NL9001573A - Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een kunststof vat met versterkte kopwanden. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een kunststof vat met versterkte kopwanden.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het volgens het blaasprocede vervaardigen van een vat met aansluitende bodem-, boven- en zijwand uit kunststof materiaal, waarbij een voorvormling onder voorafbepaalde temperatuur in een sluitbare, open mal wordt aangebracht, de mal wordt gesloten, drukmedium in de voorvormling wordt toegevoerd en het gerede vat na afkoelen en openen uit de mal wordt verwijderd, waarbij voor het sluiten van de mal de voorvormling rond tenminste twee op afstand van elkaar geplaatste schijfvormige elementen wordt gehouden, welke tussen de malelementen, bij sluiten daarvan, worden vastgeklemd voordat het drukmedium wordt toegevoerd.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit de Duitse publicatie 1946737, waarbij gebruik wordt gemaakt van een mal bestaande uit twee helften, waarbij elke helft is voorzien van naar binnen uitstekende nokken, die in aanraking komen met de omtrek van de schijven, zodanig dat bij het vormen van de voorvormling de schijven naderhand tussen de zijwand van het vat blijven zitten. Hierbij liggen de schijven halverwege de vatinhoud, en omdat deze schijven dienen voor het ondersteunen van in het vat aan te brengen elementen, kunnen deze elementen dientengevolge slechts zich over een deel van de lengte of hoogte van het vat uitstrekken.

De uitvinding beoogt bovengenoemd bezwaar te ondervangen en verschaft daartoe een werkwijze, die zich onderscheidt doordat de klemwerking in axiale richting van de voorvormling wordt uitgeoefend teneinde de schijven in de te vormen bodem- respectievelijk bovenwand van het vat op te sluiten.

Dankzij het feit dat nu de schijven direct tegen de boven- en onderwand van het vat liggen, is tussen deze schijven een zich over de volle lengte van het vat uitstrekkend element aan te brengen. Bovendien is de gehele inhoud van het vat vanuit een centrale opening toeganke-lijk.

De werkwijze volgens de uitvinding onderscheidt zicht voorts doordat het vat wordt voorzien van een opening in de zijwand ter verwijdering van een voor de fabricage noodzakelijke afstandhouder tussen de schijven respectievelijk het aanbrengen van elementen tussen de wand-versterkende schijfvormige elementen.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van bovengenoemde werkwijze, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit twee of meer gewelfde langsdelen, die radiaal ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn en welke inrichting zich onderscheidt doordat elk langsdeel aan weerseinden een ten opzichte daarvan axiaal beweegbaar kopdeel heeft, dat tezamen met de aangrenzende kopdelen een gesloten doorlopende ribbe vormen, waarvan de binnenafmeting tweemaal de wanddikte van de bodem- respectievelijk kopwand van het vat groter is dan de buitenafmeting van het schijfvormig element. Hiermee wordt een stevige verbinding tussen het schijfvormig element en de desbetreffende bodem- respectievelijk bovenwand van het vat bereikt.

De uitvinding heeft voorts betrekking op het vat verkregen volgens de werkwijze en/of inrichting, zoals hierboven genoemd, welk vat zich onderscheidt doordat de schijf aan het van de vatwand afgekeerde einde is voorzien van middelen voor het opnemen van in het vat aan te brengen elementen.

Dit kunnen bijvoorbeeld roerwerken zijn, die derhalve na het vervaardigen van het vat daarin kunnen worden aangebracht en ondersteund door de desbetreffende schijven.

Bovengenoemde en andere kenmerken zullen nader worden toegelicht in de hieronderstaande beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld van de werkwijze respectievelijk vat verkregen met die werkwijze volgens de uitvinding.

In de tekening toont:

Fig. la, b en c telkens een schematische langs-doorsnede van een mal met daarin aan te brengen voorvorm-ling en versterkingsschijven volgens drie opeenvolgende fasen bij de vervaardiging van het vat, fig. 2 een aanzicht, gedeeltelijk met weggebroken delen, van een gesloten mal geschikt voor de werkwijze volgens de uitvinding, fig. 3 een perspectivisch aanzicht van het vat verkregen met een mal uit fig. 2 met de daarin aan te brengen versterkingsschijf en de daarop aan te brengen hulpelementen, fig. 4 een met fig. 3 overeenkomend perspectivisch aanzicht van een detail van de versterkte bodem- of kop-wand van het vat.

Aan de hand van fig. 1 wordt de werkwijze volgens de uitvinding hieronder nader toegelicht.

