NL9001315A

NL9001315A - Yacht anchor construction - has flow section and two foldable shaft legs

Info

Publication number: NL9001315A
Application number: NL9001315A
Authority: NL
Original assignee: Haak Rob Van Den
Priority date: 1990-06-11
Filing date: 1990-06-11
Publication date: 1992-01-02

Abstract

Anchor construction includes two shaft legs (3,4), which after unlocking closure mechanism (18,20) which includes shackle (19), can be folded down for storage. Anchor further includes flow section (2) and so-called flow ears (27,28).

Description

JACHTANKERSAMBNSTELYACHT ANCHOR COMPANY

De uitvinding heeft betrekking op een jachtankersa-menstel omvattend een van een bovenzijde en een onderzijde voorziene vloei en een schachtsamenstel, dat twee schachtbenen omvat, die elk voorzien zijn van eerste samenstelorganen, waarbij de vloei voorzien is van tweede samenstelorganen en waarbij de eerste en de tweede samenstelorganen gevormd zijn om met elkaar in losneembare samenwerkende aangrijping gebracht te kunnen worden om een anker te vormen, in welk anker de schachtbenen zich uitstrekken tussen de vloei en een eindgedeelte waaraan een ankerlijn bevestigd kan worden.The invention relates to a yacht anchor assembly comprising a fluff provided with a top and a bottom and a shaft assembly comprising two shaft legs, each of which is provided with first assemblies, the flux having second assemblies and wherein the first and the second assembly members are configured to be releasably engageable to form an anchor, in which anchor the shank legs extend between the fluke and an end portion to which an anchor line can be attached.

Een dergelijk ankersamenstel is verkrijgbaar onder de handelsnaam DELTA Mini T.S. Jacht-Anker. Bij dit bekende jacht-ankersamenstel zijn de schachtbenen elk aan hun vloeieind voorzien van een flens, die van het midden van de vloei af ingeschoven kan worden in een boven op de vloei voorziene, naar binnen openende spleet. Een op de vloei te bevestigen, hellende vasthoudplaat zorgt er voor dat de flens daarna in de spleet blijft. Bij het weer uit elkaar halen van het anker worden de flenzen uit de spleet gehaald, waarna de beide schachtbenen plat tegen de vloei gelegd kunnen worden in welke positie zij gehouden worden met behulp van de vasthoudplaat. In deze platte vorm kan het ankersamenstel opgeborgen worden op een jacht zonder al te veel ruimte in beslag te nemen.Such an anchor assembly is available under the trade name DELTA Mini T.S. Yacht-Anchor. In this known yacht anchor assembly, the shaft legs are each provided with a flange at their flow end, which can be inserted from the center of the flow into an inwardly opening slit provided on top of the flow. An inclined retaining plate that can be attached to the paper ensures that the flange remains in the gap afterwards. When the anchor is disassembled again, the flanges are removed from the gap, after which the two shank legs can be laid flat against the rolling paper in which position they are held with the aid of the holding plate. In this flat shape, the anchor assembly can be stored on a yacht without taking up too much space.

Het bekende jachtankersamenstel heeft echter het nadeel dat de vasthoudplaat bovenop de vloei een belemmering vormt voor de grond die tijdens het penetreren over de vloei stroomt (relatief gezien), waardoor de penetratiediepte en -snelheid niet altijd de gewenste waarden kunnen bereiken.However, the known yacht anchor assembly has the drawback that the retaining plate on top of the rolling stock is an obstacle to the ground flowing over the rolling stock during penetration (relatively speaking), as a result of which the penetration depth and speed cannot always reach the desired values.

Een doel van de uitvinding is nu een jachtankersamenstel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen dat verbeterde penetratie-eigenschappen bezit en overigens vereenvoudigd uitgevoerd is. Hiertoe heeft het jachtankersamenstel volgens de uitvinding het kenmerk, dat de vloei tenminste twee doorgangen omvat, die ten opzichte van de schachtbenen gedimensioneerd zijn voor het toelaten van op zijn minst gedeeltelijke doorvoer van de schachtbenen door de betreffende doorgangen om de eerste en de tweede samenstelorganen met elkaar in de samenwerkende aangrijping te brengen, en dat de tweede samenstelorganen aan de onderzijde van de vloei gelegen zijn en een geheel vormen met de vloei.An object of the invention is now to provide a yacht anchor assembly of the type mentioned in the preamble, which has improved penetration properties and which, incidentally, has a simplified design. To this end, the yacht anchor assembly according to the invention is characterized in that the fluke comprises at least two passages which are dimensioned relative to the shaft legs to allow at least partial passage of the shaft legs through the respective passages around the first and second assembly members bring each other into the cooperating engagement, and that the second assembly members are located on the underside of the flow and are integral with the flow.

