface aerator 7 is provided. These surface aerators are of a generally known type and are driven by an electric motor disposed above the waste water level in the basin, not shown in the drawing. In the drawn example, the direction of rotation is counterclockwise. A part of the waste water present in the basin at the location of each rotating surface aerator is pumped up from the depth of the water body and added back to the water body in the form of a dish-shaped impeller of air-flung water droplets. At the same time, the surface aerators effect a main flow of the waste water corresponding to their direction of rotation in the closed flow circuit formed by channels 3 and 4 and connecting bodies 5 and 6 (see arrow direction).

Juist stroomopwaarts van elke beludhter bevindt zich een deni-trificatiezone, terwijl zich stroomafwaarts daarvan een nitrificatie-zone instelt.A denitrification zone is located just upstream of each beludhter, while a nitrification zone is established downstream thereof.

Is de per tijdseenheid te behandelen hoeveelheid afvalwater en in verband daarmede de per tijdseenheid in te brengen lucht zo groot, dat een derde beludhter noodzakelijk is, dan leidt het bekende concept tot de uitvoering volgens fig. 1C, waarin sprake is van een 4-kanaalssysteem. Het zal voorts duidelijk zijn, dat men bij 4-5 beluch-ters tot een 6-kanaalssysteem kamt enz.If the amount of waste water to be treated per unit of time and, in connection therewith, the air to be introduced per unit of time, are so large that a third beludhter is necessary, the known concept leads to the embodiment according to Fig. 1C, in which there is a 4-channel system . It will furthermore be clear that a 4-5-channel system is com- bined with 4-5 aerators, etc.

Bij het in fig. 2 weergegeven voorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding is sprake van een 2-kanaalssysteem, waarbij evenals bij de bekende inrichting volgens fig. 1A-B een langgerekt bassin 1 door een verticaal schot 2 is verdeeld in twee zich aan weerszijden van dit schot uitstrékkende kanalen 3 en 4, welke aan de bassineinden door verbindingsbodhten 5 en 6 met elkaar zijn verbonden.In the example of the device according to the invention shown in Fig. 2, there is a 2-channel system, in which, as with the known device in Fig. 1A-B, an elongated basin 1 is divided by two vertical divisions 2 on either side. channels 3 and 4 extending from this partition, which are connected to each other at the basin ends by connecting bodies 5 and 6.

Bij de inrichting volgens de uitvinding is daarentegen slechts aan één der langseinden van het schot 2, en wel in de verbindingsbodht 5, een oppervlaktébeluchter 7 geplaatst. Daarnaast zijn, overeenkomstig de uitvinding, twee extra oppervlaktébeludhters S op tussen-gelegen punten in uitsparingen 9 van het schot 2 aangebracht. Deze extra beluchters liggen met hun (verticale) as in het vlak van het schot 2 en in dezelfde draairichting als de oppervlaktebeluchter 7. Door elk van deze extra oppervlaktebeluchters 8 wordt een deel van de zich door de kanalen 3 en 4 bewegende hoofdstroom van het afvalwater vanuit de diepte naar de oppervlakte opgevoerd en daar in de vorm van een waaier van door de lucht slingerende waterdruppels met zuurstof verrijkt weer aan het waterlichaam toegevoegd. De onderlinge afstand tussen de beluchters 7 en 8 wordt zo gekozen, dat de luchtinbreng-capaciteit van alle drie beluchters zo goed mogelijk wordt benut. Evenals aan het schot-langseinde, bij 10, is het schot 2 ter weerszijden van de uitsparingen 9, bij 11 over een korte afstand verhoogd. De inrichting volgens fig. 2 is, wat zijn beluchtingscapaciteit betreft, als equivalent te beschouwen van het bekende 4-kanaalsysteem volgens fig. ie. In fig. 2 geeft het gearceerde gebied 11 een aanééngesloten denifricatiezone weer, terwijl met de pijlen 12 en 13 voorkeursplaatsen voor de afvoer van het gereinigde water resp. de invoer van te behandelen afwater zijn aangegeven.In the device according to the invention, on the other hand, a surface aerator 7 is placed at only one of the longitudinal ends of the partition 2, i.e. in the connecting body 5. In addition, according to the invention, two additional surface aerators S are arranged at intermediate points in recesses 9 of the partition 2. These additional aerators lie with their (vertical) axis in the plane of the baffle 2 and in the same direction of rotation as the surface aerator 7. Each of these additional surface aerators 8 makes part of the main flow of the waste water moving through channels 3 and 4. raised from the depths to the surface and added back to the body of water in the form of a range of air-swirling water drops enriched with oxygen. The mutual distance between the aerators 7 and 8 is chosen in such a way that the air input capacity of all three aerators is used to the best of its ability. As at the bulkhead longitudinal end, at 10, the bulkhead 2 on either side of the recesses 9 is raised a short distance at 11. The device according to Fig. 2, in terms of its aeration capacity, can be regarded as equivalent to the known 4-channel system according to Fig. 1e. In Fig. 2, the hatched area 11 represents a contiguous denifrication zone, while arrows 12 and 13 show preferred locations for the discharge of the cleaned water and water. the imports of the wastewater to be treated are indicated.

