NL9100316A - Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de relatieve vochtigheid van gasvormige stoffen. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de relatieve vochtigheid van gasvormige stoffen. Download PDF

Info

Publication number
NL9100316A
NL9100316A NL9100316A NL9100316A NL9100316A NL 9100316 A NL9100316 A NL 9100316A NL 9100316 A NL9100316 A NL 9100316A NL 9100316 A NL9100316 A NL 9100316A NL 9100316 A NL9100316 A NL 9100316A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wet
temperature
temperature probe
measuring
measuring chamber
Prior art date
Application number
NL9100316A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Hans Christian Gudehus Prof Dr
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hans Christian Gudehus Prof Dr filed Critical Hans Christian Gudehus Prof Dr
Publication of NL9100316A publication Critical patent/NL9100316A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N25/00Investigating or analyzing materials by the use of thermal means
    • G01N25/56Investigating or analyzing materials by the use of thermal means by investigating moisture content
    • G01N25/62Investigating or analyzing materials by the use of thermal means by investigating moisture content by psychrometric means, e.g. wet-and-dry bulb thermometers
    • G01N25/64Investigating or analyzing materials by the use of thermal means by investigating moisture content by psychrometric means, e.g. wet-and-dry bulb thermometers using electric temperature-responsive elements
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N25/00Investigating or analyzing materials by the use of thermal means
    • G01N25/56Investigating or analyzing materials by the use of thermal means by investigating moisture content
    • G01N25/66Investigating or analyzing materials by the use of thermal means by investigating moisture content by investigating dew-point
    • G01N25/70Investigating or analyzing materials by the use of thermal means by investigating moisture content by investigating dew-point by varying the temperature of the material, e.g. by compression, by expansion

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Investigating Or Analyzing Materials Using Thermal Means (AREA)

Description

UITTREKSEL
Voor het bepalen van de relatieve vochtigheid van gasvormige stoffen, bij voorkeur voor het bepalen van de relatieve luchtvochtigheid in afgesloten ruimten, zoals bijvoorbeeld broeikassen, wordt de temperatuur van de stroom meetgas onder gebruikmaking van psychrometrische meting van de vochtigheid met behulp van een droge-temperatuurstaster vastgesteld, de met een bevochtigbare natte-temperatuurstas-ter contact makende stroom meetgas in hoofdzaak adiabatisch tot aan de koelgrens (natte-bolwaarde) onder het vaststellen van de natte-boltemperatuur afgekoeld en met gebruikmaking van de vastgestelde meetgasstroom-temperatuur en de natte-boltemperatuur de relatieve vochtigheid bepaald. Om vooral een betrouwbare bepaling van de relatieve vochtigheden ook in het gebied der hoge vochtigheden over langere tijdsperioden te kunnen uitvoeren, wordt de meetgas-stroom voor het direkt bevochtigen van de natte-temperatuurstaster eerst op ten minste de temperatuur van het dauwpunt ervan afgekoeld, de temperatuur van het dauwpunt bepaald en de natte-temperatuurstaster met een uit de meetgas-stroom condenserend condensaat in een hoeveelheid, die bepaald kan worden, bevochtigd, waarna de meetgas-stroom onder verdamping van het op de natte-temperatuurstaster gecondenseerde condensaat voor het bepalen van de natte-boltemperatuur adiabatisch afgekoeld wordt. De natte-temperatuurstaster staat in warmtegeleidende verbinding met een Peltierblok, voor het afkoelen ervan, en is voorzien van een voor de meetgasstroom onmiddellijk toelaatbaar contactoppervlak.
Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de relatieve vochtigheid van gasvormige stoffen.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bepalen van de relatieve vochtigheid van gasvormige stoffen, bij voorkeur voor het bepalen van de relatieve luchtvochtigheid in afgesloten ruimten, zoals bijvoorbeeld kassen, waarbij de temperatuur van de stroom meetgas onder gebruikmaking van de psychrometrische meting van de vochtigheid met behulp van een droge-temperatuurstaster vastgesteld wordt, de met een bevochtigbare natte-tempera-tuurstaster contactmakende stroom meetgas adiabatisch tot aan de koelgrens (natte-bolwaarde) onder het vaststellen van de natte-boltemperatuur afgekoeld wordt en met gebruikmaking van de vastgestelde meetgas-temperatuur en de natte-boltemperatuur de relatieve vochtigheid bepaald wordt. Bovendien heeft de uitvinding ook een inrichting voor het uitvoeren van een werkwijze voor het bepalen van de relatieve vochtigheid van gasvormige stoffen volgens de aanhef van conclusie 4 tot onderwerp.
