NL9000719A - Koffiezetapparaat met waterfilter. - Google Patents

Description

Titel: Koffiezetapparaat met waterfilter.

De uitvinding heeft betrekking op een koffiezetapparaat voorzien van een waterreservoir met een op het ondereinde van dit reservoir aansluitende, van een verhitter voorziene waterdoorgang welke uitmondt boven een houder voor gemalen koffie·

Dergelijke koffiezetapparaten zijn in vele uitvoeringen bekend. Van de meeste van deze apparaten berust de werking in het algemeen op het van het ondereinde van het waterreservoir leiden van in het reservoir gegoten koud leidingwater in een doorstroomverhitter die het water tijdens verwarming opvoert naar enigerlei overloop bij de bovenzijde van het apparaat. De overloop mondt uit boven een trechter waarin een papieren filter met gemalen koffie kan worden geplaatst. Het hete water stroomt over en door de hoeveelheid gemalen koffie en het zetsel wordt opgevangen in een onder de trechter, meestal op een warmhoudplaat geplaatste koffiekan.

In veel gebieden verslechtert de kwaliteit van het leidingwater. De belangrijkste oorzaken van de teruglopende drinkwaterkwaliteit is de aanwezigheid daarin van steeds grotere hoeveelheden kalk en nitraat, welke resten zijn van waterreinigingsprocessen. Deze beide stoffen komen soms in zulke grote hoeveelheden in het drinkwater voor dat zij gevaar voor de gezondheid opleveren. Bij voorbeeld nitraat in een concentratie van meer dan 25 milligram per liter water kan op langere termijn schadelijk zijn. Verder kunnen dergelijke stoffen de smaak van drinkwater en daardoor de smaak van met dit drinkwater gezette koffie nadelig beïnvloeden.

De uitvinding verschaft een koffiezetapparaat van de in de aanhef genoemde soort voorzien van filtermiddelen die dergelijke schadelijke en/of hinderlijke stoffen uit in het apparaat gegoten water verwijderen.

Volgens de uitvinding is onder in het waterreservoir, direct stroomopwaarts van de aansluiting op de waterverhitter, ten minste één filterelement aangebracht dat voor montage en vervanging via de bovenzijde van het reservoir toegankelijk is.

Daarbij kan het of elk filterelement zijn uitgevoerd als een doosvormige houder, waarvan ten minste de boven- en onderwand waterdoorlatend zijn uitgevoerd. Elke houder kan zijn gevuld met een geeigend middel voor het onttrekken van een ongewenste stof aan het door deze houder stromende water en voor het onttrekken van meerdere stoffen aan het water kan gebruik worden gemaakt van een aantal gestapelde houders met verschillende filtermiddelen.

Een filtermiddelhouder kan zijn voorzien van een althans gedeeltelijk dubbel uitgevoerde bovenwand waarbij perforaties in de beide wanden in verschillende overlappings-standen kunnen worden gebracht teneinde het doorstroomdebiet en daarmee de verblijfstijd van het water in de houder in te stellen.

Daarbij kan één van de twee geperforeerde delen van de dubbel uitgevoerde wand van de filtermiddelhouder ten opzichte van de andere verplaatsbaar zijn door middel van een excentrische nok aan het ondereinde van een staaf die zich vanaf de bovenwand van de houder naar de bovenzijde van het waterreservoir uitstrekt, zodat het instellen kan plaatsvinden zonder het filterelement uit het waterreservoir te nemen. De staaf kan tevens dienen voor het op de plaats brengen en verwijderen van filterelementen.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van het koffiezetapparaat worden beschreven.

Fig. 1 is een gedeeltelijk opengewerkt zij-aanzicht van het koffiezetapparaat; fig.2 is een perspectivisch aanzicht van een filterelement met uiteengenomen delen; en fig.3 is een sterk vergroot doorsnede-aanzicht, in hoofdzaak volgens de lijn III-III in fig.2.

Volgens de tekening bestaat het apparaat in hoofdzaak uit een voet 1 en een kolom 2. Op de voet is een warmhoudplaat 3 aangegeven voor een koffiekan 4. Aan de kolom 2 is zwenkbaar een houder 5 weergegeven voor een filterzakje 6 met gemalen koffie 7. De kolom bevat een niet weergegeven doorstroomverhit-ter en een waterreservoir 8 met een deksel 9. Verder is in deze uitvoeringsvorm van het koffiezetapparaat boven de filterhouder 5 een overloop 10 voor verhit water aangebracht.

De werking van het apparaat berust op het uit het ondereinde 11 van het waterreservoir 6 via een aansluiting 12 leiden van water naar de niet afgebeelde doorstroomverhitter en naar de overloop 10, vanwaar het hete water op gemalen koffie 7 in de houder 5 valt. De aldus gezette koffie valt in de kan 4.

Volgens de uitvinding is in het ondereinde 9 van het waterreservoir 6 een de doorsnede van het reservoir opvullend filterelement 13 aangebracht, dat in fig.l schematisch en in fig.2 meer in detail is weergegeven.

Het filterelement 13 bestaat in hoofdzaak uit een doosvormige houder met opstaande wanden 14 en horizontale wanden 15 en 16. De bovenwand 15 wordt in hoofdzaak gevormd door lijsten 17 die elkaar in het midden van de wand 15 ontmoeten in een ring 18. De onderwand 16 omvat doorgaande lijsten (zie fig.3).

Aan de lijsten 17 en 18 zijn respectieve roosters 20, 21 bevestigd. Onder het bovenrooster 20 is een tweede rooster 22 horizontaal verschuifbaar gelegerd in randondersteuningen 23. Voor het verschuiven van het rooster 22 onder het rooster 20 wordt in de afgebeelde uitvoeringsvorm gebruik gemaakt van een excentrische nok 24 aan het ondereinde van een bedienings-stang 25. De excentrische nok 24 kan door de ring 18 tussen de lijsten 17 van de bovenwand 15 worden gestoken in een ring 26 in het tweede bovenrooster 22. De insteekdiepte kan worden begrensd door een flens 27 in samenwerking met de ring 18. Door rotatie van de stang 25 in de ring 26 wordt het tweede rooster 22 verplaatst ten opzichte van het eerste bovenrooster 20 en worden door roosteropeningen van de respectieve roosters in verschillende overlappingsstanden gebracht. Aldus kan de doorstroomweerstand van water uit het reservoir 8 naar de aansluiting 12 worden ingesteld en daarmee de verblijfstijd van het water in het filterelement 13.

Bij voorbeeld bij respectievelijk 14, 35 en 112 mg nitraat per liter water zijn drie verschillende standen van het tweede bovenrooster 22 instelbaar die doorlooptijden van respectievelijk 3,5, 2 en 1,3 koppen koffiewater per 5 minuten bewerkstelligen.

De bedieningsstang 25 met excentrieknok 24 kan tevens worden gebruikt voor het neerlaten van het filterelement 13 in het waterreservoir 8.

In fig.3 is nog een overstekende rand 28 van de bovenwand 15 van het filterelement 13 aangegeven, alsmede een afdichting.29 waarmee het filterelement kan rusten op een trede 30 in de opstaande wand van het waterreservoir 8.

Opgemerkt wordt dat onder in het waterreservoir 8 meerdere filterelementen 8 op elkaar stapelbaar zijn met het doel verschillende schadelijke stoffen, zoals nitraat en kalk, aan het water te onttrekken.

Bij voorbeeld voor het onttrekken van nitraat aan het water kan het filterelement 13 zijn gevuld met verschillende hoeveelheden filtermiddel. Afhankelijk van mate van verontreiniging van het water kan 75 mg, 250 mg of 500 mg filterhars in het filterelement 13 worden gebruikt, hetgeen leidt tot capaciteiten van respectievelijk 113, 34 en 17 liter koffie per week. Daarbij kan worden uitgegaan van 6-8 koppen koffie per liter. Het filtermateriaal kan periodiek worden gereinigd met een geeigend reagens. Na drie maanden dient het filterelement te worden vervangen.

Het koffiezetapparaat volgens de uitvinding kan nog de volgende voorzieningen hebben. Een proggrammeerklok, een vermo-gensregelaar voor het instellen van de koffietemperatuur en bovendien een speechprocessor met behulp waarvan een stem waarschuwt wanneer de koffie klaar is.

Claims (7)

1. Ksffiezetapparaat voorzien van een waterreservoir met een een op het ondereinde van dit reservoir aansluitende, van een verhitter voorziene waterdoorgang welke uitmondt boven een houder voor gemalen koffie, gekenmerkt door filtermiddelen (13) die schadelijke en/of hinderlijke stoffen uit in het apparaat gegoten water verwijderen.

2. Koffiezetapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat onder in het waterreservoir (8) direct stroomopwaarts van de aansluiting (12) op de waterverhitter, ten minste één filterelement (13) is aangebracht dat voor montage en vervanging via de bovenzijde (9) van het reservoir (8) toegankelijk is.

3. Koffiezetapparaat volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het of elk filterelement (13) is uitgevoerd als een doosvormige houder, waarvan ten minste de boven-(15) en onderwand (16) waterdoorlatend zijn uitgevoerd.

4. Koffiezetapparaat volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat meerdere houders met verschillende filtermiddelen (13) onder in het waterreservoir (8) st-apelbaar zijn.

5. Koffiezetapparaat volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de of elke filtermiddelhouder (13) is voorzien van een althans gedeeltelijk dubbel uitgevoerde bovenwand (15) waarbij perforaties in de beide wanden (20,21) in verschillende overlappingsstanden kunnen worden gebracht

6. Koffiezetapparaat volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat één van de twee geperforeerde delen (21) van de dubbel uitgevoerde wand (15,16) van de filtermiddelhouder (13) ten opzichte van de andere (20) verplaatsbaar is door middel van een excentrische nok (24) aan het ondereinde van een staaf (25) die zich vanaf de bovenwand van de houder (13) naar de bovenzijde van het waterreservoir (8) uitstrekt.

7. Koffiezetapparaat volgens conclusie 6, met het kenmerk,dat de staaf (25) tevens dient voor het op de plaats brengen en verwijderen van filterelementen (13).