NL9000228A

NL9000228A - Cutting of the knee joint of slaughtered bird - in which mechanical positioning ensures accurate positioning and cutting near the knee-joint of leg of poultry bird

Info

Publication number: NL9000228A
Application number: NL9000228A
Authority: NL
Original assignee: Stork Pmt
Priority date: 1990-01-30
Filing date: 1990-01-30
Publication date: 1991-08-16

Abstract

A machine for performing an accurate cutting operation near the knee joint of the leg of a slaughtered animal, comprises mechanical handling of section of conveyor and guides, cutting section with rotary or stationary knives, and a mechanical positioning section operating on the kneecap of the leg giving the desired cutting accuracy.

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor hetverwijderen van het vlees van een dijbeen van eengeslachte vogel.Short designation: Method and device for removing the flesh of a femur of a slaughtered bird.

De uitvinding heeft betrekkina op zowel eenwerkwijze als een inrichting voor het verwijderen van hetvlees van het dijbeen van een geslachte vogel, waarbij hetvlees vanaf het kniegewricht in de richting van hetheupgewricht van het dijbeen wordt afgeschraapt.The invention relates to both a method and an apparatus for removing the flesh from the femur of a slaughtered bird, wherein the flesh is scraped from the knee joint toward the hip joint of the femur.

Een dergelijke inrichting wordt beschreven in hetAmerikaanse octrooischrift 3 672 000 en omvat eentweedelig plaatvormig klemmechanisme waarin een gewrichts-knobbel van het dijbeen van een vogel zodanig vast teklemmen is, dat het bevleesde bot zich vertikaal daaronderuitstrekt. Direkt onder het klemmechanisme bevindt zicheen in vertikale richting beweegbare tweedeligeplaatvormige schraper waarmee het vlees in neerwaartserichting van het bot kan worden gescheiden.Such a device is described in U.S. Pat. No. 3,672,000 and includes a two-piece plate clamping mechanism in which a joint lump of a bird's femur is clamped so that the fleshed bone extends vertically below it. Directly below the clamping mechanism is a vertically movable two-piece plate-shaped scraper with which the meat can be separated downward from the bone.

De bevleesde dijstukken die met de hand aan deinrichting worden toegevoerd kunnen bijvoorbeeld afkomstigzijn uit een gemechaniseerde slachtlijn waar de aan detarsaalgewrichten aan een transportinrichting hangende vogel-karkassen mechanisch worden gedeeld. Een van de be¬werkingen in een dergelijke deellijn is het scheiden vande romp en de poten, waarna de poten aan de transportin¬richting hun weg vervolgen. Ten behoeve van het winnen vanhet dijvlees worden daarna de dijen aewoonlijk mechanischlosgesneden van de drumstick, verzameld, getransporteerden een voor een met de hand toegevoerd aan een inrichtingvan de bovenbeschreven soort voor het afschrapen van hetdijvlees. De benodigde menselijke tussenkomst maakt dewerkwijze volgens de stand van de techniekarbeidsintensief, terwijl bovendien uit hygiënisch oog¬punt bezwaren tegen deze werkwijze bestaan.The fleshed thigh pieces which are manually fed to the device may originate, for example, from a mechanized slaughter line where the bird carcasses hanging from the detarsal joints on a transport device are mechanically divided. One of the operations in such a dividing line is the separation of the hull and the legs, after which the legs continue on their way at the transport device. For the purpose of recovering the thigh meat, the thighs are then usually mechanically cut loose from the drumstick, collected, transported one by one and manually fed to a device of the above-described type for scraping the thigh meat. The required human intervention makes the method according to the state of the art labor-intensive, while, moreover, there are objections to this method from a hygienic point of view.

De uitvinding beoogt de genoemde bezwaren teondervangen, en verschaft daartoe een werkwijze eninrichting volgens conclusie 1 respectievelijk 5.The object of the invention is to overcome the said drawbacks, and to that end provide a method and device according to claim 1 and 5, respectively.

Voordelige uitvoeringsvormen van de werkwijze volgens deuitvinding worden beschreven in conclusies 2-4.Advantageous embodiments of the method according to the invention are described in claims 2-4.

Voordelige uitvoeringsvormen van de inrichting volgens deuitvinding worden beschreven in conclusies 6-20.Advantageous embodiments of the device according to the invention are described in claims 6-20.

Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt hetdijvlees van een dijbeen afgeschraapt, welk dijbeen doormiddel van het volledig intacte kniegewricht is verbondenmet de drumstick die ten behoeve van de afschraapbe-werking van het kniegewricht naar het heupgewricht, bijhet tarsaalgewricht wordt tegengehouden. De kniebanden vanhet kniegewricht nemen hierbij de afschraapkrachten op.In the method according to the invention, the thigh meat is scraped from a thigh bone, which thigh bone is connected by means of the fully intact knee joint to the drumstick which is retained at the tarsal joint for the purpose of scraping the knee joint to the hip joint. The knee straps of the knee joint take up the scraping forces.

De afschraapkrachten worden zo laag mogelijkgehouden door voorafgaand aan de afschraapbewerking hetvlees nabij het kniegewricht in hoofdzaak dwars op delengterichting van de poot in te snijden, waarbij ervoorgezorgd dient te worden dat de kniebanden tijdens deinsnijding niet beschadigd worden.The scraping forces are kept as low as possible by cutting the meat near the knee joint substantially transversely to the leg section of the leg prior to the scraping operation, taking care not to damage the knee straps during the incision.

