NL9002655A

NL9002655A - DRESSING ROD FOR THE HANGING TRANSPORTATION OF DRESS.

Info

Publication number: NL9002655A
Application number: NL9002655A
Authority: NL
Original assignee: Ancra Europ
Priority date: 1990-12-04
Filing date: 1990-12-04
Publication date: 1992-07-01
Also published as: BE1004828A3; FR2669817A1; DE4139277A1

Description

Korte aanduiding: Kledingstang voor het hangend vervoer van confeetiekleding.Short designation: Clothes rail for hanging confetti clothing.

De uitvinding heeft betrekking op een kledingstang voorhet hangend vervoer van kleding omvattende een dragend deelin de vorm van een langwerpig profiel, waarop de haken vankleerhangers kunnen worden gehangen en dat aan de uiteindenkan worden voorzien van bevestigigingsorganen voor het aaneen wand bevestigen van de kledingstang.The invention relates to a clothes rail for the hanging transport of clothes, comprising a load-bearing part in the form of an elongated profile, on which the hooks of clothes hangers can be hung and which can be provided at the ends with fastening members for attaching the clothes rail to a wall.

Bij de huidige in de praktijk toegepaste kledingstangbestaat het dragende deel uit een stalen buis. Deze heeft alsbezwaar dat het gewicht circa 10 kg. bedraagt. Een kleding¬stang met een dergelijk gewicht wordt vanuit ergonomischoogpunt als zwaar beschouwd. Bovendien wordt bij toepassingvan circa 100 kledingstangen in een vrachtwagen voor hettransport van confeetiekleding een aanzienlijk extra gewichtmee getransporteerd. Dit is in het bijzonder nadelig indiener sprake is van zogenaamd gecombineerd transport, dat wilzeggen dat eerst confectiekleding wordt getransporteerd enafgeleverd, vervolgens de stangen worden gedemonteerd en opde terugweg andere goederen worden meegenomen. Bij ditlaatste transport moet ook het gewicht van de circa 100kledingstangen worden getransporteerd.In the clothes bar currently used in practice, the load-bearing part consists of a steel tube. This has the objection that the weight is approximately 10 kg. amounts. A clothes rail with such a weight is considered heavy from an ergonomic point of view. In addition, when using approximately 100 clothes rails in a truck for the transport of confetti clothing, a considerable extra weight is transported. This is particularly disadvantageous in the case of so-called combined transport, which means that ready-to-wear clothing is first transported and delivered, then the rods are disassembled and other goods are taken along on the way back. For the latter transport, the weight of the approx. 100 clothes rails must also be transported.

De uitvinding heeft tot doel de bovengenoemde nadelentenminste gedeeltelijk te ondervangen door een kledingstangte verschaffen die een aanzienlijk lager gewicht heeft, maardezelfde of zelfs betere eigenschappen heeft voor wat betreftdoorbuiging onder belasting dan de bekende kledingstang.The object of the invention is to at least partially obviate the above-mentioned drawbacks by providing a clothes bar which has a considerably lower weight, but which has the same or even better properties in terms of deflection under load than the known clothes bar.

Dit doel wordt bereikt door een kledingstang van hetbovengenoemde type, welke gekenmerkt wordt door het kenmerkvan conclusie 1.This object is achieved by a clothes rail of the above-mentioned type, which is characterized by the feature of claim 1.

Een op deze wijze uitgevoerde kledingstang die zodaniggedimensioneerd is dat bij een gelijkmatig verdeelde belas¬ting van circa 200 kg. de doorbuiging in hoofdzaak gelijk isaan de doorbuiging van een bekende stalen kledingstang, heefteen gewicht dat circa 40% lager is dan dat van de bekende stalen kledingstang.A clothes rail designed in this way, which is dimensioned such that with an evenly distributed load of approximately 200 kg. the deflection is substantially equal to the deflection of a known steel clothes bar, has a weight which is approximately 40% lower than that of the known steel clothes bar.

Doordat de traagheidsmomenten van de dwarsdoorsnede vanhet dragende deel om de beide hoofdtraagheidsassen in hoofd¬zaak aan elkaar gelijk zijn, zal er in het dragende deel alsgevolg van de erop aangebrachte belasting geen scheve buiging(ook wel dubbele buiging genoemd) optreden. Het dragende deelzal dus steeds doorbuigen in de richting van de erop aan tebrengen belasting. Daardoor kunnen de op de bevestigingsorga-nen uitgeoefende momenten tot een minimum beperkt blijven.Since the moments of inertia of the cross section of the supporting part about the two main inertia axes are substantially the same, there will be no oblique bending (also referred to as double bending) in the supporting part due to the load applied thereon. The load-bearing part will therefore always bend in the direction of the load to be applied to it. As a result, the moments exerted on the fasteners can be kept to a minimum.

