NL9002429A - Materiaalhanteerder/geleider. - Google Patents

Description

Materiaalhanteerder / geleider.

De uitvinding heeft betrekking op een voortbrengsel, te weten een hulpmiddel / gereedschap, hetgeen in alle standen dient ter hantering en / of geleiding van- én krachtuitoefening op materiaal, zoals: puntdraad, draad, touw, koord, (staal)kabel, ketting, buis, staafvormige produkten etc.

Het hulpmiddel / gereedschap bestaat uit een buisvormig lichaam, waarvan de beide uiteinden zich naar buiten toe verwijden. Dit aan weerskanten trechtervormige uiterlijk beoogt het voorkomen van stagnerende doorschuiving van het te hanteren / geleiden genoemde materiaal, o.a. puntdraad, ketting etc.

Over de lengte-as is dit hulpmiddel gehalveerd en ter verbinding van de ontstane twee gelijkvormige delen zijn deze op het eind van de naar buiten toe verwijde meestal cilindrische uiteinden schar-nierbaar met elkaar verbonden.

Als stand der techniek zijn de volgende octrooipublikaties te noemen:

Frankrijk : FE-A 608,844 (2 blz.)

Engeland : GB-A 843*099 (4 blz.) GB-A 2.180.879 (7 hlz.) GB-A 2.190.443 (5 blz.)

Ver. Staten: US-A 1.881.746 (2 blz.) ÏÏS-A 4.041.992 (6 blz.)

Uit bovenstaande publikaties valt niet af te leiden dat de handen tijdens het hanteren / geleiden van het te verwerken materiaal, met name bijvoorbeeld puntdraad, vrij kunnen zijn van het materiaal zoals deze uitvinding beoogt.

De uitvinding heeft ten doel dat de twee gelijkvormige delen van het hulpmiddel / gereedschap een scharnierfunktie op de beide einden van de verwijde uiteinden verschaft; dit met uitklapbaar en uiteraard sluitbaar effect, hetgeen hantering / geleiding van eindloos materiaal mogelijk maakt.

Tevens is door voornoemde scharnierconstructie het gewenste klemmende en sluitende effect van de tegenover de scharnieren gelegen lengte-zijden van de twee delen te waarborgen.

Dit doordat in de scharnierfunctie mede de verende sluitfunctie is ondergebracht middels bevestigde verenstalen platte gebogen delen aan beide gelijkvormige delen met een vorm gelijk aan de buitenof binnenvormen van de einden van de verwijde uiteinden en met een breedte van nagenoeg het cilindrische deel van voornoemd verwijde uiteinde.

Het uitoefenen van trek- / duwkrachten op het materiaal is mogelijk, daar de hand(en) de twee gelijkvormige delen van het buisvormig gereedschap kunnen omvatten en tegelijkertijd twee tegenover elkaar gelegen blokkeerhandels desgewenst naar elkaar toe kunnen bewegen, welke het materiaal doen klemmen middels de daaraan bevestigde klemelementen.

Ter toelating van het materiaal in het buisvormig lichaam zijn de beide genoemde delen enerzijds van elkaar tegenover de scharnierzijde zo ver te verwijden middels uitoefening van openings-krachten op de blokkeerhandels, waardoor de mogelijkheid verschaft wordt dat de grootste doorsnee-afmetingen van het te hanteren / geleiden materiaal nagenoeg gelijk zijn aan de grootste dwarsdoor-sneevormige binnenafmetingen van het buisvormig lichaam, daarbij de afmetingen van de dwarsdoorsneevormen van de zich naar buiten toe verwijde uiteinden niet inbegrepen.

Figuurbeschri.jvingen verwijzend naar pagina 7.

Fig. 1 U ziet hier in langs- en vooraanzicht de inrichting ter hantering van langwerpige voorwerpen / materialen in de vorm van een mogelijk deelbaar huis met doorgaand gat c.q. buisvormig lichaam waarvan eventueel de beide uiteinden zich naar buiten toe verwijden.

Dit is ook in een trechter- c.q. trompetvormig uiterlijk mogelijk zoals in de onderbroken getekende lijn als voorbeeld aan het rechter einde is weergegeven.

Binnen de onderbroken gearceerde belijning getekend ziet u, deels ook inwendig, de bedienings- klemdelen fictief in langsrichting naar elkaar toe bewogen.

Fig. 2 Hier ziet u het rechterxijaanzicht met het mogelijk deelbare huis met doorgaand gat in de eventuele gesloten situatie en de bedienings- klemdelen niet in werking, (onbediend)

Fig. 3 U *iet hier het deelbare huis met doorgaand gat geopend.

