NL9001720A

NL9001720A - FASTENING SYSTEM FOR REGAL BOTTOMS.

Info

Publication number: NL9001720A
Application number: NL9001720A
Authority: NL
Original assignee: Linde Ag
Priority date: 1989-07-31
Filing date: 1990-07-30
Publication date: 1991-02-18
Also published as: DE3925302C2; DE3925302A1

Description

Titel: Bevestigingssysteem voor regaalbodemsTitle: Fixing system for shelves

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op eenbevestigingssysteem voor regaalbodems, bestaand uit dragersmet langwerpige gaten en steunorganen, waarbij de dragers opeen in hoofdzaak vertikaal verlopende lijn op regelmatigeafstand sleuven en lijven bezitten en waarbij de draagorganeneen oplegkant, een steungedeelte, een in hoofdzaak loodrechtten opzichte van de oplegkant verlopende voorste aanlegkant,die bij een horizontale positie van de oplegkant buiten aan¬ligt tegen een drager met een langwerpig gat, en twee over devoorste aanlegkant uitstekende en in de drager ingrijpendeneuzen bezitten, waarbij één van de beide neuzen een achtersteaanlegkant bezit die evenwijdig met de voorste aanlegkant ver¬loopt en binnen aanligt tegen de drager.The present invention relates to a mounting system for shelf bases, consisting of carriers with elongated holes and support members, wherein the carriers have slots and webs in a substantially vertically extending line at regular distance and wherein the support members have a support side, a support part, a substantially perpendicular to the support side tapering front abutment, which abuts against a carrier with an elongated hole at a horizontal position of the abutment side, and has two projections protruding over the front abutment and engaging in the carrier, one of the two noses having a rear abutment parallel to the front landing side runs smoothly and rests against the carrier inside.

Dergelijke bevestigingssystemen worden op vele gebiedentoegepast, in het bijzonder bij de winkelbouw bij de construc¬tie van verkoopmeubilair.Such fastening systems are used in many areas, in particular in shop construction when constructing sales furniture.

De dragers met langwerpige gaten worden in het algemeengemaakt van metalen rails met een rechthoekig profiel. Aan hunvoorzijde hebben zij een periodieke structuur van sleufvormigegaten, waarbij telkens tussen twee gaten een lijf aanwezig is.Er zijn verschillende uitvoeringen van dergelijke dragers metlangwerpige gaten gebruikelijk, zoals bijvoorbeeld een eerstevariant met een gatlengte van 40 mm, een lijfbreedte van 20 mmen daardoor een periode van 60 mm, of een tweede variant meteen gatlengte van 30 mm, een lijfbreedte van 15 mm en daarmeeeen periode van 45 mm. De dikte van het gebruikte metaalbedraagt in het algemeen 2 tot 3 mm.The carriers with elongated holes are generally made of metal rails with a rectangular profile. On their front they have a periodic structure of slotted holes, in which there is always a body between two holes. Different embodiments of such carriers with elongated holes are usual, such as for instance a first variant with a hole length of 40 mm, a body width of 20 mm and therefore a period of 60 mm, or a second variant with a hole length of 30 mm, a body width of 15 mm and with that a period of 45 mm. The thickness of the metal used is generally 2 to 3 mm.

In dergelijke dragers met langwerpige gaten worden steun¬organen ingehangen. De beide neuzen daarvan grijpen achter hetvoorvlak van de drager en zekeren de steunorganen in de ge¬wenste positie. Regaalbodems, in het hiernavolgende aangeduidmet de term planken, worden ofwel direkt opgelegd op de opleg-vlakken van ten minste twee steunorganen, of bevestigd met behulp van speciale houdorganen die met de steunorganen zijnverbonden.Support members are suspended in such carriers with elongated holes. Both of their noses engage behind the front face of the carrier and secure the support members in the desired position. Shelf bases, referred to hereinafter by the term boards, are either superimposed directly on the support surfaces of at least two support members, or secured by means of special holding members connected to the support members.

De periodieke opbouw van de dragers met langwerpige gatenschijnt de verstelbaarheid van de planken vooraf vast teleggen. De afstanden tussen twee mogelijke plankpositieskunnen bij het bekende bevestigingssysteem inderdaad nietkleiner zijn dan juist de periode van de gaten van de drager.The periodic construction of the carriers with elongated holes seems to predetermine the adjustability of the boards. The distances between two possible shelf positions in the known fastening system can indeed be no less than the period of the holes of the carrier.

Om een regaal, in het hiernavolgende aangeduid met determ stelling, zo goed mogelijk aan te passen aan specialetoepassingen en vereisten, is echter een betere verstelbaar¬heid van de stellingplank gewenst.However, in order to adapt a shelf, hereinafter referred to as determ rack, as well as possible to special applications and requirements, a better adjustability of the shelf is desired.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding een derge¬lijke flexibeler handhaving mogelijk te maken zonder de con¬structie of de opbouw van het bevestigingssysteem aanzienlijkingewikkelder uit te voeren dan bij de tot nog toe bekendeuitvoeringsvormen.It is an object of the present invention to enable such a more flexible enforcement without making the construction or construction of the fastening system considerably more complicated than in the hitherto known embodiments.

Deze opgave wordt daardoor opgelost, dat één van de beideneuzen van de steunorganen naar boven voorbij de oplegkantuitsteekt en dat de steunorganen een derde neus bezitten dievoorbij de voorste aanlegkant uitsteekt. De constructie vol¬gens de uitvinding brengt allereerst een hogere stabiliteitvan de bevestiging tot stand, waarbij het voorbij de oplegkantnaar boven uitstekende gedeelte van de bovenste neus tenminste gedeeltelijk tegen de binnenzijde van de drager aanligten met een relatief lange hefboom een afkantelen van hetsteunorgaan en de in het algemeen daarop rustende plank ver¬hindert. Bij gelijkblijvende grootte en gelijk materiaal vansteunorgaan en drager kan de plank in vergelijking met de totnog toe gebruikelijke steunorganen aanzienlijk hoger wordenbelast.This problem is solved by the fact that one of the two choices of the supporting members protrudes upwards beyond the bearing edge and that the supporting members have a third nose which protrudes beyond the front landing edge. The construction according to the invention first of all achieves a higher stability of the attachment, wherein the part of the upper nose protruding beyond the bearing edge upwards protrudes at least partly against the inner side of the carrier with a relatively long lever tilting off the support member and the generally prevents the board resting on it. With the same size and material of support member and support, the shelf can be loaded considerably higher compared to the support members that have been customary hitherto.

Veel belangrijker is echter, dat de uitvinding een flexi¬beler constructie van stellingen mogelijk maakt, aangezien deinhanging op twee verschillende manieren kan plaatsvinden. Inde eerste plaats kan het steunorgaan op conventionele manierworden ingehangen, waarbij deze zowel met de bovenste als metde onderste van de drie neuzen opligt op steeds een lijf van de drager. In de tweede plaats kan het steunorgaan zodanigworden aangebracht, dat slechts de middelste van de drieneuzen opligt op een lijf. Het voorbij de oplegkant naar bovenuitstekende gedeelte van de bovenste neus zorgt in dit gevalervoor, dat het steunorgaan niet naar onderen kan kantelen.More importantly, however, the invention allows a more flexible construction of racks, since the suspension can take place in two different ways. Firstly, the support member can be suspended in a conventional manner, with both the top and bottom of the three noses resting on a body of the wearer. Second, the support member can be mounted so that only the middle of the three noses rests on a body. In this case, the part of the upper nose protruding beyond the support side ensures that the support member cannot tilt downwards.

