NL9100552A

NL9100552A - Adjustable camera stand - movable along column by means angle of pulley, and lockable by lever with respect to azimuth position and height

Info

Publication number: NL9100552A
Application number: NL9100552A
Authority: NL
Original assignee: Cambo Fotografische Ind B V
Priority date: 1991-03-28
Filing date: 1991-03-28
Publication date: 1992-10-16

Abstract

The carrier (2) is moved up and down the column (1). It is connected to a counterweight (9) by a cable (7) and pulley (8). It is locked in the required position by the lever (3) on its outer section (12). The centre section (14) of the carrier rotates in azimuth and is locked by the lever (15). Angular displacement is read from the scale (16). The column is of square section. The carrier may have sliding bushes but preferably has eight roller bearings, two against each face. Ring clamps (10) allow camera feet (11) to be fastened to the transverse arm (5).

Description

CAMERA-STATIEFCAMERA TRIPOD

De uitvinding heeft betrekking op een camera-statief, omvattende een verticaal op te stellen zuil en een langs deze zuil verplaatsbare, in verticale richting fixeerbare drager voor een om de zuil draaibare dwarsarm.The invention relates to a camera tripod, comprising a column to be arranged vertically and a carrier which is movable in a vertical direction and which can be moved along this column for a cross arm rotatable about the column.

Een dergelijk statief is bekend. Het bekende statief wordt doorgaans professioneel toegepast in een studio. Het bekende statief omvat veelal ook nog een zware voet, waarin de zuil is gemonteerd. De verplaatsbare drager is doorgaans door middel van een kabel verbonden met een in het inwendige van de zuil verticaal beweegbaar contragewicht. Aan de dwarsarm van het bekende camera-statief kunnen één of meer camera's bevestigd worden.Such a tripod is known. The known tripod is usually used professionally in a studio. The known tripod often also includes a heavy base in which the column is mounted. The movable carrier is usually connected by means of a cable to a counterweight movable vertically in the interior of the column. One or more cameras can be attached to the cross arm of the known camera tripod.

Bij het bekende statief kan men de drager zowel langs de zuil verplaatsen als om de zuil roteren. Beide bewegingsrichtingen, translatie en rotatie kunnen worden geblokkeerd met één blokkeringsmechanisme. Het is dus niet mogelijk de drager met een daaraan verbonden dwarsarm te roteren, zonder de blokkering voor de beweging in verticale richting op te heffen. Evenmin is het mogelijk om bij elke willekeurige oriëntatie van de drager in omwentelingszin de hoogte van de drager te verstellen, zonder ook de blokkering voor de rotatiebeweging op te heffen. Het tegelijkertijd opheffen van de blokkering voor verplaatsing langs en draaiing om de zuil van de drager wordt als een belangrijk nadeel ervaren, daar het immers niet mogelijk is hoogte en oriëntatie onafhankelijk van elkaar met hoge nauwkeurigheid in te stellen. Een tweede nadeel, van constructieve aard, vloeit voort uit het feit dat de kabel tussen drager en contragewicht, die doorgaans over een vast katrol aan de bovenzijde van de zuil loopt, bij rotatie van de drager schuin ten opzichte van deze katrol wordt weggetrokken.With the known tripod, the carrier can be moved both along the column and rotate around the column. Both directions of movement, translation and rotation can be blocked with one blocking mechanism. It is thus not possible to rotate the carrier with a cross arm connected thereto without removing the blocking for the movement in vertical direction. Nor is it possible to rotate the height of the carrier in any direction of orientation, without also removing the blocking for the rotational movement. The simultaneous release of the blockage for displacement along and rotation around the column of the carrier is experienced as an important drawback, since it is after all not possible to independently adjust height and orientation with high accuracy. A second drawback, of a constructional nature, arises from the fact that the cable between carrier and counterweight, which usually runs over a fixed pulley at the top of the column, is pulled obliquely relative to this pulley when the carrier rotates.

Doel van de uitvinding is een statief te verschaffen, waaraan deze nadelen niet zijn verbonden.The object of the invention is to provide a tripod to which these drawbacks are not associated.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt met een camera-statief, waarvan de drager is geborgd tegen rotatie om de zuil.According to the invention, this object is achieved with a camera tripod, the support of which is secured against rotation around the column.

In een uitvoeringsvoorbeeld van een statief overeenkomstig de uitvinding omvat de drager een langs de zuil verplaatsbare wagen, met welke wagen een om de zuil roteerbare rotor is verbonden.In an exemplary embodiment of a tripod according to the invention, the carrier comprises a trolley movable along the column, with which trolley a rotor rotatable about the column is connected.