Verdere kenmerken van de kledingstang volgens de uitvin¬ding zijn vastgelegd in de afhankelijke conclusies 2 t/m 11.Further features of the clothes rail according to the invention are set out in the dependent claims 2-11.

De uitvinding zal het hiernavolgende uitvoeringsvoor-beeld nader worden toegelicht aan de hand van de tekening,waarin: fig. 1 schematisch een tussen twee wanden opgehangen kle¬dingstang weergeeft, en fig. 2 een dwarsdoorsnede van een voorkeursuitvoeringsvormvan een kledingstang volgens de uitvinding weergeeft.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, in which: Fig. 1 schematically shows a clothes rail suspended between two walls, and Fig. 2 shows a cross-section of a preferred embodiment of a clothes rail according to the invention.

In fig. 1 is schematisch een kledingstang voor hethangend vervoer van confectiekleding weergegeven, welkekledingstang een dragend deel 2 omvat in de vorm van eenlangwerpig profiel, dat aan de beide uiteinden 3 en 4 isvoorzien van bevestigingsorganen 5 en 6. Door middel van dezebevestigingsorganen 5, 6 kan de kledingstang 1 tussen twee opafstand van elkaar gelegen wanden 7 en 8 worden gehangen. Infig. 1 zijn de bevestigingsorganen 5, 6 haakvormig en stekenin in de wanden 7 en 8 aangebrachte sleuf gaten 9 en 10. Debevestigingsorganen 5 en 6 kunnen echter ook op velerleiandere, in de praktijk bekende vormen hebben.Fig. 1 schematically shows a clothes rail for the suspended transport of ready-to-wear clothes, which clothes rail comprises a load-bearing part 2 in the form of an elongated profile, which is provided at both ends 3 and 4 with fasteners 5 and 6. By means of these fasteners 5, 6 the clothes rail 1 can be hung between two spaced apart walls 7 and 8. Infig. 1, the fasteners 5, 6 are hook-shaped and slot slots 9 and 10 arranged in the walls 7 and 8, but the fasteners 5 and 6 can also take many different forms known in practice.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van een kledingstangvolgens de uitvinding bestaat het dragende deel 2 uit eenaluminium kokerprofiel dat is samengesteld uit meerdere,integraal met elkaar verbonden kokers, zoals in fig. 2 indwarsdoorsnede is weergegeven.In a preferred embodiment of a clothes rail according to the invention, the supporting part 2 consists of an aluminum box section, which is composed of a plurality of integrally connected tubes, as shown in cross-section in Fig. 2.

Het in fig. 2 weergegeven profiel is samengesteld uiteen eerste koker 11 met een in hoofdzaak ronde dwarsdoorsne¬de, een zich evenwijdig aan de eerste koker 11 uitstrekkende en vast met de eerste koker verbonden tweede koker 12 met eenlangwerpige dwarsdoorsnede en een zich evenwijdig aan deeerste koker 11 en de tweede koker 12 uitstrekkende en vastmet de tweede koker 12 verbonden derde koker 13 met het inhoofdzaak driehoekige dwarsdoorsnede.The profile shown in Fig. 2 is composed of a first tube 11 with a substantially round cross-section, a second tube 12 extending parallel to the first tube 11 and fixedly connected to the first tube with an elongated cross-section and a parallel to the first sleeve 11 and the second sleeve 12 extending and fixedly connected to the second sleeve 12 to the third sleeve 13 with the substantially triangular cross section.

De tweede koker 12 bestaat in wezen uit vier wanddelen14, 15, 16, 17. Het eerste wanddeel 14 is in hoofdzaak vlaken sluit onder een rechte hoek aan op de wand 18 van deeerste koker 11. De breedte van het eerste wanddeel 14 is inhoofdzaak gelijk aan een halve diameter van de eerste koker11.The second tube 12 essentially consists of four wall parts 14, 15, 16, 17. The first wall part 14 is mainly flat and connects to the wall 18 of the first tube 11 at a right angle. The width of the first wall part 14 is substantially the same to half a diameter of the first tube 11.

