NL9002708A - Wegwerp-testinrichting voor vloeistoffen. - Google Patents

Description

Titel: Wegwerp-testinrichting voor vloeistoffen

De uitvinding heeft betrekking op een wegwerp-testinrich¬ting voor vloeistoffen, in hoofdzaak bestaande uit een beker¬vormige houder.

Voor het testen van een vloeistof op het daarin voorkomenvan een bepaalde stof is het uitvoeren van een (bio-)chemischetest gebruikelijk. Om de test betrouwbaar te doen zijn is hetnodig dat een nauwkeurige hoeveelheid van een monster in con¬tact wordt gebracht met een nauwkeurige hoeveelheid reagens.Onder laboratoriumomstandigheden kan de vereiste nauwkeurig¬heid gemakkelijk worden bereikt, onder niet-laboratorium c.q.veldomstandigheden is dit aanzienlijk lastiger wegens het nietbeschikbaar zijn van de nodige instrumenten resp. onvoldoendevaardigheid bij de gebruiker daarvan.

De in niet-laboratoriumomstandigheden toegepaste testsys¬temen voor vloeistoffen maken doorgaans gebruik van(reageer-)buizen en/of papierstroken, voorzien van een bepaaldreagens. De test berust doorgaans op het waarnemen vankleurverschillen. Bij het toepassen van buizen is hetwaarnemen van kleur-intensiteitsverschillen tussen de rand vande buis en het centrum lastig. Bij het toepassen van eenpapierstrook wordt een exacte kleurwaarneming vaak gehinderddoor het niet gladde oppervlak van de papierstrook.

De uitvinding beoogt een instrument voor het testen vanvloeistoffen te verschaffen, dat een grote nauwkeurigheidpaart aan een groot bedieningsgemak, terwijl de benodigdehoeveelheid reagens tot een minimum kan worden beperkt. Ditdoel wordt volgens de uitvinding bereikt met een wegwerp-test¬inrichting van het bovenomschreven type, waarbij de houder isvoorzien van een op het bodemgedeelte daarvan afdichtend aan-brengbare en in axiale richting vastzetbare buitenbeker, diein tenminste twee, in één vlak gelegen eindstanden tenopzichte van de houder plaatsbaar is, de bodem van de houderis voorzien van tenminste één vloeistofdoorlaatopening en opde naar de buitenbeker toegekeerde zijde van die bodem tenmin¬ ste één reagens is aangebracht, terwijl in de bodem van debuitenbeker tenminste één reservoir aanwezig is, dat in de eneeindstand van de buitenbeker in register ligt met de vloei-stofdoorlaatopening en in de andere eindstand in register methet reagens.

Met behulp van een dergelijke wegwerpinrichting kan b.v.een veehouder op uiterst gemakkelijke en nauwkeurige wijze eenonderzoek uitvoeren aan verse melk, teneinde na te gaan of demelk progesteron bevat, welke stof een indicatie geeft inzakede vruchtbaarheid van het dier. Daartoe wordt de houder gevuldmet verse melk, waarna de buitenbeker in een zodanige standwordt geplaatst dat het daarin aanwezige reservoir met eennauwkeurig bepaalde hoeveelheid melk wordt gevuld. Doorverdraaiing of verschuiving van de buitenbeker ten opzichtevan de houder wordt het reservoir met de verse melk geplaatstin een stand, waarin de melk kan reageren met het tijdens defabricage van de testinrichting op de bodem van de houderaangbrachte, exact bepaalde hoeveelheid reagens, die isaangepast aan de inhoud van het in de bodem van de buitenbekeraangebrachte reservoir. De na enige tijd al dan niet optre¬dende verkleuring kan met het oog worden afgelezen via eenkijkglas, dat b.v. in de bodem van de buitenbeker danwel in debodem van de houder is aangebracht.

Op deze wijze zijn de hoeveelheden reagens en testvloei-stof steeds exact aan elkaar aangepast en vereist het uitvoe¬ren van de test geen enkele nauwkeurigheid meer van de veehou¬der resp. de bedieningspersoon.

Een uitvoeringsvorm van de testinrichting volgens de uit¬vinding wordt aan de hand van de tekening nader toegelicht.Hierin toont: fig. 1 een aanzicht van de testinrichting; fig. 2 een langsdoorsnede van de testinrichting volgensfig. 1; fig. 3 de houder resp. buitenbeker van de testinrichtingin uiteengenomen stand; en fig. 4 een onderaanzicht van de houder volgens fig. 2.

De testinrichting 1, zoals weergegeven in fig. 1 bestaatuit een houder of binnenbeker 2 en een buitenbeker 3. De hou¬der 2 is voorzien van een ingesnoerd bodemdeel 4, waarover dewand van de buitenbeker 3 kan worden geschoven, totdat debeide delen 2, 3 door middel van snapmiddelen 9, 10 in axialerichting met elkaar zijn verbonden. Deze snapmiddelen bestaanuit een in de bodem 5 van de houder 2 aangebrachte centraleopening 9 en een daarin grijpende druk- of snapkop 10, aange¬bracht op de bodem 12 van de buitenbeker 3. De buitenbeker 3is ten opzichte van de houder 2 verdraaibaar zoals weergegevenmet de pijl F in fig. 3.

In de bodem 5 van de houder 2 zijn twee vloeistofdoor-laatopeningen 6 aangebracht, terwijl op twee plaatsen van hetnaar de buitenbeker 3 gerichte vlak van de bodem 5 een exactbepaalde hoeveelheid reagens 7 is aangebracht, b.v. met behulpvan een vriesdroogprocédé. Het oppervlak van het reagens 7 magniet uitsteken buiten het ondervlak van de bodem 5. Zoals infig. 4 weergegeven ligt het reagens 7 in omtreksrichting ver¬schoven ten opzichte van de vloeistofdoorlaten 6.

In de bodem 12 van de buitenbeker 3 zijn twee afzonder¬lijke reservoirs 8 aangebracht, die diametraal tegenoverelkaar zijn gelegen en waarvan de inhoud nauwkeurig is bepaalden afgestemd op de hoeveelheid reagens 7, aangebracht in debodem 5 van de houder 2. Het zal duidelijk zijn dat in gemon¬teerde toestand, derhalve met in elkaar grijpende snapmiddelen9, 10, de bodem 12 van de buitenbeker 3 en de bodem 5 van debinnenbeker 2 afdichtend tegen elkaar moeten aanliggen. Dezeafdichting kan b.v. worden verkregen door de bodem 12 van debuitenbeker 3 in ongemonteerde toestand een enigermate convexevorm te geven, zodat bij onderlinge verbinding van de snapmid¬delen 9, 10 de bodem 12 vlak komt aan te liggen tegen de bodem5 van de binnenbeker 2. Men kan de bodem 12 van de binnenbeker3 ter verkrijging van een goede afdichting ook voorzien vaneen geschikte afdichtlaag.

Voor het waarnemen van een kleurverandering kan de bodemvan de houder 2 van kijkvensters zijn voorzien op die plaat¬ sen, waar het reagens 7 is aangebracht. Ook de bodem van dereservoirs 8 kunnen als kijkvensters zijn uitgevoerd. Bijvoorkeur wordt de buitenbeker 3 in zijn geheel vervaardigd uiteen doorzichtige kunststof.

Terwille van een gemakkelijke verdraaibaarheid van dehouder 2 en de buitenbeker 3 ten opzichte van elkaar zijn debuitenvlakken van de onderdelen 2, 3 van verticale kartelran¬den voorzien.

In plaats van twee reservoirs 8 kan in de buitenbeker 3ook slechts één reservoir 8 zijn aangebracht, terwijl in debodem 5 van de houder 2 op drie plaatsen een reagens 7 kanzijn aangebracht, die onderling in omtreksrichting op eenafstand liggen van een 1/2 π radialen. De inhoud van hetreservoir 8 kan dan achtereenvolgens met de drie reagentia incontact worden gebracht.

De in de fign. 1-4 weergegeven uitvoeringsvorm is rota-tiesymmetrisch uitgevoerd ten opzichte van de hartlijn 11 vande houder 2. Het is ook mogelijk de houder 2 een rechthoekigedoorsnede te geven, in welk geval de buitenbeker 3 eveneenseen rechthoekige doorsnede heeft, waarbij de buitenbeker tenopzichte van de houder 2 verschuifbaar is in een richtingloodrecht op de hartlijn 11 van de houder 2. In dit laatstegeval staan de in de buitenbeker 3 aangebrachte reservoirs 8in de ene eindstand in verbinding met het inwendige van dehouder 2, terwijl in de andere, verschoven eindstand hetreservoir 8 in contact komt met het in de bodem 5 van de hou¬der 2 aangebrachte reagens 7.

De testinrichting wordt als gereed instrument aan degebruiker afgeleverd, waarbij de buitenbeker 3 in een zodanigestand is geplaatst dat de reservoirs daarvan liggen tegenoverde plaatsen waarop de reagentia 7 zijn aangebracht. Na hetvullen van de houder 2 wordt de buitenbeker 3 over een kwartslag verschoven, waardoor in de reservoirs 8 een exactehoeveelheid van b.v. verse melk wordt opgenomen. Na ver¬draaiing van de buitenbeker 3 in tegengestelde richting komthet reservoir 8 tegenover het reagens 7 te liggen. De testin- richting wordt dan over 180° gedraaid en met de bovenrand vande houder 2 op een steunvlak geplaatst. Na enige tijd kan danvia de doorzichtige buitenbeker 3 een eventueel optredendeverkleuring van het melkmonster in het reservoir 8 wordenwaargenomen. De vloeistoftestinrichting is voor eenmaliggebruik geschikt en kan na gebruik worden weggeworpen.

Claims (5)

1. Wegwerp-testinrichting voor vloeistoffen, in hoofdzaakbestaande uit een bekervormige houder, met het kenmerk, dat de houder (2) is voorzien van een afdichtend op hetbodemgedeelte (4) daarvan aanbrengbare en in axiale rich¬ting (4) vastzetbare buitenbeker (3), die in tenminstetwee in één vlak gelegen eindstanden ten opzichte van dehouder (2) plaatsbaar is waarbij de bodem (5) van de houder (2) is voorzien vantenminste één vloeistofdoorlaatopening (6) en op de naarde buitenbeker (2) toegekeerde zijde van die bodem (5)tenminste één reagens (7) is aangebracht terwijl in de bodem (12) van de buitenbeker (3) tenminsteéén reservoir (8) aanwezig is dat in de ene eindstand vande buitenbeker (3) in register ligt met de vloeistofdoor¬laatopening (6) en in de andere eindstand in register methet reagens (7).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat debuitenbeker (3) en de houder (2) met behulp van snapmiddelen(9, 10) met elkaar verbindbaar zijn.

3. Inrichting volgens de conclusies 1-2, met het kenmerk,dat de bodem (12) van de buitenbeker (3) enigermate vervorm¬baar en zodanig convex is uitgevoerd, dat bij in elkaar grij¬pende snapmiddelen (9, 10) de bodem (12) van de buitenbeker(3) afdichtend aanligt tegen de bodem (5) van de houder (2).

4. Inrichting volgens de conclusies 1-3, met het kenmerk,dat de bodem (12) van de buitenbeker (3) is voorzien van eenafdichtlaag.

5. Inrichting volgens de conclusies 1-4, met het kenmerk,dat de buitenbeker (3) is uitgevoerd in een doorzichtigekunststof.