Dit bijvoorbeeld door middel van scharnieren (zie fig. 2; l) aan een langszijde in de rand <5f aan de buitenkant van de verwijde uiteinden verwerkt óf dat de delen uitschuifbaar van elkaar zijn met behulp van bijvoorbeeld geleiders in de vorm van pennen en de bijbehorende geleide-bussen.

Nu is het te hanteren-, te geleiden uitgestrekte voorwerp c.q. materiaal (bijvoorbeeld prikkeldraad zoals weergegeven) tenminste vanaf één langszijde tot in het (hand)gereedschap toegankelijk .

Fig. 4 Het deelbare huis met doorgaand gat ziet u hier in rechterzij aanzicht in gesloten situatie en de, óf naar keuze één van de, bedienings- klemdelen niet in werking.

Het uit te strekken te hanteren-, te geleiden voorwerp c.q. (draadvormige) materiaal, in dwarsdoorsnede prikkeldraad weergegeven, bevindt zich nu in het (hand)gereedschap, vervolg op pag. 6.

Fig. 5 Op dezelfde wijze als in fig. 4» doch nu zijn de bedienings-klemdelen mogelijk handmatig naar elkaar toe "bewogen ter krachtuitoefening op het voorwerp c.q. materiaal hetgeen nu al naar gelang de krachtuitoefening wordt geklemd / geblokkeerd.

Door vergrendeling van de betreffende bedienings- klemdelen in voornoemde handbediende houding wordt doorschuiving van het voorwerp / materiaal ten opzichte van het huis verhinderd. Dit gebeurt nu zonder de klemdelen handmatig te bedienen.

Door vergrendeling naar keuze middels schuif- of draai hendel 1 in een bijvoorbeeld sleuf-gatconstructie (zie fig. 1; detail A) van de deelbare lengtedelen van het buisvormige lichaam tegenover de scharnierxijde wordt voorkomen dat tijdens het bedienen van de klem(kaak)delen het te klemmen / blokkeren materiaal middels de daarop uitgeoefende krachten de lengtedelen van het huis tegenover de scharnierzijde doet openen.

Claims (12)

1. Inrichting voor het hanteren van langwerpige voorwerpen, zoals pijpen, buizen, draden, kettingen, kabels of dergelijke of langwerpige materialen, zoals touw, prikkeldraad, draad of dergelijke, omvattende: een huis met een doorgaand gat, waar doorheen een voorwerp of materiaal zich kan uitstrekken; contactmiddelen voor het aangrijpen van het voorwerp of materiaal en het borgen van de verplaatsing daarvan ten opzichte van het huis, handgreepmiddelen voor het met de hand aangrijpen van het huis.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het huis in langsrichting deelbaar is, zodanig dat het doorgaande gat vanaf een langszijde toegankelijk is.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het huis uit ten minste twee delen bestaat, die scharnierbaar zijn rond een met de langs-hoofdrichting van het gat in hoofdzaak evenwijdige scharnier-hartlijn.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de contactmiddelen zijn uitgevoerd als door handbediening in het doorgaande gat respectievelijk naar de wand of naar elkaar toe beweegbare, eventueel naar hun onwerkzame ruststand veerbelaste en eventueel in hun werkzame stand borgbare, kaken, bijvoorbeeld klemkaken,

5. Inrichting volgens conclusie 4» ipet het kenmerk, dat de kaken bedienbaar zijn door ten minste één aan de buitenzijde van het huis aanwezig bedieningsdeel.

6. Inrichting volgens conclusie 4» met het kenmerk, dat het bedieningsdeel zodanig is uitgevoerd dat bij indrukking met de hand de betreffende kaak naar die positie wordt gebracht, waarin het voorwerp of materiaal voor verplaatsing geborgd kan worden.

7. Inrichting volgens conclusie 6, pet het kenmerk, dat het bedieningsdeel een arm is, die scharnierbaar aan het huis gekoppeld is en zich ten opzichte van de scharnier-hartlijn aan dezelfde zijde uitstrekt als de kaak.

8. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerkT dat het huis is uitgevoerd als een gedeelde buis.

9. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerkT dat het doorgaande zich aan ten minste één einde naar buiten toe verbreed.

10. Inrichting volgens conclusie 9» met het kenmerkT dat de verbreding progressief is.

11. Inrichting volgens conclusie 3 en 4> pet het kenmerkT dat ten minste twee van de delen een klemkaak omvatten en dat sluitmiddelen aanwezig zijn voor het in de gesloten stand houden van de inrichting tegen de openende werking van de klemkaken in.

12. Inrichting volgens conclusie 4» met het kenmerk, dat de of elke kaak een kleakaak is en door axiaal aanzetten van het huis in zijn kiemende positie kan worden gehouden.