De mal geschikt voor het blaasprocede voor het vervaardigen van een vat uit kunststof materiaal, bestaat in de getoonde uitvoeringsvorm uit een tweetal langsdelen 1, 2 waarbij elk langsdeel in de richting van de pijl PI naar elkaar toe en van elkaar af te bewegen zijn. Bovendien is elk langsdeel voorzien van een tweetal kopdelen 3 respectievelijk 4, die in de richting van de pijl P2 op en neer beweegbaar ten opzichte van het bijbehorende langsdeel 1, 2 zijn.

De aandrijving en de geleidebanen voor deze delen zijn niet getoond in de figuren en worden voor een deskundige bekend verondersteld.

Voor het vormen van een vat in een mal bestaande uit de langsdelen 1, 2 en 3, 4 wordt een buisvormige voorvormling van kunststof materiaal tussen de langs- en kopdelen gevoerd, welke buis is aangegeven met B. De buis B kan van elk passend materiaal zijn, mits deze onder een bepaalde temperatuur door middel van een drukmedium ver- vormbaar is.

In de buis B wordt een tweetal plaatvormige elementen 5 respectievelijk 6 aangebracht, die door een afstandhouder 7 op zodanige plaats worden gehouden, dat de plaatvormige elementen 5,; 6 op de gewenste wijze in het te vormen vat terechtkomen. De afstandhouder 7 kan tijdelijk zijn en naderhand uit het vat moeten worden verwijderd. Voorts wordt opgemerkt dat het stelsel van plaatvormige elementen 5, 6 en afstandhouder 7 door een tijdelijke ondersteuning 8 van willekeurige aard op de juiste hoogte ten opzichte van de malschalen 1, 2 worden gehouden.

Voor het sluiten van de mal worden de langsdelen 1, 2 tezamen met de bijbehorende kopdelen 3, 4 naar elkaar toegeschoven, waardoor deze kopdelen 3 respectievelijk 4 de buisvormige voorvormling B onder en boven de plaatvormige element 5, 6 naar elkaar toevouwt, zie fig. lb. Voordat de kopdelen 3 respectievelijk 4 met hun deelvlak 9 tegen elkaar stoten wordt de ondersteuning 8 verwijderd, aangezien de plaatvormige elementen 5, 6 met afstandhouder 7 door de onderste kopdelen 4 worden ondersteund. Deze stand is getoond in fig. lb.

Vervolgens kan bij het verder sluiten van de schaaldelen 1, 2 met kopdelen 3, 4 een volledige afsluiting worden verkregen aan onder- en bovenzijde van de buisvormige voorvormling B. Door het naar elkaar toe bewegen van de kopdelen 3, 4 volgens de pijl P2, wordt het bovenste en onderste plaatvormige element 5, 6 nauwkeurig gepostioneerd door middel van aan de onder- respectievelijk bovenzijde van de kopdelen 3, 4 aangebrachte nokken 10. Deze nokken 10 kunnen ook zijn uitgevoerd als een gekromde uitstekende ribbe, die bij aaneengesloten kopdelen 3 respectievelijk 4 een doorgaande ring vormen.

De vorm van de doorgaande ring kan cirkelvormig zijn, maar eveneens elke ander gewenste gestalte hebben.

Door het insteken van een lans 11 via een zij-opening 12 van een langsdeel 2 van de mal kan het inwendige van de voorvormling B worden bereikt en na het aanslui- ten op een drukbron 13 kan het drukmedium de lans 11 in de voorvormling B brengen, waarna deze kan worden opgeblazen totdat het kunststof materiaal zich tegen de binnenwand van de mal aanvleidt.

Na het verwijderen van de luchtdruk en losnemen van de maldelen in de omgekeerde zin als hierboven beschreven, ontstaat een vat dat is voorzien van plaatvormige versterkingselementen in de kopwanden of boven- respectievelijk bodemwand daarvan.

Door de opening 12 verkregen toegangsopening in de gewelfde zijwand van het vat kan de afstandhouder 7 worden verwijderd. Zodoende houdt men in de kopvlakken slechts aan de binnenzijde van het vat de plaatvormige kop in de getoonde uitvoeringsvorm als schijven uitgevoerde elementen over, die elk tussen een doorgaande rand, verkregen dankzij de doorgaande ribbe 10 wordt vastgehouden.

Een deel van het gerede vat met versterkingsele-ment 5 is getoond in fig. 3.

Het vat 20 is hier uitgevoerd met een ringvormige omtreksribbe 21, die wordt gevormd in de groef vormige uitsparing 22 van de mal in fig. 2, welke dient als loopvlak voor ondersteuningsrollen, indien het vat wordt gebruikt als roervat. Daartoe wordt het vat 20 om zijn langsas, die zich horizontaal uitstrekt, gewenteld waardoor de inhoud in roterende beweging wordt gebracht.