Het tweede wanddeel 15 is eveneens in hoofdzaak vlak ensluit nabij de aansluiting van het eerste wanddeel 14 op dewand 18 van de eerste koker 11 aan op dit eerste wanddeel 14en de wand 18 van de eerste koker 11. Daarbij ligt de hoektussen het eerste wanddeel 14 en het tweede wanddeel 15tussen 90 en 120 ° en bij voorkeur tussen 100 en 110 °. Debreedte van het tweede wanddeel 15 is in hoofdzaak gelijk aande diameter van de eerste koker 11.The second wall part 15 is also substantially flat and adjacent the connection of the first wall part 14 to the wall 18 of the first tube 11 connects to this first wall part 14 and the wall 18 of the first tube 11. The angle between the first wall part 14 and the second wall part 15 between 90 and 120 ° and preferably between 100 and 110 °. The width of the second wall part 15 is substantially equal to the diameter of the first tube 11.

Het derde wanddeel 16 is eveneens in hoofdzaak vlak ensluit nabij de tweede zijrand 19 van het eerste wanddeel 14aan op dit eerste wanddeel en loopt evenwijdig aan het tweedewanddeel 15. De breedte van het derde wanddeel 16 is eveneensin hoofdzaak gelijk aan de diameter van de eerste koker 11.The third wall part 16 is also substantially flat and adjoins this first wall part near the second side edge 19 of the first wall part 14 and runs parallel to the second wall part 15. The width of the third wall part 16 is also substantially equal to the diameter of the first tube 11.

Het vierde wanddeel 17 verbindt de van het eerstewanddeel 14 afgelegen zijranden 20 en 21 van het tweede enderde wanddeel 15 en 16 met elkaar. Het vierde wanddeel 17 isgebogen en heeft in de in fig. 2 weergegeven uitvoeringsvormde vorm van een halve cilinder.The fourth wall part 17 connects the side edges 20 and 21 of the second third wall part 15 and 16 remote from the first wall part 14. The fourth wall part 17 is curved and has the shape of a half cylinder in the embodiment shown in Fig. 2.

De derde koker 13 bestaat uit drie wanddelen 22, 23 en24. Het eerste wanddeel 22 van de derde koker 13 is in hoofd¬zaak vlak en sluit onder een rechte hoek aan op het eerstewanddeel 14 van de tweede koker 12, en wel op een afstand vande eerste koker 11 die enigszins kleiner is dan de halvediameter van de eerste koker 11. De breedte van het eerstewanddeel 22 is in hoofdzaak gelijk aan de halve diameter vande eerste koker 11.The third tube 13 consists of three wall parts 22, 23 and 24. The first wall part 22 of the third tube 13 is substantially flat and connects at right angles to the first wall part 14 of the second tube 12, at a distance from the first tube 11 which is slightly smaller than the half diameter of the first tube 11. The width of the first wall part 22 is substantially equal to half the diameter of the first tube 11.

Het tweede wanddeel 23 sluit aan op de tweede zijrand 25van het eerste wanddeel 22 en sluit met dit wanddeel 22 eenhoek van circa 30 0 in.The second wall part 23 connects to the second side edge 25 of the first wall part 22 and encloses an angle of approximately 30 ° with this wall part 22.

Het derde wanddeel 24 verbindt de tweede zijrand 26 vanhet tweede wanddeel 23 met het overgangsgebied 27 tussen heteerste 14 en derde wanddeel 16 van de tweede koker 12.The third wall part 24 connects the second side edge 26 of the second wall part 23 to the transition area 27 between the first 14 and third wall part 16 of the second tube 12.

Verder omvat het profiel nog een tussenwanddeel 28 dathet overgangsgebied tussen het tweede en vierde wanddeel vande tweede buis verbindt met de wand van de eerste koker. Deaansluiting van dit tussenwanddeel 28 op de wand 18 van deeerste koker 11 ligt in omtreksrichting van de eerste koker11 op een afstand van circa 90 0 van de aansluiting van heteerste wanddeel 14 van de tweede koker 12 op de wand 18 vande eerste koker 11.The profile further comprises an intermediate wall part 28 which connects the transition area between the second and fourth wall part of the second tube with the wall of the first tube. The connection of this partition wall part 28 to the wall 18 of the first tube 11 is circumferentially of the first tube 11 at a distance of approximately 90 ° from the connection of the first wall part 14 of the second tube 12 to the wall 18 of the first tube 11.

De bevestigingsorganen 5 en 6 worden aan de uiteindenvan het dragende deel 2 in de eerste koker ll gestoken. Om tevoorkomen dat de bevestigingsorganen 5 en 6 ten opzichte vandeze koker 11 gaan draaien, is de eerste koker 11 aan debinnenzijde voorzien van twee zich in langsrichting uitstrek-kende en diametraal tegenover elkaar liggende vlakken 29 en30.The fasteners 5 and 6 are inserted into the first sleeve 11 at the ends of the supporting part 2. In order to prevent the fasteners 5 and 6 from rotating relative to this sleeve 11, the first sleeve 11 is provided on the inside with two longitudinally extending and diametrically opposed surfaces 29 and 30.