In de uitvoeringsvorm volgens fig. 4-6 wordt het "voeden" van de beluchters 8 met afvalwater uit de door de kanalen 3 en 4 bewegende hoofdstroom bevorderd door de met 14 aangegeven schotten. In het beschouwde voorbeeld strekken deze schotten zich aan weerszijden van het schot 2 in dwarsrichting ten opzichte daarvan uit en wel volgens een door de as van de beluchter gaand vlak. De schotten 14 beslaan gezamenlijk een breedte, die correspondeert met de diameter van de rotor 8a van de beluchter. Zoals in fig. 6 is te zien, Iepen de bovenranden 14a van de schotten 14 schuin en evenwijdig aan het naar beneden gerichte conische kopvlak van de beluchterrotor, evenals dit het geval is met de bodemranddelen 9a van de uitsparing 9 (zie fig. 5). De schotten 14 behoeven uiteraard niet tot qp de bodem van het bassin 1 door te lopen, terwijl zij evenmin over hun gehele lengte loodrecht behoeven te staan. Een uitvoering, waarbij de schotten vanaf een punt nabij de bodem in stroomafwaartse richting geleidelijk naar een loodrechte positie oplopen kan zelfs van voordeel zijn.In the embodiment according to Figs. 4-6, the "feeding" of the aerators 8 with waste water from the main flow moving through channels 3 and 4 is promoted by the partitions indicated by 14. In the example considered, these partitions extend transversely to each other on the side of the part 2 2, namely according to a plane passing through the axis of the aerator. The partitions 14 together cover a width corresponding to the diameter of the aerator rotor 8a. As can be seen in Fig. 6, the top edges 14a of the baffles 14 are slanted and parallel to the downwardly directed conical face of the aerator rotor, as is the case with the bottom edge portions 9a of the recess 9 (see Fig. 5) . The partitions 14 do not, of course, have to extend to the bottom of the basin 1, nor do they have to be perpendicular over their entire length. An embodiment in which the bulkheads gradually rise in a downstream direction from a point near the bottom to a perpendicular position may even be advantageous.