Het meten en bepalen van de relatieve luchtvochtigheid is voor vele uiteenlopende toepassingen in toenemende mate vereist, bijvoorbeeld voor het regelen van verwar-mings- en airconditioning-installaties in pakhuizen voor het optimaal bewaren van waren, die aan bederf onderhevig zijn, in medische instellingen, zoals bijvoorbeeld operatiezalen, in produktiegebouwen, bij het verwerken en bewerken van hygroscopische materialen, zoals bijvoorbeeld papier, textiel, tabak, koren, maar in het bijzonder in gebouwen, die voor het kweken van landbouwkundige en ook tuinbouwkundige produkten gebruikt worden. In bedrijven voor de tuinbouw, bijvoorbeeld broeikassen, doen zich echter omstandigheden voor, waarbij aanzienlijke problemen optreden. Problemen treden bijvoorbeeld in de avonduren en tijdens de nacht als gevolg van warmtestraling respektie-velijk temperatuursafkoeling op met als gevolg, dat de luchtvochtigheid in de kas stijgt, hetgeen bij het over schrijden van bepaalde voor planten specifieke grenzen tot ongewenste reakties in de plant, bijvoorbeeld het openspringen van knoppen, groeistoringen enz. leidt. Bijzonder nadelig kan het ook zijn, wanneer het dauwpunt naar beneden toe overschreden wordt, omdat hierdoor het massaal optreden van ziekten, schadelijke organismen en fysiologische storingen, zoals knopverkleuringen, bevorderd wordt, hetgeen het mogelijke toepassen van dure en niet zonder bezwaren te gebruiken fungiciden en insecticiden in het op zichzelf staande geval noodzakelijk kan maken. Dit maakt het noodzakelijk, dat aan de klimatologische voorwaarden van het klimaat bijzondere betekenis moet worden toegekend.
Op gebruikelijke wijze wordt de temperatuur van een tuinbouwkundig productiebedrijf geregeld door afwisselend te verhitten en te ventileren en wel ten dele met de hand, in toenemende mate echter ook op automatische wijze. Dit houdt echter in, dat er voor een geregelde temperatuursbe-sturing processen en inrichtingen voor het meten van de vochtigheid ter beschikking moeten staan, die de bestaande luchtvochtigheden exact moeten kunnen meten respektieve-lijk bepalen, en wel ook over langere tijdsperioden, alsook in het hoge vochtigheidsgebied van 85 tot 100% relatieve luchtvochtigheid.
Er zijn verschillende werkwijzen bekend, met behulp waarvan de relatieve luchtvochtigheid kan worden bepaald. Apparaten voor het meten van de luchtvochtigheid van het gebruikelijke bouwtype werken heden ten dage op het zogenaamde verdampingsprincipe onder toepassing van de psy-chrometrische vochtigheidsmeting, die op de voortdurende uitwisseling van waterdamp tussen water respektievelijk ijs en de omgevende atmosfeer berust. Bij de bekende, volgens dit principe werkende inrichtingen, de zogenaamde psychrometers, is een natte-temperatuurstaster van een textiel-kous voorzien, die vanuit een waterreservoir kan worden bevochtigd. De textiel-kous van de in de meetkamer van de psychrometer geplaatste natte-temperatuurstaster dient met de luchtstroom in contact te worden gebracht, waarbij de voorbijstromende lucht tot het verzadigingspunt ervan en dus tot op de zogenaamde natte-bolwaarde, afkoelt. Deze natte-boltemperatuur moet met de natte-tempe-ratuurstaster worden bepaald. De afkoeling tot op de natte-bolwaarde dient daarbij adiabatisch te geschieden, zodat de verdampingswaarde uitsluitend door de voorbijstrijkende lucht moet worden opgebracht. Op grond hiervan zijn geschikte maatregelen te treffen, die ervoor moeten zorgen, dat geen warmte door het apparaat zelf, door straling of door het waterreservoir enzovoorts wordt toegevoerd.
Het verschil tussen de luchttemperatuur, die met de droge-temperatuurstaster te bepalen is, en de natte-boltemperatuur wordt als psychrometrisch verschil aangeduid. Uit een enthalpie/watergehalte-diagram (h/x-diagram) zijn dan met behulp van de omgevingstemperatuur en de natte-boltemperatuur de relatieve luchtvochtigheden af te leiden. Bij toepassing van moderne inrichtingen voor het verwerken van informaties kan dit ook op rekenkundige manier geschieden.
Een nadeel bij de psychrometers van het bekende bouwtype is in de eerste plaats, dat ze ten aanzien van hun funktionele deugdelijkheid niet voor metingen kunnen worden gebruikt, die zich over lange tijdsperioden uitstrekken. Het is nodig de kous herhaalde malen in tijdsafstanden van 10 tot 15 minuten opnieuw te bevochtigen. Voor deze bevochtiging is bovendien nog de toepassing van gedestilleerd water nodig, omdat de katoenen kous door kalkafzettingen zijn zuigvermogen verliest en zoutafzet-tingen ook nog een verlaging van de dampdruk bewerkstelligen. Alvorens te meten moeten deze apparaten zolang in de meetatmosfeer zijn geweest, dat een temperatuursaanpassing aan de omgeving heeft plaatsgevonden. Wanneer dergelijke apparaten voor continue meetprocessen moeten worden toegepast, zoals dit bijvoorbeeld voor een moderne verwarmings-en afkoelingsregeling in tuinbouwbedrijven nodig zou zijn, zijn hieraan grenzen gesteld. Dit uit zich, in het bijzonder bij metingen in het gebied van de hoge vochtigheden, op zeer nadelige wijze. In de tuinbouwkundige praktijk met de noodzaak, dat hierbij metingen in het gebied van de hoge vochtigheden vereist zijn, mislukt het funktioneel deugdelijk regelen van de verwarmings- en afkoelingsin-richting ten aanzien van een exacte temperatuursregeling derhalve in vele gevallen aan een - ook over langere tijdsperioden uitstrekkende - exacte meting van de luchtvochtigheid als regelgrootheid, hetgeen op de onbetrouwbaarheid respektievelijk de onnauwkeurigheid van dergelijke bekende apparaten respektievelijk de bouwonderdelen ervan is terug te voeren.
Het is derhalve het doel van de onderhavige uitvinding een werkwijze en een inrichting voor het bepalen van de relatieve vochtigheid van gasvormige stoffen van het in de aanhef genoemde type onder het toepassen van de psy-chrometrische vochtigheidsmeting ter beschikking te stellen, met behulp waarvan de relatieve vochtigheid ook in het gebied van de hoge vochtigheden over langere tijdsperioden exact en funktioneel deugdelijk kan worden bepaald respektievelijk de voor de bepaling van de relatieve vochtigheid noodzakelijke meetgegevens funktioneel zeker kunnen worden gemeten teneinde aan de voorwaarde van een moderne, funktioneel deugdelijke, automatische koel- en verwarmingsregeling te hebben voldaan.
Voor het bereiken van dit doel onderscheidt de werkwijze van het in de aanhef genoemde type zich door de in het kenmerkende gedeelte van conclusie 1 aangegeven procestrappen. Uitvoeringsmethoden van de werkwijze volgen uit de conclusies 2 en 3. Een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze volgens de uitvinding blijkt in de eerste plaats uit conclusie 4. Met betrekking tot uitvoeringsvormen van deze inrichting wordt naar de conclusies 5 t/m 16 verwezen.
Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt onder handhaving van het psychrometrische meetprincipe in het kader van een meetcyclus exact de temperatuur van het meetgas met de droge-temperatuurstaster en de natte-bol-temperatuur met de natte-temperatuurstaster gemeten, waarbij de aanvankelijk droge natte-temperatuurstaster echter door de stroom meetgas zelf en dus niet door een uitwendige vloeistofverzorging bevochtigd wordt. Daarvoor wordt de temperatuurstaster eerst zelf afgekoeld, hetgeen de mogelijkheid biedt om eerst de temperatuur van het dauwpunt van de stroom meetgas te bepalen en vast te houden, zodat deze ook voor het bepalen respektievelijk > berekenen van toestandsgegevens van de meetgas-stroom ter beschikking staat. De condensaatfilm, die direkt de natte-temperatuurstaster bevochtigt, is ten aanzien van de filmdikte en daarmede de hoeveelheid condensaat op proces-technisch en konstruktief simpele wijze via bijvoorbeeld een infra-rode stralingseenheid met geïntegreerde ontvanger te bewaken, zodat het contactoppervlak van de temperatuurstaster ook als absorptie-oppervlak dient. Het absorp-tiesignaal van een dergelijke infra-rode stralingseenheid kan dan voor het regelen van het koelproces van de natte-temperatuurstaster worden benut. Daarvoor is het doelmatig eerst het dauwpunt te passeren om de vereiste laagdikte van de condenserende vloeistof uit de stroom meetgas te realiseren en om het gebied van de luchtvochtigheid vast te leggen. In het geval van de hoge vochtigheid van 85 tot 100% kan - via een virtuele thermische ontkoppeling van bijvoorbeeld een Peltierblok als koelinrichting met bepaling van de temperatuur van de hete zijde van het Peltierblok - exact op de adiabatische toestand worden aangestuurd om de natte-boltemperatuur precies te bepalen en bij het optreden van de onveranderende toestand (stabiele evenwichtstoestand) met een constant temperatuursverloop exact gemeten worden. In alle andere gebieden kan aanvullend ook nog het dauwpunt als hulpgrootheid voor de bepaling van de luchtvochtigheid erbij worden gehaald.