De door de plaat- of schijfvormige elementen 5 versterkte kopwand 23 van het vat dienen als ondersteuning voor in het vat 20 aan te brengen hulpelementen, bijvoorbeeld roerwerken.

Het in fig. 3 getoonde plaatvormige element 5 is hier uitgevoerd als een cirkelvormige schijf 24, die langs de omtrek is voorzien van in een krans op gelijkmatig van elkaar geplaatste nokken 25. De schijf 24 is in het midden voorzien van een verdikte naaf 26, die een centraal schroefgat 27 heeft.

Als hulpelementen zijn hier gebruikt een aantal hefboomelementen 28, die vormsluitend tussen de nokken 25 worden opgenomen en welke aan de vrije einden zijn voorzien van een lepelvormig einddeel, dat zich radiaal ten opzichte van het versterkingselement 5 uitstrekt. Alle elementen 28 worden vastgehouden door middel van een dekplaat 29, welke met behulp van een bout 30, die in het schroefgat 27 wordt gedraaid wordt vastgeschroefd. Deze gemonteerde stand is in detail in fig. 4 te zien.

Tussen de lepelvormige uiteinden van telkens een tweetal elementen 28 is een roerwerkstaaf 31 vast te klemmen, zodat in de getoonde uitvoeringsvorm een twaalftal roerstaven 31 in het vat zijn te monteren. De afmeting van de elementen 28, de sluitplaat 29 en de roerstaven 31 zijn zodanig dat deze alle via de zij-opening van het vat kunnen worden geplaatst.

Binnen het kader van de uitvinding zijn vanzelfsprekend andere elementen in het vat 20 aan te brengen met behulp van passend gevormde plaatvormige elementen 5.

De plaatvormige elementen 5 behoeven niet cirkelvormig te zijn, maar kunnen ook een rechthoekige of vierkante gestalte vertonen. De nokvormige doorgaande ribbe 10 in de mal kan ook zijn onderbroken, waardoor er een krans van nokken in het kopvlak 23 van het vat 20 wordt gevormd ter opsluiting van een plaatvormig versterkingselement 5.

Claims (8)

1. Werkwijze voor het volgens het blaasprocede vervaardigen van een vat met aansluitende kop- en zijwanden uit kunststof materiaal, waarbij een voorvormling onder voorafbepaalde temperatuur in een sluitbare open mal wordt aangebracht, de mal wordt gesloten, drukmedium in de voorvormling wordt toegevoerd en het gerede vat na afkoelen en openen uit de mal wordt verwijderd, waarbij voor het sluiten van de mal de voorvormling rond tenminste twee op afstand van elkaar gehouden schijf- of plaatvormige elementen wordt gehouden, welke tussen de maleiementen, bij sluiten daarvan worden vastgeklemd voordat het drukmedium wordt toegevoerd, met het kenmerk, dat de klemwerking in axiale richting van de voorvormling wordt uitgeoefend teneinde de schijf- of plaatvormige elementen in de te vormen kopwand van het vat op te sluiten.

2. Werkwijze volgens conclusie l, met het kenmerk, dat het vat wordt voorzien van een opening in de zijwand daarvan ter verwijdering van de afstandhouder tussen de plaat- of schijfvormige elementen.

3. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit twee of meer gewelfde langsdelen, die in radiale zin ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn, met het kenmerk, dat elk langsdeel aan weerseinden een ten opzichte daarvan axiaal beweegbaar kopdeel heeft, dat tezamen met de aangrenzende kopdelen een in een kring staande sluitelementen vormen, de binnenafmeting waarvan tweemaal de wanddikte van de kopwand van het vat groter is dan de buitenafmeting van het schijf- of plaatvormige element.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de in een kring staande elementen zijn gevormd door een doorlopende ribbe.

5. Vat verkregen met de werkwijze en/of inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het ken- merk, dat het schijf- of plaatvormige element aan het van de vatwand afgekeerde einde is voorzien van middelen voor het opnemen van in het vat aan te brengen construc-tie-elementen.

6. Vat volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de middelen zijn gevormd door een krans van regelmatig over de omtrek verdeelde nokken, waartussen radiaal gerichte klemelementen vormsluitend opneembaar zijn.

7. Vat volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de klemelementen zijn bevestigd door een aan het schijf- of plaatvormig element te bevestigen sluitorgaan.

8. Vat volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat telkens tussen twee tegenover elkaar gelegen klemelementen een langwerpig lichaam, bijvoorbeeld roerstaaf is opgenomen.