Aangezien er tussen de te bewerken poten van ver¬schillende vogels als gevolg van verschillen in ras, leef¬tijd, fokomstandigheden en dergelijke lengteverschillenbestaan in het pootgedeelte tussen het knie- en het tarsaal¬gewricht (de drumstick) worden bij vast opgestelde snijmiddelenwaarlangs de poot in een vaste baan gevoerd wordt vaak minderoptimale insnijdingen aangebracht.Since there are differences in length between the legs of the knee and the tarsal joint (the drumstick) between the legs of the different birds to be worked due to differences in breed, age, breeding conditions and the like, in fixed cutting means along which the leg in a fixed path, less-optimal cuts are often made.

Voor het onder de hierboven beschreven variabeleomstandigheden reproduceerbaar bepalen van een plaats voorhet aanbrengen van een insnijding wordt op voordelige wijzede knieschijf gepositioneerd ten opzichte van de snij¬middelen.For reproducibly determining a location for making an incision under the variable conditions described above, the kneecap is advantageously positioned with respect to the cutting means.

Deze positionering vindt plaats door de pootallereerst in het kniegewricht in de natuurlijke buig-richting daarvan te buigen, bij voorkeur zodanig, dat het gedeelte van de poot dat zich aan de ene zijde van hetkniegewricht bevindt ongeveer loodrecht staat op het zichaan de andere zijde van het kniegewricht bevindendegedeelte van de poot.This positioning is accomplished by first bending the leg in the knee joint in its natural bending direction, preferably such that the portion of the leg that is on one side of the knee joint is approximately perpendicular to the other side of the leg. knee joint locatedpart of the leg.

De knieschijf steekt aldus naar buiten uit en kandaardoor gemakkelijk door positioneermiddelen gevondenworden. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvindinggebeurt dit door de knieschijf van het gebogen kniegewrichtboven een aanslag te bewegen en het kniegewricht te strekken,waarbij de knieschijf op de aanslag komt te rusten. Na devoltooiing van het insnijden kan het dijvlees afgeschraaptworden.The kneecap thus protrudes outwards and can therefore be easily found by positioning means. In a preferred embodiment of the invention this is done by moving the kneecap of the bent knee joint above a stop and stretching the knee joint, whereby the kneecap comes to rest on the stop. After the incision has been completed, the thigh meat can be scraped off.

Met behulp van een inrichting die de werkwijzevolgens de uitvinding uitvoert is het mogelijk, het vleesvan een dijbeen automatisch te verwijderen in een transport¬lijn, waardoor daarvoor een menselijke tussenkomst nietmeer vereist is. Dit komt de hygiëne van de vleesver-werking zeer ten goede, terwijl verder de kosten daarvanverlaagd worden.With the aid of a device which carries out the method according to the invention it is possible to automatically remove the meat from a femur in a transport line, whereby human intervention is no longer required for this. This greatly improves the hygiene of the meat processing, while further reducing the costs thereof.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van eentekening van een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting,bestemd voor het uitvoeren van de werkwijze volgens deuitvinding. Hierbij toont:The invention is elucidated on the basis of a drawing of an exemplary embodiment of a device intended for carrying out the method according to the invention. Hereby shows:

Fig. la een schematisch afgebeeld zijaanzicht vaneen afschraapinrichting met verscheidene afschraapeen-heden;Fig. 1a is a schematic side view of a scraper with several scraper units;

Fig. lb een bovenaanzicht van de inrichting vanfig. la;Fig. 1b is a top view of the device of FIG. la;

Fig. 2 een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede,van een afschraapeenheid, samenwerkend met eenbesturingsorgaan, waarbij uitsluitend de essentiële onder¬delen zijn afgebeeld;Fig. 2 is a side view, partly in section, of a scraping unit co-operating with a controller, showing only the essential parts;

Fig. 3 een vooraanzicht van de afschraapeenheid vanfig. 2 met weglating van een brug met stootstang en richtplaat;Fig. 3 is a front view of the scraping unit of FIG. 2 omitting a bridge with push bar and target plate;

Fig. 4 een bovenaanzicht van de afschraapeenheid van fig. 2, waarin voor de duidelijkheid verscheideneonderdelen niet zijn getoond;Fig. 4 is a top plan view of the scraper unit of FIG. 2, in which several parts are not shown for clarity;

Fig. 5-11 het zijaanzicht van fig. 2 in vereen¬voudigde vorm op kleinere schaal tijdens opeenvolgendestadia van een afschraapbewerking volgens de uitvinding;Fig. 5-11 show the side view of FIG. 2 in a smaller scale simplified form during successive stages of a scraping operation according to the invention;

Fig. 12 een alternatieve uitvoeringsvorm van de af-schraapeenheid volgens fig. 2; enFig. 12 an alternative embodiment of the scraping unit of FIG. 2; and

Fig. 13 twee bovenaanzichten van inrichtingenvolgens fig. lb die zijn opgenomen in een transportlijn.Fig. 13 are two plan views of devices of FIG. 1b contained in a conveyor line.

Fig. la en lb tonen een vast opgesteld cilinder¬vormig besturingsorgaan 2, langs het manteloppervlak waar¬van vijf afschraapeenheden 4 kunnen bewegen, doordat ener¬zijds de afschraapeenheden 4 in vertikale richting ver¬schuifbaar langs geleidestangen 6 zijn en anderzijds degeleidestangen 6 zijn verbonden met schijfvormige leger¬platen 8 en 10, die via een as 12 met behulp van eenaandrijving 14 in een bepaalde richting geroteerd kunnenworden. De afschraapeenheden 4 die hier symbolisch zijnafgebeeld als rechthoekige blokken, worden hierna aan dehand van fig. 2 tot en met 10 gedetailleerd beschreven.Fig. 1a and 1b show a fixedly arranged cylindrical control member 2, along the casing surface of which five scraping units 4 can move, because on the one hand the scraping units 4 are slidable vertically along guide rods 6 and on the other hand the guide rods 6 are connected to disc-shaped bearing plates 8 and 10, which can be rotated in a certain direction via a shaft 12 with the aid of a drive 14. The scraping units 4, which are symbolically depicted here as rectangular blocks, are described in detail below with reference to Figures 2 to 10.

Het besturingsorgaan 2 is aan het manteloppervlakdaarvan voorzien van geleidingsgroeven 16, 18 en 20 voorhet met behulp van geleidingsmiddel 17 verplaatsen van elkeafschraapeenheid 4 langs de geleidestangen 6 volgens hetverloop van de groef 16 bij draaiing van de legerplaten 8en 10, en voor het met behulp van geleidingsmiddelen 19 en 21 besturen van bewegingen van onderdelen van elke af-schraapeenheid bij draaiing van de legerplaten 8 en 10.The control member 2 is provided on the jacket surface thereof with guide grooves 16, 18 and 20 for moving each scraping unit 4 by means of guide means 17 along the guide rods 6 according to the course of the groove 16 when the bearing plates 8 and 10 are rotated, and for using guide means 19 and 21 controlling movements of parts of each scraping unit when rotating the bearing plates 8 and 10.

Boven de bovenste legerplaat 10 is een ophangschijf 22 aangebracht die synchroon met de legerplaten 8 en 10draait en boven elke afschraapeenheid 4 is voorzien vaneen sleufvormige uitsparing 24, waarin poten 25 van vogelsaan het tarsaalgewricht kunnen hangen. De breedte van deuitsparing 24 is ruim voldoende om het been van deonderpoot van de vogel op te kunnen nemen, maar smallerdan de dwarsdoorsnede van het tarsaalgewricht, waardoor de poot in benedenwaartse richting en in tangentiële richtingwordt tegengehouden. Teneinde te voorkomen dat de poot inradiale richting onbedoeld de uitsparing 24 kan verlaten nadaarin opgehangen te zijn wordt het pootgedeelte nabij hettarsaaigewricht bij draaiing van de ophangschijf 22tussen twee boven de schijf in tangentiële richtingverlopende geleidingsrails 26 en 27 gevoerd, welke rails op eenonderlinge afstand ter grootte van de breedte van de uit¬sparing 24 liggen. Rail 26 strekt zich uit over een kleinerehoek dan rail 27, hetgeen zal worden toegelicht bij de be¬spreking van fig. 5-11.Above the upper bearing plate 10 a suspension disc 22 is arranged which rotates synchronously with the bearing plates 8 and 10 and above each scraping unit 4 is provided with a slot-shaped recess 24 in which bird legs 25 can hang from the tarsal joint. The width of the recess 24 is more than sufficient to accommodate the leg of the bird's lower leg, but narrower than the cross section of the tarsal joint, restraining the leg in a downward and tangential direction. In order to prevent the leg from unintentionally leaving the recess 24 in a radial direction, after having been suspended therefrom, the leg portion is rotated near the tarsa joint during rotation of the suspension disc 22 between two above the disc in tangential direction-running guide rails 26 and 27, which rails are spaced at a distance of the size of the width of the recess 24. Rail 26 extends over a smaller angle than rail 27, which will be explained in the discussion of Figs. 5-11.

De samenstellende elementen van de hiervoorbeschreven afschraapinrichting werken tijdens het in derichting van pijl 28 draaien van de as 12 en de daarmeegekoppelde platen 8 en 10 en schijf 12 zodanig samen, datna het hangen van een poot 25 in een uitsparing 24 van de op¬hangschijf 22, symbolisch getoond aan de bovenzijde vanfig. lb, het dijvlees van het dijbeen van de poot 25afgeschraapt wordt op een wijze en met behulp van eeninrichting die hierna nader beschreven zal worden, waar¬na het dijvlees 30 de inrichting op een bepaalde plaatsaan de omtrek verlaat, gevolgd door de poot 32, waarvanhet dijvlees 30 is afgeschraapt. Het is bij deze bewerkingmogelijk dat het afgeschraapte dijvlees aan het heupge-wrichtsdeel van het dijbeen blijft hangen als gevolg waar¬van gebruik gemaakt moet worden van niet nader getoondesnijmiddelen voor het teweegbrengen van een scheidingtussen de poot 32 en het dijvlees 30.The components of the aforementioned scraping device interact during rotation of the shaft 12 and the associated plates 8 and 10 and disc 12 in the direction of arrow 28 such that after hanging a leg 25 in a recess 24 of the hanging disc 22 , symbolically shown at the top of fig. 1b, the thigh meat is scraped off the thigh of the leg 25 in a manner and by means of a device which will be described in more detail below, after which the thigh meat 30 leaves the device at a certain circumferential location, followed by the leg 32, the thigh meat 30 has been scraped off. In this operation, it is possible that the scraped thigh meat will adhere to the hip joint part of the femur, as a result of which use is made of cutting means (not shown in more detail) for effecting a separation between the leg 32 and the thigh meat 30.

Fig. 2, 3 en 4 tonen een uitvoeringsvorm van de af-schraapeenheid 4, waarvan de basisconstructie wordtgevormd door twee in hoofdzaak U-vormige dragers 34 diedoor verbindingsstaven 36 en 38 met elkaar verbonden zijn.Fig. 2, 3 and 4 show an embodiment of the scraping unit 4, the basic construction of which is formed by two substantially U-shaped carriers 34 which are connected to each other by connecting bars 36 and 38.

De verbinding is geborgd met behulp van bouten 37.The connection is secured using bolts 37.

In de beide poten van de beide dragers 34 zijn doorlopendegaten 40 met legerbussen 42 aangebracht, waardoor dedragers 34 in vertikale richting over de staven 6, die metbehulp van bouten 9 en 11 vast zijn verbonden met leger¬platen 8 respectievelijk 10, kunnen schuiven. Deze schuif-beweging wordt gestuurd door de groef 16 in hetbesturingsorgaan 2, in welke groef 16 een wiel 44 kanlopen dat om een bout 43 draaibaar op een met verbindings-staaf 36 vast verbonden pen 46 is gemonteerd. Deverbinding is geborgd met behulp van bout 48.Through holes 40 with bearing bushes 42 are provided in both legs of the two carriers 34, so that the carriers 34 can slide vertically over the bars 6, which are fixedly connected to bearing plates 8 and 10 using bolts 9 and 11, respectively. This sliding movement is controlled by the groove 16 in the control member 2, in which groove 16 a wheel 44 can run which is rotatably mounted about a bolt 43 on a pin 46 fixedly connected to connecting rod 36. The connection is secured by means of bolt 48.

Verder omvat de afschraapeenheid 4 een eerste af-schraapelement 50 en een tweede afschraapelement 52, waar¬van de beweging wordt gestuurd door groef 18respectievelijk 20 in hun relatie tot groef 16 in het be¬sturingsorgaan 2, en op de afschraapelementen 50 en 52wordt overgebracht door middel van wiel 54, hefbomen 56 en58 en koppelstrip 60, respectievelijk wiel 62 en hefboom64.Furthermore, the scraping unit 4 comprises a first scraping element 50 and a second scraping element 52, the movement of which is controlled by groove 18 and 20, respectively, in their relationship to groove 16 in the controller 2, and is transferred to the scraping elements 50 and 52 by by means of wheel 54, levers 56 and 58 and coupling strip 60, wheel 62 and lever 64 respectively.

Het wiel 54 is daartoe met behulp van bout 55 be¬vestigd op hefboom 56, die kan scharnieren rond een in dedragers 34 met behulp van bouten 65 aangebrachte as 66.Hefboom 56 is aan het van het wiel 54 afgekeerde eindedaarvan via koppelstrip 60 verbonden met het middendeelvan hefboom 58, die kan scharnieren rond een in de dragers34 met behulp van bouten 68 aangebrachte as 70. De koppel¬strip 60 kan scharnieren rond twee bouten 72 en 74 enbrengt een beweging van de hefboom 56 over op de hefboom58.To this end, wheel 54 is mounted on lever 56 by means of bolt 55, which can pivot about a shaft 66 arranged in carriers 34 by means of bolts 65. Lever 56 is connected to the end thereof remote from wheel 54 via coupling strip 60 with the center portion of lever 58, which can pivot about a shaft 70 mounted in the carriers 34 using bolts 68. The coupling strip 60 can pivot about two bolts 72 and 74 and transmits a movement of the lever 56 to the lever 58.

Aan het van de as 70 afgekeerde einde van hefboom58 is een dwarsstaaf 76 aangebracht die aan het uiteindedaarvan in een houder 78 het eerste afschraapelement 50draagt met behulp van een bout 79.At the end of lever 58 remote from shaft 70, a transverse bar 76 is mounted which, at its end, carries the first scraping element 50 in a holder 78 by means of a bolt 79.

Het wiel 62 is om bout 63 draaibaar bevestigd ophefboom 64, die kan scharnieren rond de as 70.The wheel 62 is pivotally mounted about bolt 63 on lever 64, which can pivot about axis 70.

Aan het van de as 70 afgekeerde einde van hefboom64 is een dwarsstaaf 80 aangebracht die aan het uiteindedaarvan een bevestigingsprop 82 draagt, waarop het tweedeafschraapelement 52 door middel van twee bouten 84 is be¬vestigd.At the end of the lever 64 remote from the shaft 70, a cross bar 80 is mounted, which carries on the end thereof a fastening plug 82, on which the second scraping element 52 is fixed by means of two bolts 84.

Het eerste afschraapelement 50 is plaatvormig engebogen volgens de boog van een cirkel met het middelpuntin de hartlijn van de as 70, en is voorzien van een aaneen zijde open uitsparing met een randbegrenzing 86,bestemd om te schrapen. Het gedeelte van de randbegrenzing86 dat ligt aan de voet van de uitsparing nabij bout 79,is scherp geslepen en bestemd om te snijden.The first scraping element 50 is plate-shaped and curved along the arc of a circle centered in the centerline of the shaft 70, and has a one-side open recess with an edge boundary 86 for scraping. The portion of the edge boundary 86 located at the base of the recess near bolt 79 is sharply ground and intended for cutting.

Het tweede afschraapelement 52 is evenals heteerste afschraapelement plaatvormig en gebogen volgens deboog van een cirkel met het middelpunt op de hartlijn vande as 70, welke boog een kleinere straal heeft dan deboog, behorend bij het eerste afschraapelement 50. Hettweede afschraapelement 52 heeft een gelaagde opbouw enomvat twee starre platen 88 en 90, waartussen een plaat 92van flexibel materiaal is gevat. De platen 88, 90 en 92zijn alle drie voorzien van een uitsparing die open is aande naar het eerste afschraapelement 50 toegekeerde zijde.Hierbij is de breedte van de uitsparing in de starreplaten 88 en 90 enigszins groter dan de breedte van deuitsparing in de flexibele plaat 92, waardoor uitsluitendhet flexibele materiaal in aanraking komt met het been vande af te schrapen dij. De flexibele plaat 92 bezit verdereen aanslag 94 die grenst aan het einde van de uitsparing inhet tweede afschraapelement 52.The second scraping element 52, like the first scraping element, is plate-shaped and bent according to the arc of a circle centered on the axis of the axis 70, which arc has a smaller radius than the arc associated with the first scraping element 50. The second scraping element 52 has a layered construction and includes two rigid plates 88 and 90, between which a plate 92 of flexible material is mounted. The plates 88, 90 and 92 all have a recess that is open on the side facing the first scraping element 50, the width of the recess in the rigid plates 88 and 90 being slightly larger than the width of the recess in the flexible plate 92 leaving only the flexible material in contact with the leg of the thigh to be scraped. The flexible plate 92 further has a stop 94 adjacent to the end of the recess in the second scraping element 52.

Beide afschraapelementen 50 en 52 kunnen onder be¬sturing van de groeven 18 en 20 in het besturingsorgaan 2van elkaar af en naar elkaar toe bewegen, bij welkelaatste beweging het eerste afschraapelement 50 over hettweede afschraapelement 52 kan schuiven, waardoor de voor- noemde uitsparingen een afschraapopening met althans bijbenadering de dwarsdoorsnede van een dijbeen bepalenindien de afschraapelementen 50 en 52 gedeeltelijk overelkaar geschoven zijn.Both scraping elements 50 and 52 can move away from and towards each other under control of the grooves 18 and 20 in the control member 2, during which last movement the first scraping element 50 can slide over the second scraping element 52, whereby the aforementioned recesses have a scraping opening determine the cross-section of a femur with at least an approximation if the scraper elements 50 and 52 are partly pushed over each other.

In de randbegrenzing 86 van het eerste afschraap-element 50 is een in hoofdzaak deelcirkelvormig terug¬wijkend gedeelte 87 aangebracht, waardoor de afschraap-opening aan die zijde vergroot wordt om een kraakbeen-knobbel op het heupgewricht te kunnen laten passeren bijhet afschrapen. Deze kraakbeenknobbel bevindt zich aan delinkerzijde van de rechterpoot van een vogel, resp. derechterzijde van de linkerpoot, en het eerste afschraap-element 50, dat in het getoonde geval bestemd is voor debewerking van rechterpoten, dient dan ook steeds voor hetbetreffende geval aangepast te zijn.In the edge boundary 86 of the first scraping element 50, a substantially partial circular receding portion 87 is provided, thereby enlarging the scraping opening on that side to allow a cartilage lump to pass on the hip joint when scraping. This cartilage cusp is located on the left side of the right leg of a bird, respectively. the right side of the left leg, and the first scraping element 50, which in the case shown is intended for the processing of right legs, must therefore always be adapted for the case in question.

Tenslotte is in blinde gaten in de dragers 34 eenaanslag met behulp van bouten 95 vastgezet, welke aanslageen brug 96, een daarmee vast verbonden V-vormige stoot-stang 98 en een richtplaat 99 omvat.Finally, a stop is fixed in blind holes in the carriers 34 by means of bolts 95, which stop comprises a bridge 96, a V-shaped push rod 98 fixedly connected thereto and an alignment plate 99.

In fig. 3 is de aanslag voor de duidelijkheid nietafgebeeld, terwijl in fig. 4 om dezelfde redenverscheidene onderdelen van de afschraapeenheid 4 nietzijn getoond.Fig. 3 does not show the stop for clarity, while Fig. 4 does not show various parts of the scraping unit 4 for the same reason.

De werking van de afschraapeenheid 4 wordtvervolgens aan de hand van de schematische afbeeldingen infig. 5 tot en met 11 toegelicht.The operation of the scraping unit 4 is then explained on the basis of the schematic illustrations. 5 to 11 are explained.

Fig. 5 toont de afschraapeenheid 4 in een lageuitgangspositie, waarbij het eerste afschraapelement 50 enhet tweede afschraapelement 52 ver van elkaar verwijderdzijn om een vogelpoot 25, hangend aan geleidingsrails 26 en 27tussen deze elementen 50 en 52 toe te laten. De poot 25komt met de voorzijde daarvan te hangen tegen stootstang98, waarbij een verdraaiing van de poot ten opzichte van deophanging tussen geleidingsrails 26 en 27 wordt voorkomenmet behulp van richtplaat 99.Fig. 5 shows the scraping unit 4 in a low starting position, with the first scraping element 50 and the second scraping element 52 being far apart to permit a bird's leg 25 suspended from guide rails 26 and 27 between these elements 50 and 52. The leg 25 comes to hang with the front thereof against the push rod 98, whereby a rotation of the leg relative to the suspension between guide rails 26 and 27 is prevented by means of target plate 99.

In fig. 6 is de afschraapeenheid 4 door verplaatsingvan de eenheid langs het besturingsorgaan 2 ten opzichte vande toestand die is afgebeeld in fig. 5 omhooggeschoven,waardoor de stootstang 98 langs de voorzijde van het dij-vlees 100 in de richting van het kniegewricht schuift ende poot enigszins kantelt tussen de geleidingsrails 26 en27 in de richting van het eerste afschraapelement 50.In Fig. 6, the scraping unit 4 is moved upwardly by displacing the unit along the control member 2 relative to the position shown in Fig. 5, causing the push rod 98 to slide along the front of the thigh 100 toward the knee joint and leg tilts slightly between the guide rails 26 and 27 towards the first scraping element 50.

In fig. 7 en 8 wordt getoond, dat het eerste afschraap-element 50, uitgaande van de toestand die is afgebeeld infig. 6, over het huidoppervlak van de achterzijde van hetdijvlees 100 beweegt in de richting van het kniegewrichtvan de poot. De poot 25 komt hierbij te liggen in de uit¬sparing van het eerste afschraapelement 50, waarbij de wig¬vormige randbegrenzing 86 van de uitsparing het vlees aanweerskanten van het kniegewricht voor zich uitduwt en aldus,samenwerkend met de stootstang 98, de poot 25 buigt.Figures 7 and 8 show that the first scraping element 50, starting from the condition shown, is infig. 6, across the skin surface of the back of the thigh meat 100 moves toward the knee joint of the leg. The leg 25 here lies in the recess of the first scraping element 50, wherein the wedge-shaped edge limitation 86 of the recess pushes the meat on the opposite sides of the knee joint and thus, in cooperation with the push rod 98, bends the leg 25 .

In fig. 9 wordt getoond, dat het eerste afschraap¬element 50 tot boven de stootstang 98 is bewogen, waarbijhet scherp geslepen gedeelte van de uitsparing van heteerste afschraapelement 50 het vlees aan weerskanten vanhet kniegewricht ingesneden heeft, en het tweedeafschraapelement 52 in aanraking met de onder eenongeveer rechte hoek gebogen poot 25 is gebracht. Eenvast ten opzichte van het besturingsorgaan 2 opgesteldmes 101 maakt in dit stadium een insnijdingaan de achterzijde van de poot 25 in de knieholte, welkeplaats in deze fase van de bewerking door de voorafgaandebeweging van het eerste afschraapelement 50 goed bepaaldis en reproduceerbaar is, ongeacht de binnen bepaaldegrenzen variabele lengte van een drumstick 104 van eenpoot.In Fig. 9 it is shown that the first scraping element 50 has moved above the push rod 98, the sharply ground portion of the recess of the first scraping element 50 having cut the meat on either side of the knee joint, and the second scraping element 52 in contact with the leg 25 is bent at an approximately right angle. A blade 101 disposed fixedly relative to the controller 2 at this stage makes an incision at the rear of the leg 25 in the popliteal cavity, which location at this stage of the operation is well determined and reproducible by the preliminary movement of the first scraping element 50, regardless of the limits defined within variable length of a drumstick 104 of one leg.

Vervolgens schuift het tweede afschraapelement 52verder onder het eerste afschraapelement 50, waarbij eenafschraapopening met een doorsnede ter grootte van hetdijbeen ontstaat. De afschraapelementen 50 en 52 bewegendaarna gezamenlijk naar een vooraf bepaalde, in fig. 10getoonde stand, waarbij het kniegewricht gestrekt is en de knieschijf op de aanslag 94 van het tweedeafschraapelement 52 rust. De aanslag 94 drukt bij dezebeweging onder de knieschijf de poot ten opzichte van degeleidingsrail 27 omhoog. Daarvoor is voldoende ruimteomdat op deze plaats geleidingsrail 26 niet meer bovenophangschijf 22 loopt. In deze voorafbepaalde stand vande afschraapelementen 50 en 52 wordt bij verdere draaiingvan de afschraapeenheid 4 ten opzichte vanbesturingsorgaan 2 direkt boven de aanslag 94 en onder deknieschijf een insnijding gemaakt door een vast tenopzichte van het besturingsorgaan 2 opgesteld mes 102.Subsequently, the second scraping element 52 slides further under the first scraping element 50, whereby a scraping opening with a cross section the size of the femur is created. The scraper members 50 and 52 then move together to a predetermined position shown in Figure 10, with the knee joint extended and the kneecap resting on the stopper 94 of the second scraper member 52. The stop 94 pushes the leg upwards relative to the guide rail 27 during this movement under the kneecap. There is sufficient space for this, since guide rail 26 no longer runs on top-mounted disc 22 at this location. In this predetermined position of the scraping elements 50 and 52, upon further rotation of the scraping unit 4 relative to the control member 2, an incision is made directly above the stop 94 and below the kneecap by a knife 102 arranged fixedly relative to the control member 2.

Dankzij het feit dat op de hiervoor beschreven wijze metbehulp van de aanslag 94 de knieschijf van de poot 25 isgepositioneerd ten opzichte van het mes 102, wordt de in¬snijding, ongeacht de binnen bepaalde grenzen variabelelengte van een drumstick 104 van een poot, altijd opdezelfde plaats bij het kniegewricht aangebracht. De aanslag 94voorkomt hierbij, dat de knieschijf door mes 102 middendoorwordt gesneden, hetgeen ongewenst is.Due to the fact that the kneecap of the leg 25 is positioned with respect to the knife 102 in the manner described above with the aid of the stop 94, the incision, regardless of the variable length of a drumstick 104 of a leg, is always the same place at the knee joint. The stop 94 prevents the kneecap from being cut in half by knife 102, which is undesirable.

Fig. 11 toont tenslotte het afschrapen van het dij- .vlees.100 van het dijbeen 106, door de afschraapeenheid 4vanuit de toestand die wordt getoond in fig. 9, naarbeneden te bewegen, onder instandhouding van de overelkaar geschoven toestand van de afschraapelementen 50 en52.Fig. 11 finally shows the scraping of the femur meat 100 from the femur 106 by moving the scraping unit 4 downward from the condition shown in FIG. 9 while maintaining the superimposed condition of the scraping elements 50 and 52.

Bij het passeren van het heupgewrichtsdeel van depoot zorgt het terugwijkende gedeelte 87 van het eersteafschraapelement 50 ervoor, dat de kraakbeenknobbel op hetheupgewricht door het element 50 niet mechanisch belastwordt, zodat deze niet kan afbreken bij het afschrapen.When passing the hip joint part of the leg, the receding portion 87 of the first scraping element 50 ensures that the cartilage lump on the hip joint is not mechanically loaded by the element 50, so that it cannot break off upon scraping.

Fig. 12 toont, bij wijze van voorbeeld, een andereuitvoeringsvorm van de afschraapeenheid 4. Aan dezeafschraapeenheid is ten opzichte van de in eerdere figurengetoonde een L-vormige beugel 77 toegevoegd die star isbevestigd op een stang 57 die kan scharnieren rond as 68. De beweging van de beugel 77, die is bestemd om in samenwerkingmet stootstang 98 de poot te buigen door rond de as 68volgens het aanzicht van de tekening linksom te scharnieren,vindt plaats onder besturing van hefboom 53, die rond as 66kan scharnieren indien de met behulp van bout 75 draaibaarmet hefboom 53 verbonden rol 73 in groef 11 vanbesturingsorgaan 2 naar boven of naar beneden beweegt.Fig. 12 shows, by way of example, another embodiment of the scraping unit 4. To this scraping unit is added an L-shaped bracket 77, which is rigidly mounted on a rod 57 which can pivot about axis 68, relative to the one shown in earlier figures. bracket 77, which is designed to bend the leg in conjunction with push rod 98 by pivoting anti-clockwise around the axis 68 in the view of the drawing, takes place under the control of lever 53, which can pivot about axis 66 if the bolt is rotatable with the aid of bolt 75. lever 53 connected roller 73 in groove 11 of controller 2 moves up or down.

Hefboom 53 is door middel van stang 61 scharnierbaar rondassen 107 en 109 verbonden met stang 57.Lever 53 is pivotally connected to rod 57 by rod 61 pivoting axes 107 and 109.

Fig. 13 toont een gedeelte van een transportlijn,waarin een linkerpoot 110 en een rechterpoot 112 dieelk bij het tarsaa-lgewricht daarvan zijn opgehangen,met behulp van een dubbele haak 114 in een transport¬inrichting 116 worden voortbewogen in de richting van pijl118. Een op een dergelijke wijze hangend paar poten 110, 112,wordt bijvoorbeeld verkregen door de romp van een met deborst in de richting van pijl 118 voortbewogen, aan detarsaalgewrichten in de transportrichting 116 hangende vogelte scheiden van de poten. De transportinrichting 116, waarinvele haken worden voortbewogen die voor de duidelijkheid inde figuur niet alle afgebeeld zijn, omvat drie banen 120, 122en 124 waarover de haak 114 beweegt, waarbij baan 122 eenaandrijving voor de haak 114 omvat en ononderbroken is. Debaan 120 waarlangs de rechterpoot 112 beweegt en de baan 124waarlangs de linkerpoot 110 beweegt, zijn beide onderbroken,in welke onderbrekingen een afschraapinrichting 126 res¬pectievelijk 128 gelijk aan die welke getoond wordt in fig.lb, is geplaatst.Fig. 13 shows a portion of a conveyor line in which a left leg 110 and a right leg 112, each suspended from its tarsal joint, are advanced by a double hook 114 in a conveyor 116 in the direction of arrow 118. A pair of legs 110, 112 suspended in such a manner is obtained, for example, by separating the body of a bird from the legs, which is propelled with the breast in the direction of arrow 118, hanging on the tarsal joints in the direction of transport 116. The conveyor 116, in which many hooks are moved that are not all shown in the figure for the sake of clarity, includes three webs 120, 122 and 124 over which the hook 114 moves, web 122 comprising a drive for the hook 114 and continuous. The path 120 along which the right leg 112 moves and the path 124 along which the left leg 110 moves are both interrupted, in which interruptions a scraper 126 and 128, respectively, similar to that shown in Fig. 1b are placed.

De ophangschijven 127 en 129 van de afschraapin-richtingen 126 respectievelijk 128 draaien in ten op¬zichte van elkaar tegengestelde richtingen, aangegeven metpijlen 130 respectievelijk 132.The suspension disks 127 and 129 of the scraper devices 126 and 128 respectively rotate in opposite directions, indicated by arrows 130 and 132, respectively.

Nabij de onderbreking in de baan 120 zijn boven debaan en de ophangschijf 127 geleidingen 134 en 136aangebracht; evenzo zijn nabij de onderbreking in de baan 124 boven de baan en de ophangschijf 129 geleidingen 138en 140 aangebracht. De bewegingen van de haak 114 en deophangschijven 127 en 129 zijn op een zodanige wijzegesynchroniseerd, dat geleiding 138 de linkerpoot 110 bijhet passeren van de haak 114 van de haak in een sleuf vande ophangschijf 129 leidt. Op overeenkomstige wijze leidtgeleiding 134 bij het passeren van de haak 114 de rechter¬poot 112 van de haak in een sleuf van de ophangschijf 127.Near the interruption in the track 120, guides 134 and 136 are arranged above the web and the suspension disc 127; likewise near the interruption in the track 124 above the track and the suspension disc 129, guides 138 and 140 are provided. The movements of the hook 114 and the suspension discs 127 and 129 are synchronized in such a way that guide 138 guides the left leg 110 as it passes the hook 114 of the hook into a slot of the suspension disc 129. Similarly, when passing the hook 114, guide 134 guides the right leg 112 of the hook into a slot of the suspension disc 127.

Na de afschraapbewerking in de afschraapinrich-tingen 128 en 126 worden de linkerpoot 110 respectieve¬lijk rechterpoot 112 met behulp van geleidingen 140 res¬pectievelijk 136 teruggeleid op de banen 124 respectie¬velijk 120 in de uitsparingen van een haak 114. Evenals bijfig. lb dient ook bij fig. li opgemerkt te worden dat na deafschraapbewerking dijvlees met pezen aan het heupgewrichts-deel van het dijbeen kan blijven hangen. Het dijbeenvleesmoet dan met behulp van niet nader getoonde snijmiddelenlosgesneden worden van het dijbeen; dit kan gebeuren in deafschraapinrichtingen 126 en 128 of na het terughangen vande poten in de transportrichting 116. De van dijvlees ontdanepoten vervolgen hun weg in de transportinrichting 116,waarna op een bekende wijze het dijbeen bij voorkeurautomatisch van de drumstick wordt gescheiden. Hetdijvlees, afkomstig van de afschraapinrichtingen 126 en128, wordt mechanisch verzameld en afgevoerd.After the scraping operation in the scraping devices 128 and 126, the left leg 110 and right leg 112, respectively, are returned by means of guides 140 and 136, respectively, to tracks 124 and 120, respectively, in the recesses of a hook 114. As shown in FIG. 1b, it should also be noted in FIG. 1i that after the scraping operation thigh meat with tendons may stick to the hip joint part of the femur. The femur meat must then be cut loose from the femur by means of cutting means (not shown); this can be done in the scraping devices 126 and 128 or after the legs have been hung back in the transport direction 116. The thigh meat stripped legs continue their way in the transport device 116, after which the thigh is preferably automatically separated from the drumstick in a known manner. The thigh meat from the scrapers 126 and 128 is mechanically collected and discarded.

Claims

A method for removing the flesh from a femur of a slaughtered bird, wherein the flesh is scraped from the femur retained at the end facing away from the hip joint from the tip at the knee joint towards the tip at the hip joint, characterized in , that when scraping, the leg, which includes the femur endrumstick, is held at the tarsal joint.

A method according to claim 1, characterized in that, prior to the scraping of the thigh meat, the meat is cut substantially transversely to the longitudinal direction of the leg near the knee joint, which incision is the starting point for the scraping operation the location for cutting on one or more sides of the knee joint is determined by positioning the kneecap relative to cutting means.

Method according to claim 2, characterized in that, for the purpose of positioning the kneecap, the leg in the knee joint is bent in its natural bending direction above a stop and subsequently stretched, the kneecap resting on the stop.

Method according to claim 3, characterized in that the leg is bent such that the part of the leg on one side of the knee joint is approximately perpendicular to the part of the leg situated on the other side of the knee joint .

Device for carrying out the method according to any one of claims 1 to 4, comprising scraping means for scraping the thigh meat from the knee joint to the hip joint, characterized by a suspension element for the tarsal joint hanging up a leg to be processed.

6. Device as claimed in claim 5, characterized by cutting means for cutting the meat around the knee joint.

Device as claimed in claim 5 or 6, characterized by positioning means for positioning the knee joint relative to the path of the cutting and scraping means.

Device according to any one of claims 5-7, characterized by bending means for bending the leg in the knee joint in its natural bending direction.

9. Device as claimed in claims 5-8, characterized in that the scraping means comprise a first and a second plate-shaped, curved scraper element movable along a circular arc, which scraper elements can slide over each other, both can be moved transversely to the plate surface and each of which is provided on the mutually facing edge with a recess open on one side, the two recesses defining a scraping opening with at least approximately the cross-section of a thigh if the scraping elements are partly pushed together.

10. Device as claimed in claim 9, characterized in that the edge limitation of the recess of the first scraping element in the area defining the scraping opening is formed with a substantially partial circular receding portion.

Device according to claim 9 or 10, characterized in that the second scraping element comprises a clamped insert of a resilient material which defines the recess of this scraping element.

Device according to any one of claims 9-11, characterized in that the suspension element comprises the leg on all sides with clearance near the tarsal joint on the side of the knee joint during the scraping operation, the opening of the envelope being smaller than the cross-section of the tarsal joint.

Device as claimed in any one of claims 9-12, characterized in that the cutting means are formed by a combination of: the first scraping element, the edge of which the edge of the recess foot is sharp in order to be able to cut on the sides under pressure of the second scraping element and the back of the knee joint; and two blades moving transversely to the length of the leg along the knee joint, and can cut at the front and rear of the knee joint, respectively.

Device according to any one of claims 9-13, characterized in that the positioning means are formed by a combination of: the second scraping element which is provided in the area of the scraping opening with a stop, intended for pressing the kneecap against the edge thereof; and control means for controlling the movements of the bending and scraping means.

Device according to any one of claims 9-14, characterized in that the bending means are formed by a combination of: the suspension element for suspending the leg from the tarsal joint; the first scraper element; and a stop for restraining the femur at the front of the leg at the hip joint.

16. Device as claimed in any of the claims 9-14, characterized in that the bending means are formed by a combination of: the suspension element for suspending the leg from the tarsal joint; a brace, one end of which can be moved in the popliteal cavity of the leg, and a stop for restraining the thigh at the hip joint at the front of the leg.

Device according to claim 15 or 16, characterized in that the stop comprises an aligning plate for preventing the leg from rotating about its axis.

Device according to any one of claims 9-17, characterized by an assembly of several scraping units movable around central control means.

19. A device according to any one of claims 14-18, characterized in that the control means 1 and a central cylindrical central control member provided on the cylinder jacket surface with guide grooves, in the guide grooves of which control elements of the scraper units move to control the constituent parts of the scraping units.

20. Device as claimed in claim 18 or 19, characterized in that the assembly of scraping units is included in a conveying line in which hooking hanging legs are transported, and from which the legs are hung on the suspension elements before the scraping operation and in which the legs are hung back after the scraping operation.