Voor het vervoer van kleding worden de haken 31 vankleerhangers over de eerste koker 11 gehangen, zoals in fig.2 is aangegeven. De belasting en de reactiekrachten op hetdragende deel 2 liggen daardoor in hetzelfde verticale vlakV.For the transport of clothing, the hooks 31 of hangers are hung over the first tube 11, as shown in fig. 2. The load and the reaction forces on the supporting part 2 are therefore in the same vertical plane.

De doorsnedevorm van het hier beschreven profiel van hetdragende deel 2 is zodanig dat de traagheidsmomenten van dedwarsdoorsnede om de beide hoofdtraagheidsassen X en Y doorhet zwaartepunt 2 van de dwarsdoorsnede in hoofdzaak gelijkaan elkaar zijn. In het dragende deel 2 van de kledingstangtreedt daardoor als gevolg van de erop aangebrachte belastinggeen scheve (dubbele) buiging op. Het dragende deel zal dussteeds doorbuigen in de richting van het vlak V, zodat de opde bevestigingsorganen 5 en 6 uitgeoefende momenten tot eenminimum beperkt blijven.The cross-sectional shape of the profile of the supporting part 2 described here is such that the moments of inertia of the cross-section about the two principal axes of inertia X and Y through the center of gravity 2 of the cross-section are substantially equal to each other. As a result, no crooked (double) bending occurs in the load-bearing part 2 of the clothes rail as a result of the load applied to it. The supporting part will thus always bend in the direction of the plane V, so that the moments applied on the fasteners 5 and 6 are kept to a minimum.

In de weergegeven uitvoeringsvorm heeft de derde koker 13 nabij de aansluiting met de tweede koker 12 een gebied 31met een in hoofdzaak een ronde dwarsdoorsnede. In dit gebied31 kunnen aan de uiteinden 3, 4 van het dragende deel 2pennen (niet weergegeven) worden aangebracht, die kunnendienen als scharnieren voor een om deze pennen draaibaarvergrendelorgaan (niet weergegeven) dat moet voorkomen datover de eerste koker 11 hangende haken 39 van kleerhangerstijdens het transport van de kledingstang afspringen.In the illustrated embodiment, the third tube 13 has an area 31 with a substantially round cross section near the connection with the second tube 12. In this area 31, pins (not shown) can be arranged on the ends 3, 4 of the supporting part 2, which can serve as hinges for a pivot locking member (not shown) rotatable about these pins, which is to prevent hooks 39 of coat hangers hanging over the first sleeve 11 during the jump off the clothes rail during transport.

Het profiel is bij voorkeur een geëxtrudeerd aluminiumprofiel met een gelijkmatige wanddikte.The profile is preferably an extruded aluminum profile with an even wall thickness.

Wanneer het profiel van het dragende deel 2 van dekledingstang volgens de uitvinding zodanig wordt gedimensio¬neerd dat de doorbuiging van het dragende deel bij eengelijkmatig verdeelde belasting van circa 200 kg. ongeveergelijk is aan de doorbuiging van een uit een stalen buisbestaand dragend deel van een bekende kledingstang, is hetgewicht van het dragende deel 2 circa 40% lager dan bij debekende stalen kledingstang. Wanneer in een vrachtwagen circa100 kledingstangen worden toegepast, levert dit een aanzien¬lijke gewichtsbesparing op.When the profile of the load-bearing part 2 of the clothing rod according to the invention is dimensioned such that the deflection of the load-bearing part with an evenly distributed load of approximately 200 kg. approximately the same as the deflection of a steel tube bearing part of a known clothing rod, the weight of the bearing part 2 is approximately 40% lower than with the known steel clothing rod. When approximately 100 clothes rails are used in a truck, this saves a lot of weight.