De doorgangen in de vloei en de ligging van de tweede samenstelorganen aan de onderzijde van de vloei houden de daardoorheen gaande gedeelten van de schachtbenen, in het vlak van de vloei gezien, op hun plaats en maken het mogelijk de vloei als het ware op te leggen op de benedeneinden van de schachtbenen, waardoor geen voorzieningen benodigd zijn aan de bovenzijde van de vloei. Tijdens het penetreren van het anker in de ankerbodem kan de grond in relatieve zin onbelemmerd door de door de bovenzijde van de vloei en de binnenzijde van de beide schachtbenen bepaalde doorgang stromen. Het jachtankersamenstel is hierbij zeer eenvoudig uitgevoerd omdat voor de verbinding van de schachtbenen en de vloei geen bijkomende bevestigingsmiddelen nodig zijn, zodat deze verbindingen gemakkelijk te realiseren en los te maken zijn door de gebruiker.The passages in the flow and the location of the second assembly members on the underside of the flow keep the parts of the shaft legs passing therethrough, in the plane of the flow, in place and make it possible to impose the flow on the lower ends of the shaft legs, so that no provisions are required at the top of the paper. During penetration of the anchor into the anchor bottom, the ground can flow relatively unobstructed through the passage defined by the top of the flow and the inside of the two shaft legs. The yacht anchor assembly is very simple in this case because no additional fasteners are required for the connection of the shaft legs and the flux, so that these connections are easy to realize and detachable by the user.

Volgens een voorkeursuitvoering worden de tweede samenstelorganen gevormd door het oppervlak van de onderzijde van de vloei en worden de eerste samenstelorganen daarbij gevormd door van de schachtbenen uitstekende schouderorganen. Volgens deze uitvoering is de vloei al uit zijn aard voorzien van de tweede samenstelorganen en wordt daarmede fabricage van het jachtankersamenstel volgens de uitvinding verder vereenvoudigd. Bij het samenstellen kan de vloei eenvoudig los op de schouderorganen gelegd worden, waarbij tijdens het in de bodem penetreren van het samengestelde anker de vloei met zijn onderzijde tegen de schouderorganen gedrukt wordt zodat het anker in de juiste vorm blijft.According to a preferred embodiment, the second assembly members are formed by the surface of the underside of the flow and the first assembly members are formed by shoulder members protruding from the shaft legs. According to this embodiment, the flux is already by its nature provided with the second assembly members, thereby further simplifying manufacture of the yacht anchor assembly according to the invention. During assembly, the flow can simply be laid loosely on the shoulder members, while during penetration of the composite anchor into the ground, the flow is pressed with its underside against the shoulder members so that the anchor remains in the correct shape.

Volgens een verdere ontwikkeling van de voorkeursuitvoering zijn de schachtbenen en de doorgangen in de vloei zoda nig ten opzichte van elkaar gedimensioneerd dat de schachtbenen van de onderzijde van de vloei af in de doorgangen ingevoerd kunnen worden totdat de schouderorganen tegen het oppervlak van de onderzijde van de vloei aankomen. Dit ankersamenstel kan op zeer eenvoudige wijze samengesteld worden door de gebruiker.According to a further development of the preferred embodiment, the shaft legs and the flow passages are dimensioned relative to each other such that the shaft legs can be introduced from the bottom of the flow into the passages until the shoulder members touch the surface of the bottom of the flow path. arrive at the rolling paper. This anchor assembly can be assembled in a very simple manner by the user.