De werkwijze volgens de uitvinding en de inrichting volgens de uitvinding met het discontinue psychrometrische meten van de luchtvochtigheid maakt met gebruikmaking van procescomputers de berekening van de luchtvochtigheid, alsook andere belangrijke toestandsgrootheden van de lucht met een buitengewoon hoge precisie ook over lange tijdsperioden mogelijk, zodat aan de voorwaarde is voldaan, de relatieve luchtvochtigheid als betrouwbare regelgrootheid voor een met procescomputers bestuurde klimaatregeling, bijvoorbeeld van een broeikas, te benutten.
De voor de uitvoering van de werkwijze beoogde inrichting is slechts met een geringe hoeveelheid bouwonderdelen uitgerust. Wanneer aan de temperatuurtaster vervuilingen, bijvoorbeeld in de vorm van afzettingen, optreden, dan is dit aan een centrale micro-verwerkings-eenheid, die voor het opmaken van een signaal bedoeld is, te herkennen, waarna reinigingsprocessen in het apparaat zelf moeten worden ingezet, waarbij een reinigingsconden-saat vanuit de stroom meetgas op het contactoppervlak wordt afgezet.
Voor de verdere toelichting wordt naar de nuvolgende beschrijving en de tekening verwezen.
In deze tekening stellen de figuren het volgende voor.
Fig. 1 Zijdelingse voorstelling van een uitvoerings vorm van een inrichting volgens de uitvinding in doorsnede?
Fig. 2 Een dwarsdoorsnede volgens de snijlijn Il-ll van fig. 1 en de
Figs. 3a) Vergrotingen op schaal 2:1 van een gedetail-t/m 3c) leerd fragment Z uit de voorstelling volgens fig. 2 in zijaanzicht (a), vooraanzicht (b) en bovenaanzicht (c).
De in de tekening weergegeven inrichting volgens de uitvinding omvat een generaliserend met het cijfer 1 aangegeven buisvormige, tegen warmtestraling beschermende meetkamer 1 met een toelaat 2 voor lucht, alsook luchtuitlaten 3. Aan de bovenkant is de meetkamer door een plaatvormig lichaam 4 afgesloten en kan de meetkamer met behulp van een ophangend orgaan 5 op gewenste hoogte, bijvoorbeeld in een kas, worden opgehangen.
De luchttoevoerzijde is door een gas- en waterdamp-doorlatend filter 6 afgedekt, zodat het inwendige van de meetkamer in hoge mate tegen het binnendringen van vuil-deeltjes is beschermd. Binnenin de meetkamer bevindt zich eerst een axiale ventilator 7, die van een in bijzonderheden niet aangegeven, via een centrale meet- en besturingseenheid regelbare electrische aandrijving kan zijn voorzien. Via een schroefverbinding 8 kan een voor de meetka- mer bestemd inzetstuk 9 aan de wand van de meetkameromhulling worden vastgemaakt onder tussenvoeging van een pas-sendmakend veerelement 10.
Het voor de meetkamer bestemde inzetstuk is als een vierkant hol profiel (fig. 2) uitgevoerd en bijgevolg doorstroombaar met een inlaat en uitlaat voor de lucht. Binnenin is een Peltierblok 11 van het bekende bouwtype aangebracht. Aan de koude zijde 11.1 van het Peltierblok 11 is met behulp van een warmtegeleidend kleefmiddel contact gemaakt met een dunne filmthermometer uit platina die de natte-temperatuurstaster 12 (fig. 3) vormt. De hete zijde 11.2 is naar de passendmakende veer 10 toegekeerd en voor het overige van een temperatuursweerstand 13 voorzien om de temperatuur van de hete zijde van het Peltierblok te registreren.