In de uitvoeringsvariant volgens fig. 7-9 zijn de schotten 14 uit het voorbeeld van fig. 4-6 vervangen door een zich rond de be-luchteras uitstrékkende en in benedenwaartse richting tot op een zekere hoogte boven de bodem van het bassin doorlopende koker 15. Op deze wijze wordt het aanzuigen van afvalwater vanuit locaties nabij de bassinbodem waar het afvalwater nog relatief zuurstofarm is, bevorderd. De lucht-inbrengcapaciteit van de beluchters wordt hierdoor optimaal benut. Dit effect wordt nog versterkt bij de uitvoering volgens fig. 10-12. In deze uitvoeringsvorm monden de de oppervlakte-beluchters 7 en 8 omgevende kokers 15 uit in een zich qp enige afstand boven de bassinbodem uitstrékkende leidwand 16. Deze leidwand vormt in feite de bodem van een bak, die omgekeerd, met zijn zijwanden 17 en 18 qp de bassinbodem steunend is geplaatst en van het door het bassin stromende water een deelstroom afscheidt en naar de opeenvolgende beluchters 8 en 7 leidt. Deze bak is aan het in de verbindingsbocht 5 gelegen einde gesloten en wordt door het verticale schot 2 verdeeld in een instromende kanaal 16a en een uitstromende kanaal 16b. Het in-stroameinde van het kanaal 16a ligt daarbij juist stroomafwaarts van de denitrificatiezone en onderschept dus zuurstofarm afvalwater. Alle beluditers worden hierbij roet zekerheid vanuit dezelfde zuurstofarme deelstroom gevoed.In the embodiment variant according to Figs. 7-9, the partitions 14 from the example of Figs. 4-6 have been replaced by a sleeve 15 extending around the aerator shaft and continuing downwards to a certain extent above the bottom of the basin. In this way, the suction of waste water from locations near the bottom of the basin where the waste water is still relatively low in oxygen is promoted. This makes optimum use of the air intake capacity of the aerators. This effect is further enhanced in the embodiment according to Fig. 10-12. In this embodiment, the tubes 15 surrounding the surface aerators 7 and 8 open into a guide wall 16 extending some distance above the bottom of the basin. This guide wall actually forms the bottom of a container, which, in reverse, has its side walls 17 and 18 qp. the basin bottom is placed in a supporting manner and separates a partial flow from the water flowing through the basin and leads to the successive aerators 8 and 7. This bin is closed at the end located in the connecting bend 5 and is divided by the vertical partition 2 into an inflowing channel 16a and an outflowing channel 16b. The inflow end of channel 16a is located just downstream of the denitrification zone and thus intercepts deoxygenated waste water. All beluditers are supplied with carbon black security from the same oxygen-poor partial flow.

In het getekende uitvoeringsvoortieeld hébben de kanalen 16a en 16b een in de doorstroamrichting gelijkblijvende doortocht. Het zal echter duidelijk zijn dat ook een in de doorstroamrichting afnemende doortocht kan worden toegepast en dat de leidwand 16 zich eventueel over de gehele breedte van één of beide kanalen 3, 4 van het bassin kan uitstrekken.In the exemplary embodiment drawn, the channels 16a and 16b have a passage which remains the same in the direction of flow. It will be clear, however, that a passage decreasing in the direction of flow can also be used and that the guide wall 16 can optionally extend over the entire width of one or both channels 3, 4 of the basin.

Claims

An apparatus for the purification of waste water according to the active sludge method, consisting of a reservoir divided by one or more substantially vertical partitions into two or more channels, which connect to each other via channel bends formed at the ends of the partitions and together form a closed current circuit for the wastewater to be treated, wherein in at least one channel bend, at the relevant sheet end, a vertical aerator arranged with its rotor shaft and also arranged for propelling the wastewater through the channels is provided, characterized by one or more between the ends of a bulkhead, surface aerators fitted in appropriate recesses of that bulkhead.

2. Device as claimed in claim 1, characterized in that guide means are arranged in at least one of the channels running on either side of a vertical bulkhead, at the location of an aerator placed in a recess of that bulkhead, which part of the channel arranged through the relevant channel. directing the flow of water to the relevant aerator.

3. Device as claimed in claim 2, characterized in that the guiding means are formed by at least part of the water depth in the channel, which extends transversely in the channel at the location of the aerator from the partition over a part of the channel width.

Device as claimed in claim 2, characterized in that the guiding means are formed by a tube providing the aerator, which extends downwards to a distance from the bottom of the reservoir.

5. device according to claim 4, characterized in that of a series, one behind the other, respectively. surface aerators arranged at the end and in recesses of a vertical baffle, the downwardly extending tubes open into a guide wall extending substantially parallel to the bottom of the reservoir.

6. Device as claimed in claim 5, characterized in that the guide wall forms the bottom of an inverted tray with its side walls supporting the reservoir bottom.

Device as claimed in claim 6, characterized in that the trough is closed at its end in a channel bend and is divided by the vertical bulkhead into an inflow channel on one side of the vertical bulkhead and an outflow channel on the other side of the vertical bulkhead. shot.