Het jachtankersamenstel volgens de uitvinding behoeft geen vasthoudplaat zoals gebruikt bij het bekende anker, althans voor het anker in opgerichte toestand. Blijft over de functie van de bekende vasthoudplaat in het samenhouden van schachtbenen en vloei in de ineengeklapte toestand van het anker. Deze functie kan volgens de uitvinding zeer eenvoudig overgenomen worden volgens een verdere ontwikkeling, volgens welke de doorgangen en de schachtbenen gevormd zijn voor het toelaten van een neerklappen, respectievelijk omhoog klappen, van de schachtbenen naar, respectievelijk van, de vloei onder voortgezet verblijf van de schachtbenen in de doorgangen. Aldus behoeven voor het compact maken van het jachtankersamenstel, met het oog op het opbergen daarvan op het jacht, de schachtbenen niet meer geheel losgenomen te worden van de vloei en met behulp van de vasthoudplaat of iets dergelijks tegen de vloei bevestigd te worden. Volgens de uitvinding behoeven voor het uit de samenwerkende aangrijping met elkaar brengen van de eerste en de tweede samenstelorganen de schachtbenen niet van de vloei verwijderd te worden, zodat men ze ook niet onopzettelijk kan laten rond slingeren.The yacht anchor assembly according to the invention does not require a retaining plate as used with the known anchor, at least for the anchor in the raised condition. Remains the function of the known retaining plate in holding shank legs together and flow in the collapsed state of the anchor. According to the invention, this function can very easily be assumed in accordance with a further development, according to which the passages and the shank legs are formed to allow a folding down or folding up, respectively, of the shank legs to, respectively, the flow with continued residence of the shaft legs in the passages. Thus, in order to make the yacht anchor assembly compact for the purpose of storing it on the yacht, the shaft legs no longer need to be completely detached from the flow and fixed to the flow by means of the holding plate or the like. According to the invention, in order to bring the first and second assembly members together from the cooperating engagement, the shaft legs need not be removed from the flow, so that they cannot be left lying around unintentionally.

Om het neerklappen en oprichten van de schachtbenen ten opzichte van de vloei mogelijk te maken zijn de doorgangen bij voorkeur spieetvormig uitgevoerd en hebben de schachtbenen daarbij elk een gedeelte met een gejoggelde vorm, dat in het geassembleerde anker op gelijke hoogte of boven de eerste samenstelorganen gelegen is. Als gevolg van de gejoggelde vorm van het betreffende gedeelte kan tenminste één van de schachtbenen in neergeklapte toestand in hoofdzaak plat aanliggen tegen de vloei, waardoor aanzienlijk op ruimte bespaard wordt.In order to allow the shaft legs to fold down and straighten up with respect to the flow, the passages are preferably constructed in the form of a spigot and the shaft legs each have a part with a jugged shape, which is located at the same height or above the first assembly members in the assembled anchor. is. As a result of the jugged shape of the relevant section, at least one of the shaft legs in the folded-down position can lie substantially flat against the flow, whereby considerable space is saved.

Volgens een verdere ontwikkeling van deze voorkeur suitvoering bepaalt elk gedeelte met de gejoggelde vorm tevens het eerste samenstelorgaan van het betreffende schachtbeen. De ge-joggelde vorm vormt hierbij als het ware een soort van schouder die in opgerichte toestand tegen de onderzijde van de vloei aan komt te liggen.According to a further development of this preferred suit liner, each part with the jugged shape also defines the first assembly member of the relevant shaft leg. The jogged shape hereby forms, as it were, a kind of shoulder that comes to rest against the underside of the paper in the upright position.

Volgens een andere verdere ontwikkeling van deze voorkeursuitvoering bezitten de schachtbenen elk een plaatvorm en omvatten zij aan hun bij de vloei gelegen eind verbrede gedeelten, die in het verlengde van de betreffende plaat gelegen zijn en de schouderorganen bepalen. Deze verbrede gedeelten verschaffen tijdens het gebruik van het anker ook een verstijving van de vloei.According to another further development of this preferred embodiment, the shank legs each have a plate shape and have flared ends at their flow-end, which are in line with the respective plate and define the shoulder members. These widened sections also stiffen the flow during use of the anchor.

Het is verder voordelig wanneer de verbrede gedeelten elk voorzien zijn van een eveneens tot de betreffende plaat behorend, opstaand uitsteeksel, dat eveneens een gejoggelde vorm heeft en past in een daartoe in de vloei voorziene extra doorgang. Hiermee wordt de bevestiging van de schachtbenen aan de vloei in verdere mate verzekerd, waarbij de neerklapmogelijkheid behouden blijft.It is furthermore advantageous if the widened parts are each provided with an upright projection also belonging to the relevant plate, which also has a jugged shape and fits into an additional passage provided for this purpose in the flow. This further secures the attachment of the shank legs to the flow, while retaining the possibility of folding down.

De uitvinding zal nu nader toegelicht worden aan de hand van de nu volgende beschrijving van een tenminste een, louter bij wijze van voorbeeld in de tekeningen weergegeven uitvoering van het jachtankersamenstel volgens de uitvinding.The invention will now be further elucidated on the basis of the following description of an at least one embodiment of the yacht anchor assembly according to the invention shown purely by way of example in the drawings.

Fig. 1 toont een bovenaanzicht van de vloei van een uitvoering van een jachtankersamenstel volgens de uitvinding; fig. 2 toont een zijaanzicht van een schachtbeen bestemd voor gebruik bij de vloei van fig. 1.Fig. 1 shows a plan view of the flow of an embodiment of a yacht anchor assembly according to the invention; Fig. 2 shows a side view of a shaft leg intended for use in the flow of Fig. 1.

Fig. 3 toont een vooraanzicht van een jachtankersamenstel volgens de uitvinding waarbij de vloei van fig. 1 en schachtbenen van fig. 2 samengevoegd zijn in opgerichte toestand van de schachtbenen.Fig. 3 shows a front view of a yacht anchor assembly according to the invention with the flow of FIG. 1 and shaft legs of FIG. 2 being joined together in the upright position of the shaft legs.

Fig. 4 toont het jachtankersamenstel van fig. 3, ditmaal echter met de schachtbenen in neergeklapte toestand.Fig. 4 shows the yacht anchor assembly of FIG. 3, but this time with the shank legs folded down.

Fig. 5A en 5B tonen een detail in doorsnede van de verbinding tussen een schachtbeen en de vloei van het in de figuren 1-4 weergegeven jachtankersamenstel, respectievelijk in opgerichte en neergeklapte toestand van dat schachtbeen.Fig. 5A and 5B show a cross-sectional detail of the connection between a shaft bone and the flow of the yacht anchor assembly shown in Figures 1-4, respectively, in the erect and collapsed condition of that shaft leg.

Fig. 6A en 6B komen in hoofdzaak overeen met de figuren 5A en 5B, echter met een alternatieve schachtbeenvorm.Fig. 6A and 6B substantially correspond to Figures 5A and 5B, but with an alternative shaft leg shape.

In fig. 1 is de vloei 2 van het jachtankersamenstel volgens de uitvinding weergegeven, welke vloei een groot plat symmetrisch oppervlak vormt en voorzien is van twee vloeioren 27 en 28. Aan weerszijden van de symmetrie-as B-B is de vloei 2 voorzien van verticaal doorgaande spleten 5 en 6. In het verlengde van de spleten, meer naar de voorkant van het anker toe, dat wil zeggen op de tekening naar rechts toe, zijn twee kleinere, vertikale doorgangen 23 en 24 voorzien.In figure 1 the flow 2 of the yacht anchor assembly according to the invention is shown, which flow forms a large flat symmetrical surface and is provided with two flow elements 27 and 28. On both sides of the axis of symmetry BB, the flow 2 is provided with vertically continuous slots 5 and 6. In line with the slots, more towards the front of the anchor, that is to say on the drawing to the right, two smaller vertical passages 23 and 24 are provided.

Het in fig. 2 weergegeven schachtbeen 3 is in hoofdzaak gelijk aan het niet in deze figuur weergegeven andere schachtbeen 4. Te zien is de gekromde vorm van het schachtbeen 3 met het verbrede benedengedeelte 25. Juist boven het begin van het verbrede gedeelte 25 is het schachtbeen voorzien van een gejoggeld gedeelte 11. De bovenrand van het verbrede gedeelte 25 vormt schou-dergedeelten 7. Meer naar voren, dat wil zeggen op de tekening naar rechts, steekt een op eenzelfde wijze gejoggeld uitsteeksel 21 uit van het verbrede gedeelte 25. De onderlinge afstand van de gejog-gelde gedeelten 11 en 21 komt overeen met die van de vloeidoorgan-gen 5 en 23. Bij het samenvoegen van de vloei van fig. 1 met twee schachtbenen volgens fig. 2 worden de schachtbenen van fig. 2 vanaf de onderzijde van de vloei door de betreffende doorgangen heenge-stoken totdat de schouders 7 en 8 aankomen tegen de oppervlakte 9 en 10 van de onderzijde 13 van de vloei 2. Hierbij zijn dan ook de gejoggelde uitsteeksels 21 en 22 door de betreffende doorgangen 23 en 24 gevoerd. De aanwezigheid van de gejoggelde gedeelten 11, 12 en 23, 24 zal het nodig maken om bij aankomst van deze gedeelten bij de betreffende doorgangen de schachtbenen enige mate heen en weer te klappen. Wanneer de schouders 7 en 8 aanliggen tegen de oppervlakken 9 en 10 op de onderzijde 13 van de vloei dan kunnen de eindgedeelten 15 en 16 van de schachtbenen 3 en 4 met elkaar verbonden worden door een bevestigingspen 18 heen te voeren door aldaar in de schachtbenen 3 en 4 voorziene ogen 17. Deze pen 18 kan deel uitmaken van een harpsluiting 19 waaraan een ankerlijn beves tigd kan worden. Om de schachteinden 15 en 16 indien gewenst op vaste afstand van elkaar te houden kan een tussenring 20 gebruikt worden.The shaft leg 3 shown in Fig. 2 is substantially the same as the other shaft leg 4 not shown in this figure. The curved shape of the shaft leg 3 with the widened lower part 25 can be seen. Just above the beginning of the widened part 25 is the shaft leg provided with a jogging portion 11. The top edge of the widened portion 25 forms shoulder portions 7. More forward, that is to say on the drawing to the right, a similarly jogged projection 21 protrudes from the widened portion 25. The The spacing of the jugged portions 11 and 21 corresponds to that of the flow passages 5 and 23. When joining the flow of Fig. 1 with two shaft legs according to Fig. 2, the shaft legs of Fig. 2 are removed from the the underside of the rolling paper has been pushed through the respective passages until the shoulders 7 and 8 touch the surface 9 and 10 of the underside 13 of the rolling paper 2. The jugged projections 21 are then also included. and 22 passed through the respective passageways 23 and 24. The presence of the jogged parts 11, 12 and 23, 24 will make it necessary to fold the shaft legs back and forth to some extent upon arrival of these parts at the respective passages. When the shoulders 7 and 8 abut the surfaces 9 and 10 on the underside 13 of the paper, the end parts 15 and 16 of the shank legs 3 and 4 can be connected to each other by passing a fixing pin 18 through the shank legs 3 there. and 4 provided eyelets 17. This pin 18 can form part of a shackle 19 to which an anchor line can be attached. In order to keep the shaft ends 15 and 16 at a fixed distance from each other if desired, an intermediate ring 20 can be used.

Hiermee is de in fig. 3 weergegeven opgerichte toestand van het jachtankersamenstel 1 verkregen.The erected position of the yacht anchor assembly 1 shown in Fig. 3 is thus obtained.

Opgemerkt wordt dat hierbij te zien is dat de vloei in de opgerichte toestand van de schachtbenen 3 en 4 als het ware ingeklemd wordt gehouden tussen de schouder 7 en het meer bovengelegen gedeelte van het gejoggelde gedeelte 11 en 12.It is noted that it can be seen here that the flow in the erected state of the shank legs 3 and 4 is, as it were, clamped between the shoulder 7 and the more uppermost part of the jugged part 11 and 12.

Wanneer het gewenst is om het jachtankersamenstel volgens fig. 3 op te bergen behoeft eenvoudig de sluiting 18-20 aan de schachtbeeneinden 15 en 16 los gemaakt te worden, waarna de gejoggelde gedeelten van de schachtbenen het mogelijk maken om eerst één schachtbeen, bijvoorbeeld 3, in de richting van pijl Α·|, neer te klappen naar een toestand, waarin het verbrede gedeelte 25 tegen de onderzijde 13 van de vloei gelegen is en het boven de vloei gelegen gedeelte van het schachtbeen 3 tegen de bovenzijde 14 van de vloei 2 gelegen is. Vervolgens kan het andere schachtbeen 4 in de richting volgens pijl A2 neergeklapt worden. In de hier weergegeven uitvoeringsvorm zal het andere schachtbeen 4 deels op het reeds neergeklapte schachtbeen, te komen liggen, doch wel in hoofdzaak binnen het door de vloeioren 27 en 28 bepaalde profiel. Om het andere schachtbeen ook evenwijdig aan de vloei te laten liggen kan overwogen worden om de gejoggelde gedeelten van dat schachtbeen over een afstand te laten verspringen die overeenkomt met ongeveer tweemaal de afstand waarover het gejoggelde gedeelte van het andere schachtbeen verspringt. Opgemerkt wordt verder dat natuurlijk uitvoeringen denkbaar zijn waarbij de schachtbenen in neergeklapte toestand niet over elkaar heenvallen.When it is desired to store the yacht anchor assembly of FIG. 3, simply close the clasp 18-20 at the shaft leg ends 15 and 16, after which the jigged portions of the shaft legs allow one shaft leg, for example 3, to be first in the direction of arrow | · | to fold down to a position in which the widened part 25 is situated against the bottom 13 of the paper and the part of the shank bone 3 situated above the paper leg lies against the top 14 of the paper 2. is. Then the other shaft leg 4 can be folded down in the direction according to arrow A2. In the embodiment shown here, the other shaft leg 4 will come to lie partly on the already folded down shaft leg, but substantially within the profile determined by the flow ears 27 and 28. In order for the other shaft bone to also lie parallel to the flow, consideration may be given to staggering the juggled parts of that shank bone by a distance corresponding to approximately twice the distance by which the juggled part of the other shank bone is staggered. It is further noted that, of course, embodiments are conceivable in which the shaft legs do not overlap when folded down.

In de figuren 5A en 5B zijn de situaties van de figuren 3 en 4 ter hoogte van de verbinding van de schachtbenen met de vloei nog eens verduidelijkt. Te zien is dat het gejoggelde gedeelte 11 zich door de doorgang 5 uitstrekt en overgaat in het verbrede gedeelte 25 van het schachtbeen 3. Op de tekening gezien strekt het verbrede gedeelte 25 zich naar boven en naar beneden toe ten opzichte van het vlak van tekening uit, waarbij de schouder 7 aankomt tegen gedeelten van het onderoppervlak van de vloei 2. De doorgang 5 is zodanig gedimensioneerd dat het gejoggelde gedeelte 11 van benedenaf daardoorheen gevoerd kan worden totdat de schouder 7 in aangrijping gebracht is met de onderzijde 13 van de vloei 2. In de in fig. 5B weergegeven neergeklapte toestand is te zien dat het verbrede gedeelte 25 zowat aanligt tegen de onderzijde 13 van de vloei en dat het boven de vloei 2 gelegen gedeelte van het schachtbeen 3 nagenoeg aanligt tegen de bovenzijde 14 van de vloei 2. De afstand waarover het schachtbeen 3 in het gejoggelde gedeelte 11 verspringt is minimaal gelijk aan de dikte van de vloei 2. In het hierboven geschetste oplossing voor het probleem waarin het andere schachtbeen tegen het reeds neergeklapte schachtbeen komt te liggen wordt deze afstand voor het betreffende schachtbeen natuurlijk vergroot met de dikte van het andere schachtbeen.In Figs. 5A and 5B, the situations of Figs. 3 and 4 at the location of the connection of the shaft legs with the flow are further clarified. It can be seen that the jugged portion 11 extends through the passage 5 and merges into the widened portion 25 of the shaft leg 3. Seen in the drawing, the widened portion 25 extends up and down relative to the plane of the drawing. the shoulder 7 abutting portions of the bottom surface of the flow 2. The passage 5 is dimensioned such that the jugged portion 11 can be passed therethrough until the shoulder 7 is engaged with the bottom 13 of the flow 2. In the folded-down position shown in Fig. 5B, it can be seen that the widened part 25 abuts almost against the bottom 13 of the flow and that the part of the shaft leg 3 located above the flow 2 rests almost against the top 14 of the flow 2. The distance over which the shaft leg 3 jumps in the jugged portion 11 is at least equal to the thickness of the rolling paper 2. In the solution outlined above for the p In which the other shaft leg comes to rest against the already folded down shaft leg, this distance for the concerned shaft leg is of course increased with the thickness of the other shaft leg.

