NL9200512A - Vat voor het bereiden van compost. - Google Patents

Description

Vat voor het bereiden van compost

De uitvinding betreft een vat voor het bereiden van compost uit afval, omvattende een romp, een van een luchttoevoer voorziene bodemplaat alsmede een van een luchtafvoer voorziene dekselplaat. Een dergelijk compostvat is algemeen bekend. Het wordt gebruikt voor het zelf compost maken uit allerlei organisch afval dat biologisch afbreekbaar is, zoals keukenafval, bloemresten, etensresten, groenteafval enz.

Bij het composteringsproces komt warmte vrij, waardoor de broei-temperatuur kan oplopen tot 40 a 45 graden Celsius. Een dergelijke broei-temperatuur bevordert de activiteit van micro-organismen die in het compos teringsproces een rol spelen.

Voor het verkrijgen van een goede compost is een beperkte luchtstroom door het afval onontbeerlijk. Daartoe bezit het bekende vat de benodigde toevoer- en afvoeropeningen. Aan de bodem van het vat kan de lucht binnentreden en vervolgens langzaam door de afval stromen. Daarbij kan zijn temperatuur toenemen tot de hiervoor genoemde waarden.

De nabij de dekselplaat uit de afval tredende lucht stroomt vervolgens omhoog, langs die dekselplaat naar de afvoergaten aan de bovenzijde van de romp. Aangezien de buitentemperatuur vaak aanzienlijk lager is dan de temperatuur waarop deze lucht zich bevindt, koelt de lucht af waardoor zich aan de binnenzijde van de dekselplaat condensdruppels vormen .

Deze druppels vallen na enige tijd naar beneden in de afval. Gevolg daarvan is dat de vochtigheidsgraad van de afval toeneemt, en waarden bereikt die nadelig zijn voor een goed verloop van het composterings-proces.

Doel van de uitvinding is daarom het bekende vat zodanig te verbeteren dat het gewenste vochtgehalte in het afval kan worden gehandhaafd. Dit doel wordt bereikt doordat de luchtafvoer uitmondt aan de bovenzijde van de dekselplaat en is voorzien van een afdekking tegen het binnendringen van hemelwater.

De uit de afval afkomstige lucht kan nu direkt ontwijken via de luchtafvoer in de dekselwand. Daardoor zal de lucht minder kans krijgen om in het vat zelf af te koelen, en ook minder snel tot condensvorming aan de binnenzijde van de dekselplaat aanleiding geven. Tevens is verzekerd dat ook geen regenwater in het vat kan binnendringen.

Volgens een eerste variant mondt de luchtafvoer uit in een in wezen horizontaal deel van de dekselplaat, en is hij af gedekt door een afdek-kap.

Bij voorkeur is de afdekkap verstelbaar tussen een stand waarin hij de luchtafvoer afsluit en een stand waarin hij deze vrijgeeft. Daardoor kan de afdekkap tevens een rol spelen bij het instellen van het juiste klimaat in het vat.

Volgens een eerste mogelijkheid is de afdekkap loodrecht ten opzichte van de dekselplaat verstelbaar, bijvoorbeeld doordat hij steunmid-delen bezit waarmee hij ondersteunbaar is op de rand van een in de dekselplaat voorzien luchtafvoergat.

Volgens een eenvoudige en stevige uitvoeringsvorm zijn aan de afdekkap aan de onderzijde tenminste drie zich vanuit het midden van de kap uitstrekkende steunwanden bevestigd, welke steunwanden evenzoveel lucht-afvoeropeningen insluiten en aan hun kopzijde telkens tenminste twee nokken bezitten die in samenwerking met de gatrand evenzoveel standen bepalen van de afdekkap.

Bij voorkeur zijn de nokken die zich het dichtst bij het vrije eind van de wanden bevinden weerhaakvormig zodanig dat de afdekkap niet uit het luchtafvoergat kan worden verwijderd.

Het verstellen van de afdekkap kan worden vergemakkelijkt indien de gatrand veerkrachtig is met betrekking tot belastingen in het vlak van de dekselplaat, bijvoorbeeld doordat de gatrand in dwarsdoorsnede omgekeerd V-vormig of hoedvormig is.

Volgens een tweede mogelijkheid is afdekkap ten opzichte van de dekselplaat verdraaibaar in een vlak evenwijdig aan die dekselplaat. Hierbij is het luchtafvoergat cirkelvormig en is rondom dat gat een aantal kantelen aangebracht waarop de afdekkap geklikt is. Tevens bezit de afdekkap een aan zijn onderzijde bevestigde omtrekswand waarin uitsparingen zijn vrijgelaten die in een eerste draaistand van de afdekkap zijn afgesloten door de kantelen, en in een tweede draaistand zijn vrijgegeven .

Volgens een tweede variant bezit de dekselplaat een verhoogd gedeelte met een in wezen vertikaal verlopende omtrek, in welke omtrek de luchtafvoer zich bevindt. Aangezien de luchtafvoer daarbij ook in een vertikaal vlak verloopt, zal niet gemakkelijk hemelwater binnendringen

Ook bij deze variant kan de luchtafvoer regelbaar worden uitgevoerd. Daartoe is het verhoogde gedeelte cilindrisch en bedekt door een afdekkap die een cilindrisch schort bezit dat de omtrek van het verhoogde gedeelte omgeeft, in welk schort zich openingen bevinden die door verdraaiing van de afdekkap binnen of buiten bereik met luchtafvoeropeningen in de omtrek van het verhoogde gedeelte kunnen worden gebracht.

Bij voorkeur is de dekselplaat inwendig hol gekromd, en bevindt de luchtafvoer zich in het hoogstgelegen gebied van de dekselplaat. Bij deze uitvoering kunnen zich geen "stilstaande" gebieden vormen onder de dekselplaat, waardoor condensvorming verder wordt tegengegaan.

Vervolgens zal de uitvinding aan de hand van enkele uitvoerings-voorbeelden nader worden toegelicht.

Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld van het vat met afdekkap in perspectief.

Figuur 2 toont een doorsnede door de dekselplaat en de afdekkap.

Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld in doorsnede.

Figuur 4 toont een derde uitvoeringsvoorbeeld in perspektief.

Figuren 5 en 6 tonen doorsneden volgens V-V en VI-VI van figuur 4.

Figuur 7 toont een vorm voor de vatbodem.

Figuur 8 toont een detail van figuur 7.

Het in figuur 1 getoonde vat voor het bereiden van compost bezit een romp 1 waarvan slechts de bovenzijde is weergegeven. De romp steunt aan zijn onderzijde op een eveneens niet getoonde bodemplaat die lucht-toevoergaten bezit. Verder is in het onderste deel van de romp een klep aangebracht voor het uithalen van de gerede compost.

Op de romp 1 is een deksel 2 geplaatst, dat in verband met het vullen van het vat verwijderd kan worden. Dit deksel 2 kan luchtafvoergaten bezitten die zich bevinden nabij de bovenrand van de romp 1, ter plaatse van de uitstulpingen 3 van het deksel.

Centraal in het deksel is een luchtafvoergat 4 aangebracht. De gatrand 5 bezit de in figuur 2 getoonde omgekeerd V-vormige dwarsdoorsnede. Dankzij deze vorm kan de gatrand 5 elastisch ingedrukt worden. Deze indrukbaarheid is van belang in verband met de verstelbaarheid van de in zijn geheel met 6 aangeduide afdekkap.

Afdekkap 6 omvat een dekplaat 7 die aan zijn naar de dekselplaat 2 gekeerde zijde vier zich vanuit het midden van de dekplaat uitstrekkende wanden 8 bezit. De afstand tussen de kopzijden 9 van twee tegenover elkaar liggende wanden 8 is ongeveer gelijk aan de inwendige diameter van gatrand 5·

Op de kopzijden 9 zijn nokken 11, 12 aangebracht. De vorm van de nokken 11 is zodanig dat zij in beide richtingen langs de gatrand 5 geduwd kunnen worden. Zij bepalen twee standen waarin de afdekkap meer of minder ver is geopend. De afdekkap kan de afvoeropening geheel afsluiten wanneer de bovenste nok langs de gatrand wordt geduwd.

De onderste nok 12 biedt de mogelijkheid om de afdekkap te installeren in het gat 4, doch verhindert vanwege zijn weerhaakvorm het verwijderen van de afdekkap.

Tevens kan de dekplaat 7 aan zijn omtrek een naar beneden wijzende rand 13 bezitten die in de gesloten stand van de afdekkap de omgekeerd V-vormige gatrand 5 geheel omsluit.

Bij de in figuur 3 getoonde uitvoeringsvorm is de dekselplaat 20 voorzien van een verhoogde gedeelte 21, dat een vertikale omtrek 22 bezit en een sluitdeel 23- Op het verhoogde gedeelte 21 is een afdekkap 24 geklikt. Het verhoogde gedeelte 21 en de afdekkap 24 zijn cilindrisch, zodat zij ten opzichte van elkaar verdraaibaar zijn. Daardoor kunnen de gaten 25 resp. 26 tegen over elkaar worden gebracht voor het vrijgeven van de luchtafvoer. Andersom kunnen zij ook in niet-samenvallende toestand worden gebracht, ter afsluiting van het vat.

Het in figuren 4-6 getoonde vat bezit een centraal luchtafvoergat 14, langs de rand waarvan een vijftal kantelen 15 is aangebracht. Deze kantelen 15 bezitten een groefvormig deel 16, waarop richel van de afdekkap 17 kan worden geklikt. Deze afdekkap 17 bezit ter plaatse van de uitstulpingen 18 luchtafvoeropeningen 31·

Indien de afdekkap zodanig wordt verdraaid dat deze openingen 31 zich tegenover de kantelen bevinden, is de luchtafvoer afgesloten. Bij het vervolgens verdraaien van de afdekkap 17 kunnen deze openingen 31 steeds verder worden vrijgegeven.

De bodem van het bekende compostvat bezit een aantal gaten waar doorheen de lucht kan binnentreden. Ter vergemakkelijking van de vervaardiging van de bodem is de in figuur 7 getoonde bodem voor een eveneens bekende mal voorzien. Een dergelijke mal wordt op bekende wijze gebruikt voor het rotatievormen van het gehele vat Deze bodem 27 bezit een aantal pennen 28 die naar de binnenzijde van de bodem wijzen. Elke pen 28 bezit een steel 29 en een kop 30· De steel is vastgeklemd in overeenkomstige gaten in de bodem.

De pennen zijn uitgevoerd in polytetrafluorethyleen. Bij het vormen van de vatbodem wordt daardoor het vasthechten van de kunststof vermeden.

Claims (16)

1. Vat voor het bereiden van compost uit afval, omvattende een romp, een van een luchttoevoer voorziene bodemplaat alsmede een van een luchtafvoer voorziene dekselplaat met het kenmerk dat de luchtafvoer uitmondt aan de bovenzijde van de dekselplaat en is voorzien van een afdekking tegen het indringen van hemelwater.

2. Vat volgens conclusie 1, waarbij de luchtafvoer uitmondt in een in wezen horizontaal deel van de dekselplaat, en is af gedekt door een af dekkap.

3. Vat volgens conclusie 2, waarbij de afdekkap verstelbaar is tussen een stand waarin hij de luchtafvoer afsluit en een stand waarin hij deze vrijgeeft. k. Vat volgens conclusie 3» waarbij de afdekkap loodrecht ten opzichte van de dekselplaat verstelbaar is.

5. Vat volgens conclusie 4, waarbij de afdekkap steunmiddelen bezit waarmee hij ondersteunbaar is op de rand van een in de dekselplaat voorzien luchtafvoergat.

6. Vat volgens conclusie 5. waarbij aan de afdekkap aan de onderzijde tenminste drie zich vanuit het midden van de kap uitstrekkende steunwanden zijn bevestigd, welke steunwanden een overeenkomstig aantal luchtafvoeropeningen insluiten en aan hun kopzijde telkens tenminste twee nokken bezitten die in samenwerking met de gatrand een overeenkomstig aantal standen bepalen van de afdekkap.

7· Vat volgens conclusie 6, waarbij aan de afdekkap vier telkens onder een rechte hoek ten opzichte van elkaar verlopende wanden zijn bevestigd die aan hun kopzijde telkens drie nokken bezitten.

8. Vat volgens conclusie 7, waarbij de nokken die zich het dichtst bij het vrije eind van de wanden bevinden weerhaakvormig zijn zodanig dat de afdekkap niet uit het luchtafvoergat kan worden verwijderd.

9. Vat volgens conclusie 5. 6, 7 of 8, waarbij de gatrand veerkrachtig is met betrekking tot belastingen in het vlak van de deksel-plaat.

10. Vat volgens conclusie 9. waarbij de gatrand in dwarsdoorsnede omgekeerd V-vormig of hoedvormig is.

11. Vat volgens conclusie 10, waarbij de afdekkap aan zijn omtrek een naar de zijden van de steunwanden wijzende rand bezit die in gesloten stand van de afdekkap de gatrand omgeeft.

12. Vat volgens conclusie 3. waarbij de afdekkap ten opzichte van de dekselplaat verdraaibaar is in een vlak evenwijdig aan die deksel-plaat.

13· Vat volgens conclusie 12, waarbij het luchtafvoergat cirkelvormig is. en rondom dat gat een aantal kantelen is aangebracht waarop de afdekkap geklikt is, welke afdekkap een aan zijn onderzijde bevestigde omtrekswand bezit waarin uitsparingen zijn vrijgelaten die in een eerste draaistand van de afdekkap zijn afgesloten door de kantelen, en in een tweede draaistand zijn vrijgegeven.

14. Vat volgens conclusie 1, waarbij de dekselplaat een verhoogd gedeelte bezit met een in wezen vertikaal verlopende omtrek, in welke omtrek de luchtafvoer zich bevindt.

15. Vat volgens conclusie 14, waarbij het verhoogde gedeelte cilindrisch is en bedekt is door een afdekkap die een cilindrisch schort bezit dat de omtrek van het verhoogde gedeelte omgeeft, in welk schort zich openingen bevinden die door verdraaiing van de afdekkap binnen of buiten bereik met luchtafvoeropeningen in de omtrek van het verhoogde gedeelte kunnen worden gebracht.

16. Vat volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de dekselplaat inwendig hol is gekromd, en de luchtafvoer zich in het hoogst gelegen gebied van de dekselplaat bevindt.

17· Mal voor het vervaardigen van een bodemplaat voor een vat volgens één der voorgaande conclusies, welke mal een bodemplaatmal omvat voorzien van een aantal pennen die uitsteken naar het inwendige van de mal.