Vóór het binnentreden van de lucht is aan het inzetstuk 9 van de meetkamer de droge-temperatuurstaster 14 voor het meten van de luchttemperatuur bij het binnentreden aangebracht. De dunne filmthermometer, die de natte-temperatuurstaster 12 vormt, heeft een met het cijfer 15 aangegeven contactoppervlak (fig. 3c), dat eveneens een absorptievlak voor infra-rood licht vormt. Tegenover de natte-temperatuurstaster 12 geplaatst bevindt zich in het inzetstuk 9 van de meetkamer een infra-rode meeteenheid 16 met een infra-rood-straler en een infra-rood-ontvanger, zodat de op het contactoppervlak terechtkomende hoeveelheid condensaat via de absorptie van het infra-rode licht kan worden bepaald. Het Peltierblok 11, de natte-temperatuurstaster 12, de temperatuursweerstand 13, de droge-temperatuurstaster 14 en de meeteenheid 16 voor het infrarode licht moeten via een koker 17 voor de aansluitkabel met een verbindingsbus 18 met een niet-aangegeven electri-sche meet- en regeleenheid worden verbonden en via deze ook worden bestuurd, zodat gevonden meetsignalen kunnen worden verwerkt en bovendien ook nog voor het besturen, bijvoorbeeld van het koelproces respektievelijk voor de virtuele thermische ontkoppeling door het vaststellen van de temperatuur aan de hete zijde van het Peltierblok 11 voor het verkrijgen van een exacte adiabatische toestand bij de bepaling van de natte-boltemperatuur kunnen worden benut.
Bij een meetcyclus met behulp van de in de tekening weergegeven inrichting wordt bij het binnentreden van de stroom meetgas via de droge-temperatuurthermometer 14 eerst de temperatuur van de binnenstromende lucht bepaald en in de besturings- en meetwaardeverwerkingseenheid opgeslagen. Via het Peltierblok 11 wordt de met het warm-tegeleidende kleefmiddel contactmakende dunne filmthermo-meter uit platina van de natte-temperatuurstaster 12, welke een natte-temperatuursweerstand vormt, van kamertemperatuur tot op een willekeurige temperatuurswaarde beneden het dauwpunt van de luchtstroom afgekoeld. Is de dauwpunttemperatuur bereikt, dan slaat water als condensaat op het contactoppervlak 15 neer, hetgeen door de meeteenheid 16 van de infra-rood-absorptie geregistreerd en tegelijkertijd als meetsignaal naar de regel- en meeteenheid wordt verder geleid. Beoogd wordt, dat het con-tact-oppervlak 15 nu van een condensaatfilm van bepaalde dikte is voorzien. Door de warmtegeleidende verbinding van het Peltierblok 11 met het inzetstuk 9 in de meetkamer, de passendmakende veer 10 en het omhulsel 1 van de meetkamer, wordt de tijdens het koelproces op de hete zijde 11.2 van het Peltierblok 11 optredende warmte onafgebroken via een toereikend gedimensioneerd en bovendien nog door het axiale blaastoestel 7 geventileerd lichaam afgevoerd, zodat een meetwaarde-vervalsende beïnvloeding van de lucht in de buurt van de natte-temperatuurstaster 12 doorgaans niet optreedt. Eventueel kan echter ook nog een isolering van de hete zijde van het Peltierblok 11 van het door de lucht omspoelde oppervlak van de natte-temperatuurstaster 12 plaatsvinden.
Afhankelijk van de absolute hoeveelheid condensaat, die in afhankelijkheid van het absolute watergehalte van de omgevingslucht respektievelijk van de bij het proces gebruikte lucht en van de bij het afkoelen werkelijk te bereiken temperatuur beneden het dauwpunt op de natte-temperatuurstaster kan worden uitgecondenseerd, blijft het Peltierblok 11 op de minimaal aan de natte-temperatuurs- taster 12 te bereiken temperatuur, tot hierop voldoende condensaat in de vorm van dauw of ijzel is neergeslagen om een adiabatische koelcurve tot aan het natte-bolpunt te doorlopen. Dit dient voortdurend door de meet- en regel-eenheid te worden gecontroleerd.
Na het bereiken van een voor het aansturen op de natte-bolwaarde toereikende hoeveelheid condensaat wordt in een aansluitende opwarmingsfase continu de temperatuur aan de hete zijde 11.2 van het Peltierblok 11 en die van de natte-temperatuurstaster 12 bepaald. Uit het verschil van deze temperaturen kan de meet- en regeleenheid een stuurstroom voor het Peltierblok 11 berekenen, zodat het Peltierblok 11 met een besturingsstroom kan worden geregeld, die een exakte handhaving van een nagenoeg ideale adiabatische afkoeling door het daarmede te verwezenlijken, virtuele thermische ontkoppelen van de hete en de koude zijde van het Peltierblok garandeert. Als parameters voor het berekeningsproces in de regel- en meeteenheid kunnen daarbij bijvoorbeeld het warmtegeleidende vermogen van het Peltierblok met de bouwonderdeelconstanten, de temperatuur van de hete zijde van het Peltierblok 11, de temperatuur aan de koude zijde van het Peltierblok 11, alsook de gedifferentieerde koude-zijdentemperatuur dienen.
Tijdens de gehele meetcyclus stroomt lucht met een aan de omstandigheden aangepaste stroomsnelheid, doorgaans 2,5 tot 3 m/sec., door het inwendige van de meetkamer. De lucht, die langs de bevochtigde natte-temperatuurstaster 12 stroomt, levert nu de hoeveelheid warmte, die nodig is om het gecondenseerde water weer in afhankelijkheid van het verzadigingstekort van de lucht te laten verdampen. De door het verdampen van het vooraf uitgedauwde condensaat afgekoelde voorbijstrijkende hoeveelheid lucht bereikt, begunstigd door het bestuurde koelproces (virtuele thermische ontkoppeling), een stabiele evenwichtstoestand, die via de meting van de natte-boltemperatuur voor een exakte berekening van de relatieve luchtvochtigheid kan instaan.
Ontdekt de meet- en besturingseenheid bijvoorbeeld op grond van de vastgestelde afkoelcurve van de natte-tempe- ratuursaftaster, dat zich geen condenswater meer op het contactoppervlak 15 bevindt, dan zijn ofwel omgevingsomstandigheden buiten het koelvermogen van het Peltierblok 11 voorhanden of het contactoppervlak is sterk vervuild. In dit geval is op eenvoudige wijze een zelfwerkend reinigingsproces uitvoerbaar door een overmaat condenswater te vormen en aansluitend te verhitten. Door de opstelling van de natte-temperatuurstaster 12 is daarbij het ongestoord afdruppelen van de verontreiniging bevattende overmaat condensaat garant gesteld. Ook de aanzetting van algen is dus verhinderd.

Claims (16)

1. Werkwijze voor het bepalen van de relatieve vochtigheid van gasvormige stoffen, bij voorkeur voor het bepalen van de relatieve luchtvochtigheid in afgesloten ruimten, zoals bijvoorbeeld kassen, waarbij de temperatuur van de stroom meetgas onder gebruikmaking van de psychro-metrische meting van de vochtigheid met behulp van een droge-temperatuurstaster (14) vastgesteld wordt, de met een bevochtigbare natte-temperatuurstaster (12) contact-makende stroom meetgas in hoofdzaak adiabatisch tot aan de koelgrens (natte-bolwaarde) onder het vaststellen van de natte-boltemperatuur afgekoeld wordt en met gebruikmaking van de vastgestelde meetgasstroam-tenperatuur en de natte-boltempera-tuur de relatieve vochtigheid bepaald wordt, met het kenmerk, dat de meetgas-stroom voor het direkt bevochtigen van de natte-temperatuurstaster (12) eerst op ten minste de temperatuur van het dauwpunt ervan afgekoeld wordt, de temperatuur van het dauwpunt bepaald wordt en de natte-temperatuurstaster (12) met een uit de meetgas-stroom condenserend condensaat in een hoeveelheid, die bepaald kan worden, wordt bevochtigd, waarna de meetgas-stroom onder verdamping van het op de natte-temperatuurstaster (12) gecondenseerde condensaat voor het bepalen van de natte-boltemperatuur'adiabatisch afgekoeld wordt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stroom meetgas voor het condenseren van het condensaat zodanig afgekoeld wordt, dat een condensaatfilm met voorafbepaalde dikte op de natte-temperatuurstaster (12) ontstaat.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de dikte van de condensaatfilm door middel van een infra-rood-absorptie bepaald wordt.
4. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één der conclusies 1 t/m 3 met een in een meetkamer (1) aangebrachte, met een electrische meet- en besturingseenheid te verbinden droge-temperatuurstaster (14) en een natte-temperatuurstaster (12), alsook met een Peltierblok of dergelijke als koel- respektievelijk verwarmingsinrich- ting (11), met het kenmerk, dat de natte-temperatuurstas-ter (12) met het Peltierblok (ll) in warmtegeleidende verbinding staat, door het Peltierblok (11) kan worden afgekoeld, alsook van een bevochtigbaar, voor de meetgas-stroom onmiddellijk toelaatbaar contactoppervlak (15) is voorzien.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het contactoppervlak (15) van de natte-temperatuurs-taster (12) als infra-rood-absorberend oppervlak voor een in de meetkamer (1) aangebrachte infra-rood-meeteenheid (16? infra-rood-straler, infra-rood-ontvanger) is uitgevoerd.
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de natte-temperatuurstaster (12) als een met het Peltierblok (11) contact te maken dunne filmthermome-ter is uitgevoerd.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de dunne filmthermometer met behulp van een warmtege-leidend kleefmiddel met het Peltierblok (11) contact kan maken.
8. Inrichting volgens één van de conclusies 1 t/m 7, met het kenmerk, dat het Peltierblok (ll) met het meetka-meromhulsel (1) in warmtegeleidende verbinding staat.
9. Inrichting volgens één der conclusies 4 t/m 7, met het kenmerk, dat aan de hete zijde (11.2) van het Peltierblok (11) een temperatuursweerstand (13) is aangebracht voor het registreren van de temperatuur aan de hete zijde.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de natte-temperatuurstaster (12) voor de virtuele thermische ontkoppeling afhankelijk van de temperatuur aan de hete zijde kan worden gekoeld.
11. Inrichting volgens één der conclusies 1 t/m 9, met het kenmerk, dat het contactoppervlak (15) van de natte-temperatuurstaster (12) afhankelijk van een meet-waarderesultaat van de infra-rood-meeteenheid (16 ) voor een reinigende hoeveelheid condensaat toelaatbaar is.
12. Inrichting volgens één der conclusies 4 t/m 11, met het kenmerk, dat de meetkamer (1) in hoofdzaak buisvormig, met een in de binnenruimte van de buis gelegen achter de natte- (12) en droge-temperatuurstaster (14) geplaatste ventilator (7) is uitgevoerd.
13. Inrichting volgens één der conclusies 4 t/m 12, met het kenmerk, dat de natte-temperatuurstaster (12) in een van een doorstroomruimte voorzien inzetstuk (9) in de meetkamer is aangebracht en de droge-temperatuurstaster (14) vóór de gasinlaat van het inzetstuk (9) van de meetkamer is geplaatst.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het inzetstuk (9) van de meetkamer de infra-rood-eenheid (16) draagt.
15. Inrichting volgens één der conclusies 13 t/m 14, met het kenmerk, dat de ventilator (7) een regelbare aandrijving omvat.
16. Inrichting volgens één der conclusies 4 t/m 15, met het kenmerk, dat de meetkamer (1) met ten minste een gas- en stoomdoorlatend filter (6) afsluitbaar is.
NL9100316A 1990-02-23 1991-02-22 Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de relatieve vochtigheid van gasvormige stoffen. NL9100316A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE4005744 1990-02-23
DE4005744A DE4005744C1 (nl) 1990-02-23 1990-02-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9100316A true NL9100316A (nl) 1991-09-16

Family

ID=6400823

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9100316A NL9100316A (nl) 1990-02-23 1991-02-22 Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de relatieve vochtigheid van gasvormige stoffen.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US5148710A (nl)
DE (1) DE4005744C1 (nl)
NL (1) NL9100316A (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5520048A (en) * 1995-01-19 1996-05-28 United Sciences, Inc. Automated flow measuring device including wet and dry bulb moisture analyzer
US5853246A (en) * 1995-02-06 1998-12-29 Lowder; Val Wet-bulb thermometer
US5581015A (en) * 1995-02-07 1996-12-03 Kiesow; Lutz A. Devices and methods for measuring temperature and vapor levels in a gas
KR0165470B1 (ko) * 1995-11-08 1999-02-01 김광호 반도체 소자의 박막형성 프로그램의 자동보정 시스템
US6514721B2 (en) * 2001-07-03 2003-02-04 Biochem Technologies, Inc. Air sampler for pathogens and psychrometrics
US6712504B1 (en) * 2002-10-01 2004-03-30 Forintek Canada Corp. Method for determining the relative humidity of a volume of air having a temperature of 100° C or greater
US20060005548A1 (en) * 2004-07-08 2006-01-12 Keith Ruckstuhl Countertop thermoelectric assembly
WO2006015416A1 (en) * 2004-08-10 2006-02-16 Resmed Limited Method and apparatus for humidification of breathable gas with profiled delivery
DE102009053022A1 (de) 2009-07-29 2011-05-19 Curtius, Fritz Vorrichtung zur Effizienzdiagnose auf der Basis von Dampf, H2O in lufttechnischen Anlagen
JP5441642B2 (ja) * 2009-11-30 2014-03-12 カルソニックカンセイ株式会社 車両用表示装置
FR2974179B1 (fr) * 2011-04-12 2014-08-01 Ct Nat De Machinisme Agricole Du Genie Rural Des Eaux Et Des Forets Cemagref Dispositif de mesure d'humidite relative et de temperature de l'air dans un milieu diphasique
WO2013157185A1 (ja) 2012-04-16 2013-10-24 エスペック株式会社 湿度計及びこの湿度計を備えた恒温恒湿槽
CN113514494A (zh) * 2021-07-13 2021-10-19 中国人民解放军国防科技大学 基于绝热蒸发过程的空气湿度测定实验台
EP4155719A1 (en) * 2021-09-28 2023-03-29 Abb Schweiz Ag Method for measuring humidity

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2112662C3 (de) * 1971-03-16 1974-01-03 Pleva Geb. Langbein, Gudrun, 7255 Rutesheim Feuchtigkeitsmeßgerät für gasförmige Stoffe
US3712140A (en) * 1971-03-29 1973-01-23 United Aircraft Corp Wet bulb temperature sensor
DE2538225C3 (de) * 1975-08-28 1980-12-04 Eduard Ing.(Grad.) 4470 Meppen Schmeer Tauspiegelhygrometer
DE2964663D1 (en) * 1979-01-11 1983-03-03 Land Pyrometers Ltd Apparatus for determining vapour content of a gas/vapour mixture
US4227411A (en) * 1979-09-24 1980-10-14 Rca Corporation Relative humidity measurement
SU1223112A1 (ru) * 1984-07-12 1986-04-07 Опытно-конструкторское бюро тонкого биологического машиностроения Психрометрический преобразователь
US4629333A (en) * 1984-10-19 1986-12-16 Eg&G, Inc. Chilled mirror hygrometer with performance monitoring
JPS63265151A (ja) * 1987-04-23 1988-11-01 Tabai Esupetsuku Kk 湿度測定用装置

Also Published As

Publication number Publication date
DE4005744C1 (nl) 1991-11-21
US5148710A (en) 1992-09-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9100316A (nl) Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de relatieve vochtigheid van gasvormige stoffen.
Monteith et al. A thermocouple method for measuring relative humidity in the range 95-100%
US6575621B1 (en) Dew point hygrometers and dew sensors
US4221058A (en) Humidity responsive control for dryers
US6926439B2 (en) Dew point hygrometers and dew sensors
US6038922A (en) Thermometric apparatus and method for determining the concentration of a vapor in a gas stream
US4461167A (en) Psychrometer for measuring the humidity of a gas flow
JPH07104303B2 (ja) ガス流の湿度測定方法およびその装置
US5165793A (en) Dew point measuring method and apparatus
US4890479A (en) System and method for monitoring wet bulb temperature in a flue gas stream
Roberts Dew point temperature
US4559823A (en) Device and method for measuring the energy content of hot and humid air streams
JPS59208447A (ja) 通気培養槽中の熱伝導度測定セル中のゼロ点調整方法
JPH05209827A (ja) 湿度測定装置およびそれを備えた加湿機器
US5853246A (en) Wet-bulb thermometer
Adam et al. A low-cost microcomputer system for controlling relative humidity in horticultural storages
Moulsley et al. A resistance thermometer psychrometer
Sato Studies on respiratory humidity, pt. 1.
JP3668951B2 (ja) 洗浄乾燥機のドライセンサ
JPWO2010125998A1 (ja) 蒸気測定装置
JPS61110042A (ja) 湿度測定装置
Burcham A variable temperature and humidity oven
Schurer et al. Humidity sensors in the greenhouse
JPH01296152A (ja) 温度・温度差式通風乾湿計
US2202763A (en) Control for air conditioning apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: DIPL.-ING. EDGAR BAUTH

BV The patent application has lapsed