In de figuren 6A en 6B is een alternatieve uitvoering weergegeven voor de verbinding van de schachtbenen met de vloei. Het schachtbeen 3' is aan zijn benedeneind omgezet. Het hierbij gevormde oplegvlak 7' komt aan tegen het opleggedeelte 8’ van de onderzijde 13' van de vloei 2'. Het schachtbeen 3' kan eenvoudig neergeklapt worden naar de in fig. 6B weergegeven stand, waarbij het nagenoeg aanligt tegen het bovenoppervlak 14' van de vloei 2'. Een dergelijk gevormd schachtbeen 3' zou zowel van onderaf als van bovenaf in de doorgang 5' ingevoerd kunnen worden. De bevestiging van de schachtbenen aan elkaar aan hun boveneind en de samenwerkende aangrijping van hun oplegvlakken met de onderzijde 13' van de vloei 2' verzekerd reeds een handhaving van de opgerichte vorm van het anker tijdens het gebruik daarvan.Figures 6A and 6B show an alternative embodiment for the connection of the shaft legs to the flow. The shaft leg 3 'is turned at its lower end. The supporting surface 7 'formed here abuts against the supporting part 8' of the bottom side 13 'of the flow 2'. The shaft leg 3 'can be easily folded down to the position shown in Fig. 6B, in which it lies almost against the top surface 14' of the paper 2 '. Such a shaped shaft leg 3 'could be inserted into the passage 5' both from below and from above. The attachment of the shaft legs to each other at their top end and the co-engagement of their bearing surfaces with the underside 13 'of the fluke 2' already assures maintenance of the raised shape of the anchor during use.

Claims

A yacht anchor assembly comprising a fluke having a top and a bottom and a shaft assembly 1 comprising two shank legs, each of which is provided with first assembly members, the fluke having second assembly members and wherein the first and second assembly members formed to be capable of being brought together in releasable co-operating engagement to form an anchor, in which anchor the shank legs extend substantially between the flow and an end portion to which an anchor line can be attached, characterized in that the flow (2 ) comprises at least two passages (5, 6) dimensioned relative to the shank legs (3, 4) to allow at least partial passage of the shank legs through the respective passages about the first and second assembly members (7, 8; 9, 10) to cooperate with each other, and that the second assembly members are located at the bottom of the paper and and the first assembly members are integral with the flow.

Yacht anchor assembly according to claim 1, characterized in that the second assembly members (9, 10) are formed by the surface of the underside (13) of the flow (2) and the first assembly members (7, 8) are formed by the shaft legs protrude from the shoulder organs.

Yacht anchor assembly according to claim 2, characterized in that the shaft legs (3, 4) and the passages (5, 6) are dimensioned relative to each other so as to permit insertion of the shaft legs into the passages of the bottom of drain the paper until the shoulder members (7, 8) touch the surface (9, 10) of the bottom (13) of the paper (2).

Yacht anchor assembly according to claim 2 or 3, characterized in that the passages (5, 6) and the shank legs (3, 4) are designed to allow the shank legs to fold down and up respectively to the flow (2). ) under continued residence of the shaft legs in the passages.

Yacht anchor assembly according to claim 4, characterized in that the passages (5, 6) are spike-shaped and that the shank legs (3, 4) each have a portion (11, 12) with a jugged shape, which is fitted in the assembled anchor ( 1) is at the same height or above the first assembly members (7, 8).

Yacht anchor assembly according to claim 5, characterized in that the jugged-shape portions (11, 12) of the shaft legs (3, 4) also define the first assembly members (7, 8).

Yacht anchor assembly according to claim 5, characterized in that the shank legs (3, 4) each form a plate and have flared ends (25, 26) at their two flow ends, which are in line with the plate and the determine shoulder organs (7, 8).

Yacht anchor assembly according to claim 7, characterized in that the widened sections (25, 26) each have an upright projection (21, 22), also belonging to the plate, which has a jugged shape and fits into a previously the additional passage (23, 24) provided in the flow (2).