NL9101631A - Verdeelinrichting. - Google Patents

Verdeelinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL9101631A
NL9101631A NL9101631A NL9101631A NL9101631A NL 9101631 A NL9101631 A NL 9101631A NL 9101631 A NL9101631 A NL 9101631A NL 9101631 A NL9101631 A NL 9101631A NL 9101631 A NL9101631 A NL 9101631A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
conductor
distribution device
signal connection
signal
conductor module
Prior art date
Application number
NL9101631A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Holec Syst & Componenten
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Holec Syst & Componenten filed Critical Holec Syst & Componenten
Priority to NL9101631A priority Critical patent/NL9101631A/nl
Priority to EP92202854A priority patent/EP0534538B1/en
Priority to DE69221413T priority patent/DE69221413T2/de
Priority to DK92202854.3T priority patent/DK0534538T3/da
Priority to AT92202854T priority patent/ATE156633T1/de
Priority to ES92202854T priority patent/ES2106817T3/es
Priority to NO923730A priority patent/NO180399C/no
Priority to FI924301A priority patent/FI105729B/fi
Publication of NL9101631A publication Critical patent/NL9101631A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02JCIRCUIT ARRANGEMENTS OR SYSTEMS FOR SUPPLYING OR DISTRIBUTING ELECTRIC POWER; SYSTEMS FOR STORING ELECTRIC ENERGY
    • H02J13/00Circuit arrangements for providing remote indication of network conditions, e.g. an instantaneous record of the open or closed condition of each circuitbreaker in the network; Circuit arrangements for providing remote control of switching means in a power distribution network, e.g. switching in and out of current consumers by using a pulse code signal carried by the network
    • H02J13/00006Circuit arrangements for providing remote indication of network conditions, e.g. an instantaneous record of the open or closed condition of each circuitbreaker in the network; Circuit arrangements for providing remote control of switching means in a power distribution network, e.g. switching in and out of current consumers by using a pulse code signal carried by the network characterised by information or instructions transport means between the monitoring, controlling or managing units and monitored, controlled or operated power network element or electrical equipment
    • H02J13/00012Circuit arrangements for providing remote indication of network conditions, e.g. an instantaneous record of the open or closed condition of each circuitbreaker in the network; Circuit arrangements for providing remote control of switching means in a power distribution network, e.g. switching in and out of current consumers by using a pulse code signal carried by the network characterised by information or instructions transport means between the monitoring, controlling or managing units and monitored, controlled or operated power network element or electrical equipment using an auxiliary transmission line
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02JCIRCUIT ARRANGEMENTS OR SYSTEMS FOR SUPPLYING OR DISTRIBUTING ELECTRIC POWER; SYSTEMS FOR STORING ELECTRIC ENERGY
    • H02J13/00Circuit arrangements for providing remote indication of network conditions, e.g. an instantaneous record of the open or closed condition of each circuitbreaker in the network; Circuit arrangements for providing remote control of switching means in a power distribution network, e.g. switching in and out of current consumers by using a pulse code signal carried by the network
    • H02J13/00032Systems characterised by the controlled or operated power network elements or equipment, the power network elements or equipment not otherwise provided for
    • H02J13/00036Systems characterised by the controlled or operated power network elements or equipment, the power network elements or equipment not otherwise provided for the elements or equipment being or involving switches, relays or circuit breakers
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01HELECTRIC SWITCHES; RELAYS; SELECTORS; EMERGENCY PROTECTIVE DEVICES
    • H01H2300/00Orthogonal indexing scheme relating to electric switches, relays, selectors or emergency protective devices covered by H01H
    • H01H2300/03Application domotique, e.g. for house automation, bus connected switches, sensors, loads or intelligent wiring
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B90/00Enabling technologies or technologies with a potential or indirect contribution to GHG emissions mitigation
    • Y02B90/20Smart grids as enabling technology in buildings sector
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y04INFORMATION OR COMMUNICATION TECHNOLOGIES HAVING AN IMPACT ON OTHER TECHNOLOGY AREAS
    • Y04SSYSTEMS INTEGRATING TECHNOLOGIES RELATED TO POWER NETWORK OPERATION, COMMUNICATION OR INFORMATION TECHNOLOGIES FOR IMPROVING THE ELECTRICAL POWER GENERATION, TRANSMISSION, DISTRIBUTION, MANAGEMENT OR USAGE, i.e. SMART GRIDS
    • Y04S20/00Management or operation of end-user stationary applications or the last stages of power distribution; Controlling, monitoring or operating thereof
    • Y04S20/14Protecting elements, switches, relays or circuit breakers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Remote Monitoring And Control Of Power-Distribution Networks (AREA)
  • Distribution Board (AREA)
  • Physical Deposition Of Substances That Are Components Of Semiconductor Devices (AREA)
  • Element Separation (AREA)
  • Input Circuits Of Receivers And Coupling Of Receivers And Audio Equipment (AREA)
  • Discharge Of Articles From Conveyors (AREA)
  • Magnetic Resonance Imaging Apparatus (AREA)
  • Paper (AREA)
  • Separation By Low-Temperature Treatments (AREA)
  • Selective Calling Equipment (AREA)
  • Patch Boards (AREA)
  • Investigating Or Analyzing Materials By The Use Of Ultrasonic Waves (AREA)
  • Engine Equipment That Uses Special Cycles (AREA)
  • Lubrication Of Internal Combustion Engines (AREA)
  • Ultra Sonic Daignosis Equipment (AREA)

Description

Aanvraagster noemt als uitvinders: N.J. van de Ven en M. Kippers.
De uitvinding heeft betrekking op een verdeelinrichting voor een elektrische installatie. Een dergelijke verdeelinrichting is in de praktijk bekend.
De bekende verdeelinrichting is voorzien van een aantal schakelele-menten (automaten), zoals kortsluit- en aardlekschakelaars, die in de fabriek overeenkomstig de specificaties van de betreffende verdeelinrichting zijn gemonteerd. Het aantal en het type in de verdeelinrichting gemonteerde schakelelementen en de bijbehorende bedrading ligt daarmee vast. In de praktijk ontstaat echter vaak de behoefte om een elektrische installatie te wijzigen, bijvoorbeeld door meer groepen te creëren of door aan de bestaande groepen andere bestemmingen te geven. Hiervoor is het nodig om de verdeelinrichting aan te passen door schakelelementen toe te voegen, respectievelijk te vervangen door schakelmiddelen van een ander type. Door het vaste aantal schakelelementen is de bekende verdeelinrichting echter minder geschikt om te worden uitgebreid, terwijl voor het vervangen van schakelelementen vaak ingrijpende wijzigingen in de verdeelinrichting nodig zijn, met name in de bedrading.
In de praktijk ontstaat in toenemende mate de behoefte om op de elektrische installatie aangesloten apparatuur dan wel delen van de elektrische installatie op afstand te kunnen bedienen. Hierbij is het voordelig indien groepen of delen van groepen van de installatie op afstand kunnen worden geschakeld, bijvoorbeeld om alle elektrische apparatuur in een niet in gebruik zijnde ruimte uit te schakelen, of om voor bepaalde elektrische apparatuur een extra beveiliging te verschaffen. De in de verdeelinrichting aanwezige schakelelementen dienen hiertoe op afstand te kunnen worden bediend. Het aanbrengen van op afstand bestuurbare schakelelementen in een bekende verdeelinrichting brengt het probleem met zich mee, dat deze bekende verdeelinrichting in het algemeen niet is voorbereid op het inbouwen van dergelijke schakelelementen. Dit betekent dat het vervangen van de schakelelementen ook een aanpassen respectievelijk ombouwen van de verdeelinrichting met zich meebrengt, waarbij aanvullende bedrading voor het overdragen van besturingssignalen moet worden aangebracht. Dit aanbrengen van extra bedrading in een bestaande verdeelinrichting is echter tamelijk gecompliceerd en tijdrovend, waardoor het relatief kostbaar is. Bovendien brengt het aanbrengen van extra bedrading de mogelijkheid met zich mee, dat bij het aansluiten van deze bedrading fouten worden gemaakt. Hierdoor kan niet alleen de correcte werking van de verdeelinrichting, maar ook de veiligheid van de elektrische installatie worden aangetast.
De uitvinding beoogt deze nadelen te vermijden en een verdeelinrichting voor een elektrische installatie te verschaffen, die niet alleen eenvoudig kan worden uitgebreid, maar ook geschikt is voor het aanbrengen van op afstand bestuurbare schakelelementen. De verdeelinrichting volgens de uitvinding heeft hiertoe het kenmerk, dat deze voor het opnemen van op afstand bestuurbare schakelelementen is voorzien van energie-aansluit-organen en signaalaansluitorganen, waarbij de signaalaansluitorganen met een geleiderstelsel voor het overdragen van besturingssignalen zijn verbonden.
Door het verschaffen van energie- en signaalaansluitorganen voor het naar behoefte aanbrengen van al dan niet op afstand bestuurbare schakelelementen wordt een flexibele verdeelinrichting verschaft die eenvoudig kan worden aangepast aan gewijzigde behoeften van de gebruiker. Door de signaalaansluitorganen met een geleiderstelsel voor het overdragen van besturingssignalen te verbinden is het achteraf aanbrengen van extra bedrading overbodig, waardoor het aanbrengen van op afstand bestuurbare schakelelementen aanzienlijk goedkoper en met een sterk gereduceerde kans op foutieve aansluitingen tot stand kan worden gebracht.
Het aanpassen en uitbreiden van de verdeelinrichting volgens de uitvinding kan nog verder worden vereenvoudigd door deze zodanig uit te voeren, dat het geleiderstelsel een of meer geleidermodules omvat, waarbij elke geleidermodule in een gemeenschappelijke behuizing ondergebrachte geleiders alsmede contactorganen voor het contacteren van verdere geleiders omvat. Door een dergelijke modulaire opbouw van het geleiderstelsel is het mogelijk naar behoefte één of meer geleidermodules in de verdeelinrichting op te nemen en bij uitbreiding van de verdeelinrichting verdere modules bij te plaatsen. Het onderbrengen van de geleiders in een gemeenschappelijke behuizing heeft het voordeel, dat de geleiders tot één module worden gevormd, waardoor het aanbrengen van aanvullende geleiders of het vervangen van bestaande geleiders door het enkel bijplaatsen van een verdere geleidermodule respectievelijk door het vervangen van een aanwezige geleidermodule zeer eenvoudig kan plaatsvinden. Voor het contacteren van verdere geleiders zijn de geleidermodules voorzien van contactorganen, zodat de geleidermodules eenvoudig in het geleiderstelsel kunnen worden opgenomen.
Een verdere vereenvoudiging van de verdeelinrichting volgens de uitvinding wordt verkregen indien deze zodanig is uitgevoerd, dat de signaalaansluitorganen in de geleidermodules zijn ondergebracht. Hierdoor is het mogelijk bij uitbreiding van de verdeelinrichting zowel de sig-naalaansluitorganen als het bijbehorende deel van het geleiderstelsel in één handeling te plaatsen. Bovendien hoeven de signaalaansluitorganen bij het wijzigen van de verdeelinrichting niet nog eens op het geleiderstelsel te worden aangesloten, hetgeen wederom een aansluithandeling en de kans op bij die handeling optredende fouten uitspaart.
Bij voorkeur is de verdeelinrichting volgens de uitvinding zodanig uitgevoerd,' dat deze verder is voorzien van een signaalaansluiteenheid voor het aansluiten van signaaldraden voor het van en naar de verdeelinrichting overdragen van bedieningssignalen, en dat het geleiderstelsel op de signaalaansluiteenheid is aangesloten. Door het aansluiten van signaaldraden, die de overdracht van besturingsignalen van en naar buiten de verdeelinrichting gelegen besturingsorganen verzorgen, via een centrale signaalaansluiteenheid te laten verlopen, wordt een eenvoudige en overzichtelijke opbouw van de verdeelinrichting verkregen. Bovendien ontstaat zo de mogelijkheid om op een centraal punt, te weten de signaalaansluiteenheid, extra voorzieningen in te bouwen, zoals signaalverwerkingsscha-kelingen, beveiligingen, en dergelijke. Door het verschaffen van een dergelijk centraal aansluitpunt in de vorm van de signaalaansluiteenheid hoeven deze extra voorzieningen slechts eenmaal te worden aangebracht.
Voor het aansluiten van signaaldraden is de verdeelinrichting volgens de uitvinding bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat de signaalaansluiteenheid voor het aansluiten van signaaldraden is voorzien van klemmenstroken, welke klemmenstroken met het geleiderstelsel zijn verbonden. De klemmenstroken maken een eenvoudige wijze van aansluiten van de signaaldraden mogelijk. Door de klemmenstroken vooraf in de signaalaansluiteenheid in te bouwen, brengt het naderhand aanbrengen van verdere signaaldraden geen extra materiaalkosten met zich mee.
Het geleiderstelsel, dat als één of meer geleidermodules kan zijn uitgevoerd, kan vast met de signaalaansluiteenheid zijn verbonden. Teneinde een eenvoudiger aanpassing van de verdeelinrichting aan de behoeften van de gebruiker mogelijk te maken, verdient het de voorkeur dat ook het geleiderstelsel eenvoudig kan worden vervangen. Hiertoe is de verdeelinrichting bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat de signaalaansluiteenheid is voorzien van een of meer connectoren voor het losneembaar aansluiten van het geleiderstelsel.
Op de signaalaansluiteenheid kunnen signaaldraden afkomstig van verschillende soorten afstandsbesturingsorganen worden aangesloten. Als afstandsbesturingsorganen kunnen bijvoorbeeld drukknop- of wisselschake-laars fungeren, maar ook radio- of infraroodontvangers. Verder is af- standsbesturing mogelijk door middel van telecommunicatieleidingen, zoals telefoonleidingen en databussen. Hierbij zullen de verschillende soorten afstandsbesturing in het algemeen verschillende soorten signalen genereren. Teneinde een eenvoudige opbouw van de verdeelinrichting te krijgen zijn de op afstand bestuurbare schakelelementen bij voorkeur ingericht voor het reageren op uniforme besturingssignalen. Voor het omzetten van verschillende soorten besturingssignalen in de uniforme besturingssignalen van de verdeelinrichting is deze bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat de signaalaansluiteenheid is voorzien van middelen voor het omzetten van signaalcodes en voor het aan het geleiderstelsel afgeven van geschikte besturingssignalen. De middelen voor het omzetten van signaalcodes kunnen relais of elektronische schakelingen, bijvoorbeeld signaalverwerkings-schakelingen, omvatten. Zo kunnen de signaalverwerkingsschakelingen een interface vormen tussen bijvoorbeeld telecommunicatieleidingen en het geleiderstelsel van de verdeelinrichting. Dergelijke elektronische schakelingen kunnen bijvoorbeeld zijn voorzien van een microprocessor of een applicatie-specifieke geïntegreerde schakeling voor het omzetten van besturingssignalen of voor andere taken. Bij voorkeur zijn de verschillende schakelingen en relais op afzonderlijke platen met gedrukte bedrading (insteekkaarten) of in afzonderlijke signaalverwerkingsmodules ondergebracht, zodat de signaalaansluiteenheid op eenvoudige wijze aan verschillende afstandsbesturingsorganen kan worden aangepast. Eventueel kunnen in de signaalaansluiteenheid zelf sensoren, zoals infraroodsenso-ren, worden ondergebracht.
Uniforme besturingssignalen voor de op afstand bestuurbare schakelelementen kunnen op eenvoudige wijze worden opgewekt met behulp van scha-kelorganen die bijvoorbeeld besturingsimpulsen met twee of drie spanningsniveaus afgeven. Hiertoe kan de verdeelinrichting zodanig zijn uitgevoerd, dat de signaalaansluiteenheid is voorzien van bekrachtigings-middelen, alsmede van schakelorganen voor het via de bekrachtigingsmidde-len besturen van de op afstand bestuurbare schakelelementen.
