NL9002221A - Hydraulisch bedieningssysteem voor werktuiggroepen. - Google Patents

Hydraulisch bedieningssysteem voor werktuiggroepen. Download PDF

Info

Publication number
NL9002221A
NL9002221A NL9002221A NL9002221A NL9002221A NL 9002221 A NL9002221 A NL 9002221A NL 9002221 A NL9002221 A NL 9002221A NL 9002221 A NL9002221 A NL 9002221A NL 9002221 A NL9002221 A NL 9002221A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tool groups
hydraulic
tool
groups
distribution
Prior art date
Application number
NL9002221A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19857811&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL9002221(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL9002221A priority Critical patent/NL9002221A/nl
Priority to EP19910202640 priority patent/EP0480535B2/en
Priority to DE1991608834 priority patent/DE69108834T3/de
Publication of NL9002221A publication Critical patent/NL9002221A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B63/00Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements
    • A01B63/02Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements mounted on tractors
    • A01B63/10Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements mounted on tractors operated by hydraulic or pneumatic means
    • A01B63/102Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements mounted on tractors operated by hydraulic or pneumatic means characterised by the location of the mounting on the tractor, e.g. on the rear part
    • A01B63/108Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements mounted on tractors operated by hydraulic or pneumatic means characterised by the location of the mounting on the tractor, e.g. on the rear part on the front part

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Lifting Devices For Agricultural Implements (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