In dit uitvoeringsvoorbeeld bevat de wagen middelen om de drager in verticale richting te fixeren, terwijl de draaibare dwarsarm aan de rotor kan worden bevestigd.In this exemplary embodiment, the carriage comprises means for fixing the carrier in vertical direction, while the rotatable cross arm can be attached to the rotor.

Het is duidelijk dat in dit uitvoeringsvoorbeeld de verticale verplaatsing langs de zuil en de draaiing van de dwarsarm om de zuil volkomen onafhankelijk van elkaar kunnen worden gerealiseerd. De kabel van een eventueel contragewicht kan in dit voorbeeld worden bevestigd aan de wagen, zodat bij draaiing van de dwarsarm de kabel niet wordt meegetrokken.It is clear that in this exemplary embodiment the vertical displacement along the column and the rotation of the cross arm around the column can be realized completely independently of each other. The cable of a possible counterweight can in this example be attached to the carriage, so that the cable is not pulled along when the cross arm is rotated.

De voordelen van de uitvinding worden verder benut wanneer de drager bedieningsmiddelen omvat om de rotor in rotatierichting te fixeren.The advantages of the invention are further exploited when the carrier comprises operating means for fixing the rotor in the direction of rotation.

Omwille van het bedieningsgemak en om redenen van constructie-technische aard maken de bedieningsmiddelen bij voorkeur deel uit van de wagen.For the sake of ease of operation and for construction-technical reasons, the operating means are preferably part of the trolley.

In weer een volgend uitvoeringsvoorbeeld omvat de wagen een bovenste en een onderste langs de zuil verplaatsbaar deel, tussen welk bovenste en onderste deel de rotor is geplaatst.In yet another embodiment, the carriage comprises an upper part and a lower part which can be moved along the column, between which upper and lower part the rotor is placed.

Een statief volgens dit laatste voorbeeld is in het bijzonder geschikt voor zware mechanische belastingen, vanwege de tweezijdige en dus stabiele ophanging van de rotor waaraan de dwarsarm kan worden bevestigd.A tripod according to the latter example is particularly suitable for heavy mechanical loads, because of the two-sided and thus stable suspension of the rotor to which the cross arm can be attached.

De laatste constructie wint verder aan stabiliteit wanneer het bovenste en het onderste deel elk zijn voorzien van ten minste twee in een horizontaal vlak liggende lagers, welke lagers de rotor geleiden.The latter construction also gains stability when the upper and lower parts each have at least two bearings lying in a horizontal plane, which bearings guide the rotor.

In weer een volgend uitvoeringsvoorbeeld zijn het bovenste en het onderste deel van de wagen elk voorzien van in één of meer verticale vlakken liggende lagers, welke lagers het respectieve deel geleiden langs de zuil.In yet another embodiment, the top and bottom parts of the carriage are each provided with bearings lying in one or more vertical planes, which bearings guide the respective part along the column.

De toepassing van lagers, in plaats van de uit bekende statieven bekende kunststof glijblokjes, verhoogt verder de nauwkeurigheid waarmee de drager kan worden gepositioneerd en bevordert ook overigens het gebruiksgemak van het statief.The use of bearings, instead of the plastic sliding blocks known from known tripods, further increases the accuracy with which the carrier can be positioned and also promotes the ease of use of the tripod.

In een voorkeursuitvoering van het statief volgens de uitvinding heeft de zuil een rechthoekige, meer in het bijzonder vierkante dwarsdoorsnede, en zijn het bovenste en het onderste deel van de wagen elk voorzien van ten minste acht in verticale vlakken liggende lagers, op zodanige wijze dat met elk van de vier zijvlakken van de zuil ten minste twee van deze ten minste acht lagers samenwerken.In a preferred embodiment of the tripod according to the invention, the column has a rectangular, more particularly square cross-section, and the upper and lower parts of the carriage are each provided with at least eight bearings lying in vertical planes, such that with each of the four side faces of the column, at least two of these at least eight bearings cooperate.

De lagers in deze laatste voorkeursuitvoering verlenen aan het statief een bijzonder hoge stabiliteit en maken het mogelijk de hoogte van de drager met grote precisie in te stellen. De lagers bevorderen niet alleen een nagenoeg wrijvingsloze verplaatsing in verticale richting, maar borgen ook de drager tegen rotatie om de zuil en vangen een eventueel krachtkoppel op dat door een niet evenwichtig belaste dwarsarm op de zuil wordt uitgeoefend.The bearings in this last preferred embodiment give the tripod a particularly high stability and make it possible to adjust the height of the carrier with great precision. The bearings not only promote an almost frictionless displacement in the vertical direction, but also secure the carrier against rotation around the column and absorb any force torque exerted on the column by an unbalanced load arm.

In eenvoudige uitvoeringsvormen van de uitvinding is de drager tegen rotatie om de zuil geborgd, wanneer de zuil een van de cirkelvorm afwijkende dwarsdoorsnede heeft en door complementaire vlakken van de drager geheel of gedeeltelijk wordt omsloten.In simple embodiments of the invention, the support is secured against rotation about the column, when the column has a cross-section deviating from the circular shape and is enclosed wholly or partly by complementary surfaces of the support.

De borging van de drager tegen rotatie om de zuil komt in een dergelijk statief voort uit het gehele of gedeeltelijke contact dat de zijvlakken aan de binnenkant van de drager maken met de zuil. Wanneer de drager op de punten waar deze contact maakt met de zijvlakken van de zuil wordt voorzien van geleiders of afstandhouders van een geschikt materiaal, bijvoorbeeld een kunststof, kan de drager met voldoende lage wrijving langs de zuil worden verplaatst, terwijl ook de instelnauwkeurigheid voor de rotatie voldoende nauwkeurig is. Toepassing van kunststof geleiders in plaats van lagers levert uiteraard een aanmerkelijke kostenbesparing op.The securing of the carrier against rotation about the column in such a tripod results from the full or partial contact that the side surfaces on the inside of the carrier make with the column. When the carrier is provided with guides or spacers of a suitable material, for example a plastic material, at the points where it contacts the side surfaces of the column, the carrier can be moved along the column with sufficiently low friction, while also the adjustment accuracy for the rotation is sufficiently accurate. The use of plastic guides instead of bearings of course yields considerable cost savings.

De voordelen van een statief volgens de uitvinding worden nog verder benut wanneer de rotor dan wel de wagen een ten opzichte van een op de wagen respectievelijk de rotor aanwezig referentiepunt afleesbare goniometrische schaalverdeling omvat.The advantages of a tripod according to the invention are further utilized when the rotor or the carriage comprises a trigonometric scale that can be read relative to a reference point present on the carriage or the rotor.

Een dergelijke schaalverdeling is eenvoudig aan te brengen en verhoogt het bedieningsgemak bij het instellen van het statief.Such a scale is easy to apply and increases the ease of operation when adjusting the tripod.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin figuuur 1 een statief volgens de uitvinding toont; figuur 2 de drager van het statief uit figuur 1 in detail toont;The invention will now be further elucidated with reference to the drawing, in which figure 1 shows a tripod according to the invention; figure 2 shows the support of the tripod of figure 1 in detail;

Figuur 1 toont een statief met een in dwarsdoorsnede vierkante zuil 1, een drager 2, een hendel 3 die een remwig (niet getoond) aandrijft, waarmee de verplaatsing van de drager 2 langs de zuil 1 kan worden geblokkeerd, een bevestiging 4 voor een dwarsarm 5, een voet 6, een kabel 7 die over een katrol 8 loopt. Aan de kabel hangen enerzijds de drager 2 en anderzijds een in de zuil 1 verplaatsbaar contragewicht 9. De figuur toont verder klemringen 10 waarmee camera-voetstukken 11 aan de dwarsarm 5 kunnen worden bevestigd. De drager 2 omvat een langs de zuil verplaatsbare wagen, die weer bestaat uit een onderste deel 12 en een bovenste deel 13 en uit een om de zuil roteerbare rotor 14.Figure 1 shows a tripod with a cross-section square column 1, a carrier 2, a lever 3 driving a brake wedge (not shown), with which the movement of the carrier 2 along the column 1 can be blocked, an attachment 4 for a cross arm 5, a foot 6, a cable 7 running over a pulley 8. On the one hand, the carrier 2 hangs on the cable and, on the other hand, a counterweight 9 which can be moved in the column 1. The figure further shows clamping rings 10 with which camera bases 11 can be attached to the cross arm 5. The carrier 2 comprises a carriage movable along the column, which again consists of a lower part 12 and an upper part 13 and a rotor 14 rotatable around the column.

Het onderste deel 12 van de wagen omvat een met een hendel 15 aangedreven remwig (niet getoond), waarmee de rotor 14 in rotatie-richting kan worden geblokkeerd. Figuur l toont verder nog een goniometrische schaalverdeling 16, aangebracht op het bovenste deel 13 van de wagen, afleesbaar ten opzichte van een vast referentiepunt op rotor 14.The lower part 12 of the carriage comprises a brake wedge driven by a lever 15 (not shown), with which the rotor 14 can be locked in the rotational direction. Figure 1 further shows a trigonometric scale 16, mounted on the top part 13 of the carriage, which can be read from a fixed reference point on rotor 14.

Teneinde de zuil 1 nauwkeurig verticaal te kunnen opstellen is de voet 6 voorzien van stelschroeven 17.In order to be able to position the column 1 accurately vertically, the base 6 is provided with adjusting screws 17.

Figuur 2 toont de drager in meer detail. Figuur 2 toont weer de drager 2 welke langs zuil 1 verplaatsbaar is. De verplaatsing in verticale richting kan worden geblokkeerd door middel van een remwig 24 die wordt aangedreven door een hendel 3. De drager omvat de rotor 14 en de wagen welke bestaat uit een onderste deel 12 èn een bovenste deel 13, verbonden door stangen 19. Een dwarsarm (niet getoond) kan aan een zijvlak 18 van de rotor worden bevestigd. De rotor wordt in rotatierichting geleid door drie in een horizontaal vlak liggende lagers 20 in het onderste deel van de wagen en drie in een horizontaal vlak liggende lagers in het bovenste deel van de wagen. De wagen wordt langs de zuil geleid door acht in verticale vlakken geplaatste lagers 22 in het onderste deel van de wagen, op zodanige wijze dat over elk van de vier zijvlakken van de zuil 1 telkens twee lagers lopen en door acht in verticale vlakken geplaatste lagers 23 in het bovenste deel 13 van de wagen, op zodanige wijze dat over elk van de vier zijvlakken van de zuil 1 telkens twee lagers lopen. Figuur 2 toont verder nog de kabel 7 voor het contragewicht, een schaalverdeling 16 op het bovenste deel van de wagen en een referentiestreep 26 op de rotor. De rotor 14 kan in rotatierichting worden geblokkeerd met behulp van een remwig 25, aangedreven door een bedieningshendel 15.Figure 2 shows the carrier in more detail. Figure 2 again shows the carrier 2 which is movable along column 1. The displacement in vertical direction can be blocked by means of a brake wedge 24 which is driven by a lever 3. The carrier comprises the rotor 14 and the carriage, which consists of a lower part 12 and an upper part 13, connected by rods 19. A cross arm (not shown) can be attached to a side face 18 of the rotor. The rotor is guided in the direction of rotation by three bearings 20 lying horizontally in the lower part of the carriage and three bearings lying horizontally in the upper part of the carriage. The carriage is guided along the column by eight bearings 22 arranged in vertical planes in the lower part of the carriage, in such a way that two bearings each pass over each of the four side surfaces of the column 1 and by eight bearings 23 arranged in vertical planes 23 in the upper part 13 of the carriage, in such a way that two bearings run on each of the four side surfaces of the column 1. Figure 2 further shows the cable 7 for the counterweight, a scale 16 on the upper part of the carriage and a reference line 26 on the rotor. The rotor 14 can be locked in the direction of rotation by means of a brake wedge 25, driven by an operating lever 15.

Claims

Camera tripod, comprising a column to be arranged vertically and a carrier which can be moved vertically and can be moved along this column for a transverse arm rotatable about the column, characterized in that the carrier is secured against rotation around the column.

Tripod according to claim 1, characterized in that the carrier comprises a trolley movable along the column, with which trolley a rotor rotatable about the column is connected.

Tripod according to claim 2, characterized in that the carrier comprises operating means for fixing the rotor in the rotation direction.

Tripod according to claim 3, characterized in that the operating means form part of the trolley.

Tripod according to any one of claims 2-4, characterized in that. that the carriage comprises an upper and a lower part movable along the column, between which upper and lower part the rotor is placed.

Tripod according to claim 5, characterized in that the upper and the lower part are each provided with at least two bearings lying in a horizontal plane, which bearings guide the rotor.

Tripod according to claim 5 or 6, characterized in that the top or bottom part are each provided with bearings lying in one or more vertical planes, which bearings guide the respective part along the carriage.

Tripod according to claim 7, characterized in that the column has a rectangular, more particularly square cross-section, and the top and bottom parts of the trolley are each provided with at least eight bearings lying in vertical planes, in such a way that at least two of these at least eight bearings cooperate with each of the four side faces of the column.

Tripod according to any one of claims 2 to 6, characterized in that the column has a cross-section deviating from the circular shape and is enclosed wholly or partly by complementary surfaces of the support.

A tripod according to any one of claims 2-9, characterized. that the rotor or the carriage comprises a trigonometric scale that can be read relative to a reference point present on the carriage or the rotor.