De uitvinding is hier toegelicht aan de hand van eenbepaalde voorkeursuitvoeringsvorm van het dragende deel 2 vaneen kledingstang volgens de uitvinding. Binnen de door deconclusies aangegeven grenzen kan het dragende deel ookandere dwarsdoorsnedevormen hebben. Zo kan het derde profiel-deel worden weggelaten of kan het tweede profieldeel eenandere dwarsdoorsnedevorm hebben. Wel dient steeds de dwars-doorsnedevorm van het dragende deel zodanig te worden gekozendat voldaan wordt aan het vereiste dat de traagheidsmomentenvan de dwarsdoorsnede om de beide hoofdtraagheidsassen inhoofdzaak gelijk aan elkaar zijn ter voorkoming van scheve(dubbele) buiging.The invention has been elucidated here on the basis of a specific preferred embodiment of the carrying part 2 of a clothes rail according to the invention. Within the limits indicated by claims, the load-bearing part may also have other cross-sectional shapes. For example, the third profile part can be omitted or the second profile part can have a different cross-sectional shape. However, the cross-sectional shape of the load-bearing part must always be chosen in such a way that the requirement that the cross-sectional inertia moments about the two main axes of inertia are substantially equal to each other is avoided in order to prevent oblique (double) bending.

Claims

1. Clothes rail for the suspended transport of clothes comprising an elongated profile load-bearing part, on which the hooks of coat hangers can be hung and which can be provided at the ends with fasteners for attaching the clothes rail to a wall, characterized in that supporting part (2) consists of an aluminum profile comprising: a) a first profile part in the form of a first tube (11) fitting in the hooks of clothes hangers with a substantially round cross-section and in which the fasteners (5, 6) ), and b) a peripheral region of the first profile part, which is occupied by the hanging hooks of clothes hangers on the load-bearing part (2), integrally connected with the first profile part, second profile part connected in parallel with the first profile part and having a cross-sectional shape such that the bearing part (2) in the direction of the load to be applied thereto the desired stiffness d and that the moments of inertia of the cross section of the bearing part (2) about the two main inertia axes (X, Y) through the center of gravity (Z) of the cross section are substantially equal to each other.

Clothes bar according to claim 1, characterized in that the second profile part has the form of a second sleeve (12).

A clothes rail according to claim 2, characterized in that the second tube (12) has an elongated cross-section and consists of: - a substantially flat first wall part (14) which connects at a right angle to the wall (18) of the first tube ( 11) and has a width which is substantially equal to one and a half diameters of the first tube (11), - a substantially flat second wall part (15) which is close to the connection of the first wall part (14) on the wall (18) of the first tube (11) connects to the first wall part (14) and the wall (18) of the first tube (11), the angle between the first wall part (14) and the second wall part (15) being between 90 and 120 ° and the width of the second wall part (15) is substantially equal to the diameter of the first tube (11). - a substantially flat third wall part (16) which, near the second side edge (19) of the first wall part (14), connects to this first wall part (14), runs parallel to the second wall part (15) and has a width which is substantially equal to the diameter of the first tube (11), and - a fourth wall part (17) which connects the side edges of the second (15) and third wall part (16) remote from the first wall part (14).

Clothes bar according to claim 3, characterized in that the transition area between the second (15) and fourth wall part (17) of the second tube (12) is connected to the wall (18) of the first tube (12) via an intermediate wall part (28). 11), the connection of this partition wall part (28) to the wall (18) of the first tube (11) in the circumferential direction of the first tube (11) at a distance of approximately 90 ° from the connection of the first wall part (14) the second tube (12) is lying on the wall (18) of the first tube (11).

Clothes bar according to claim 3 or 4, characterized in that the supporting part (2) comprises a third profile part extending parallel to the first tube (11) and the second tube (12), which is located near the distance from the first tube ( 11) located side edge of the first wall part (14) of the second tube (12) is integrally connected to the second tube (12).

Clothes bar according to claim 5, characterized in that the third profile part has the shape of a third tube (13).

Clothes bar according to claim 6, characterized in that the third tube (13) has a substantially triangular cross-section and consists of: - a substantially flat first wall part (22) which connects at a right angle to the first wall part (14) ) of the second tube (12) at a distance from the first tube (11) which is slightly smaller than the half diameter of the first tube (11) and with a width substantially equal to the half diameter of the first tube (11 ), - a substantially flat second wall part (23) which connects to the second side edge (25) of the first wall part (22) and with this wall part (22) encloses an angle of approximately 30 °, and - a third wall part (24) which second side edge of the second wall part (23) connects to the transition area (22) between the first and third wall part (16) of the second tube (12),

Clothes bar according to claim 6 or 7, characterized in that the third tube (13) has an area (31) with a substantially round cross-section near the connection with the second tube (12).

Clothes bar according to any one of claims 1-8, characterized in that the first tube (11) is provided on the inside with two ribs (29, 30) which extend in the longitudinal direction of the tube.

Clothes rod according to any one of claims 1-9, characterized in that the supporting part is an extruded aluminum profile.

Clothes bar according to any one of claims 1-11, characterized in that the profile has an even wall thickness.