NL9101458A - Frituurinrichting. - Google Patents

Description

Frituurinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een frituurinrichting bestaande uit een frituurbak, een filtersysteem, een voorraadreservoir, middelen om de olie te verhitten, een pomp en een leidingstelsel dat deze delen met elkaar verbindt, zodanig dat olie uit het voorraadreservoir kan worden gebracht in de frituurbak en vanuit de frituurbak via het filtersysteem kan worden teruggevoerd naar het voorraadreservoir.

Een dergelijke frituurinrichting is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 8701760.

Bij deze bekende frituurinrichting wordt ernaar gestreefd de verblijftijd van het frituurvet in de frituurbak zodanig kort te houden dat o.a. door vervuiling geen oxidatie plaatsvindt, noch zich vetzuren kunnen vormen, waarbij het vet in een continu proces met hoge snelheid wordt gevoerd door een omvangrijk filtersysteem, dat ervoor zorgt dat alle zich vormend respektievelijk ingebracht vuil al uit de olie respek-tievelijk het vet is afgescheiden voordat schadelijke verbindingen kunnen worden gevormd. Aangezien voor het goed uitfiltreren tijd nodig is, dat wil zeggen dat de filtersnelheid laag is, zijn zeer grote filteropper-vlakken nodig die veel plaats in beslag nemen en waarvan het effectieve filteroppervlak vrij snel achteruit gaat.

Doel van de uitvinding is een frituurinrichting te verschaffen waarbij zich dit bezwaar niet voordoet.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat het filtersysteem tussen de frituurbak en het voorraadreservoir bestaat uit een overloopcentrifuge. Anders dan bij filterdoekcentrifuges is bij de overloopcentrifuge een absolute scheiding mogelijk.

Immers zullen bij toename van het toerental ook de kleinste deeltjes tegen de wand geslingerd worden en wel naar het midden van de trommel toe de olie steeds zuiverder zijn. Een bijkomstig voordeel is dat bij bestaande frituurinrichtingen ombouw relatief eenvoudig is.

Een dergelijke overloopcentrifuge kan betrekkelijk klein zijn en kan gemakkelijk zodanig worden geconstrueerd, dat de centrifugetrommel, waarin zich het vuil afzet, snel kan worden schoongemaakt respektievelijk vervangen.

Een doeltreffende oplossing voor het verwijderen van het vuil is dit op te vangen in een houder of zak, bij voorkeur van het wegwerpba-re soort, die in de trommel wordt geplaatst en daaruit bijvoorbeeld één maal per dag wordt verwijderd en vervangen.

De frituurinrichting volgens de uitvinding kan zijn voorzien van een eventueel door een thermostaat bestuurde regelkraan tussen fri-tuurbak en overloopcentrifuge teneinde bij het opstarten met ongesmolten vet te vermijden dat het gesmolten vet reeds naar de centrifuge en vandaar naar het voorraadreservoir stroomt.

Het voorraadreservoir kan overeenkomstig de uitvinding zijn voorzien van een door een thermostaat bestuurde verwarmingsinrichting die het in het voorraadreservoir aanwezige gesmolten vet ten minste boven de stollingstemperatuur houdt zodat bij het inschakelen van de frituurin-richting uit het voorraadreservoir onmiddellijk schoon frituurvet naar de frituurbak kan worden gevoerd.

Bij voorkeur wordt het vet respektievelijk de olie in het voorraadreservoir gehouden op de frituurtemperatuur.

De frituurinrichting volgens de uitvinding heeft bij voorkeur een regelsysteem dat bij uitschakeling van de frituurbak de pomp stopt en toelaat dat de frituurbak volledig ledigt in het voorraadreservoir via de centrifuge.

Telkens wanneer het frituren worden gestopt bijvoorbeeld door uitschakeling van het verhittingselement in de frituurbak loopt de bak leeg via regelkraan en centrifuge. Dit heeft tot effect dat de frituurbak zelf in het bijzonder het daarin aanwezige grof filter kan worden gereinigd en dat het hete vet niet in aanraking komt met de zuurstof uit de lucht.

Volgens de uitvinding kan men de frituurinrichting zodanig laten werken, dat bij het beëindigen van een frituurproces, de frituurbak via de centrifuge wordt geledigd in de voorraadbak en dat bij het opnieuw starten van een frituurproces de frituurbak snel wordt gevuld met olie die in de voorraadbak en/of warmtewisselaar op de juiste frituurtemperatuur wordt gehouden, en na vulling van de frituurbak de olie tijdens het frituurproces continu wordt gecirculeerd vanuit de voorraadbak naar de frituurbak en vandaar via de centrifuge terug naar de voorraadbak of warmtewisselaar. Er is dus geen olie in de frituurbak wanneer niet wordt gefrituurd. De pomp zorgt voor snelle vulling, bijvoorbeeld met een capaciteit van 600 1/uur en zal bij het bereiken van het vereiste niveau overgaan naar een lagere circulatiesnelheid, waarbij de olie drie tot zes maal per uur door de centrifuge gaat.

De inrichting kan volgens de uitvinding ook zodanig zijn dat één frituurbak is aangesloten op ten minste twee voorraadreservoirs, de centrifuge afvoert in elke voorraadbak, en een keuzeschakelaar bepaalt welke voorraadbak voor toevoer en afvoer in het pompcircuit wordt opgenomen. Men kan dus meerdere voorraadreservoirs hebben waarin zich ver schillende bakmedia kunnen bevinden al naar gelang het te behandelen produkt respektievelijk de gewenste smaak. Voorbeelden zijn raapolie, notenolie, palmolie, kokosolie, dierlijke vetten respektievelijk mengsels daarvan. Ook kan men en moet men soms onderscheid maken op grond van het te bakken produkt. Zo mag niet worden gefrituurd in olie waarin kroketten worden gebakken.

De uitvinding maakt het mogelijk voorraadreservoirs te hebben voor elk te behandelen produkt en naar keuze de frituurbak vanuit het juiste reservoir te vullen. De centrifuge maakt dat mogelijk daar waar de omvang van de installatie klein moet zijn, zoals in restaurantkeukens, straatverkoopkraampjes en dergelijk.

Dat het vuil in de centrifuge verschillende herkomst heeft, is geen probleem, maar wel krijgt elk voorraadreservoir de juiste olie in zeer schone toestand terug.

De uitvinding zal thans nader worden beschreven aan de hand van de tekeningen.

Figuur 1 toont schematisch in zijaanzicht een frituurinrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 is het daarbij behorende vooraanzicht.

In beide gevallen is de zijwand respektievelijk voorwand weggedacht .

De tekeningen tonen een kast 1 met bovenin een van een verwarmingselement voorziene frituurbak 2 en met onderin een voorraadreservoir 3. Op het voorraadreservoir 3 bevindt zich een door een motor 4 aangedreven pomp die via de leiding 5 gesmolten vet of olie brengt in de frituurbak 2. In plaats van een bak kan het voorraadreservoir 3 ook bestaan uit een warmtewisselaar, die is gesloten en geïsoleerd.

Het niveau in de frituurbak kan worden bestuurd door een ni-veauschakelaar, die bijvoorbeeld samenwerkt met een kraan 7, die zich bevindt tussen leidingen 6 en 8 waardoorheen vet of olie uit de bak kan stromen in de trommel van een centrifuge 9, waarvan de draaiingsas een scherpe hoek maakt met de vertikaal.

In het getoonde voorbeeld heeft deze centrifuge een cilindrische trommel met een rand 12, die de toevoeropening omgeeft en die als overlooprand functioneert. In de bak kan zich een wegwerphouder of zak 12' bevinden.

Vuile olie of vet die via de leidingen 6 en 8 en de kraan 7 in de trommel 9 komt, wordt gescheiden waarbij schone olie over de overlooprand 12 terecht komt in de kast 10, die de centrifugetrommel omgeeft en een afvoerpijp 13 heeft die weer uitmondt in het voorraadreservoir 3 en waarbij het vuil zich afzet op de wand van de trommel respektievelijk de daarin geplaatste zak.

Dit voorraadreservoir is voorzien van een verwarmingselement 14 dat wordt bestuurd door een niet getoonde thermostaat en dat ervoor zorgt dat de temperatuur in de voorraadbak altijd boven de stollingstemperatuur van het vet ligt, bijvoorbeeld in de orde van grootte van 40 tot 50°C, of hoger, bijvoorbeeld op de gewenste frituurtemperatuur.

Ook bij de onderhavige uitvinding is sprake van een continu systeem waarbij de pomp 4 ervoor zorgt dat bij een relatief kleine inrichting, zoals voor straatverkoop, de oliehoeveelheid van bijvoorbeeld 10 liter met een doorstroomsnelheid van bijvoorbeeld 30 tot 40 liter per uur wordt gecirculeerd.

De kraan 7 kan zodanig zijn dat hij de doorstroomhoeveelheid regelt teneinde al of niet in combinatie met een niveauschakelaar het niveau in de frituurbak constant te houden.

De kraan 7 kan ook volledig sluiten hetgeen gewenst is wanneer bij het opstarten van de frituurinrichting niet gesmolten vet in de frituurbak 2 moet worden gesmolten met behulp van een daar aanwezig verhit-tingselement.

De frituurbak kan tenslotte zijn voorzien van een deksel 15.

De werking van de inrichting kan als volgt zijn:

Na inschakeling van een niet getoonde hoofdschakelaar treedt het verwarmingselement 16 in de frituurbak in werking en zorgt voor het verhitten van daarin aanwezig vet dat nog niet is gesmolten. Op deze wijze ontstaat in de bak een voorraad gesmolten vet. Het toevoeren van nieuw vet is nodig omdat het bakproces ook vet kan verbruiken.

Is het vet gesmolten dan kan de pomp 4 worden ingeschakeld en kan de kraan 7 worden geopend. De circulatie begint dan waarbij dus een relatief grote hoeveelheid gesmolten vet of olie door de frituurbak en door het filtersysteem circuleert.

Vet dat uit de frituurbak wordt afgevoerd komt terecht in de trommel 9 van de centrifuge die door een motor 11 wordt aangedreven en wel vanaf het moment dat de pomp in werking treedt.

In de centrifuge wordt vuil op de wand van de trommel of zak afgezet en schone olie stroomt via de overlooprand 12 in de kast 10 en via de pijp 13 terug in het voorraadreservoir 3.

Wanneer het frituren wordt beëindigd en het verhittingselement in de frituurbak wordt uitgeschakeld blijft de centrifuge, bestuurd door een tijdschakelaar, nog geruime tijd doorlopen bijvoorbeeld 15 a 20 minuten zodat via de dan open kraan 7 alle vet of olie uit de frituurbak via de centrifuge in het voorraadreservoir terecht kan komen waar het in vloeibare toestand wordt gehouden, respektievelijk op temperatuur wordt gehouden.

Na deze door een tijdrelais bestuurde tijd is de frituurbak leeg en kan zonodig het daarin aanwezige grof filter 16 worden gereinigd.

Ook de trommel 9 van de centrifuge kan via een niet getoonde opening in de kast 10 respektievelijk de kast 1 worden gereinigd. Dit reinigen kan plaatsvinden door gebruik te maken van een wegwerpzak of -houder, die in de trommel is geplaatst en uit niet doorlaatbaar materiaal bestaat.

Denkbaar is ook een continue reiniging met een schraper.

Bij betrekkelijk kleine installaties is reiniging slechts een maal per dag nodig, zodat de wegwerpzak de handigste oplossing is.

Met de inrichting volgens de uitvinding is het mogelijk steeds te bakken in schone olie die een aanmerkelijk langere standtijd heeft en wel met een inrichting die verhoudingsgewijs zeer klein is.

Frituurlucht die een gevolg is van verbranding van microsedi-ment treedt nauwelijks nog op en oxidatie vindt niet plaats omdat bij het niet ingeschakeld zijn van de inrichting alle olie respektievelijk vet zich in het voorraadreservoir 3 bevindt en daar van zuurstof en licht is afgesloten.

Claims (8)

1. Frituurinrichting bestaande uit een frituurbak, een filtersysteem, een voorraadreservoir, middelen om de olie te verhitten, een pomp en een leidingstelsel dat deze delen met elkaar verbindt, zodanig dat olie uit het voorraadreservoir kan worden gebracht in de frituurbak en vanuit de frituurbak via het filtersysteem kan worden teruggevoerd naar het voorraadreservoir, met het kenmerk, dat het filtersysteem tussen de frituurbak (2) en het voorraadreservoir (3) bestaat uit een overloop-centrifuge (9).

2. Frituurinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de van een dichte wand voorziene centrifugetrommel (9) een uitneembare wegwerphouder of -zak is geplaatst, die op de binnenwand van de trommel aanligt.

3. Frituurinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat zich in het leidingstelsel tussen de frituurbak (2) en de overloop-centrifuge (9) een regelkraan (7) bevindt.

4. Frituurinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het voorraadreservoir (3) is voorzien van een door een thermostaat bestuurd verwarmingselement (14).

5. Frituurinrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze is voorzien van een regelsysteem dat bij uitschakeling van de frituurbak (2) de pomp stopt en toelaat dat de frituurbak volledig ledigt in het voorraadreservoir via de centrifuge.

6. Frituurinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het regelsysteem door middel van de pomp de frituurbak (2) vult zodra het "frituren" wordt ingeschakeld en vervolgens zorgt voor een continue toevoer aan de bak (2) uit de voorraad en afvoer uit de frituurbak (2) via de centrifuge naar de voorraad (3).

7. Frituurinrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat één frituurbak (2) is aangesloten op ten minste twee voorraadreservoirs (3), de centrifuge afvoert in elke voorraad-bak, en een keuzeschakelaar bepaalt welke voorraadbak voor toevoer en afvoer in het pompcircuit wordt opgenomen.

8. Werkwijze voor het werken met de inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij het beëindigen van een frituurproces, de frituurbak (2) via de centrifuge (9) wordt geledigd in de voorraadbak (3) en dat bij het opnieuw starten van een frituurproces de frituurbak (2) snel wordt gevuld met olie die in de voorraadbak en/of warmtewisselaar op de juiste frituurtemperatuur wordt gehouden, en na vulling van de frituurbak de olie tijdens het frituurproces continu wordt gecirculeerd vanuit de voorraadbak (3) naar de frituurbak (2) en vandaar via de centrifuge (9) terug naar de voorraadbak of warmtewisselaar.