HYDRAULISCH BEDIENINGSSYSTEEM VOOR WERKTUIGGROEPEN
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bedienen van werktuiggroepen, welke inrichting is voorzien van een gestel waaraan ten minste twee werktuiggroepen koppelbaar zijn en dat koppelbaar is aan een trekker, welke inrichting voorts is voorzien van hydraulische bedie-ningsorganen voor het bedienen van de genoemde werktuiggroepen .
Bij een dergelijke inrichting is vaak een groot aantal hydraulische bedieningsorganen aanwezig voor het bedienen van de werktuiggroepen. Een gevolg hiervan is dat er een relatief groot aantal hydraulische leidingen tussen trekkerhydrauliek en regelelementen lopen, met behulp waarvan de afzonderlijke functies van de werktuiggroepen kunnen worden bediend.
Bij een gecombineerde grondbewerking van verschillende werkzaamheden in één werkgang is het meestal zo dat de werktuiggroepen zowel achter als vooraan ter zijde van de trekker zijn aangebracht. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het tegelijkertijd ploegen, eggen en inzaaien van een perceel. De ploeg is in de hefinrichting aan de achterzijde van de trekker gekoppeld, terwijl de eggen en eventueel tevens de zaaimachine(s) zich op een gestel bevinden, dat voorop de trekker in de hefinrichting is aangebracht.
Het aantal aansluitpunten van de trekkerhydrauliek is voorop de trekker meestal beperkt, of deze zijn in het geheel niet aanwezig. Hierdoor is het vaak noodzakelijk dat extra aansluitpunten voorop de trekker moeten worden aangebracht of dienen meerdere hydraulische leidingen van aansluitpunten achterop de trekker naar de voorkant van de trekker te lopen. Een nadeel van de voornoemde maatregelen is dat de aanschaf van extra aansluitpunten voorop de trekker duur is, terwijl het ook niet altijd mogelijk is deze extra aansluitpunten in de bestaande hydrauliek op te nemen, vanwege bijvoorbeeld de beperkte capaciteit, de moeilijke plaat- sing van de aansluitpunten op de trekker, etc. Een ander nadeel is dat, wanneer een aansluitpunt achterop de trekker wordt gebruikt, het aantal aansluitpunten voor werktuig-groepen achterop de trekker wordt beperkt, terwijl voorts de hydraulische leidingen die van achter de trekker naar voren lopen, op een geschikte plaats moeten kunnen worden gemonteerd, zodat ze geen hinder opleveren voor de bestuurder of een aangekoppeld werktuig.
De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen voor het bedienen van werktuiggroepen, zoals in de aanhef is omschreven, waarbij de bovengenoemde nadelen zich niet voordoen, of althans in sterke mate worden beperkt.
Hiertoe heeft de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat de hydraulische bedieningsorganen verdeel- en regelmiddelen omvatten voor de bediening van de werktuiggroepen afzonderlijk dan wel gelijktijdig, alsmede één enkelvoudige hydraulische leiding die de verbinding vormt tussen de trekkerhydrauliek en de verdeel- en regelmiddelen. De verdeel- en regelmiddelen maken het mogelijk dat er voor de bediening van de werktuiggroepen slechts één aansluiting op de trekkerhydrauliek nodig is, waardoor de overige aansluitingen voor andere aangekoppelde werktuigen beschikbaar blijven.
In een bijzondere uitvoeringsvorm omvatten de verdeelmiddelen een vierwegkraan, die enerzijds is aangesloten op de enkelvoudige hydraulische leiding en anderzijds op twee naar onderscheiden werktuiggroepen toe lopende hydraulische leidingen, met behulp van welke vierwegkraan naar keuze de naar de werktuiggroepen toe lopende hydraulische leidingen gelijktijdig, afzonderlijk of in het geheel niet met de enkelvoudige hydraulische leiding worden doorverbonden.
In een voorkeursuitvoering overeenkomstig de uitvinding omvatten de verdeelmiddelen een driewegkraan, die enerzijds is aangesloten op de enkelvoudige hydraulische leiding en anderzijds op twee naar onderscheiden werktuiggroepen toe lopende hydraulische leidingen, met behulp van welke driewegkraan naar keuze de naar de werktuiggroepen toe lopende hydraulische leidingen afzonderlijk of in het geheel niet met de enkelvoudige hydraulische leiding worden doorverbonden. Voorts omvatten de verdeelmiddelen in deze voorkeursuitvoering een afsluitelement dat naar keuze al dan niet de naar de werktuiggroepen toe lopende hydraulische leidingen overbrugt en daarmee de beide werktuiggroepen, indien een van de naar de onderscheiden werktuiggroepen toe lopende hydraulische leidingen is doorverbonden met de enkelvoudige hydraulische leiding, respectievelijk wel of niet tegelijkertijd bedienbaar maakt.
De genoemde uitvoeringsvormen hebben als additioneel voordeel dat, wanneer de verdeelmiddelen de enkelvoudige hydraulische leiding niet met de naar de werktuiggroepen toe lopende hydraulische leiding doorverbinden, de enkelvoudige hydraulische leiding in de voornoemde stand als extra aansluitpunt kan worden benut.
In de enkelvoudige leiding zijn dan ook, volgens een nader kenmerk van de uitvinding, één of meer passieve verdeelelementen opgenomen, waarop een derde werktuiggroep is aan te sluiten.
Volgens een ander kenmerk van de uitvinding is in ten minste één van de naar de werktuiggroepen toe lopende hydraulische leidingen één of meer passieve verdeelelementen opgenomen, waarmee tot de regelmiddelen behorende regelelementen, met behulp waarvan de afzonderlijke functies van de desbetreffende werktuiggroepen kunnen worden bediend, zijn aangesloten op de naar de werktuiggroepen toe lopende hydraulische leidingen.
Volgens een nader kenmerk van de uitvinding zijn de verdeelmiddelen vanaf de trekker bedienbaar.
Volgens een verder kenmerk van de uitvinding is ten minste één regelelement werkzaam tussen het gestel en een desbetreffende werktuiggroep. Het regelelement bestuurt, volgens een ander kenmerk van de uitvinding, een beweging van de desbetreffende werktuiggroep ten opzichte van het gestel.
Volgens weer een ander kenmerk van de uitvinding bedient het regelelement een functie binnen de desbetreffende werktuiggroep vanaf het gestel.
Voorts heeft de uitvinding het kenmerk, dat ten minste één regelelement werkzaam is tussen delen van één van de desbetreffende werktuiggroepen.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren.
Figuur 1 toont schematisch, in bovenaanzicht, een toepassing van de inrichting overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 2 toont een schema van de hydrauliek voor een hydraulisch bedieningsorgaan volgens de uitvinding;
Figuur 3 toont op vergrote schaal een deel van de inrichting volgens figuur 1, gezien in vooraanzicht volgens de lijn III-III in figuur 1;
Figuur 4 toont op vergrote schaal een deel van de inrichting volgens figuur 1, gezien in zijaanzicht volgens de lijn IV-IV in figuur 1.
In het uitvoeringsvoorbeeld is de inrichting volgens de uitvinding toegepast op een werktuigcombinatie, waarmee een gecombineerde grondbewerking van verschillende werkzaamheden in één werkgang is te realiseren.
Figuur 1 toont in bovenaanzicht een trekker 1 met daaraan vastgekoppeld, aan de achterzijde in de (driepunts-) hefinrichting 2 een ploeg 3. Aan de voorzijde van de trekker 1 bevindt zich een tweede driepunts-hefinrichting 4, waaraan een gestel 5 is gekoppeld met daarop aangebracht een zaai-machine 6 en twee rotorkopeggen 7. Met de werktuigcombinatie is het mogelijk een perceel 8 tegelijkertijd te ploegen, te eggen en in te zaaien.
De zaaimachine 6 omvat een verdeeldeksel 9 waarmee groepen leidingen 10, voor het naar de zaaikouters 11 toe transporteren van het zaaigoed, kunnen worden aangesloten op of afgesloten van het verdeeldeksel 9. Vooraan het gestel 5 bevindt zich een tijdens bedrijf over de grond bewegend stappenwiel 12, met behulp waarvan een niet nader weergegeven doseermechanisme voor het zaaigoed wordt aangedreven. Het stappenwiel 12 is met een arm 13 verzwenkbaar met het gestel 5 verbonden. De arm 13, die zich naar boven uitstrekt, is scharnierend verbonden met een hydraulische verstelcilinder 14 die met zijn andere einde scharnierend is aangebracht op een reservoir 15 van de zaaimachine 6. De verstelcilinder 14 is langs hydraulische weg te bedienen over een leiding 16.
Op het gestel 5 zijn voorts markeurs 17 aangebracht, waarmee de rijpaden worden gemarkeerd. De markeurs 17 omvatten elk één aan het gestel 5 verzwenkbaar aangebrachte arm 18, welke aan hun uiteinde zijn voorzien van een draaibare schijf 19. Tijdens bedrijf rust één van beide schijven 19 op de grond, terwijl de andere omhoog is gezwenkt. Aan het eind van een werkgang wordt tijdens het keren gewisseld van markeur. Een op het gestel aangebrachte markeurwisselaar 20 zorgt ervoor dat de op de grond rustende markeur 17 omhoog wordt gezwenkt en de omhoog staande markeur 17 op de grond wordt neergelaten. De bediening van de markeurwisselaar 20 vindt tijdens het keren volautomatisch en via hydraulische weg over leiding 21 plaats.
Figuur 3 toont in vooraanzicht een deel van het gestel 5, dat een centraal gesteldeel 22 omvat met aan iedere zijde een verzwenkbaar gesteldeel 23, 24. In figuur 1 is te zien dat elk verzwenkbaar gesteldeel 23, 24 een gestelbalk 25 omvat, die zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekt en waaraan twee parallelle gestelbalken 26, dwars op de voortbewegingsrichting A, zijn aangebracht.
Elk van de gestelbalken 26 is aan het ene uiteinde scharnierbaar met het centrale gesteldeel 22 verbonden en het andere uiteinde scharnierbaar met de rotorkopeg 7.
Tussen het centrale gesteldeel 22 en de gestelbalk 26 is scharnierbaar een hydraulische verstelcilinder 27 aangebracht (zie figuur 3). Een bekrachtiging van de verstelcilinder 27 over leiding 28 resulteert erin dat de gestelbalk 26 wordt verzwenkt, hetgeen in figuur 3 met onderbroken lijnen is weergegeven.
De rotorkopeggen 7 worden aangedreven over een aftakas 29 voorop de trekker 1. Deze is door middel van een koppelingsas verbonden met een tandwielkast 30, die zich op het centrale gesteldeel 22 bevindt. De tandwielkast 30 heeft aan beide zijden koppelingsassen 31 die met hun andere einde met tandwielkasten 32 van de rotorkopeggen 7 zijn verbonden. De koppelingsassen 31 zijn ieder voorzien van een hydrau lische koppeling 33 met behulp waarvan de rotorkopeg 7 over een leiding 34 al dan niet in werking kan worden gebracht.
Voor de bediening van de in de figuren 1, 3 en 4 weergegeven hydraulische componenten kan gebruik worden gemaakt van de trekkerhydrauliek 35. In figuur 2 is een uitvoeringsvorm, overeenkomstig de uitvinding, weergegeven van een hydraulisch schema voor de bediening van de werktuig-groepen 36, 37, 38. Het schema toont één enkelvoudige hydraulische leiding 39, afkomstig van de trekkerhydrauliek 35 die is gekoppeld, middels bijvoorbeeld een snelsluiting, met verdeelmiddelen 40.
In de enkelvoudige hydraulische leiding 39 is een passief verdeelelement 41 opgenomen dat twee aansluitpunten 42 op de enkelvoudige hydraulische leiding 39 omvat. Met snelsluitingen zijn op de aansluitpunten 42 van het passief verdee le lemen t 41 de markeurwisselaar 20 en het stappenwiel 12 aangesloten.
De verdeelmiddelen 40 bestaan uit een (electrisch bedienbare) driewegkraan 43 die naast het aansluitpunt van de enkelvoudige hydraulische leiding 39 twee verdere aansluitpunten omvat, waarop twee leidingen 44A en 44B zijn aangesloten die door een kogelkraan 45 met elkaar in verbinding kunnen worden gebracht. In de twee leidingen 44A en 44B zijn passieve verdeelelementen 46A en 46B opgenomen, zoals bijvoorbeeld een T-stuk. De passieve verdeelelementen 46C en 46D vormen aansluitingen voor de kogelkraan 45 op de hydraulische leidingen 44A, respectievelijk 44B. De passieve verdeelelementen 46B en 46E vormen aansluitingen van de hydraulische verzwenkcilinders 31 voor het verzwenken van het linker, respectievelijk het rechter verzwenkbare gesteldeel 2 6 op de hydraulische leidingen 44A, respectievelijk 44B.
Voorts vormen de passieve verdeelelementen 46A en 46B aansluitpunten op de hydraulische leiding 44A, respectievelijk 44B voor de hydraulische koppelingen 33A en 33B van de in figuur 1 afgebeelde rotorkopeggen 7.
Het passief verdeelelement 46F vormt een aansluitpunt op leiding 44B van het verdeeldeksel 9 van de zaagmachine 7. Het zal duidelijk zijn dat het mogelijk is om nog verdere passieve verdeelelementen in de hydraulische leiding 44A en/of 44B op te nemen, die een verbinding vormen met verdere hydraulische regelelementen van werktuiggroepen 36 en 37.
De werking van de in het voorgaande beschreven inrichting volgens de uitvinding is als volgt.
Met een hendel in de trekker 1, welke niet in de figuren is weergegeven, kan de enkelvoudige leiding 39 onder oliedruk worden gebracht of kan de druk van de leiding 39 worden weggenomen (de zogenaamde zweefstand of floating stand).
De eveneens vanuit de trekkercabine bedienbare (electrische) driewegkraan 43 biedt de mogelijkheid om, met bijvoorbeeld drukknoppen, te kiezen uit drie standen, te weten: het doorverbinden van de enkelvoudige leiding 39 met de leiding 44A; de schuif dient in dit geval vanuit de getekende stand (zie figuur 2) in de richting van pijl A bewogen te worden, of het doorverbinden van de enkelvoudige leiding 39 met de leiding 44B, waarvoor de schuif vanuit de getekende stand (zie figuur 2) in de richting van pijl B moet worden bewogen of het in de getekende stand brengen van de afsluit-schuif, waardoor er geen verbinding is tussen de enkelvoudige leiding 39 en van de leidingen 44A en 44B.
Bij aanvang van een werkgang met de genoemde werktuiggroepen 36, 37 en 38 wordt de driewegkraan 43 vanuit de getekende stand in de richting van pijl A of B gebracht. Dit hangt ervan af of met de linker, dan wel de rechter rotor-kopeg 7 en zaaikouters 11 wordt gewerkt, hetgeen een gevolg is van het feit of het perceel 8 links dan wel rechts naast de trekker 1 is bewerkt door de ploeg 3. De kogelkraan 45 staat in dat geval dicht, zodat door druk te zetten op de enkelvoudige leiding 39 alle regelorganen (cilinders, koppelingen etc.) van de linker of rechter werktuiggroep 36, 37 tegelijk worden bekrachtigd, waardoor het linker of rechter verzwenkbaar gesteldeel 23, 24 omhoog zwenkt. Op hetzelfde moment wordt de hydraulische koppeling 33A of 33B ontkoppeld en met het verdeeldeksel 9 de juiste groepen leidingen 10 naar de linker of rechter groep zaaikouters af- en aangesloten.
Nadat de verzwenkbare gesteldelen 23, 24 in de gewenste positie zijn gebracht (één omhoog verzwenkt en de andere in de werkstand gebracht) wordt de enkelvoudige leiding 39 afgesloten van de leidingen 44A en 44B. Door de druk van de enkelvoudige leiding 39 af te halen, wordt de cilinder 14 van het stappenwiel 12 vrij in zijn beweging, waardoor het stappenwiel 12 op het perceel 8 komt te rusten. Tegelijkertijd wisselt de markeurwisselaar 20 van markeurschijf 19.
Aan het eind van de werkgang wordt het in de werkstand verkerende gesteldeel 23 of 24, door druk op de desbetreffende werktuiggroep 36 of 37 te zetten, met behulp van de driewegkraan 43 omhoog gezwenkt. Na het keren wordt het tijdens de voorgaande werkgang omhoog gezwenkte gesteldeel 23 of 24 neergelaten door de druk van de desbetreffende leiding 44A of 44B af te halen.
Vervolgens worden het stappenwiel 12 en de markeur 20 in de gewenste stand gebracht door de druk op de enkelvoudige leiding 39 weg te halen, waarna met de volgende werkgang kan worden begonnen.
Nadat het perceel 8 is bewerkt, wordt druk op de leidingen 44A, 44B en de enkelvoudige leiding 39 gezet; de kraan 45 dient in dat geval open te staan. Hierdoor zwenken de werktuiggroepen 36, 37 en 38 (uitgezonderd de markeurwisselaar 20) omhoog, waarna ze kunnen worden vergrendeld. De armen 18 van de markeurs 17 dienen vervolgens met de hand omhoog te worden gezwenkt en vergrendeld, waarna het geheel in de transportstand is gebracht en klaar is voor transport over de weg.
Het zal duidelijk zijn dat de hierboven beschreven werkwijze voor een andere werktuigcombinatie, bijvoorbeeld twee rotorkopeggen + zaaimachines vooraan de trekker en één rotorkopeg + zaaimachine achter de trekker, enigszins zal verschillen van de hierboven beschreven werkwijze (tijdens een werkgang alle drie de werktuiggroepen in de werkstand). Deessentie, het verzwenken en het al of niet op druk brengen van de hydraulische leidingen van de werktuiggroepen, is echter voor iedere combinatie van werktuiggroepen gelijk.
De uitvinding is niet beperkt tot het voorgaande, doch betreft tevens alle details van de figuren, al of niet beschreven.

Claims (10)

1. Inrichting voor het bedienen van werktuiggroepen, welke inrichting is voorzien van een gestel, waaraan ten minste twee werktuiggroepen koppelbaar zijn en dat koppelbaar is aan een trekker, welke inrichting voorts is voorzien van hydraulische bedieningsorganen voor het bedienen van de genoemde werktuiggroepen, met het kenmerk, dat de hydraulische bedieningsorganen verdeel- en regelmiddelen omvatten voor de bediening van de werktuiggroepen afzonderlijk dan wel gelijktijdig, alsmede één enkelvoudige hydraulische leiding, die de verbinding vormt tussen de trekkerhydrauliek en de verdeel- en regelmiddelen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verdeelmiddelen een vierwegkraan omvatten, die enerzijds is aangesloten op de enkelvoudige hydraulische leiding en anderzijds op twee naar onderscheiden werktuiggroepen toe lopende hydraulische leidingen, met behulp van welke vierwegkraan naar keuze de naar de werktuiggroepen toe lopende hydraulische leidingen gelijktijdig, afzonderlijk of in het geheel niet met de enkelvoudige hydraulische leiding worden doorverbonden.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verdeelmiddelen een driewegkraan omvatten, die enerzijds is aangesloten op de enkelvoudige hydraulische leiding en anderzijds op twee naar onderscheiden werktuiggroepen toe lopende hydraulische leidingen, met behulp van welke driewegkraan naar keuze de naar de werktuiggroepen toe lopende hydraulische leidingen afzonderlijk of in het geheel niet met de enkelvoudige hydraulische leiding worden doorverbonden, alsmede een afsluitelement dat naar keuze al dan niet de naar de werktuiggroepen toe lopende hydraulische leidingen overbrugt en daarmee de beide werktuiggroepen, indien één van de naar de onderscheiden werktuiggroepen toe lopende hydraulische leidingen is doorverbonden met de enkelvoudige hydraulische leiding, respectievelijk wel of niet tegelijkertijd bedienbaar maakt.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclu- sies, met het kenmerk, dat in de enkelvoudige leiding ten minste één passief verdeelelement is opgenomen, waarop een derde werktuiggroep is aan te sluiten.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in ten minste één van de naar de werktuiggroepen toe lopende hydraulische leidingen ten minste één passief verdeelelement is opgenomen, waarmee tot de regelmiddelen behorende regelelementen, met behulp waarvan de afzonderlijke functies van de desbetreffende werktuiggroepen kunnen worden bediend, zijn aangesloten op de naar de werktuiggroepen toe lopende hydraulische leidingen.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verdeelmiddelen vanaf de trekker bedienbaar zijn.
7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat ten minste één regelelement werkzaam is tussen het gestel en een desbetreffende werktuiggroep.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het regelelement een beweging bestuurt van de desbetreffende werktuiggroep ten opzichte van het gestel.
9. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het regelelement een functie bedient binnen de desbetreffende werktuiggroep, vanaf het gestel.
10. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat ten minste één regelelement werkzaam is tussen delen van één van de desbetreffende werktuiggroepen.
NL9002221A 1990-10-12 1990-10-12 Hydraulisch bedieningssysteem voor werktuiggroepen. NL9002221A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002221A NL9002221A (nl) 1990-10-12 1990-10-12 Hydraulisch bedieningssysteem voor werktuiggroepen.
EP19910202640 EP0480535B2 (en) 1990-10-12 1991-10-10 A hydraulic operating system for implement groups
DE1991608834 DE69108834T3 (de) 1990-10-12 1991-10-10 Hydraulisches Steuersystem für Werkzeuggruppen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002221A NL9002221A (nl) 1990-10-12 1990-10-12 Hydraulisch bedieningssysteem voor werktuiggroepen.
NL9002221 1990-10-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9002221A true NL9002221A (nl) 1992-05-06

Family

ID=19857811

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9002221A NL9002221A (nl) 1990-10-12 1990-10-12 Hydraulisch bedieningssysteem voor werktuiggroepen.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0480535B2 (nl)
DE (1) DE69108834T3 (nl)
NL (1) NL9002221A (nl)

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2626553A (en) * 1945-10-10 1953-01-27 Willys Overland Motors Inc Vehicle mounted implement
US2614345A (en) * 1950-06-30 1952-10-21 Andy R Lay Scraper attachment for tractors
DE3214206A1 (de) * 1982-04-17 1983-10-20 Klöckner-Humboldt-Deutz AG, 5000 Köln Ackerschlepper mit einer heck- und frontseitigen geraeteanbauvorrichtung
DE3438353A1 (de) * 1984-10-19 1986-04-24 Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart Hydraulische einrichtung fuer ein landwirtschaftliches arbeitsfahrzeug, insbesondere traktor

Also Published As

Publication number Publication date
EP0480535A1 (en) 1992-04-15
DE69108834T2 (de) 1995-12-07
EP0480535B1 (en) 1995-04-12
DE69108834D1 (de) 1995-05-18
DE69108834T3 (de) 1999-07-22
EP0480535B2 (en) 1998-12-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2004203475B2 (en) Dual material agricultural delivery system for seeder
US4738315A (en) Hydraulic control apparatus including master cylinder with multiple limit positions
US6305478B1 (en) Hydraulic controls for agricultural implements
US3583494A (en) Weight transfer hitch for plows
US4184551A (en) Steering device for row crop cultivator
US4186806A (en) Plow system
CA2107875C (en) Quick change mounted packer system
US20010037887A1 (en) Draft cable for connecting the hitch frame to a wing section of an agricultural implement
EP2606709A1 (en) Implement agricultural
US3528507A (en) Field tillage apparatus
US2426529A (en) Reversible mountable gauge wheel unit
US3556226A (en) Hydraulic row marker
US5590722A (en) Combination of a reversible plough and seed preparation device
NL9002221A (nl) Hydraulisch bedieningssysteem voor werktuiggroepen.
US3830312A (en) Plow
EP0211919B1 (en) Marking unsown seed drill rows
US3503451A (en) Fluid actuated marker element for tractors and the like
EP0192917A1 (en) Arrangement in agricultural disk implements
US4216730A (en) Side hill bed shaper and planter
NL9301170A (nl) Grondbewerkingsmachine.
US2659284A (en) Two-way plow
US2438625A (en) Laterally adjustable gang plow
EP0659042B1 (en) Reversible plough
US5701960A (en) Reversible Plough
GB2147183A (en) Agricultural equipment

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed