NL9100240A

NL9100240A - Verstuiver voor het vernevelen van vloeistof.

Info

Publication number: NL9100240A
Application number: NL9100240A
Authority: NL
Original assignee: Johannes Valster
Priority date: 1991-02-12
Filing date: 1991-02-12
Publication date: 1992-09-01
Also published as: EP0525164A1; AU1340892A; WO1992013642A1; DE69203299T2; DK0525164T3; DE69203299D1; EP0525164B1

Description

Verstuiver voor het vernevelen van vloeistof.

De uitvinding betreft een verstuiver voor het vernevelen van vloeistof, zoals water, voor het bevochtigen van lucht in ruimten, zoals bijvoorbeeld opslagplaatsen voor papier en dergelijke, De verstuiver is van het type waarbij de vloeistof met behulp van samengeperst gas verstoven wordt,

Met verstuivers van het bovengenoemde type kan water zo fijn verneveld worden dat de gevormde druppels verdampen voordat de nevel in aanraking met apparatuur of opgeslagen materiaal komt, Hierdoor is het uitgesloten dat anders dan door condensatie waterdruppels ontstaan die schade kunnen veroorzaken.

Aangezien het feit dat in het algemeen leidingwater gebruikt wordt voor luchtbevochtiging is een van de belangrijkste problemen het ontstaan van kalkaanslag in de verstuiver, Deze kalkaanslag kan de werking sterk ten ongunste beïnvloeden. Daar in het algemeen de verstuivers dicht bij het plafond gemonteerd warden is onderhoud een kostbare zaak, In het verleden zijn verstuivers ontwikkeld die bij het uitschakelen automatisch de sproeier voor de vloeistof dóórsteken en eventuele kalkaanslag verwijderen, Bij deze inrichtingen wordt een doorsteeknaald bewogen door een combinatie van een veer en een membraan dat door de waterdruk geactiveerd wordt. Dit type verstuiver is kwetsbaar doordat de werking afhankelijk is van een membraan. Tevens is het mogelijk dat bij het uitvallen van de gasdruk een straal water uit de verstuiver komt.

De uitvinding beoogt de werking van deze verstuivers sterk te verbeteren door niet alleen de vloeistofsproeier doch ook de luchtsproeier door te steken op het moment dat de verstuiver uitgeschakeld wordt, Hiertoe is een reinigingssysteem voor de vloeistofsproeier en de gassproeier aanwezig terwijl de verneveling pas na aanwezigheid van voldoende gasdruk gestart wordt. Het uitvallen van de gasdruk heeft een onmiddelijk sluiten van de vloeistof toevoer ten gevolge, De verstuiver is zo ingericht dat voor een normaal bedrijf de waterdruk gehandhaafd kan worden en de sproeiers door periodiek de gasdruk weg te nemen gereinigd worden zonder de kans te lopen dat de verstuiver niet-vernevelde vloeistof in de ruimte spuit.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening verklaard worden.

Fig. 1 toont een langsdoorsnede van de verstuiver in rust.

Fig. 2 toont de vloeistof sproeibuis,

Fig. 3 toont de vloeistofafdichting bij ontbreken van gasdruk.

In Fig. 1 is met (1) het huis van de verstuiver aangegeven. In het huis (1) is (2) de toevoeropening voor vloeistof en met (3) de toevoeropening voor samengeperst gas (in het vervolg met lucht aan te duiden). Aan de voorzijde bevindt zich de luchtsproeikop (4) met luchtsproeiapening (5), De luchtsproeikop (4) wordt axiaal aangedrukt met een luchtsproeikopveer (6) die zich afzet tegen ring (7) die in het huis (1) bevestigd is. Ring (7) draagt in een groef afdichtingsring (8). Flens (9) van de luchtsproeikop (4) kan met afdichtingsring (8) een gasdichte afsluiting tussen flens (9) en huis (1) realiseren. Tussen flens (9) en het huis (1) bestaat een ruime speling dia schoongeblazen wordt bij het in dienst stellen van de verstuiver,

In het midden van het huis (1) is een inzetstuk (10) ingeschroefd waarin de sproeibuisdrager (11) is aangebracht. In deze sproeibuisdrager (11) is een sproeibuis (12) gemonteerd. Het mondstuk (13) reikt door de luchtsproeiopening (5) van luchtsproeikop (4) als deze door de veer (6) teruggedrukt wordt. In de sproeibuis (12) is een gedeelte van de wand weggenomen teneinde een schuin verlopende opening (14) te verkrijgen. In het einde (15) van de sproeibuis (12) bevindt zich reinigingsnaald (16). De reinigingsnaald (16) past schuivend in de sproeibuis (12) en kan zich axiaal bewegen tot positie (17).

De reinigingsnaald (16) is verbonden met zuigerstang (18) die verstelbaar met schroefgedeelte (19) aan de zuiger (20) is verbonden. De zuiger wordt door zuigerveer (21) axiaal in de richting van sproeibuis (12) gedrukt. De zuigerveer (21) steunt tegen veerhouder (22) die in cylinderboring (23) is bevestigd. De veerhouder (22) draagt in een groef afdichtingsring (24) die een gasdichte afdichting tussen zuiger (20) en cylinder (23) kan bewerkstelligen. De zuiger (20) past met ruime speling in de cylinder (23) zodat de zuigerveer (21) ten allen tijde de zuiger in de ruststand kan brengen.

In het huis (1) is voorzien in een afdichting (25) waardoor zuigerstang (18) in het huis (1) axiaal kan bewegen. Het huis (1) is voor-zien van een luchtaanvoerkanaal (26) dat de gasaanvoeropening (3) verbindt met de ruimte (27). Verder is in het huis (1) een kanaal (28) dat ruimte (27) verbindt met de cylinderruimte (29). Aan de zijde van ruimte (27) is in een groef in kanaal (28) een afdichtingsring (30) die met flens (9) het kanaal (28) kan afdichten,

Vloeistoftoevoeropening (2) is verbonden met ruimte (31) door boring (32), Ruimte (31) kan middels afdichting (33) tegen het inschroefgedeelte (35) van het inzetstuk (10) gescheiden worden van ruimte (34).

De werking is als volgt:

Via vloeistoftoevoeropening (2) wordt vloeistof onder druk aangevoerd naar ruimte (31). Afdichting (33) sluit onder veerdruk van de zuigerveer (21) af, Via gasaanvoeropening (3) wordt lucht onder druk aangevoerd. Via kanaal (26) komt ruimte (27) onder druk, De luchtsproeikop (4) beweegt zich axiaal tegen de veerdruk van veer (6) tot de gestippelde positie. Hierbij zal flens (9) afdichten tegen afdichtingsring (8). Zodra luchtsproeikop (4) vrijkomt van afdichting (30) zal perslucht via kanaal (28) naar cylinderruimte (29) stromen en zuiger (20) axiaal bewegen tot de gestippelde positie. Hierbij zal de zuiger (20) afdichten tegen afdichtingsring (24), Met zuiger (20) zal zuigerstang (18) de reinigingsnaald (16) terugtrekken en opening (14) vrijmaken. Doordat met de zuigerstang (18) afdichting (33) is vrijgekomen kan de vloeistof via ruimte (34) opening (14) bereiken. De vloeistof stroomt nu uit het mondstuk (13) en wordt door de luchtstroom in luchtsproeiopening (5) verneveld,

Vanneer nu de luchttoevoer ophoudt zal door de veerwerking van zuigerveer (21) en veer (6) afdichting (33) weer sluiten en de sproeibuis (12) door reinigingsnaald (16) doorgestoken worden en luchtsproeiopening (5) door de sproeibuis (12) doorgestoken worden,

Door het schroefgedeelte (19) van de zuigerstang (18) kan de reinigingsnaald (16) versteld worden en hiermee de doorlaat van opening (14) in de sproeibuis (12). Hiermede is een fijnverstelling voor de hoeveelheid vernevelde vloeistof verkregen.

Claims

11 Verstuiver voor Kei vernevelen van ' vloeistof...... met behulp van samengeperst gas met het kenmerk dat de verstuiver is voorzien van een reinigingssysteem bestaande uit een sproeibuis (12) welke, passend, door de sproeiopening <5) in de luchtsproeikop (4) heen reikt en waarin zich een axiaal beweegbare reinigingsnaald (16) bevindt welke door het samengeperste gas middels een zuiger (20) tegen de veerspanning van de zuigerveer (21) in in de bedrijfsstand gebracht wordt en die tegelijkertijd de toevoeropening (14) voor de vloeistof opent en waarbij de luchtsproeikop (4) door het samengeperste gas tegen de veerspanning van de luchtsproeikopveer (6) zich axiaal beweegt en de sproeiopening (5) vrijkomt.

21 Verstuiver vaar het vernevelen van vloeistof met behulp van samengeperst gas volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de reinigingsnaald (16) de sproeibuis (12) niet verlaat tijdens het in de bedrijfsstand komen en de vloeistof in de sproeibuis (12) stroomt door een opening (14) welke is onstaan door een gedeelte van de buiswand weg te nemen waarbij het weggenomen gedeelte een hellend vlak vertoont en de reinigingsnaald (16) in de bedrijfsstand de toevoeropening (14) gedeeltelijk vrijlaat.

31 Verstuiver voor het vernevelen van vloeistof met behulp van samengeperst gas volgens conclusie 1 en 2 met het kenmerk dat de verbinding tussen de zuiger (20) en de zuigerstang (18) axiaal instelbaar is middels een schroefverbinding (19). 4] Verstuiver voor het vernevelen van vloeistof met behulp van samengeperst gas volgens conclusie 1, 2 en 3 met het kenmerk dat de zuigerstang (18) een afdichtingselement (33) draagt dat in de ruststand door de veerspanning van de zuigerveer (21) tegen het afdichtingsvlak van het inzetstuk (10) gedrukt wordt.

51 Verstuiver voor het vernevelen van vloeistof met behulp van samengeperst gas volgens conclusie 1, 2, 3 en 4 met het kenmerk dat het toevoerkanaal (28) voor het samengeperste gas naar de cylinderruimte (29) door de luchtsproeikop (4) wordt afgesloten wanneer de toevoer van samengeperst gas wordt onderbroken. 6] Verstuiver voor bet vernevelen van vloeistof met behulp van samengeperst gas volgens conclusie 1, 2, 3, 4 en 5 met het kenmerk dat de zuiger (20) en de flens (9) met een diametrale speling welke ligt tussen 0,1 en 1 millimeter glijdend in het huis (1) past.