Met behulp van de uitvinding is het ook mogelijk de posi¬tie van een plank, en in het bijzonder de afstand tussen tweenaburige planken, bijzonder nauwkeurig in te stellen. Deafstand tussen twee mogelijke plankposities bedraagt thans dehelft van de periode van de drager.With the aid of the invention it is also possible to adjust the position of a board, and in particular the distance between two neighboring boards, very precisely. The distance between two possible shelf positions is now half of the wearer's period.

In bepaalde gevallen is het gewenst de planken te beves¬tigen in een van de horizontaal afwijkend vlak. Voor dit doelkan bij de tot nog toe bekende steunorganen aan het ondersteuiteinde van de afsteuning een tandkrans zijn aangebracht,waarin een lijf van de drager ingrijpt. Bij de techniek vol¬gens de uitvinding van het bevestigingssysteem is een derge¬lijke tandkrans niet meer mogelijk.In certain cases it is desirable to fix the planks in a plane deviating from the horizontal. For this purpose, a gear ring, in which a body of the carrier engages, can be arranged at the lower end of the support in the support members known so far. In the technique according to the invention of the fastening system, such a sprocket is no longer possible.

Om deze reden is het van voordeel wanneer volgens eenverdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de bovenste van dedrie neuzen en de afsteuning telkens een sleuf met ten minsteeen schuine aanlegkant bezitten, waarbij de schuine aanleg-kanten ten opzichte van elkaar evenwijdig verlopen en met debinnenste respectievelijk buitenste aanlegkanten een hoekinsluiten tussen 0 en 90°.For this reason it is advantageous if, according to a further embodiment of the invention, the top of the three noses and the support each have a slot with at least one inclined abutment, the oblique abutments being parallel to each other and with the inner and outer abutments respectively an angle inclusion between 0 and 90 °.

Het steunorgaan kan daardoor zodanig worden ingehangen,dat een lijf van de drager ingrijpt in de sleuf van de boven¬ste neus en een verder lijf ingrijpt in de sleuf van deafsteuning. Op deze manier kunnen de steunorganen en daarmeede planken schuin worden aangebracht. De hellingshoek van deplanken komt overeen met de bovengedefinieerde hoek tussen debeide typen van aanlegkanten en bedraagt in het algemeen 4 tot45°, bij voorkeur ongeveer 25°. Deze manier van het aanbrengenvan sleuven is natuurlijk ook toepasbaar voor conventionelesteunorganen in plaats van de bovengenoemde tandkransen.The support member can thereby be suspended such that a body of the carrier engages in the slot of the upper nose and a further body engages in the slot of the support. In this way, the support members and the associated planks can be arranged at an angle. The angle of inclination of the planks corresponds to the above-defined angle between both types of abutments and is generally 4 to 45 °, preferably about 25 °. This way of slitting is of course also applicable for conventional support members instead of the above mentioned sprockets.

De uitvinding en nadere details daarvan zullen nader wor¬den verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving van eenuitvoeringsvorm onder verwijzing naar de tekening, waarin:figuur 1 een uitvoeringsvorm toont van een steunorgaanvan een bevestigingssysteem volgens de uitvinding op een ver¬kleinde schaal; figuur 2 het achterste deel van het steunorgaan en eendrager met langwerpige gaten in doorsnede toont in een eerstehorizontale inhangvariant, in de schaal 1:1; figuur 3 een met figuur 2 vergelijkbaar aanzicht toont ineen tweede inhangvariant; en figuur 4 een vergelijkbaar aanzicht toont met een hel¬lende inhanging van het steunorgaan.The invention and further details thereof will be further elucidated by the following description of an embodiment with reference to the drawing, in which: figure 1 shows an embodiment of a support member of a fastening system according to the invention on a reduced scale; Figure 2 shows the rear part of the support member and a support with elongated holes in section in a first horizontal suspension variant, in the scale 1: 1; figure 3 shows a view comparable to figure 2 in a second suspension variant; and Figure 4 shows a similar view with an inclined suspension of the support member.

Voor zover de figuren overeenstemmen, hebben zij dezelfdeverwijzingscijfers. De volgende verduidelijkingen hebbenbetrekking op meerdere of vergelijkbare weergaven. Hetuitvoeringsvoorbeeld heeft betrekking op een drager met lang¬werpige gaten met een periode van 60 mm en een gatlengte van40 mm. Het overbrengen op andere gatafmetingen is natuurlijkzonder meer mogelijk en vereist slechts geringe afwijkingen.Insofar as the figures correspond, they have the same reference numerals. The following clarifications apply to multiple or similar views. The exemplary embodiment relates to a carrier with elongated holes with a period of 60 mm and a hole length of 40 mm. Transferring to other hole sizes is of course more possible and requires only minor deviations.

In figuur 1 is op de volledige grootte een steunorgaan 20afgebeeld van een uitvoeringsvoorbeeld van een bevestigings¬systeem volgens de uitvinding. De volgende figuren tonenslechts het voor de uitvinding belangrijke gedeelte van hetsteunorgaan 20 en bovendien een drager 21 met langwerpigegaten, waarin het steunorgaan 20 is ingehangen. De door dedrager 21 afgedekte gedeelten van het steunorgaan 20 zijngestippeld getekend. Tussen twee gaten van de drager 21 bevin¬den zich lijven 30, 31 en 32; 40, 41; respectievelijk 50, 51.Figure 1 shows a full-size support member 20 of an embodiment of a fastening system according to the invention. The following figures show only the part of the support member 20 which is important for the invention and in addition a support 21 with elongated holes, in which the support member 20 is suspended. The parts of the support member 20 covered by the carrier 21 are shown in dotted lines. Webs 30, 31 and 32 were located between two holes of the carrier 21; 40, 41; 50, 51 respectively.

Het buitenvlak van de lijven is in de figuren 2 tot enmet 4 zichtbaar en ligt tegen de rechte rand van de drager 21,terwijl het binnenvlak van de lijven is afgedekt. De aan¬duidingen "voorste" en "achterste" hebben betrekking op eenmet behulp van het bevestigingssysteem opgebouwde stelling. Devoorzijde duidt derhalve de open langszijde van de plank, die in de figuren 2 tot en met 4 aan de rechter zijde van defiguren ligt.The outer surface of the webs is visible in Figures 2 to 4 and lies against the straight edge of the carrier 21, while the inner surface of the webs is covered. The designations "front" and "rear" refer to a rack constructed using the fastening system. The front therefore denotes the open longitudinal side of the shelf, which is located on the right side of the figures in Figures 2 to 4.

Het steunorgaan 20 heeft een horizontale oplegkant 1, diein de figuren 1 tot en met 3 horizontaal is opgesteld. Hieroprust in het algemeen een plank. Planken zijn in de figurenniet weergegeven. Een plank kan ook door middel van houd-elementen gefixeerd worden, voor de zekering waarvan uitspa¬ringen 15 zijn aangebracht in de oplegkant 1.The support member 20 has a horizontal bearing edge 1, which is arranged horizontally in Figures 1 to 3. In general, a plank rests on this. Shelves are not shown in the figures. A shelf can also be fixed by means of holding elements, for the fuse of which recesses 15 are arranged in the bearing side 1.

Bij horizontale montage (figuren 2 en 3) ligt ten minsteéén van de deelstukken 2a, 2b, 2c van de voorste aanlegkantaan tegen het buitenvlak van een lijf 31, 32 respectievelijk41. Een afsteuning 7 steekt naar onderen uit om een afkantelenvan het steunorgaan bij belasting tegen te gaan.In horizontal mounting (figures 2 and 3) at least one of the parts 2a, 2b, 2c of the front landing side lies against the outer surface of a body 31, 32 and 41 respectively. A support 7 protrudes downward to prevent a tilting of the support member under load.

Drie neuzen 3, 4, 6 steken naar achteren uit voorbij devoorste aanlegkanten (2a, 2b, 2c) en reiken in de drager 21.Three noses 3, 4, 6 protrude backward beyond the front abutments (2a, 2b, 2c) and reach into the carrier 21.

De bovenste neus 3 steekt volgens de uitvinding naar boven uitvoorbij de oplegkant 1. Om de neus 3 door het gat tussen delijven 30 en 31 van de drager 21 door te steken, is in hetbovenste gedeelte van de neus 3 een uitstekend gedeelte 12aangebracht. De onderste neus 4 en de middelste neus 6, hierde derde neus volgens de uitvinding, kunnen, zoals uit defiguren blijkt, betrekkelijk eenvoudig zijn uitgevoerd.According to the invention, the upper nose 3 projects upwards beyond the bearing side 1. To project the nose 3 through the hole between the webs 30 and 31 of the carrier 21, a protruding portion 12 is arranged in the upper part of the nose 3. The lower nose 4 and the middle nose 6, here the third nose according to the invention, can, as appears from the figures, be of relatively simple design.

Figuur 2 toont een eerste mogelijkheid van de horizontaleinhanging van het steunorgaan 20. Dit lijkt zeer veel op hetgebruik van het tot nog toe bekende bevestigingssysteem. Eenbrug 11 van de bovenste neus 3 ligt daarbij op een lijf 31 vande drager 21. In vertikale richting raakt de achterste aanleg¬kant 5b het binnenvlak van het lijf 31, en raakt het deelstuk2a van de buitenste aanlegkant het buitenvlak daarvan. Boven¬dien steunt de onderste neus 4 op het naburige lijf 32, en hetonderste deelstuk 2c van de voorste aanlegkant steunt tegenhet buitenvlak van het lijf 32.Figure 2 shows a first possibility of the horizontal suspension of the support member 20. This is very similar to the use of the hitherto known fixing system. A bridge 11 of the upper nose 3 rests on a body 31 of the carrier 21. In the vertical direction, the rear abutment side 5b touches the inner surface of the body 31, and the part 2a of the outer abutment side touches the outer surface thereof. Moreover, the lower nose 4 rests on the neighboring body 32, and the lower part 2c of the front abutment rests against the outer surface of the body 32.

Volgens een aspekt van de uitvinding steunt het steun¬orgaan met behulp van het naar boven omhooggrijpende gedeeltevan de bovenste neus 3 bovendien tegen het binnenvlak van eenverder lijf 30 van de drager 21 (aanlegkant 5c). Deze maat¬ regel brengt door een betrekkelijk lange hefboomarm een ver¬beterde zekering tot stand tegen een afkantelen van het steun-orgaan 20 en maakt daarmee een hogere belasting van de plankmogelijk. Dit wordt ook daardoor bereikt, dat het steunorgaanniet slechts tegen twee lijven 31, 32 maar tegen in totaaldrie lijven 30, 31, 32 steunt.According to an aspect of the invention, the support member also supports against the inner surface of a further body 30 of the carrier 21 (mounting side 5c) by means of the upwardly engaging part of the upper nose 3. This measure, by means of a relatively long lever arm, provides an improved fuse against tilting of the support member 20 and thus allows a higher load on the shelf. This is also achieved in that the support member not only rests against two webs 31, 32 but against in total three webs 30, 31, 32.

Bij de montage respectievelijk demontage van het steun¬orgaan 20 moet dit gekanteld worden om een as die horizontaalen evenwijdig aan het buitenvlak van de drager 21 door de brug11 verloopt. Om dit mogelijk te maken, is enerzijds eenuitsparing 13 (figuur 1) benodigd, en anderzijds moet de af¬stand tussen de onderkant van de brug 11 en de bovenkant vande middelste neus 6, die overigens voor deze inhangvariantgeen betekenis heeft, ten minste gelijk zijn aan de lijf-breedte b (in het uitvoeringsvoorbeeld 20 mm).When mounting or dismounting the support member 20, this must be tilted about an axis running horizontally parallel to the outer surface of the support 21 through the bridge 11. In order to make this possible, a recess 13 (figure 1) is required on the one hand, and on the other hand the distance between the bottom of the bridge 11 and the top of the middle nose 6, which, incidentally, has no significance for this suspension variant, must be at least equal at the web width b (in the exemplary embodiment 20 mm).

Voor een stabiele zitting van het steunorgaan is hetnoodzakelijk, dat de afstand tussen de rechte lijnen, waaropde voorste (2a, 2b, 2c) respectievelijk de achterste (5b) aan-legkanten liggen, zo nauwkeurig mogelijk gelijk is aan dedikte d van de lijven 30, 31, 32.For a stable seat of the support member it is necessary that the distance between the straight lines on which the front (2a, 2b, 2c) and the rear (5b) abut sides lie, is as accurately as possible the thickness d of the webs. , 31, 32.

In figuur 3 is een tweede manier van de inhanging weer¬gegeven, die mogelijk wordt gemaakt door de derde neus(middelste neus 6) volgens de uitvinding. De onderste kant vande middelste neus 6 steunt op een lijf 41 van de drager 21. Deaanraking tussen het deelstuk 2b van de voorste aanlegkant enhet buitenvlak van het lijf 41 en tussen de achterste aanleg¬kant 5a boven de oplegkant 1 en het binnenvlak van het na¬burige lijf 40 wordt het steunorgaan in zijn horizontale posi¬tie gezekerd. Om deze extra inhangmogelijkheid te verschaffen,zijn drie maatregelen noodzakelijk: - de derde, middelste neus 6; - de afstand tussen de onderkant van de middelste neus 6en de bovenkant van de onderste neus 4 moet ten minste gelijkzijn aan de lijfbreedte b; - de achterste aanlegkant 5a boven de oplegkant 1respectievelijk de brug 11.Figure 3 shows a second way of the suspension, which is made possible by the third nose (middle nose 6) according to the invention. The lower side of the middle nose 6 rests on a web 41 of the carrier 21. The contact between the part 2b of the front abutment and the outer surface of the body 41 and between the rear abutment 5a above the bearing side 1 and the inner surface of the Civil body 40, the support member is secured in its horizontal position. To provide this additional suspension option, three measures are necessary: - the third, middle nose 6; - the distance between the bottom of the middle nose 6 and the top of the bottom nose 4 must be at least equal to the body width b; - the rear landing side 5a above the bearing side 1 and the bridge 11, respectively.

In het geval dat afgezien wordt van de bovengenoemde ver¬hoogde stabiliteit van de eerste inhangvariant, kan het naarboven uitstekende gedeelte van de bovenste neus 3 kleiner zijnuitgevoerd dan in het uitvoeringsvoorbeeld van de tekening.Bijvoorbeeld kan de bovenste neus 3 reeds eindigen op dehoogte van het inspringend gedeelte 12 (figuur 1).In the event that the above-mentioned increased stability of the first hook-in variant is dispensed with, the upwardly projecting part of the upper nose 3 may be smaller than in the exemplary embodiment of the drawing. For example, the upper nose 3 may already end at the height of the indented section 12 (figure 1).

Bij het monteren en demonteren wordt het steunorgaan 20gekanteld om een loodrecht op het tekenvlak door de middelsteneus 6 verlopende as.When mounting and dismounting, the support member 20 is tilted about a axis perpendicular to the drawing plane through the center nose 6.

Het hoofdvoordeel van de door de uitvinding geschapentweede inhangmogelijkheid bestaat daarin, dat de stapbreedtewaarin de stellingpositie kan worden ingesteld, gehalveerdwordt ten opzichte van de tot nog toe bekende bevestigings-systemen. Toch kunnen conventionele dragers met langwerpigegaten worden toegepast, en de volgens de uitvinding uitge¬voerde steunorganen zijn noch groter in afmetingen, nochgecompliceerder (en daardoor duurder) om te vervaardigen dande steunorganen van de tot nog toe gebruikte bevestigings-systemen. Bovendien is een verhoging van de belasting van deplanken bij de conventionele instelling volgens figuur 2mogelijk.The main advantage of the second suspension option created by the invention is that the step width in which the rack position can be adjusted is halved compared to the hitherto known fixing systems. However, conventional elongated hole carriers can be used, and the support members constructed in accordance with the invention are neither larger in size, nor more complicated (and therefore more expensive) to manufacture than the support members of the fastening systems used hitherto. In addition, an increase in the load on the shelves is possible with the conventional setting according to figure 2.

Figuur 4 toont op welke manier planken ook bevestigdkunnen worden in een ten opzichte van de horizontaal hellendvlak. Daartoe dienen twee schuine sleuven 8, 9, die volgenseen verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn aangebrachtaan de bovenste neus 3 en aan de afsteuning 7. Drie aanleg-kanten zijn in contact met lijven 50, 51 van de drager 21, enwel 10a aan het binnenvlak van lijf 50, 10c aan het buitenvlakvan lijf 50, en 10b aan het buitenvlak van lijf 51. Lijf 50dient zo passend mogelijk in de sleuf 8 te reiken, d.w.z. deloodrechte afstand tussen de aanlegkanten 10a en 10c dient zonauwkeurig mogelijk gelijk te zijn aan de dikte d van delijven. Daardoor wordt het steunorgaan 20 in een nauwkeuriggedefinieerde positie vastgehouden.Figure 4 shows in which way planks can also be fixed in an inclined plane relative to the horizontal. For this purpose two oblique slots 8, 9, which according to a further embodiment of the invention are arranged on the upper nose 3 and on the support 7. Three abutments are in contact with webs 50, 51 of the carrier 21, i.e. 10a on the inner surface of body 50, 10c on the outer surface of body 50, and 10b on the outer surface of body 51. Body 50 should as far as possible reach into the slot 8, ie the perpendicular distance between the edges 10a and 10c should be as accurate as possible to the thickness d of the bodies. Thereby, the support member 20 is held in a precisely defined position.

Bij verminderde vereisten met betrekking tot de stabi¬liteit van het bevestigingssysteem kan principieel wordenafgezien van de voorste aanlegkant 10c.In the event of reduced requirements with regard to the stability of the fastening system, the front contact side 10c can in principle be dispensed with.

Samenvattend blijkt uit het hier verduidelijkteuitvoeringsvoorbeeld, dat de constructie volgens de uitvindingeen buitengewoon universeel toepasbaar bevestigingssysteemverschaft, dat door zijn hoge verstelbaarheid nauwkeurig kanworden aangepast aan de gestelde eisen.In summary, it can be seen from the exemplary embodiment clarified here that the construction according to the invention provides an exceptionally universally applicable fastening system, which can be accurately adapted to the requirements imposed by its high adjustability.

Claims

1. Fixing system for shelf bases, existing carriers with elongated holes and support members, in which the carriers on a substantially vertical line have regular holes and webs, and in which the support members have a supporting side, a support, a front projection extending perpendicularly to the supporting side which in a horizontal position of the lay-on edge, abuts against a carrier, and has two noses protruding outside the front landing edge and engaging the carrier, one of the two noses having a rear edge which runs parallel to the front edge and abuts against the carrier; characterized in that one (3) of the two noses (3, 4) protrudes upward beyond the bearing edge (1), and that the support members (20) have a third nose (6) protruding beyond the front abutment side (2a , 2b, 2c).

Fastening system according to claim 1, characterized in that the top (3) of the three noses (3, 4, 6) and the support (7) always have a slot (8, 9) with at least one inclined abutment ( 10a, 10b, 10c), the angled abutments (10a, 10b, 10c) being parallel to each other and enclosing an angle between 0 and 90 ° with the inner and outer abutments respectively.

3. Supporting member suitable for use in an attachment system according to claim 1 or 2.