Een voordelige en veilige opbouw van de verdeelinrichting volgens de uitvinding wordt verkregen indien deze zodanig wordt uitgevoerd, dat de energie-aansluitorganen eerste energie-aansluitorganen voor het toevoeren van elektrische energie en tweede energie-aansluitorganen voor het afvoeren van elektrische energie omvatten, en dat de signaalaansluitorganen tussen de eerste en de tweede energie-aansluitorganen zijn gelegen. Door de signaalaansluitorganen in een aparte ruimte tussen de eerste en tweede energie-aansluitorganen aan te brengen wordt een functionele scheiding alsook een spanningsscheiding verkregen, hetgeen zowel de elektrische veiligheid als de overzichtelijkheid van de verdeelinrichting en daarmee de eenvoud van het installeren vergroot.
Een bijzonder compacte opbouw van de verdeelinrichting volgens de uitvinding wordt verkregen indien deze is ingericht voor het onderling aangrenzend, dwars op het geleiderstelsel opnemen van schakelelementen. Hierdoor is het mogelijk met een minimale lengte van het geleiderstelsel een maximaal aantal schakelelementen te besturen.
Een geleidermodule volgens de uitvinding is bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat deze voor het toevoeren van besturingssignalen aan de signaalaansluitorganen van de geleidermodule een eerste groep geleiders alsmede voor het toevoeren van besturingssignalen aan ten minste één verdere geleidermodule een tweede groep geleiders omvat. De eerste groep geleiders maakt het toevoeren van besturingssignalen aan de signaalaansluitorganen en dus aan de op de signaalaansluitorganen aangesloten op afstand bestuurbare schakelelementen mogelijk. Voor het aansluiten van verdere geleiders of een verdere geleidermodule is een tweede groep geleiders verschaft. Deze opzet maakt het mogelijk de besturingssignalen van de op de betreffende geleidermodule aangesloten schakelelementen en die van op een verdere geleidermodule aangesloten schakelelementen te scheiden. Bij voorkeur is de geleidermodule zodanig opgebouwd, dat deze twee lange zijden en twee korte zijden bezit, en dat de signaalaansluitorganen langs een lange zijde en de contactorganen langs tenminste een korte zijde zijn aangebracht. Door de signaalaansluitorganen langs een lange zijde aan te brengen wordt voldoende ruimte voor het aanbrengen van schakelelementen verschaft. Het langs een korte zijde aanbréngen van de contactorganen, zoals een connector, maakt een compacte opbouw van deze connector mogelijk. Voor het toepassen van de geleidermodule volgens de uitvinding bij besturingssignalen met bijvoorbeeld drie signaalniveaus is deze bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat de signaalaansluitorganen elk drie contactvlakken omvatten. Van deze drie contactvlakken kan een eerste op een eerste signaalniveau, een tweede op een tweede signaalniveau en een derde op een gemeenschappelijke potentiaal worden aangesloten.
Hoewel het mogelijk is in de behuizing van de geleidermodule losse bedrading of aan lintkabel aan te brengen, kan de montage van de geleidermodule sterk worden vereenvoudigd door deze zodanig uit te voeren, dat de geleiders worden gevormd door geleiderbanen van een plaat met gedrukte bedrading. Door bekende etsprocédées toe te passen kan elke gewenste structuur van de geleiderbanen worden verkregen. Bovendien kan met een dergelijk procédé een willekeurig aantal contactvlakken op de plaat worden gevormd. Voor het opnemen van grote aantallen geleiders of bij toe passing van uit drie contactvlakken bestaande signaalaansluitorganen kan met voordeel een plaat met dubbelzijdige gedrukte bedrading worden toegepast. Het is echter ook mogelijk in plaats van een plaat met gedrukte bedrading een flexibel folie met daarop aangebracht geleiderbanen te gebruiken. Dit is in het bijzonder voordelig, indien een flexibele gelei-dermodule gewenst is. Het aanbrengen van een geleidermodule in de ver-deelinrichting is in het algemeen echter het eenvoudigst indien de geleidermodule zodanig is uitgevoerd, dat de behuizing in wezen star is.
Met voordeel is de geleidermodule volgens de uitvinding zodanig uitgevoerd, dat de behuizing is voorzien van positioneringsnokken voor het in de verdeelinrichting positioneren van de geleidermodule. Dit vereenvoudigt het correct plaatsen van de geleidermodule, terwijl de positioneringsnokken bovendien een vergrendelende werking kunnen hebben, waardoor de geleidermodule in de verdeelinrichting wordt vastgehouden en daarin eenduidig wordt gepositioneerd. Voor het onderbrengen van de positioneringsnokken kunnen in die delen van de verdeelinrichting, die de geleidermodule omsluiten, daartoe geschikte uitsparingen zijn aangebracht .
Een zeer eenvoudige en voordelige opbouw van de geleidermodule volgens de uitvinding wordt verkregen indien deze zodanig is uitgevoerd, dat de behuizing een middendeel en tenminste twee, door vouwranden met het middendeel verbonden zijdelen omvat, waarbij tenminste een zijdeel is voorzien van op het andere zijdeel ingrijpende grendelmiddelen. Het aantal onderdelen van de geleidermodule wordt geminimaliseerd en de assemblage daarvan verder vereenvoudigd indien deze zodanig is uitgevoerd, dat de behuizing uit één stuk is vervaardigd. Afhankelijk van de toegepaste techniek voor het vervaardigen van de behuizing kan het echter, bijvoorbeeld vanwege de kosten van het vervaardigen van een matrijs, voordeliger zijn om de behuizing uit meerdere, bijvoorbeeld twee, delen te laten bestaan.
De uitvinding zal in het onderstaande aan de hand van de figuren worden toegelicht.
Figuur 1 toont schematisch een verdeelinrichting volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont in perspectief een voorkeursuitvoeringsvorm van de verdeelinrichting volgens de uitvinding.
Figuur 3 toont in perspectief een geleidermodule volgens de uitvinding met uiteengenomen delen.
Figuur 4 toont, in perspectief, een andere uitvoeringsvorm van een geleidermodule volgens de uitvinding met uiteengenomen delen.
De in figuur 1 schematisch weergegeven verdeelinrichting 1 is voor het aanbrengen van schakelelementen 2 voorzien van energie-aansluitorga-nen 3 en signaalaansluitorganen 4. De schakelelementen 2 kunnen naar behoefte op de daartoe bestemde plaatsen in de verdeelinrichting 1 worden aangebracht; in figuur 1 zijn de aanwezige schakelelementen 2 met stippellijnen weergegeven. Voor het maken van elektrisch contact met de verdeelinrichting 1 zijn de schakelelementen 2 voorzien van contactorganen (niet getoond), die in gemonteerde toestand de energie-aansluitorganen 3 en, indien sprake is van op afstand bestuurbare schakelelementen 2, de signaalaansluitorganen 4 contacteren. In de schematisch weergegeven uitvoeringsvorm dienen de energie-aansluitorganen 3a voor het toevoeren van elektrische energie aan de schakelelementen 2, terwijl de energie-aansluitorganen 3b dienen voor het afvoeren van elektrische energie.
De signaalaansluitorganen 4 zijn hier tussen de energie-aansluitorganen 3a en 3b gelegen, waardoor zowel een functionele scheiding alsook een spanningsscheiding ten opzichte van de energietoevoer- (3a) en ener-gie-afvoerwegen (3b) wordt verkregen.
De signaalaansluitorganen 4 zijn verbonden met een geleiderstelsel 5 voor het overdragen van besturingssignalen. Het geleiderstelsel 5 kan bestaan uit een aantal gescheiden geleiders, die elk met een signaalaan-sluitorgaan 4 zijn verbonden, of uit één of meer gemeenschappelijke geleiders, waarop alle signaalaansluitorganen 4 zijn aangesloten (busstructuur) . Uiteraard is een combinatie van beide systemen ook mogelijk. Voor het contacteren van verdere geleiders is het geleiderstelsel 5 elektrisch verbonden met contactorganen 6. Op deze contactorganen 6 kunnen signaaldraden voor het maken van verbindingen met buiten de verdeelinrichting gelegen afstandsbesturingsorganen worden aangesloten. Ook kunnen op de contactorganen 6 verdere geleiders of een verder geleiderstelsel van een verdere verdeelinrichting 1 worden aangesloten. Door de aanwezigheid van de signaalaansluitorganen 4 en het geleiderstelsel 5 in de verdeelinrichting 1 kunnen op afstand bestuurbare schakelelementen zonder meer in de verdeelinrichting volgens de uitvinding worden aangebracht.
De in figuur 2 weergegeven voorkeursuitvoeringsvorm van de verdeelinrichting 1 volgens de uitvinding omvat een eerste eenheid 1a en een tweede eenheid 1b. Beide eenheden bezitten een bodemdeel 7. in elk bodem-deel 7 zijn aansluitblokken 8 aangebracht, die elk zijn voorzien van energie-aansluitorganen 3a respectievelijk 3b. In de weergegeven voorkeursuitvoeringsvorm wordt elk energie-aansluitorgaan 3 gevormd door een aantal achter aansluitopeningen 9 aangebrachte aansluitorganen (niet getoond) . Het geleiderstelsel 5 is evenals de signaalaansluitorganen 4 ondergebracht in geleidermodules 10, waarbij één geleidermodule 10 gedeeltelijk opengewerkt is weergegeven om het daarin aanwezige geleider-stelsel 5 te tonen. Tussen de aansluitblokken 8 van elke eenheid 1a respectievelijk 1b is een sleuf 11 aanwezig voor het opnemen van de geleidermodule 10. In gemonteerde toestand bevinden de signaalaansluitorganen 4 zich in een zodanige positie, dat zij door een schakelelement 2, zoals een schakelautomaat, kunnen worden gecontacteerd. Hiertoe bezit een schakelelement 2 een signaalconnector 12 voor het contacteren van de signaalaansluitorganen 4 en contactpennen 13 voor het contacteren van de ener-gie-aansluitorganen 3.
De weergegeven verdeelinrichting 1 omvat tevens een signaalaansluit-eenheid 1c met een behuizing 15, waarin klemmenstroken 16 zijn aangebracht. Op de klemmenstroken 16 kunnen van buiten de verdeelinrichting 1 afkomstige signaaldraden 17 worden aangesloten. De klemmenstroken 16 zijn via een daartoe ingericht aansluitelement 18, dat bijvoorbeeld uit een plaat met gedrukte bedrading kan bestaan, aangesloten op de geleidermodule 10 van de eerste eenheid 1a. In de signaalaansluiteenheid 1c kunnen nog verdere componenten worden ondergebracht, zoals een transformator, signaalverwerkingsschakelingen, relais en zekeringen (niet getoond). Hoewel de weergegeven signaalaansluiteenheid 1c één behuizing 15 omvat, is het ook mogelijk om de signaalaansluiteenheid 1c over meerdere behuizingen 15 te verdelen dan wel uit te breiden met componenten, die in verdere behuizingen 15 zijn opgenomen. De signaalaansluiteenheid 1c kan worden afgesloten met een deksel 19. Deksels 20 van de eerste eenheid 1a en de tweede eenheid 1b zijn zodanig uitgevoerd, dat schakelelementen 2 in gemonteerde toestand door de deksels 20 heensteken, waardoor de schakelelementen 2 ook met de hand kunnen worden bediend.
De in figuur 3 met uiteengenomen delen weergegeven voorkeursuitvoeringsvorm van een geleidermodule 10 volgens de uitvinding omvat een behuizing 21 en een substraat 22. Op het substraat 22, dat bij voorkeur door een plaat met gedrukte bedrading wordt gevormd, is het geleiderstel-sel 5 in de vorm van geleiderbanen 23 aangebracht. Voor het contacteren van een verdere geleidermodule 10 is het substraat 22 aan één uiteinde voorzien van contactvlakken 24, die samen het contactorgaan 6a vormen. Voor het contacteren van de signaalaansluiteenheid 1c of van een verdere geleidermodule 10 is het substraat 22 aan diens andere uiteinde voorzien van een connector 25, die het contactorgaan 6b vormt en elektrisch is verbonden met de geleiderbanen 23. De signaalaansluitorganen 4 worden steeds gevormd door een groepje van drie contactvlakken 26. In de weergegeven uitvoeringsvorm is de geleidermodule 10 voorzien van zes signaal- aansluitorganen 4, maar het is uiteraard mogelijk om de geleidermodule 10 met een willekeurig ander aantal signaalaansluitorganen 4 uit te voeren. Voor toepassing van schakelelementen die reageren op drie spanningsniveaus, bijvoorbeeld +24 V, 0 V en -24 V, omvat elk signaalaansluitorgaan 4 drie contactvlakken 26, en is het substraat 22 bij voorkeur uitgevoerd als een plaat met dubbelzijdige gedrukte bedrading, waarbij van elk signaalaansluitorgaan 4 één contactvlak 26 via de ene zijde van het substraat 22 en één contactvlak 26 via de andere zijde is verbonden, terwijl het derde contactvlak 26 via beide zijden op bijvoorbeeld een gemeenschappelijke potentiaal is aangesloten. Het spreekt vanzelf dat voor toepassing van op twee spanningsniveaus reagerende schakelelementen per signaalaansluitorgaan 4 met twee contactvlakken 26 kan worden volstaan.
Van de geleiderbanen 23 vormt een eerste groep geleiderbanen 23a de verbinding tussen de connector 25 en de contactvlakken 26, terwijl een tweede groep geleiderbanen 23b de verbindingen vormt tussen de connector 25 en de contactvlakken 24 van het contactorgaan 6a. De geleiderbanen 23b dienen dus voor het verschaffen van een verbinding tussen een op het contactorgaan 6a aangesloten geleiderelement, bijvoorbeeld een verdere geleidermodule 10, en een op het contactorgaan 6b aangesloten geleiderelement, bijvoorbeeld de signaalaansluiteenheid 1c. Voor het verschaffen van verbindingen naar meer dan één verdere geleidermodule 10 is het uiteraard mogelijk het substraat 22 van meer geleiderbanen 23b te voorzien.
De behuizing 21 is bij voorkeur uit één stuk vervaardigd en omvat een middendeel 29 en zijdelen 30, die via scharnierende vouwranden 31 met elkaar zijn verbonden. Voor het vergrendelend sluiten van de behuizing 21 om het substraat 22 is de behuizing 21 voorzien van vergrendelnokken 32. Contactopeningen 33 verschaffen de signaalconnector 12 van een schakel-element 2 toegang tot de signaalaansluitorganen 4. Verder is de behuizing 21 voorzien van positioneringsnokken 34 voor het in de verdeelinrichting 1 positioneren van de geleidermodule 10. Hiertoe zijn de aansluitblokken 8 van de verdeelinrichting 1 bij voorkeur voorzien van uitsparingen (niet getoond) voor het opnemen van de positioneringsnokken 34.
In figuur 4 is een andere uitvoeringsvorm weergegeven van de geleidermodule 10 volgens de uitvinding. Bij deze uitvoeringsvorm is de behuizing 21 vervaardigd uit twee delen, die met behulp van vergrendelnokken 32 aan elkaar kunnen worden bevestigd. Positioneringsnokken 34, die overigens voor sommige toepassingen van de geleidermodule 10 achterwege kunnen worden gelaten, verschaffen een eenduidige positionering en een betrouwbare vergrendeling van de geleidermodule 10 in de verdeelinrich- ting 1 (niet getoond). De contactopeningen 33 verschaffen, evenals bij de in figuur 3 getoonde uitvoeringsvorm, toegang tot de op het substraat 22 aangebrachte signaalaansluitorganen die, evenals het geleiderstelsel en contactorganen, omwille van de duidelijkheid niet zijn getoond, maar kunnen zijn uitgevoerd zoals in figuur 3 is weergegeven.
Met behulp van de geleidermodules 10 is het mogelijk om op eenvoudige wijze de benodigde geleiders te verschaffen voor het op afstand besturen van schakelelementen in een verdeelinrichting. In een bestaande daartoe ingerichte verdeelinrichting kunnen een of meer geleidermodules 10 op eenvoudige wijze worden aangebracht, waardoor de verdeelinrichting geschikt kan worden gemaakt voor het opnemen van op afstand bestuurbare schakelmiddelen. Door de modulaire opbouw van het geleiderstelsel volgens de uitvinding is het mogelijk in verschillende tot een verdeelinrichting behorende eenheden naar behoefte een geleidermodule 10 aan te brengen dan wel weg te laten. Bovendien is het mogelijk de verdeelinrichting op eenvoudige wijze uit te breiden door het bijplaatsen van een verdere eenheid met een daarin aanwezige of aan te brengen geleidermodule 10. Bovendien kan het bedradingsschema van het geleiderstelsel eenvoudig worden gewijzigd door de geleidermodule 10 te vervangen door een geleidermodule met een andere interne bedrading, i.c. een andere plaat met gedrukte bedrading. Met behulp van een geleidermodule volgens de uitvinding kan derhalve een zeer flexibele verdeelinrichting worden gerealiseerd.

Claims (21)

1. Verdeelinrichting voor een elektrische installatie, met het kenmerk, dat deze voor het opnemen van op afstand bestuurbare schakelelementen is voorzien van energie-aansluitorganen en signaalaansluitorganen, waarbij de signaalaansluitorganen met een geleiderstelsel voor het overdragen van besturingssignalen zijn verbonden.
2. Verdeelinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geleiderstelsel een of meer geleidermodules omvat, waarbij elke geleider-module in een gemeenschappelijke behuizing ondergebrachte geleiders alsmede contactorganen voor het contacteren van verdere geleiders omvat.
3. Verdeelinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de signaalaansluitorganen in de geleidermodules zijn ondergebracht.
4. Verdeelinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze verder is voorzien van een signaalaansluiteenheid voor het aansluiten van signaaldraden voor het van en naar de verdeelinrichting overdragen van bedieningssignalen, en dat het geleiderstelsel op de signaalaansluiteenheid is aangesloten.
5. Verdeelinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de signaalaansluiteenheid voor het aansluiten van signaaldraden is voorzien van klemmenstroken, welke klemmenstroken met het geleiderstelsel zijn verbonden.
6. Verdeelinrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de signaalaansluiteenheid is voorzien van een of meer connectoren voor het losneembaar aansluiten van het geleiderstelsel.
7. Verdeelinrichting volgens conclusie 4, 5 of 6, met het kenmerk, dat de signaalaansluiteenheid is voorzien van middelen voor het omzetten van signaalcodes en voor het aan het geleiderstelsel afgeven van geschikte besturingssignalen.
8. Verdeelinrichting volgens conclusie 4, 5, 6 of 7, met het kenmerk, dat de signaalaansluiteenheid is voorzien van bekrachtigingsmiddelen, alsmede van schakelorganen voor het via de bekrachtigingsmiddelen besturen van de op afstand bestuurbare schakelelementen.
9. Verdeelinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de energie-aansluitorganen eerste energie-aansluitorganen voor het toevoeren van elektrische energie en tweede energie-aansluitorganen voor het afvoeren van elektrische energie omvatten, en dat de signaalaansluitorganen tussen de eerste en de tweede energie-aansluitorganen zijn gelegen.
10. Verdeelinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze is ingericht voor het onderling aangrenzend, dwars op het geleiderstelsel opnemen van schakelelementen.
11. Geleidermodule voor toepassing in een verdeelinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze voor het toevoeren van besturingssignalen aan de signaalaansluitorganen van de geleidermodule een eerste groep geleiders alsmede voor het toevoeren van besturingssignalen aan ten minste een verdere geleidermodule een tweede groep geleiders omvat.
12. Geleidermodule volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat deze twee lange zijden en twee korte zijden bezit, en dat de signaalaansluitorganen langs een lange zijde en de contactorganen langs tenminste een korte zijde zijn aangebracht.
13. Geleidermodule volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de signaalaansluitorganen elk drie contactvlakken omvatten.
14. Geleidermodule volgens conclusie 11, 12 of 13, met het kenmerk, dat de geleiders worden gevormd door geleiderbanen van een plaat met gedrukte bedrading.
15. Geleidermodule volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat deze is voorzien van een plaat met dubbelzijdige gedrukte bedrading.
16. Geleidermodule volgens conclusie 11, 12 of 13, met het kenmerk, dat de geleiders worden gevormd door op een flexibel folie aangebrachte geleiderbanen.
17. Geleidermodule volgens een van de conclusies 11 tot en met 16, met het kenmerk, dat de behuizing in wezen star is.
18. Geleidermodule volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de behuizing is voorzien van positioneringsnokken voor het in de verdeelinrichting positioneren van de geleidermodule.
19. Geleidermodule volgens een van de conclusies 11 tot en met 18, met het kenmerk, dat de behuizing een middendeel en tenminste twee, door vouwranden met het middendeel verbonden zijdelen omvat, waarbij tenminste een zijdeel is voorzien van op het andere zijdeel ingrijpende grendel-middelen.
20. Geleidermodule volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de behuizing uit één stuk is vervaardigd.
21. Elektrische installatie, voorzien van een verdeelinrichting volgens een van de conclusies 1 tot en met 10.
NL9101631A 1991-09-26 1991-09-26 Verdeelinrichting. NL9101631A (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9101631A NL9101631A (nl) 1991-09-26 1991-09-26 Verdeelinrichting.
EP92202854A EP0534538B1 (en) 1991-09-26 1992-09-17 Distribution device
DE69221413T DE69221413T2 (de) 1991-09-26 1992-09-17 Verteileinrichtung
DK92202854.3T DK0534538T3 (da) 1991-09-26 1992-09-17 Fordelingsindretning
AT92202854T ATE156633T1 (de) 1991-09-26 1992-09-17 Verteileinrichtung
ES92202854T ES2106817T3 (es) 1991-09-26 1992-09-17 Dispositivo distribuidor.
NO923730A NO180399C (no) 1991-09-26 1992-09-25 Fordeleranordning for en elektrisk installasjon
FI924301A FI105729B (fi) 1991-09-26 1992-09-25 Jakelulaite

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9101631A NL9101631A (nl) 1991-09-26 1991-09-26 Verdeelinrichting.
NL9101631 1991-09-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9101631A true NL9101631A (nl) 1993-04-16

Family

ID=19859752

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9101631A NL9101631A (nl) 1991-09-26 1991-09-26 Verdeelinrichting.

Country Status (8)

Country Link
EP (1) EP0534538B1 (nl)
AT (1) ATE156633T1 (nl)
DE (1) DE69221413T2 (nl)
DK (1) DK0534538T3 (nl)
ES (1) ES2106817T3 (nl)
FI (1) FI105729B (nl)
NL (1) NL9101631A (nl)
NO (1) NO180399C (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4311883A1 (de) * 1993-04-10 1994-10-13 Tehalit Gmbh EIB-Modul
AP854A (en) * 1996-05-10 2000-07-03 Circuit Breaker Industries Ltd Modular circuit breaker interconnection system.
AT405998B (de) * 1997-01-21 2000-01-25 Felten & Guilleaume Ag Oester Eib-gerät zum einbau in eine installationsdose
FR2761538B1 (fr) * 1997-04-01 1999-05-14 Schneider Electric Sa Ensemble de depart-moteur
AT405999B (de) * 1997-04-16 2000-01-25 Ericsson Austria Ag Gehäuse
FR2776861B1 (fr) * 1998-03-27 2000-05-19 Schneider Electric Sa Ensemble de depart-moteur
DE102010044137A1 (de) * 2010-11-18 2012-05-24 Lq Mechatronik-Systeme Gmbh Funktionsmodul zur Montage auf einer Montageplattform eines Schaltschrankes
DE102015213744A1 (de) * 2015-07-21 2017-01-26 Ellenberger & Poensgen Gmbh Stromverteiler
FR3085559B1 (fr) * 2018-09-05 2021-04-16 Eric Borderes Installation electrique a redeploiement rapide

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0119187B1 (de) * 1983-03-17 1988-12-07 Hans Hawlan Anordnung zur Stromversorgung

Also Published As

Publication number Publication date
EP0534538A1 (en) 1993-03-31
NO923730L (no) 1993-03-29
NO923730D0 (no) 1992-09-25
FI924301A (fi) 1993-03-27
NO180399B (no) 1996-12-30
EP0534538B1 (en) 1997-08-06
FI924301A0 (fi) 1992-09-25
NO180399C (no) 1997-04-09
DE69221413T2 (de) 1998-03-12
DE69221413D1 (de) 1997-09-11
ES2106817T3 (es) 1997-11-16
FI105729B (fi) 2000-09-29
DK0534538T3 (da) 1998-02-16
ATE156633T1 (de) 1997-08-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7322842B2 (en) Modular plug connector
US6452785B1 (en) Construction system for load feeders with permanent wiring
JP3720097B2 (ja) 電子コントロールシステム用のモジュール式制御装置
JP3786455B2 (ja) 制御装置用のモジュール形端子ブロック装置
US8320107B2 (en) Modular power distribution system and methods
EP0317469B1 (en) Electrostatic discharge protection for electronics packages
US5984734A (en) Modular input/output system with flexible interface with field wiring
GB2078022A (en) A fuse and junction box for a motor vehicle
US5978193A (en) Switchgear unit capable of communication
GB2219448A (en) Electrical load management system.
NL9101631A (nl) Verdeelinrichting.
US6097303A (en) Modular input/output system with redundancy and testing
EP0512110B1 (en) Lighting control for energy management system
EP0901211B1 (en) Electrical distribution system
US5014157A (en) Apparatus for controlling and testing an electric installation
US6575782B2 (en) Modular central electrical unit for motor vehicles
US20070025094A1 (en) Backplane having a wired coupling between card slots
GB2255241A (en) Power distribution device.
AU644563B2 (en) Lighting control and energy management system
JP3059306B2 (ja) Dipスイッチ付きコネクタ
CN114930643A (zh) 具有用于能分开地连接总线区段的接触装置的电气设备
EP0798817A3 (en) Device for mounting an electrical connector on a printed circuit board
EP1163780A1 (en) Telephone connection box
WO2001067253A2 (en) Replacement of control system i/o modules
CZ244196A3 (en) Expandible private branch exchange

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed