NL8903101A

NL8903101A - Adaptor for miniature cassette - comprises casing fitting into standard size cassette player and holding miniature cassette

Info

Publication number: NL8903101A
Application number: NL8903101A
Authority: NL
Original assignee: Victor Company Of Japan
Priority date: 1981-01-20
Filing date: 1989-12-19
Publication date: 1990-04-02
Also published as: NL191344C; NL191344B

Abstract

The box is used for a cassette player has external dimensions and shape similar to those of the standard size cassette. The adaptor has a slot to receive a miniature magnetic tape cassette, and mechanism to extract the tape from its cassette and pull it out to a position corresp. to that of a standard tape within a standard cassette. Two rollers for extracting the tape are arranged to engage it inside the miniature cassette, and then move sideways when an operating lever is manipulated. A cover fits over the cassette adaptor box, so that the threading mechanism may not be operated while the cassette is closed. The adaptor enables a miniature cassette to be played, or receive recording on a standard size cassette player.

Description

Samenstel van bandcassette en rotatie-aandrijfinrichting.Tape cassette and rotary drive assembly.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstel van een bandcassette en een rotatie-aandrijfinrichting, waarbij de bandcassette een cassettehuis omvat met daarin een toe-voerrol en een opneemrol, waarbij tenminste één van de rollen een rolflens omvat die een tandwielgedeelte heeft dat wordt gevormd door tanden aan een voor een deel van buitenaf toegankelijk buiten-omtreksdeel van de rolflens, waarbij de tanden bestemd zijn voor samenwerking met een tandwiel van de rotatie-aandrijfinrichting voor het doen roteren van de rolflens nadat de bandcassette in de rotatie-aandrijfinrichting is geplaatst.The present invention relates to an assembly of a tape cassette and a rotary drive device, wherein the tape cassette comprises a cassette housing containing a feed roller and a take-up roller, at least one of the rollers comprising a roller flange having a gear portion formed by teeth on an outer peripheral portion of the roller flange that is externally accessible, the teeth being for co-operating with a gear of the rotary drive device to rotate the roller flange after the tape cassette is placed in the rotary drive device.

Een dergelijk samenstel wordt beschreven in de op 16 juni 1982 ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 8105293 met oudere voorrang ten name van aanvraagster. De beschreven bandcassette is bijzonder geschikt om als miniatuurbandcassette te worden uitgevoerd aangezien door het, in plaats van centraal, aan de buitenomtrek van de rolflens overbrengen van een rotatie voor het doen roteren van de bijbehorende rol, de diameter van de rol, bij een gegeven bandhoeveelheid, kleiner kan zijn uitgevoerd. De van tanden voorziene rolflens van de bandcassette en het tandwiel van de rotatie-aandrijfinrichting zijn draaibaar om respectievelijke assen die vast zijn bevestigd in respectievelijk de bandcassette en de rotatie-aandrijfinrichting. Hierdoor kunnen de rolflens en het aandrijftandwiel nauwkeurig ten opzichte van elkaar worden gepositioneerd voor het verkrijgen van een nauwkeurige aandrijving.Such an assembly is described in Dutch Patent Application 8105293, which was filed for public inspection on 16 June 1982, with earlier priority in the name of the applicant. The tape cassette described is particularly suitable to be designed as a miniature tape cassette since by transmitting a rotation to rotate the associated roll, the diameter of the roll, at a given tape quantity, instead of centrally, on the outer periphery of the roll flange , can be smaller. The toothed roller flange of the tape cassette and the gear of the rotary drive are rotatable about respective shafts fixedly mounted in the tape cassette and the rotary drive, respectively. This allows the roller flange and the drive gear to be accurately positioned relative to each other to obtain an accurate drive.

Een bezwaar van een dergelijk samenstel is dat bij het in de rotatie-aandrijfinrichting plaatsen van de bandcassette, de tanden van de rolflens van de bandcassette, respectievelijk van het aandrijftandwiel, moeilijk of met gevaar voor beschadiging van de tanden met elkaar in aangrijping komen bij het zijdelings koppelen van het tandwielgedeelte van de rolflens en het tandwiel van de rotatie-aandrijfinrichting.A drawback of such an assembly is that when the tape cassette is placed in the rotary drive device, the teeth of the roll flange of the tape cassette or of the drive gear respectively, engage with each other with difficulty or with a risk of damage to the teeth. laterally coupling the gear portion of the roller flange and the gear of the rotary drive device.

Doel van de onderhavige uitvinding is dit bezwaar op te heffen en hiertoe wordt een samenstel van de in de aanhef genoemde soort verschaft met het kenmerk dat de tanden van het tand-wielgedeelte van de rolflens bij een ondergedeelte met tapse oppervlakken zijn gevormd.The object of the present invention is to eliminate this drawback and for this purpose an assembly of the type mentioned in the preamble is provided, characterized in that the teeth of the gear wheel part of the roller flange are formed at a lower part with tapered surfaces.

Aldus zullen door het geleiden met behulp van de tapse oppervlakken, de tanden van het tandwiel gedeelte en van het aandrijftandwiel soepel in elkaar grijpen, zonder gevaar voor beschadiging van de tanden, bij het plaatsen van de bandcassette in de rotatie-aandrijfinrichting.Thus, by guiding with the help of the tapered surfaces, the teeth of the gear portion and of the drive gear will interlock smoothly, without risk of damage to the teeth, when the tape cassette is placed in the rotary drive.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening in het volgende nader worden toegelicht.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing.

Figuur 1 toont in perspectief een bandcassette volgens de uitvinding in een toestand waarbij een bandbeschermingsdek-sel open is, gezien van een onderzijde met betrekking tot het voorvlak van de bandcassette.Figure 1 shows a perspective view of a tape cassette according to the invention in a state where a tape protection cover is open, viewed from an underside with respect to the front surface of the tape cassette.

Figuur 2A, 2B, 2C en 2D zijn respectievelijk een bovenaanzicht, een zij-aanzicht, een onderaanzicht en een achteraanzicht van de bandcassette van figuur 1.Figures 2A, 2B, 2C and 2D are a top view, a side view, a bottom view and a rear view of the tape cassette of Figure 1, respectively.

Figuur 2E is een achteraanzicht van een wijziging van de bandcassette van figuur 1.Figure 2E is a rear view of a modification of the tape cassette of Figure 1.

Figuur 3 is een bovenaanzicht en toont de inwendige constructie van de bandcassette van figuur 1 in een toestand waar een bovenste helft van een cassettehuis en een bovenste flens van een rol zijn gedemonteerd.Figure 3 is a top view showing the internal construction of the tape cassette of Figure 1 in a state where an upper half of a cassette housing and an upper flange of a roll have been disassembled.

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede volgens de lijn IV-IV van figuur 2A.Figure 4 shows a cross section along the line IV-IV of Figure 2A.

Figuur 5A en 5B tonen een bovenaanzicht en een vooraanzicht van een uitvoering van een bladveer voor het drukken tegen een rol.Figures 5A and 5B show a top view and a front view of an embodiment of a leaf spring for pressing against a roller.

Figuren 6A en 6B tonen dwarsdoorsneden volgens de lijn VIA-VIA en een lijn VIB-VIB van figuur 3, in een toestand waar een vaste as van een opneemzijrol en een samenwerkend deel van een onderhelft zijn losgenomen.Figures 6A and 6B show cross-sectional views along line VIA-VIA and line VIB-VIB of Figure 3, in a state where a fixed shaft of a take-up side roller and a cooperating portion of a lower half have been detached.

Figuur 7 is een zij-aanzicht voor het tonen van de vorm van tanden rond de omtrek van een onderflens van een opneem-zijrol op vergrote schaal.Figure 7 is a side view for showing the shape of teeth around the circumference of a bottom flange of an take-up side roll at an enlarged scale.

Figuur 8 toont een remmechanisme met betrekking tot de opneemzijrol in dwarsdoorsnede volgens de lijn VIII-VIII van figuur 3.Figure 8 shows a braking mechanism with respect to the take-up side roller in cross section along the line VIII-VIII of Figure 3.

Figuur 9 toont in perspectief een voorbeeld van een bandcassette-aanpasinrichting waarin de bandcassette van figuur 1 is geplaatst.Figure 9 shows in perspective an example of a tape cassette adapter in which the tape cassette of Figure 1 is placed.

Figuur 10 is een bovenaanzicht van de bandcassette-aanpasinrichting van figuur 9 in een toestand waar een bovenhelft open is met betrekking tot een onderhelft.Figure 10 is a top view of the tape cassette adapter of Figure 9 in a state where an upper half is open with respect to a lower half.

Figuur 11 toont een dwarsdoorsnede volgens de lijn XI-XI in figuur 10 in een toestand waar grendelmechanismen voor een bovenhelft en een onderhelft van de bandcassette-aanpasinrichting wederzijds tegenover elkaar liggen.Figure 11 shows a cross-sectional view along line XI-XI in Figure 10 in a state where locking mechanisms for an upper half and a lower half of the tape cassette adapter are mutually opposite.

Figuur 12 is een zij-aanzicht van een mechanisme voor het tijdelijk openen van een openend en sluitend deksel wanneer een bovenhelft van de bandcassette-aanpasinrichting is geplaatst boven op een onderhelft.Figure 12 is a side view of a mechanism for temporarily opening an opening and closing lid when an upper half of the tape cassette adapter is placed on top of a lower half.

Figuur 13 toont de bandcassette-aanpasinrichting van figuur 9 in verticale dwarsdoorsnede.Figure 13 shows the tape cassette adapter of Figure 9 in vertical cross section.

Figuur 14 toont een zij-aanzicht van de vorm van dé tanden van een tussenliggend tandwiel van figuur 10 in vergrote schaal.Figure 14 shows an enlarged side view of the shape of the teeth of an intermediate gear of Figure 10.

Figuur 15 is een bovenaanzicht van een bandcassette-aanpasinrichting in een toestand voor het opnemen van een bandcassette.Figure 15 is a top view of a tape cassette adapter in a tape cassette recording condition.

Figuur 16 toont een mechanisme voor het plaatsen van een bandcassette binnen een aanpasinrichting op vergrote schaal in dwarsdoorsnede volgens de lijn XVI-XVI van figuur 15.Figure 16 shows a mechanism for inserting a tape cassette within an enlarged cross-sectional adjusting device taken along line XVI-XVI of Figure 15.

Figuur 17 is een bovenaanzicht van een voorbeeld van een standaard soort registreer- en/of réproduceerinrichting voorzien van een bandcassette-aanpasinrichting welke een bandcassette opneemt, in een registreer- of reproduceerwerking.Figure 17 is a top plan view of an example of a standard type of recording and / or reproducing device including a tape cassette adapter which records a tape cassette in a recording or reproducing operation.

Figuur 18 is een bovenaanzicht van een voorbeeld van een registreer- en/of reproduceerinrichting exclusief voor de bandcassette volgens de uitvinding welke is voorzien van de band-cassette van figuur 1, in een registrerende of reproducerende werking.Figure 18 is a plan view of an example of a recording and / or reproducing device exclusive to the tape cassette according to the invention which is provided with the tape cassette of Figure 1, in a recording or reproducing operation.

Figuren 19 en 20 zijn respectievelijk een zij-aan-zicht en een bovenaanzicht van een bandcassettehuis in de inrichting van figuur 18.Figures 19 and 20 are a side view and a top view, respectively, of a tape cassette housing in the device of Figure 18.

Figuur 21 is een bovenaanzicht van een mechanisme boven een onderhelft in een ander voorbeeld van een bandcassette-aanpasinrichting welke is voorzien van de bandcassette van figuur 1, in een toestand waarbij een bovenhelft is gedemonteerd.Figure 21 is a plan view of a mechanism above a lower half in another example of a tape cassette adapter which includes the tape cassette of Figure 1, in a state with a top half disassembled.

Figuren 22 en 23 tonen een bovenaanzicht en een zij-aanzicht van een bandcassette-aanpasinrichting in een toestand waarbij een achterzijdeksel open is.Figures 22 and 23 show a top view and a side view of a tape cassette adapter in a state with a back cover open.

Figuur 24 toont in perspectief een andere uitvoeringsvorm van een bandcassette volgens de uitvinding.Figure 24 shows in perspective another embodiment of a tape cassette according to the invention.

Een miniatuursoort bandcassette 10 volgens de uitvinding heeft een constructie volgens figuren 1, 2A tot 2D, 3 en 4. De bandcassette 10 heeft een cassettehuis 11 van een maat kleiner dan een standaardsoort bandcassette welke is aangebracht in een standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting. Een deksel 13 voor bescherming van een magnetische band 12 aangebracht binnen de bandcassette 10, is aangebracht op het voorvlak van het cassettehuis 11. De cassette 11 bestaat uit een bovenhelft 14 en een onderhelft 15.A miniature type tape cassette 10 according to the invention has a construction according to figures 1, 2A to 2D, 3 and 4. The tape cassette 10 has a cassette housing 11 of a size smaller than a standard type tape cassette which is arranged in a standard type recording and / or reproducing device. A cover 13 for protecting a magnetic tape 12 disposed within the tape cassette 10 is mounted on the front face of the cassette housing 11. The cassette 11 consists of an upper half 14 and a lower half 15.

Een deel van een rechthoekig gevormd zij-oppervlak-flensdeel 13a van de deksel 13 is axiaal gesteund door een draaipen 16 bij een deel in de nabijhid van een hoekgedeelte van de bovenhelft 14, zodat het deksel 13 draaibaar is voor openen en sluiten. Een praktisch U-vormige bladveer 17 en een schuifstaaf 18 welke wordt gedrukt in de richting van de draaipen 16 door de bladveer 17, zijn aangebracht in verband met bovengenoemde deksel 13. De deksel 13 kan twee standen innemen. In de ene stand wordt een zijrand 13b van het flensdeel 13a gedrukt door de schuifstaaf 18 en de deksel 13 is in een gesloten toestand volgens figuur 2B. Verder wordt in een andere toestand een andere zijrand 13c van de flens 13a gedrukt door de schuifstaaf 18 en de deksel is in een open toestand volgens figuur 1 en zoals gestippeld getekend in figuur 2B. De U-vormige bladveer 17 past in een zij groef 19 van de bovenhelft 14, in een toestand waar de bladveer 17 wordt vastgehouden door een uitstekende ribbe 19a en niet gemakkelijk wordt losgemaakt uit de zijgroef 19. De schuifstaaf 18 is voorzien van een groef 20 aan de zijde van de bovenhelft 14, op een vrij schuifbare wijze. Wanneer buitendien de bandcassette 10 niet is aangebracht in een registreer- en/of reproduceerinrichting exclusief voor de bandcassette 10 of opgenomen in een bandcassette-aanpasinrichting (beschrijving met betrekking tot de registreer- en/of reproduceerinrichting exclusief voor de bandcassette 10 en de bandcassette-aanpasinrichting zal hierna worden gegeven) bedekt de deksel 13 het voorvlak van de cassette 11 voor het beschermen van de magnetische band 12, welke blootgesteld is bij het voorvlak van het cassettehuis 11.A portion of a rectangular shaped side surface flange portion 13a of the lid 13 is axially supported by a pivot pin 16 at a portion in the vicinity of a corner portion of the top half 14, so that the lid 13 is rotatable for opening and closing. A practically U-shaped leaf spring 17 and a sliding bar 18, which is pressed in the direction of the pivot pin 16 by the leaf spring 17, are arranged in connection with the above-mentioned cover 13. The cover 13 can take two positions. In one position, a side edge 13b of the flange part 13a is pressed by the sliding bar 18 and the cover 13 is in a closed position according to Figure 2B. Furthermore, in a different state, another side edge 13c of the flange 13a is pressed by the sliding bar 18 and the cover is in an open state according to Figure 1 and as shown in dotted lines in Figure 2B. The U-shaped leaf spring 17 fits into a side groove 19 of the top half 14, in a state where the leaf spring 17 is held by a protruding rib 19a and is not easily released from the side groove 19. The sliding bar 18 is provided with a groove 20 on the side of the top half 14, in a freely slidable manner. In addition, if the tape cassette 10 is not mounted in a recording and / or reproducing device exclusive to the tape cassette 10 or is included in a tape cassette adapter (description regarding the recording and / or reproducing device exclusive to the tape cassette 10 and the tape cassette adapter will be given hereinafter) the cover 13 covers the front surface of the cassette 11 to protect the magnetic tape 12 exposed at the front surface of the cassette housing 11.

Buitendien, zoals getekend in figuren 3 en 4, zijn een toevoerzijrol (toevoerrol) 21 en een opneemzijrol (opneemrol) 22 aangebracht op een evenwijdige wijze binnen het cassettehuis 11. Een afstand D tussen de middens van de rollen 21 en 22 is korter dan de afstand tussen de middens van de toevoer- en opneemrollen van een standaardsoort bandcassette gebruikt met betrekking tot een standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting. Met betrekking tot de toevoerrol 21 wordt de magnetische band 12 gewonden om een rolnaaf 25 tussen boven- en onderflenzen 23 en 24. Overeenkomstig wordt de magnetische band 12 gewonden rond een rolnaaf 28 tussen boven- en onderflenzen 26 en 27, met betrekking tot de opneemrol 22. De magnetische band 12 wordt afgewikkeld van de toevoerrol 21 en geleid door geleidingsstaven 29, 30, 31 en 32, aangebracht aan de linker en rechter eindzijden, langs de voorzijde van het cassettehuis 11, voor het vormen van een bandbaan 12A welke de opneemrol 22 bereikt.In addition, as shown in Figures 3 and 4, a feed side roll (feed roll) 21 and a take-up side roll (take-up roll) 22 are arranged in a parallel manner within the cassette housing 11. A distance D between the centers of the rollers 21 and 22 is shorter than the distance between the centers of the feed and take-up rollers of a standard type tape cassette used with respect to a standard type of recording and / or reproducing device. With respect to the feed roll 21, the magnetic tape 12 is wound around a roll hub 25 between top and bottom flanges 23 and 24. Accordingly, the magnetic tape 12 is wound around a roll hub 28 between top and bottom flanges 26 and 27, with respect to the take-up roll 22. The magnetic tape 12 is unwound from the feed roll 21 and is guided by guide bars 29, 30, 31 and 32 mounted on the left and right end sides, along the front of the cassette housing 11, to form a tape track 12A which receives the take-up roll 22 reached.

De toevoerrol 21 is aangebracht in een toestand waar een ringvormig uitstekend stapgedeelte 24a van de onderflens 24 los is geplaatst in een gat 33 met een grote diameter van de on- derhelft 15. Buitendien zijn tanden 24b gevormd in een ringvorm op het ondervlak van de onderflens 24 rond de gehele cirkelvormige omtrek daarvan. Tanden 34 zijn gevormd in een ringvorm op het bovenoppervlak van de onderhelft 15/ op plaatsen tegenover de bovengenoemde tanden 24b. De toevoerrol 21 wordt gedrukt naar de zijde van de onderhelft 15, door een armgedeelte 35a van een bladveer 35 gemonteerd op het ondervlak van een bovenplaat van de bovenhelft 14. Aldus werken in een normale toestand de tanden 24b samen met de tanden 34. Aldus wordt de toevoerrol 21 geremd en tegengehouden tegen rotatie, tengevolge van het bovengenoemde samenwerken van de tanden 24b en 34. Aldus roteert de toevoerrol 21 niet onnodig terwijl de bandcassette 10 wordt gehanteerd of vervoerd. Aldus wordt voorkomen dat de magnetische band 12 in de war raakt en wordt beschadigd aangezien geen doorhanging in de magnetische band 12 wordt aangebracht, welke is gewonden rond de toevoerrol 21 en de magnetische band 12 wordt tegengehouden tegen onnodig uittrekken vanaf de toevoerrol 21.The feed roller 21 is arranged in a state where an annular protruding step portion 24a of the bottom flange 24 is placed loosely in a large diameter hole 33 of the bottom half 15. In addition, teeth 24b are formed in an annular shape on the bottom surface of the bottom flange. 24 around its entire circular circumference. Teeth 34 are formed in an annular shape on the top surface of the lower half 15 / at positions opposite the aforementioned teeth 24b. The feed roller 21 is pushed to the side of the lower half 15, through an arm portion 35a of a leaf spring 35 mounted on the lower surface of a top plate of the upper half 14. Thus, in a normal state, the teeth 24b interact with the teeth 34. Thus the feed roller 21 is braked and restrained from rotation due to the abovementioned cooperation of the teeth 24b and 34. Thus, the feed roller 21 does not rotate unnecessarily while the tape cassette 10 is being handled or transported. Thus, the magnetic tape 12 is prevented from tangling and being damaged since no sag is provided in the magnetic tape 12, which is wound around the feed roller 21, and the magnetic tape 12 is restrained from unnecessarily pulling out from the feed roller 21.

Een rolaandrijfas-inbrengdeel 25a is aangebracht binnen de rolnaaf 25 van de toevoerrol 21, waarin een rolaandrijfas van de registreer- en/of reproduceerinrichting wordt ingebracht. De binnendiameter van de rolnaaf 25 is gelijk aan de binnendiameter van een rolaandrijfas-inbrengdeel van een toevoerrol in de stan-daardsoort bandcassette.A roller drive shaft insertion member 25a is disposed within the roller hub 25 of the feed roller 21, into which a roller drive shaft of the recording and / or reproducing device is inserted. The inner diameter of the roller hub 25 is equal to the inner diameter of a roller drive shaft insertion part of a feed roller in the standard type tape cassette.

De opneemrol 25 is aangebracht op een roteerbare wijze zodanig, dat een vaste as 36, ingebed aangebracht op de onderhelft 15, is aangebracht in een centraal gat van de rolnaaf 28. De bovengenoemde opneemrol 22 wordt gedrukt naar de zijde van de onderhelft 15 door neerwaarts te worden gedrukt door een ander armgedeelte 35b van de bladveer 35. Aangezien de rolnaaf 28 niet is voorzien van een rolaandrijfas, is een buitendiameter d2 van de rolnaaf 28 kleiner dan een buitendiameter d1 van de rolnaaf 25 van de toevoerrol 21. Aldus wordt de hoeveelheid magnetische band 12, welke kan worden opgenomen binnen de bandcassette 10, groot in vergelijking met het geval dat de buitendiameter d1 en d2 van de rol-naven 25 en 28 hetzelfde zijn. Ofschoon daarom de maat van de band- cassette 10 klein is# kan registratie en reproductie worden uitgevoerd voor een relatief lange tijdsperiode door het gebruik van bovengenoemde bandcassette 10.The take-up roller 25 is mounted in a rotatable manner such that a fixed shaft 36, embedded on the lower half 15, is arranged in a central hole of the roller hub 28. The above-mentioned take-up roller 22 is pressed to the side of the lower half 15 by downwardly. to be pushed by another arm portion 35b of the leaf spring 35. Since the roller hub 28 is not provided with a roller drive shaft, an outer diameter d2 of the roller hub 28 is smaller than an outer diameter d1 of the roller hub 25 of the feed roller 21. Thus, the amount magnetic tape 12, which can be received within the tape cassette 10, large compared to the case where the outer diameters d1 and d2 of the roller hubs 25 and 28 are the same. Therefore, although the size of the tape cassette 10 is small #, recording and reproduction can be performed for a relatively long period of time using the above tape cassette 10.

Zoals getekend in figuren 5A en 5B# is de genoemde bladveer 35 V-vormig en gehecht en bevestigd in een toestand waar een paar gaten 35c bij het midden daarvan passen over uitsteeksels bij het ondervlak van de bovenplaat van de bovenhelft 14. Een bladveer 35 is zo gevormd, in een vrije toestand, dat een gebogen hoeveelheid s van het armgedeelte 35a, dat contact maakt met de toe-voerrol 21, groter wordt dan een gebogen hoeveelheid t van het andere armgedeelte 35b, dat contact maakt met de opneemrol 22. Aldus is de meegevende kracht uitgeoefend door het armgedeelte 35a bijzonder groot. Wanneer de bandcassette 10 niet wordt gebruikt, wordt de toevoerrol 21 gedrukt tegen de onderhelft 15 met een flinke kracht en de rotatie van de toevoerrol 21 wordt in feite voorkomen. Wanneer anderzijds de bandcassette 10 wordt gebruikt, wordt de positie van de toevoerrol 21 in feite beperkt door een toevoerrolaan-drijfas voor het stabiliseren van het lopen van de magnetische band.As shown in Figs. 5A and 5B #, said leaf spring 35 is V-shaped and bonded and attached in a state where a pair of holes 35c fit at the center thereof over protrusions at the bottom surface of the top plate of the top half 14. A leaf spring 35 is Shaped, in a free state, that a curved amount s of the arm portion 35a that contacts the feed roller 21 becomes larger than a curved amount t of the other arm portion 35b that contacts the take-up roller 22. Thus the yielding force exerted by the arm portion 35a is particularly great. When the tape cassette 10 is not used, the feed roller 21 is pressed against the lower half 15 with a considerable force and the rotation of the feed roller 21 is effectively prevented. On the other hand, when the tape cassette 10 is used, the position of the feed roll 21 is actually limited by a feed roll drive shaft for stabilizing the running of the magnetic tape.

De bovengenoemde vaste as 36 wordt geschroefd op de onderhelft 15 met een schroef 38, in een toestand waar een uitsteeksel 37 aanwezig op de onderhelft 15 wordt ingebracht in een lineaire groef bij het onderste einddeel van de vaste as 36 zoals aangegeven in figuren 6A en 6B. De genoemde groef 36a en het uitsteeksel 37 werken als een grendel wanneer het uitsteeksel 37 wordt ingebracht in de groef 36a, bij het monteren van de vaste as 36 op de onderhelft 15 door de schroef 38. Aldus kan de schroef 38 stevig worden geschroefd in de vaste as 36 en de handeling voor het bevestigen van de vaste as 36 op de onderhelft 15 kan worden uitgevoerd met hoog rendement, gedurende het registeren en reproduceren werkt een rotatiekracht van de opneemrol 22 op de vaste as 36. Evenwel roteert de vaste as 36 niet onnodig tengevolge van het inbrengen van het uitsteeksel 37 in de groef 36a. Aldus raakt de schroef 38 niet los aangezien de vaste as 36 wordt gehandhaafd in de aanvankelijke vaste toestand zonder invoer van onstabiliteit in de vaste as 36. Aldus wordt de opneerarol 22 gehandhaafd in een voorafbepaalde positie en rotert op een stabiele wijze. Zodoende kan de magnetische band 12 soepel worden opgenomen door de opneemrol zonder beschadiging van de magnetische band en de opneemrol 22 werkt soepel samen met een aandrijfkrachttransmissiemechanisme zoals hierna zal worden beschreven.The aforementioned fixed shaft 36 is screwed to the lower half 15 with a screw 38, in a state where a protrusion 37 present on the lower half 15 is inserted into a linear groove at the lower end portion of the fixed shaft 36 as shown in Figures 6A and 6B . The said groove 36a and the protrusion 37 act as a latch when the protrusion 37 is inserted into the groove 36a, when the fixed shaft 36 is mounted on the lower half 15 by the screw 38. Thus, the screw 38 can be firmly screwed into the fixed shaft 36 and the operation of attaching the fixed shaft 36 to the lower half 15 can be performed with high efficiency, during the recording and reproducing a rotational force of the take-up roller 22 acts on the fixed shaft 36. However, the fixed shaft 36 does not rotate unnecessarily due to the insertion of the projection 37 into the groove 36a. Thus, the screw 38 does not loosen since the fixed shaft 36 is maintained in the initial solid state without introducing instability into the fixed shaft 36. Thus, the take-up roller 22 is maintained in a predetermined position and rotates in a stable manner. Thus, the magnetic tape 12 can be smoothly received by the take-up roller without damaging the magnetic tape, and the take-up roller 22 interacts smoothly with a driving force transmission mechanism as will be described below.

De schroef 38 heeft een kopgedeelte met een vorm welke een combinatie is van een cirkelvormig afgeknot kegelvormig deel 38a en een kolomgedeelte 38b. Het gedeelte 38a van de schroef 38 wordt gepast over een taps gat 39 in de onderhelft 15, in een toestand waarbij de schroef 38 wordt geschroefd in een schroefge-deelte 36b van de vaste as 36. In deze toestand wordt het kolomgedeelte 38b van de schroef 38 zo geplaatst, dat het midden daarvan nauwkeurig samenvalt met het rotatiemidden van de opneemrol 22. Het genoemde kolomgedeelte 36b werkt als een samenwerkingsdeel voor het plaatsen, wanneer de handcassette 10 wordt opgenomen binnen een bandcassette-aanpasinrichting.The screw 38 has a head portion with a shape which is a combination of a circular frusto-conical portion 38a and a column portion 38b. The portion 38a of the screw 38 is fitted over a tapered hole 39 in the lower half 15, in a state where the screw 38 is screwed into a screw portion 36b of the fixed shaft 36. In this state, the column portion 38b of the screw is 38 positioned so that the center thereof precisely coincides with the center of rotation of the take-up roller 22. Said column portion 36b acts as a cooperating member for placement when the hand cassette 10 is received within a tape cassette adapter.

Een cirkelvormige indeuking 40 is gevormd in een ondervlak 11a van de cassettehuis 11, dat wil zeggen in het ondervlak van de onderhelft 15, rond de omtrek van een positie overeenkomend met het rotatiemidden van de opneemrol 22. Het bovenstaande kolomgedeelte 38b steekt neerwaarts vanaf een bodemvlak 40a van de cirkelvormige indeuking 40 op een wijze zodanig, dat het kolomgedeelte 38b niet uitsteekt vanaf het bodemoppervlak 11a van het gehele cassettehuis 11. Aangezien het kolomgedeelte 38b niet uitsteekt uit het bodemvlak van het cassettehuis 11, kan de bandcas-sette 10 worden geplaatst op stabiele wijze op bijvoorbeeld een tafel. Buitendien wordt het oppervlak van de tafel niet bekrast door het kolomgedeelte 38b.A circular indentation 40 is formed in a bottom surface 11a of the cassette housing 11, that is, in the bottom surface of the bottom half 15, around the circumference of a position corresponding to the center of rotation of the take-up roller 22. The above column portion 38b projects downward from a bottom surface. 40a of the circular indentation 40 in such a manner that the column portion 38b does not protrude from the bottom surface 11a of the entire cassette housing 11. Since the column portion 38b does not protrude from the bottom surface of the cassette housing 11, the tape cassette 10 can be placed on stable on a table, for example. In addition, the surface of the table is not scratched by the column portion 38b.

Buitendien zijn tanden 27a gevormd op het gehele buitenomtreksdeel van de onderflens 27a van de opneemrol 22. Zoals aangegeven in figuren 1, 2B, 2C, 3 en 4, is een deel van het buitenomtreksdeel van de onderflens 27 blootgesteld via een uitgesneden venster 41 gevormd bij een deel tussen het zij-oppervlak en het bodemvlak van de onderhelft 15. Het uitgesneden venster 41 heeft een gebogen vorm aan de bodemvlakzijde van de onderhelft 15. Verder is de onderste eindzijde van de genoemde tanden 27a volgens figuur 7 van tapse vorm.In addition, teeth 27a are formed on the entire outer peripheral portion of the bottom flange 27a of the take-up roller 22. As shown in Figures 1, 2B, 2C, 3, and 4, a portion of the outer peripheral portion of the bottom flange 27 is exposed through a cutout window 41 formed at a part between the side surface and the bottom surface of the bottom half 15. The cut-out window 41 has a curved shape on the bottom surface side of the bottom half 15. Furthermore, the bottom end side of said teeth 27a according to Figure 7 is of tapered shape.

Overigens is in verband met de opneemrol 22 een remmechanisme aangebracht, getekend in figuren 3 en 8. Een remor-gaan 45 bestaat uit een remschoengedeelte 45b aangebracht aan een zijde Van een cilindrisch deel 45a, en een rechthoekig samenwer-kingsdeel 45c aangebracht aan de tegengestelde zijde van het cilindrische deel 45 a. Het genoemde remorgaan 45 is aangebracht in een toestand waarbij het cilindrische deel 45a past over een uitstekende kolom 46 op de onderhelft 15, het remschoengedeelte 45b ligt tegenover een buitenste omtreksrandgedeelte bij het bovenvlak van de rolflens 27, en het samenwerkingsdeel 45c is geplaatst bij een hoekdeel van de onderhelft 15. Het remorgaan 45 wordt beperkt in rotatie, aangezien in het bijzonder het samenwerkingsdeel 45c is geplaatst bij het hoekdeel van de onderhelft 15. Buitendien wordt het remorgaan 45 gedrukt naar de zijde van de onderhelft 15 door een samengedrukte spoelveer 47 passend rond de omtrek van de uitstekende kolom 46, en het remschoengedeelte 45b drukt tegen het buitenste omtreksrandgedeelte bij het bovenvlak van de rolflens 27. Aldus is de opneemrol 22 onderhevig aan de remwerking tengevolge van de wrijvingskracht aangebracht wanneer het remschoengedeelte 45b drukt tegen het buitenste omtreksrandgedeelte bij het bovenvlak van de flens 27, en wordt gestopt in deze positie. Aldus wordt geen doorhanging veroorzaakt in de magnetische band 12, welke wordt opgewikkeld rond de opneemrol 22. Buitendien bedekt het samenwerkingsdeel 45c van het remorgaan 45 een plaatsingsgat 42 gevormd in de onderhelft 15, dat hierna zal worden beschreven.Incidentally, in connection with the take-up roller 22, a brake mechanism is shown, shown in Figures 3 and 8. A brake element 45 consists of a brake shoe portion 45b arranged on one side of a cylindrical part 45a, and a rectangular cooperation part 45c arranged on the opposite side. side of the cylindrical portion 45a. Said brake member 45 is arranged in a state where the cylindrical portion 45a fits over a protruding column 46 on the lower half 15, the brake shoe portion 45b is opposite an outer circumferential edge portion at the top surface of the roller flange 27, and the cooperating part 45c is placed at a corner part of the lower half 15. The braking member 45 is limited in rotation, since in particular the cooperating part 45c is placed at the corner part of the lower half 15. In addition, the braking member 45 is pressed towards the side of the lower half 15 by a compressed coil spring 47 fitting around the circumference of the protruding column 46, and the brake shoe portion 45b presses against the outer peripheral edge portion at the top surface of the roller flange 27. Thus, the take-up roller 22 is subject to the braking action due to the frictional force when the brake shoe portion 45b presses against the outer peripheral edge portion at the top surface of the flange 27, and is stopped in this position. Thus, no sag is caused in the magnetic tape 12, which is wound around the take-up roller 22. In addition, the cooperating part 45c of the brake member 45 covers a locating hole 42 formed in the lower half 15, which will be described below.

Aangezien de opneemrol 22 wordt voorzien van de remkracht alleen tengevolge van de aangebrachte wrijvingskracht, is de opneemrol 22 in staat te roteren indien een grote rotatiekracht wordt aangelegd daarop. Aldus kan de magnetische band 12, zoals hierna zal worden beschreven, worden getrokken uit ed bandcassette 10 op een betrekkelijk gemakkelijke wijze, door de opneemrol 22 te roteren volgens een bandafwikkelinrichting tegen de kracht in, uit- geoefend door het remmechanisme.Since the take-up roller 22 is supplied with the braking force only due to the applied frictional force, the take-up roller 22 is able to rotate when a large rotational force is applied thereto. Thus, as will be described hereinafter, the magnetic tape 12 can be drawn from the tape cassette 10 in a relatively easy manner, by rotating the take-up roller 22 according to a tape unwinding device counteracted by the braking mechanism.

Het genoemde reinorgaan 45 beweegt opwaarts langs de uitstekende kolom 46 zoals hierna zal worde beschreven en in deze geheven stand wordt het remschoengedeelte 45b gescheiden van de rolflens 27 in de opwaartse richting en het remmen met betrekking tot de opneemrol 22 wordt aldus opgeheven. Aangezien het remorgaan 45 werkt door beweging volgens de axiale richting van de opneemrol 22, treft het remorgaan 45 niet tegen de magnetische band 12 gewikkeld rond de opneemrol 22 en beschadigt de band niet, zoals het geval is wanneer het remorgaan roteert binnen een vlak dat een verlenging van de rolflens is. Aldus is de constructie van ht remmechanisme eenvoudig. Buitendien neemt het genoemde remmechanisme niet veel ruimte in en is geschikt voor het verminderen van de afmetingen van de bandcassette 10. Aangezien verder het remmechanisme inclusief het remorgaan 45 is aangebracht in een ruimte bij het hoekgedeelte van het cassettehuis 11, is geen extra ruimte vereist bij het aanbrengen van het remmechanisme. Ook uit dit oogpunt is het voordelig bij het verminderen van de maat van de bandcassette.Said cleaning member 45 moves upwardly along the projecting column 46 as will be described hereinafter, and in this raised position, the brake shoe portion 45b is separated from the roller flange 27 in the upward direction, and the braking on the take-up roller 22 is thus released. Since the brake member 45 operates by moving in the axial direction of the take-up roller 22, the brake member 45 does not strike against the magnetic tape 12 wound around the take-up roller 22 and does not damage the tape, as is the case when the brake member rotates within a plane extension of the roll flange. Thus, the construction of the braking mechanism is simple. In addition, the said brake mechanism does not take up much space and is suitable for reducing the dimensions of the tape cassette 10. Furthermore, since the brake mechanism including the brake member 45 is arranged in a space at the corner portion of the cassette housing 11, no additional space is required for installing the braking mechanism. Also from this point of view it is advantageous to reduce the size of the tape cassette.

Het remmechanismne kan worden gemonteerd op een eenvoudige wijze door opvolgend het remorgaan en de spoelveer 47 te plaatsen over de uitstekende kolom 46 nadat de opneemrol 22 is gemonteerd in de onderhelft 15, en dan het topgedeelte van de spoelveer 47 vast te houden door het bedekken van de onderhelft 15 met de bovenhelft 14.The braking mechanism can be mounted in a simple manner by successively placing the brake member and coil spring 47 over the protruding column 46 after the take-up roller 22 is mounted in the lower half 15, and then holding the top portion of the coil spring 47 by covering the bottom half 15 with the top half 14.

De boven- en onderhelften 14 en 15 worden aan elkaar bevestigd door schroeven 50 en 51 in een toestand waar de bovenhelft 14 is geplaatst met betrekking tot de onderhelft 15 door het passen van de uitsteeksels 48 en 49 van de onderhelft 15 in overeenkomende indeukingen (niet getekend) van de bovenhelft 14.The top and bottom halves 14 and 15 are secured together by screws 50 and 51 in a state where the top half 14 is positioned with respect to the bottom half 15 by fitting the protrusions 48 and 49 of the bottom half 15 into corresponding dimples (not drawn) of the upper half 14.

Groeven 52 en 53 strekken zich uit in de richting van de breedte van de bandcassette en zijn respectievelijk gevormd op plaatsen dichter bij het achtervlak van de bandcassette, aan de linker en rechter zijvlakken van de bandcassette 10. Deze groeven 52 en 53 werken samen met uitstekende ribben van de bandcassette-aanpasinrichting zoals verderop zal worden beschreven, en hebben functies ter voorkoming dat de bandcassette wordt geplaatst in de bandcassette-aanpasinrichting gekeerd in de verkeerde richting.Grooves 52 and 53 extend in the direction of the width of the tape cassette and are respectively formed at locations closer to the rear surface of the tape cassette, on the left and right side surfaces of the tape cassette 10. These grooves 52 and 53 cooperate with protruding ribs of the tape cassette adapter as will be described below, and have functions to prevent the tape cassette from being inserted into the tape cassette adapter facing in the wrong direction.

Buitendien zijn een verdiept stapgedeelte 54 met een breedte W1 en een verdiept stapgedeelte 55 met een breedte W2 respectievelijk gevormd op de dekselzijde en op de achterzijde van het bodemvlak van de bandcassette 10. De breedten van de verdiepte stapgedeelten 54 en 55 zijn verschillend om te voldoen aan een betrekking W1y W2. Buitendien is een praktisch halfcirkelvormig verdiept stapgedeelte 56 in bovenaanzicht/ gevormd bij het centrale deel van het bovenvlak van de bandcassette 10 in verbinding met de achterzijde. Dit verdiepte stapgedeelte 56 werkt samen met een sa-menwerkingshefboom aangebracht op de zijde van de bandcassette-aanpasinrichting zoals hierna zal worden beschreven.In addition, a recessed step portion 54 having a width W1 and a recessed step portion 55 having a width W2 are respectively formed on the lid side and on the back of the bottom surface of the tape cassette 10. The widths of the recessed step portions 54 and 55 are different to meet to a job W1y W2. In addition, a practically semicircular recessed step portion 56 is in plan view / formed at the central portion of the top surface of the tape cassette 10 in communication with the rear. This recessed step portion 56 interacts with a cooperation lever mounted on the tape cassette adapter side as will be described below.

Figuur 2E toont een miniatuursoort bandcassette 10a, welke een wijziging is van de bovenbeschreven miniatuursoort bandcassette. De bandcassette 10a heeft een indeuking 56a aan de achterzijde daarvan, in plaats van het verdiepte stapgedeelte 56. Deze indeuking 56a is van een praktisch halfcirkelvormige uitvoering in de richting van de breedte, overeenkomstig als in het geval van het genoemde verdiepte stapgedeelte 56, en is voorzien van en in samenwerking met de samenwerkingshefboom geplaatst op de zijde van de bandcassetteaan-aanpasinrichting. De genoemde miniatuursoort bandcassette 10a heeft geen stap op het bovenvlak daarvan, aangezien de indeuking 56a wordt gebruikt in plaats van het verdiepte stapgedeelte 56.Figure 2E shows a miniature type tape cassette 10a, which is a modification of the above described miniature type tape cassette. The tape cassette 10a has a dimple 56a at the rear thereof, instead of the recessed step portion 56. This indent 56a is of a practically semicircular configuration in the direction of the width, similar to that of said recessed step portion 56, and is provided with and in conjunction with the collaboration lever placed on the side of the tape cassette adapter. Said miniature type tape cassette 10a has no step on the top surface thereof, since the indent 56a is used instead of the recessed step portion 56.

Figuren 9 tot 13 tonen een voorbeeld van een bandcassette-aanpasinrichting welke wordt gebruikt wanneer de miniatuursoort bandcassette 10 met de bovenbeschreven constructie wordt aangebracht in een standaaardsoort registreer- en/of reproduceerin-richting.Figures 9 to 13 show an example of a tape cassette adapter which is used when the miniature type tape cassette 10 of the above construction is mounted in a standard type recording and / or reproducing device.

Een bandcassette-aanpasinrichting 60 heeft een op-neemgedeelte 61 voor het opnemen van de bovengenoemde bandcassette 10 en heeft een uitwendige vorm en maat praktisch gelijk aan die van de standaardsoort bandcassette, overeenkomstig als in het geval van de bandcassette-aanpasinrichtingen welke hierna zullen worden beschreven.A tape cassette adjuster 60 has a receiving portion 61 for receiving the above tape cassette 10 and has an external shape and size substantially equal to that of the standard type tape cassette, similar to that in the case of tape cassette adapters to be described below. .

De bandcassette-aanpasinrichting 60 bestaat uit een onderhelft 62 en een bovenhelft 63 en deze helften 62 en 63 zijn verbonden bij de zij-oppervlakzijden daarvan door een scharnier 64. De bovenhelft 63 kan draaien tussen een open stand volgens figuur 10 en een gesloten stand volgens figuren 9 en 13 waar de bovenhelft 63 het bovenvlak van de onderhelft 62 bedekt.The tape cassette adapter 60 consists of a lower half 62 and an upper half 63, and these halves 62 and 63 are connected at their side surface sides by a hinge 64. The upper half 63 can rotate between an open position of Figure 10 and a closed position of Figures 9 and 13 where the top half 63 covers the top surface of the bottom half 62.

Het genoemde opneemgedeelte 61 voor het opnemen van de bandcassette 10 is gevórmd bij een voorafbepaalde positie van de onderhelft 62. Een rotatietransmissiemechanisme 65 is aangebracht in een stand nabij het opneemgedeelte 61. Wanneer de onderhelft 62 wordt geplaatst op de top van de standaardsoort bandcassette voor vergelijking, is de toevoerrol 21 van de bandcassette 10 opgenomen binnen het opneemgedeelte 61, in gericht op een plaats overeenkomend met de plaats van de toevoerrol van de standaardsoort bandcassette. Buitendien is een tandwielconstructie 66 van het rotatietransmissiemechanisme 65 aangebracht op een plaats overeenkomend met de plaats van de opneemrol van de standaardsoort bandcassette.Said recording portion 61 for recording the tape cassette 10 is formed at a predetermined position of the lower half 62. A rotational transmission mechanism 65 is arranged in a position adjacent the recording part 61. When the lower half 62 is placed on top of the standard type tape cassette for comparison , the feed roller 21 of the tape cassette 10 is received within the take-up portion 61 in a direction corresponding to a location corresponding to the position of the feed roll of the standard type tape cassette. In addition, a gear structure 66 of the rotational transmission mechanism 65 is disposed at a location corresponding to the location of the take-up roller of the standard type tape cassette.

Het opneemgedeelte 61 heeft een vorm praktisch identiek met de vorm van de bandcassette 10 in bovenaanzicht en is een ruimte omgeven door rechter en linker zijwanden 68 en 67 en een achterwand 69 respectievelijk tegenover de linker en rechter zijvlakken en het achtervlak van de bandcassette 10 opgenomen binnen het opneemgedeelte 61 en een bodemplaat 70 tegenover het bodemop-pervlak van de bandcassette 10. Uitstekende ribben 71a en 71b welke respectievelijk passen in de groeven 52 en 53 van de bandcassette 10, zijn gevormd op de linker en rechter zijwanden 67 en 68. Een cirkelvormig gat 72 is aangebracht in de bodemplaat 70 op een plaats overeenkomend met de plaats van de toevoerrol van de bandcassette 10 welke wordt opgenomen. Buitendien is een cilindrisch orgaan 73 met een doordringingsgat 73a aangebrhacht op de bodemplaat 70 op een plaats overeenkomend met de plaats van de opneemrol van de bandcassette 10 welke is opgenomen (zie figuur 16). De diameter van het gat 73a is dezelfde als die van het bovenbeschreven cirkelvormige afgeknot kegelvormige dleel 38a van de schroef 38, en een taps gedeelte 73b is gevormd aan de bovenzijde van het gat 73a voor het vergemakkelijken van de samenwerking met het deel 38a. Buitendien is een laag en smal uitstekend stapgedeelte 75 gevormd op de bodemplaat 70 langs de achterwand 69 en zijn uitstekende stapgedeelte 76 en 77 gevormd bij hoekdelen tussen de achterwand 69 en de zijwanden 67 en 68. Uitsteeksels 78 en 79 voor plaatsing zijn respectievelijk aangebracht op de uitstekende stapgedeelten 76 en 77.The receiving portion 61 has a shape practically identical to the shape of the tape cassette 10 in top view and is a space surrounded by right and left side walls 68 and 67 and a rear wall 69 opposite the left and right side surfaces and the rear surface of the tape cassette 10, respectively, received within the receiving portion 61 and a bottom plate 70 opposite the bottom surface of the tape cassette 10. Projecting ribs 71a and 71b which fit into the grooves 52 and 53 of the tape cassette 10, respectively, are formed on the left and right side walls 67 and 68. A circular hole 72 is provided in the bottom plate 70 at a location corresponding to the location of the feed roll of the tape cassette 10 which is received. In addition, a cylindrical member 73 with a penetration hole 73a is attached to the bottom plate 70 at a location corresponding to the location of the take-up roller of the tape cassette 10 which is received (see Figure 16). The diameter of the hole 73a is the same as that of the above-described circular frusto-conical piece 38a of the screw 38, and a tapered portion 73b is formed at the top of the hole 73a to facilitate cooperation with the portion 38a. In addition, a low and narrow protruding step portion 75 is formed on the bottom plate 70 along the rear wall 69, and protruding step portions 76 and 77 are formed at corner portions between the rear wall 69 and the side walls 67 and 68. Projections 78 and 79 for placement are respectively provided on the protruding step sections 76 and 77.

Het rotatietransmissiemechanisme 65 bestaat uit een tandwielconstructie 66 en een tussenliggend tandwiel 80 met een kleine diameter, dat samenwerkt met bovengenoemde tandwielconstructie 66. Zoals getekend in figuur 13, heeft de tandwielconstructie 66 een tandwiel 66a bij het flensgedeelte, en een rolaandrijfas-in-Steekgedeelte 66c met een centraal uitstekend deel 66b. De tandwielconstructie 66 is aangebracht op een roteerbare wijze tegenover een gat 81 bij het ondervlak van de onderhelft 62. De tandwielconstructie 66 wordt in een voorafbepaalde stand gehouden in een toestand waar de tandwielconstructie 66 vrij is over een bepaalde mate te bewegen door een gebogen wand 82 en een arm, welke hierna zullen worden beschreven, aangebracht op de onderhelft 62.The rotational transmission mechanism 65 consists of a gear structure 66 and a small diameter intermediate gear 80 that interacts with the above gear structure 66. As shown in Figure 13, the gear structure 66 has a gear 66a at the flange portion, and a roller drive shaft-in-Insert portion 66c with a central projection 66b. The gear structure 66 is rotatably disposed opposite a hole 81 at the bottom surface of the lower half 62. The gear structure 66 is held in a predetermined position in a state where the gear structure 66 is free to move for a certain amount through a curved wall 82 and an arm, which will be described below, mounted on the lower half 62.

Een ringvormige houder 83 is aangebracht over de omtrek van het centrale uitstekende deel 66b van de tandwielconstructie 66 op een roteerbare wijze. Het tussengelegen tandwiel 80 is aangebracht op een as 84 bij het topeinde van een armgedeelte 83a van de houder 83. Topeinden van een roterende arm 85 en een schuifarm 86 zijn met elkaar verbonden. De roterende arm 86 strekt zich uit in een toestand ingebracht binnen een groef 70a aangebracht op het bovenvlak van de bodemplaat 70, en een basisgedeelte daarvan past en is bevestigd aan de buitenomtrek van het cilindrische orgaan 73. Een ringvormig vasthoudorgaan 74 is bevestigd op de bodemplaat 70 in een toestand waarbij de bovengenoemde groef 70a wordt bedekt. Het cilindrische orgaan 73 wordt gepast in een gat 70b van de bodemplaat 70 en een middengat van het ringvormige vasthoudorgaan 74 in een roteerbare wijze, en de roterende arm 85 kan als geheel roteren met het cilindrische orgaan 73.An annular holder 83 is rotatable about the periphery of the central projection 66b of the gear assembly 66. The intermediate gear wheel 80 is mounted on a shaft 84 at the top end of an arm portion 83a of the holder 83. Top ends of a rotating arm 85 and a sliding arm 86 are connected together. The rotating arm 86 extends in a state inserted within a groove 70a disposed on the top surface of the bottom plate 70, and a base portion thereof fits and is attached to the outer periphery of the cylindrical member 73. An annular retaining member 74 is mounted on the bottom plate 70 in a state where the above-mentioned groove 70a is covered. The cylindrical member 73 is fitted into a hole 70b of the bottom plate 70 and a center hole of the annular retaining member 74 in a rotatable manner, and the rotating arm 85 can rotate as a whole with the cylindrical member 73.

De schuifarm 86 is verbonden met een arm 88, welke axiaal wordt gedragen door een uitstekende balk op de onderhelft 62 bij een basisdeelzijde daarvan, op een vrij schuifbare wijze. Tengevolge van deze constructie is de tandwielconstructie 66 in staat iets achterwaarts en voorwaarts en naar rechts en links te bewegen, voor het begeleiden van de rotatie van de arm 85 en het schuiven van de arm 86. Aangezien het tussengelegen tandwiel 80 wordt gedragen aan het topeinde van het armgedeelte 83a van de ringvormige houder 83 en het topeinde van de roterende arm 85, varieert de afstand vanaf het gat 73 en de afstand vanaf het midden van de tandwielconstructie 66 met betrekking tot het tussengelegen tandwiel 80 niet en deze afstanden worden op constante waarden gehouden, onafhankelijk van de beweging in de positie van de tandwielconstructie 66. Zelfs wanneer dus de positie van de tandwielconstructie 66 zich wijzigt, blijft het tussenliggende tandwiel 80 in een toestand voor samenwerking met het tandwiel 66a op een normale wijze. Buitendien neemt het tussengelegen tandwiel 80 een positie aan, waar het mogelijk is samen te werken met tanden 27a aangebracht op de bandcas-sette 10, die is opgenomen binnen de bandcassette-aanpasinrichting 60.The sliding arm 86 is connected to an arm 88, which is carried axially by a protruding beam on the lower half 62 at a base part side thereof, in a freely slidable manner. As a result of this construction, the gear assembly 66 is able to move slightly backward and forward and to the right and left to guide rotation of the arm 85 and sliding the arm 86. Since the intermediate gear 80 is carried at the top end of the arm portion 83a of the annular holder 83 and the top end of the rotating arm 85, the distance from the hole 73 and the distance from the center of the gear assembly 66 with respect to the intermediate gear 80 does not vary and these distances are set to constant values held independently of the movement in the position of the gear structure 66. Thus, even when the position of the gear structure 66 changes, the intermediate gear 80 remains in a state for cooperation with the gear 66a in a normal manner. In addition, the intermediate sprocket 80 assumes a position where it is possible to cooperate with teeth 27a mounted on the tape cassette 10 included within the tape cassette adapter 60.

Zoals in figuur 14 op vergrote schaal is getekend, hebben tanden 89 van het tussengelegen tandwiel 80 respectievelijk een taps gedeelte 89a bij de boveneindzijde daarvan. Zoals verderop zal worden beschreven, kunnen dus de tanden 27a in feite samenwerken met de tanden 89 van het tussengelegen tandwiel 80.As shown to an enlarged scale in Figure 14, teeth 89 of intermediate gear 80 and have a tapered portion 89a at the top end thereof, respectively. Thus, as will be described later, the teeth 27a may in fact cooperate with the teeth 89 of the intermediate gear 80.

Overeenkomstig als in de standaardsoort bandcasset-te zijn uitsnijdingen 90 en 91 voor het inbrengen van invoerstaven en een uitsnijding 92 en dergelijke voor het inbrengen van een kaapstander respectievelijk aangebrhacht in de vooroppervlaktezijde van de onderhelft 62.Similar to the standard type tape cassette, cutouts 90 and 91 for insertion of input bars and a cutout 92 and the like for insertion of a capstan are provided in the front surface side of the lower half 62, respectively.

Buitendien zijn geleidingsstaven 93 en 94 ingebed aangebracht bij het einde van bovengenoemde uitsnijding 90 en bij het einde van de uitsnijding 92 respectievelijk in de onderhelft 62. Zoals hierna zal worden beschreven, geleiden de geleidingsstaven 93 en 94 de magnetische band 12 zo, dat de magnetische band 12 een bandbaan 12B vormt langs het voorvlak van de bandcassette 60.In addition, guide bars 93 and 94 are embedded at the end of the above cut-out 90 and at the end of the cut-out 92 in the lower half 62, respectively. As will be described below, the guide bars 93 and 94 conduct the magnetic tape 12 such that the magnetic tape 12 forms a tape path 12B along the front surface of the tape cassette 60.

Buitendien zijn een uitsnijding 95 voor het inbrengen van een dekselopeningshefboom, openingen 96a en 96b voor het inbrengen van plaatsingspennen, een opening 97 voor het inbrengen van een lichtuitzendbron voor het detecteren van het einde van de magnetische band 12, een opening 98 voor het inbrengen van een rol-remvrijgeefpen en dergelijke aangebracht in de onderhelft 62.In addition, a cutout 95 for inserting a lid opening lever, openings 96a and 96b for inserting locating pins, an opening 97 for inserting a light emitting source for detecting the end of the magnetic tape 12, an opening 98 for inserting a roller brake release pin and the like disposed in the lower half 62.

Een openings- en sluitdeksel 100 is aangebracht bij de voorvlakzijde van de bovenhelft 63. Deze openings- en sluitdeksel 100 is van een vorm identiek aan de openings- en sluitdeksel van de standaardsoort bandcassette. De bovengenoemde deksel 100 wordt gedragen bij de rechter en linker zijden en wordt constant gedrukt naar een dekselsluitrichting door de werking van een veer 102 aangebracht op een as 101.An opening and closing lid 100 is provided at the front face side of the top half 63. This opening and closing lid 100 is of a shape identical to the opening and closing lid of the standard type tape cassette. The aforementioned cover 100 is carried on the right and left sides and is constantly pressed in a cover closing direction by the action of a spring 102 mounted on a shaft 101.

Buitendien is een bladveer 103 gemonteerd op de bovenhelft 63 voor het maken van contact met en het drukken tegen een centraal uitsteeksel 66d van de tandwielconstructie 63 wanneer de bovenhelft 63 is geloten. Een transparante plaat 104 is gehecht op een deel van de bovenhelft 63 tegenover het bandcassette-aanpasin-richting 61 wanneer de bovenhelft 63 is gesloten. Buitendien is een rechthoekige opening 105 voor het opnemen van de deksel 13 van de bandcassette 10 gevormd in de bovenhelft 63 tussen de transparante plaat 104 en de openings- en sluitdeksel 100.In addition, a leaf spring 103 is mounted on the top half 63 for contacting and pressing against a central projection 66d of the gear assembly 63 when the top half 63 is closed. A transparent plate 104 is bonded to a portion of the top half 63 opposite the tape cassette adapter 61 when the top half 63 is closed. In addition, a rectangular opening 105 for receiving the lid 13 of the tape cassette 10 is formed in the top half 63 between the transparent plate 104 and the opening and closing lid 100.

Hierna zal een beschrijving worden gegeven met betrekking tot de handelingen voor een geval waar de beschreven bandcassette 10 wordt gebruikt door het aanbrengen van de bandcassette 10 in de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting met verwijzing naar figuren 15 tot 17.Next, description will be given regarding the operations for a case where the described tape cassette 10 is used by arranging the tape cassette 10 in the standard type recording and / or reproducing device with reference to Figures 15 to 17.

In dit geval wordt de bandcassette 10 opgenomen binnen de bandcassette-aanpasinrichting 60 voor het vormen van de bovenbeschreven voorafbepaalde bandbaan binnen de bandcassette-aanpasinrichting 60. Deze aanpas inrichting 60 voor het opnemen van de bandcassette 10 wordt aangebracht in de standaardsoort registreer-en/of reproduceerinrichting zoals het geval wanneer de standaardsoort bandcassette wordt aangebracht.In this case, the tape cassette 10 is incorporated within the tape cassette adapter 60 to form the above-described predetermined tape path within the tape cassette adapter 60. This tape cassette recording device 60 is arranged in the standard type of recording and / or reproducer as is the case when the standard type of tape cassette is fitted.

Teneinde de bandcassette 10 op te nemen binnen de aanpasinrichting 60, wordt de deksel 13 van de bandcassette 10 eerst geopend volgens figuur 1. Dan wordt de magnetische band 12 uitgetrokken uit de bandcassette 10 over een voorafbepaalde lengte. In deze toestand kan de magnetische band 12 worden uitgetrokken vanaf de opneemrol 22 door de opneemrol 22 te bewegen tegen de remmende wrijvingskracht in en het is niet nodig om de toevoerrol 21 opwaarts te drukken met een vinger teneinde de remwerking vrij te geven. Buitendien is het niet nodig de deksel 13 in de open stand te houden door het gebruik van een vinger, aangezien de deksel 13 mechanisch in de open stand wordt gehouden. Aldus kan het uittrekken van de magnetische band 12 uit de genoemde bandcassette 10 en de opvolgende bewerking voor het inbrengen van de bandcassette 10 in de aanpasinrichting 60 met gemak worden uitgevoerd. In de toestand waar de magnetiche band 12 wordt uitgetrokken uit de bandcassette 10, wordt de bandcassette opgenomen binnen het opneemgedeelte 61 in de onderhelft 62 en wordt de magnetische band 12, welke is uitgetrokken, gevoerd rond de geleidingsstaven 93 en 94 teneinde door deze geleidingsstaven 93 en 94 volgens figuur 10 te worden geleid. Overeenkomstig wordt de magnetische band 12 geleid volgens deze geleidingsstaven 93 en 94 en wordt de bandbaan 12B gevormd bij het doorlopen van de voorvlakken van de uitsnijdingen 90, 91 en 92, zoals in het geval van de standaardsoort bandcassette. In een geval waar de deksel 13 transparant is, is het mogelijk de positie van de magnetische band 12 te zien door de deksel 13 en de bewerking voor het voeren van de magnetische band 12 kan op een eenvoudige wijze worden uitgevoerd zonder het maken van een fout.In order to receive the tape cassette 10 within the adapter 60, the lid 13 of the tape cassette 10 is first opened according to Figure 1. Then, the magnetic tape 12 is pulled out of the tape cassette 10 by a predetermined length. In this state, the magnetic tape 12 can be pulled out from the take-up roller 22 by moving the take-up roller 22 against the braking frictional force and it is not necessary to press the feed roller 21 upward with a finger to release the braking action. In addition, it is not necessary to keep the lid 13 in the open position using a finger, since the lid 13 is held mechanically in the open position. Thus, the extraction of the magnetic tape 12 from said tape cassette 10 and the subsequent operation of inserting the tape cassette 10 into the adapter 60 can be performed with ease. In the state where the magnetic tape 12 is pulled out from the tape cassette 10, the tape cassette is received within the receiving portion 61 in the lower half 62, and the magnetic tape 12, which is pulled out, is passed around the guide bars 93 and 94 to pass through these guide bars 93 and 94 according to Figure 10. Accordingly, the magnetic tape 12 is guided along these guide bars 93 and 94 and the tape path 12B is formed as it traverses the front surfaces of the cutouts 90, 91 and 92, as in the case of the standard type tape cassette. In a case where the cover 13 is transparent, it is possible to see the position of the magnetic tape 12 through the cover 13, and the operation of feeding the magnetic tape 12 can be easily performed without making a mistake .

De bovenhelft 13 wordt dan geroteerd om het scharnier 64 en gesloten. De bovenhelft 63 is verbonden met de onderhelft 62 in deze toestand waarbij de bovenhelft 63 de onderhelft 62 bedekt. Een klauwgedeelte 108 (figuur 1) van de bovenhelft 63 werkt samen met een uitgesneden groef 109 van de onderhelft 62 en de bovenste en onderste helften 63 en 62 worden vergrendeld in een toestand waar geleidingsuitsteeksels 106 en 107 van de boven- en on-derhelften 63 en 62 contact maken met elkaar voor het beperken van posities van de boven- en onderhelften 63 en 62. Daardoor is, zie figuur 15, de aanpasinrichting 60 in een toestand waarbij de band-cassette 10 is opgenomen tussen de boven- en onderhelften 63 en 62 en de magnetische band 12 is uitgetrokken vanaf de bandcassette 10 en wordt geleidt volgens de voorafbepaalde bandbaan 12B.The top half 13 is then rotated about the hinge 64 and closed. The top half 63 is connected to the bottom half 62 in this state with the top half 63 covering the bottom half 62. A claw portion 108 (Figure 1) of the top half 63 cooperates with a cut groove 109 of the bottom half 62 and the top and bottom halves 63 and 62 are locked in a state where guide projections 106 and 107 of the top and bottom halves 63 and 62 contact each other to limit positions of the top and bottom halves 63 and 62. Therefore, see Figure 15, the adapter 60 is in a state where the tape cassette 10 is interposed between the top and bottom halves 63 and 62 and the magnetic tape 12 is pulled out from the tape cassette 10 and is guided along the predetermined tape path 12B.

Wanneer de bovenhelft 63 draait van een stand iets voor een eindstand naar de eindstand, worden hellende nokvlakken 110a en 110b van een arm 110 welke als geheel is gevormd op de as 101, geleid door een L-vormig uitsteeksel 111 aangebracht op de on-derhelft 62, zie figuur 12. Aldus is de openings- en sluitdeksel 100 een keer iets geopend zoals aangegeven met een stippellijn in figuur 12 en gescheiden van de magnetische band 12 in de bandbaan 12B, en in een eindstadium sluit de openings- en sluitdeksel 100 voor het bedekken van het voorvlak van de aanpasinrichting 60. Wanneer daarom de bovenhelft 63 wordt gebruikt voor het bedekken van de onderhelft 62, worden geen nadelen ingevoerd aangezien de openings- en sluitdeksel 100 de magnetische band 12 in de bandbaan 12B niet treft om de magnetische band 12 ongewenst te buigen. Verder kan de grendel tussen de boven- en onderhelften 63 en 62 worden opgeheven door het drukken op een uitsteeksel 112.When the top half 63 rotates from a position slightly before an end position to the end position, inclined cam surfaces 110a and 110b of an arm 110 formed as a whole on the shaft 101, guided by an L-shaped projection 111 are applied to the lower half 62, see Figure 12. Thus, the opening and closing cover 100 is once slightly opened as indicated by a dotted line in Figure 12 and separated from the magnetic tape 12 in the tape path 12B, and in an end stage the opening and closing cover 100 closes for covering the front face of the adjusting device 60. Therefore, when the top half 63 is used to cover the bottom half 62, no drawbacks are introduced since the opening and closing lid 100 does not hit the magnetic tape 12 in the tape path 12B about the magnetic tape 12 unwanted bending. Furthermore, the latch between the top and bottom halves 63 and 62 can be released by pressing a projection 112.

Hierna zal een beschrijving worden gegeven met betrekking tot de werking van elk deel wanneer de bandcassette 10 is opgenomen binnen het opneemgedeelte 61 van de aanpasinrichting 60.Next, description will be made regarding the operation of each part when the tape cassette 10 is contained within the recording portion 61 of the adjusting device 60.

De bandcassette 10 wordt neerwaarts gedrukt naar een stand waar de bandcassette 10 contact maakt met de bodemplaat 70 gekeerd in en voorafbepaalde richting, in een toestand waarbij de groeven 52 en 53 op de bandcassette 10 passen over de uitstekende ribben 71a en 71b van de bandcassette-aanpasinrichting 60. Aldus maken het verdiepte stapgedeelte 55 bij de bodemzijde en de verdiepte stapgedeelten 57 rn 58 van de bandcassette 10 respectievelijk contact met het lange en smalle uitstekende stapgedeelte 75 en de uitstekende stapgedeelten 76 en 77 aanwezig op de bodemplaat 70 van de aanpasinrichting 60 en de bandcassette 10 wordt overeenkomstig geplaatst met betrekking tot de richting van zijn hoogte. Buitendien passen het gat 42 en een langsgat 43 aangebracht in de on- derhelft 15 van de bandcassette 10 respectijk over de uitsteeksels 78 en 79. Verder past, zoals op vergrote schaal in figuur 16 is getekend, het kolomgedeelte 38b van de schroef 38 in het gat 73a. Overeenkomstig wordt de bandcassette 10 nauwkeurig geplaatst aangezien de bandcassette 10 wordt begrensd in zijn stand bij drie posities. Aangezien verder het kolomdeel 38b aangebracht bij de centrale stand van de opneemrol 22 past in het gat 73a, wordt de opneem-rol 22 geplaatst op een voorafbepaalde plaats met betrekking tot het rotatietransmissiemechanisme 65 met grote nauwkeurigheid en de opneemrol 22 kan samenwerken met het rotatietransmissiemechanisme 65 op een nauwekeurige wijze. Tengevolge van de functie van het tapse deel 73b aangebracht bij het boveneinde van het gat 73a, kan het kolomdeel 38b van de schroef 38 soepel binnentreden in het gat 73.The tape cassette 10 is pushed down to a position where the tape cassette 10 contacts the base plate 70 facing in a predetermined direction, in a state where the grooves 52 and 53 on the tape cassette 10 fit over the projecting ribs 71a and 71b of the tape cassette. adjusting device 60. Thus, the recessed step portion 55 at the bottom side and the recessed step portions 57 and 58 of the tape cassette 10 contact the long and narrow projecting step portion 75 and the projecting step portions 76 and 77 respectively on the base plate 70 of the adjusting device 60 and the tape cassette 10 is correspondingly positioned with respect to the direction of its height. In addition, the hole 42 and a longitudinal hole 43 arranged in the bottom half of the tape cassette 10 fit over the protrusions 78 and 79 respectively. Furthermore, as shown on an enlarged scale in Figure 16, the column portion 38b of the screw 38 fits into the hole 73a. Accordingly, the tape cassette 10 is accurately positioned since the tape cassette 10 is limited in its position at three positions. Furthermore, since the column portion 38b disposed at the central position of the take-up roller 22 fits into the hole 73a, the take-up roller 22 is placed at a predetermined location with respect to the rotation transmission mechanism 65 with high precision and the take-up roller 22 can cooperate with the rotation transmission mechanism 65 in an accurate manner. Due to the function of the tapered portion 73b provided at the top end of the hole 73a, the column portion 38b of the screw 38 can smoothly enter the hole 73.

De tanden 27a van de onderflens 27, welke zijn blootgesteld door het uitgesneden venster 41 bij de opneemrol 22, passen in de tanden 89 van het tussengelegen tandwiel 80 wanneer de bandcassette 10 neerwaarts wordt gevoerd. Aangezien de tapse delen 27b en 89a respectievelijk zijn gevormd aan de bovenste en onderste delen van de tanden 27a en 89 tegenover elkaar (zie figuren 7 en 14) passen de tanden 27a soepel in de tanden 89 door het geleiden met behulp van de tapse delen 27b en 89a, onafhankelijk van enige rotatiestand van de opneemrol 22 en het tussengelgen tandwiel 80.The teeth 27a of the bottom flange 27 exposed by the cutout window 41 at the take-up roller 22 fit into the teeth 89 of the intermediate gear 80 when the tape cassette 10 is fed downward. Since the tapered parts 27b and 89a are respectively formed on the upper and lower parts of the teeth 27a and 89 opposite each other (see Figures 7 and 14), the teeth 27a fit smoothly into the teeth 89 by guiding using the tapered parts 27b and 89a, independent of any rotational position of the take-up roller 22 and the intermediate gear 80.

De pen 78 passeert door het gat 42 voor het drukken van het samenwerkingsdee! 45c. Aldus drukt de pen 78 zoals gestippeld is aangegeven in figuur 8, het remorgaan 45 naar de opwaartse richting tegen de kracht in, uitgeoefend door de spoelveer 47, dat wil zeggen naar de axiale richting van de opneemrol 22. Aldus komt het remschoengedeelte 45b vrij van de onderflens 27 en wordt de opneemrol 22 vrijgegeven wat betreft de remwerking.The pin 78 passes through the hole 42 for pressing the cooperating part! 45c. Thus, the pin 78, as shown in broken lines in Figure 8, depresses the brake member 45 in the upward direction against the force applied by the coil spring 47, i.e., in the axial direction of the take-up roller 22. Thus, the brake shoe portion 45b is released from the lower flange 27 and the take-up roller 22 is released with regard to the braking action.

Wanneer een poging wordt ondernomen voor het foutief plaatsen van de bandcassette 10 met de dekselzijde en de achterzijde gekeerd in de verkeerde richting, zijn de groeven 52 en 53 niet wederzijds tegenover de uitstekende ribben 71a en 71b. Aldus treffen de rechter en linker eindzijden van het bodemvlak van de cassette 10 de uitstekende ribben 71b en 71a en kan de bandcassette 10 niet worden opgenomen binnen het opneemgedeelte 61. Dit betekent, dat de bandcassette 10 wordt verhinderd om te worden opgenomen in een toestand gekeerd in de verkeerde richting.When attempting to misplace the tape cassette 10 with the lid side and the backside facing in the wrong direction, the grooves 52 and 53 are not mutually opposite the protruding ribs 71a and 71b. Thus, the right and left end sides of the bottom surface of the cassette 10 meet the protruding ribs 71b and 71a and the tape cassette 10 cannot be received within the receiving portion 61. This means that the tape cassette 10 is prevented from being picked up in a state turned in the wrong direction.

Wanneer de bovenhelft 63 wordt geplaatst op de bovenzijde van de onderhelft 62 voor het bedekken van de onderhelft 62, wordt het bovenvlak van de bandcassette 10 gedrukt door de transparante plaat 104, die figuur 13. Aldus wordt de bandcassette 10 opgenomen binnen het opneemgedeelte 61 en begrenst tegen bewegen daarvan af. De deksel 13, welke in een horizontale toestand is, treedt binnen in de opening 105. Overeenkomstig wordt het bovenvlak van de bandcassette-aanpasinrichting 60 bedekt door de deksel 13, welke treedt in de opening 105 en een enkel vlak wordt verkregen over het gehele bovenvlak van de aanpasinrichting 60. Daarom kan de genoemde bandcassette-aanpasinrichting 60 ook worden toegepat met betrekking tot een reproduceerinrichting voorzien van een automatisch invoermechanisme voor een bandcassette zonder de werking te storen. Verder werkt de bladveer 103 samen met het uitsteeksel 66d van de tandwielconstructie 66 om de tandwielconstructie 66 neerwaarts te drukken tegen de onderhelft 62.When the top half 63 is placed on the top of the bottom half 62 to cover the bottom half 62, the top surface of the tape cassette 10 is pressed through the transparent plate 104, which is shown in Figure 13. Thus, the tape cassette 10 is received within the receiving portion 61 and limits against movement thereof. The lid 13, which is in a horizontal position, enters the opening 105. Accordingly, the top surface of the tape cassette adapter 60 is covered by the lid 13, which enters the opening 105 and a single face is obtained over the entire top surface of the adjuster 60. Therefore, said tape cassette adjuster 60 can also be used with respect to a reproducer having an automatic tape cassette feed mechanism without interfering with operation. Furthermore, the leaf spring 103 cooperates with the projection 66d of the gear assembly 66 to press the gear assembly 66 downwardly against the lower half 62.

Door het uitvoeren van de bovenbeschreven handelingen kan de bandcassette 10 worden opgenomen binnen de aanpasinrichting 60 zoals getekend in figuur 15.By performing the above-described operations, the tape cassette 10 can be received within the adapter 60 as shown in Figure 15.

Zoals getekend in figuur 17, wordt de bandcassette-aanpasinrichting 60 met opgenomen de bandcassette 10 daarin, aangebracht in een standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting 120, evenals in het geval waar de standaardsoort bandcassette wordt geplaatst.As shown in Figure 17, the tape cassette adjusting device 60 with the tape cassette 10 incorporated therein is mounted in a standard type recording and / or reproducing device 120, as well as in the case where the standard type tape cassette is placed.

Dit betékent dat door het laden van de bandcassette-aanpasinrichting 60, en toevoerrolaandrijfas 121 wordt ingébracht in het rolaandrijfas-inbrengdeel 25a van de toevoerrol 21 van de bandcassette 10. Anderzijds wordt een opneemrolaandrijfas 122 ingebracht in het inbrenggedeelte 66c van de tandwielconstructie 66 binnen de aanpasinrichting 60. Buitendien treden aanbreng-staven 123 en 124 en een kaapstander 125 respectievelijk in de uit- snijdingen 90, 91 en 92 achter de bandbaan 12B teneinde te liggen tgenover de binnenzijde van de bandbaan 12B. Buitendien wordt in de bovengenoemde geladen toestand de toevoerrol 21 opwaarts gedrukt zoals in figuur 3. Aldus scheiden de tanden 24b van de tanden 34 en wordt de toevoerrol 21 vrij roteerbaar. De opneemrol 22 is vrijgegeven wat betreft de remwerking in een toestand waar de bandcasset-te 10 is opgenomen binnen de aanpasinrichting 60 en is reeds in een vrij roteerbare toestand.This means that by loading the tape cassette adapter 60, and feed roller drive shaft 121 is inserted into the roller drive shaft insertion part 25a of the feed roller 21 of the tape cassette 10. On the other hand, a take-up roller drive shaft 122 is inserted into the insertion portion 66c of the gear assembly 66 within the adapter. 60. Additionally, mounting rods 123 and 124 and a capstan 125 enter the cutouts 90, 91, and 92, respectively, behind the tape web 12B to lie opposite the interior of the tape web 12B. In addition, in the above-mentioned loaded state, the feed roller 21 is pressed upward as in Figure 3. Thus, the teeth 24b separate from the teeth 34 and the feed roller 21 becomes freely rotatable. The take-up roller 22 is released with regard to the braking action in a state where the tape cassette 10 is received within the adjusting device 60 and is already in a freely rotatable state.

Wanneer de opneemrolaandrijfas 122 treedt in de tandwielconstructie 66, wordt de tandwielconstructie 66 iets achter en voorwaarts en naar rechts en links verplaatst om op een lijn te komen met de opneemrolaandrijfas 122. Zelfs in een geval dat de tandwielconstructie 66 wordt verplaatst, variëren de afstand tussen de tandwielconstructie 66 van het rotatietransmissiemechanisme 65 en het tussengelegen tandwiel 80 en de afstand tussen het tussenge-legen tandwiel 80 en de opneemrol 22 respectievelijk niet. Aldus wordt de rotatie van de tandwielconstructie 66 soepel overgedragen aan de opneemrol 22.When the take-up roller drive shaft 122 enters the gear assembly 66, the gear assembly 66 is moved slightly back and forward and to the right and left to align with the take-up roller drive shaft 122. Even in a case when the gear assembly 66 is moved, the distances between the gear assembly 66 of the rotational transmission mechanism 65 and the intermediate gear 80, and the distance between the intermediate gear 80 and the take-up roller 22, respectively. Thus, the rotation of the gear structure 66 is smoothly transferred to the take-up roller 22.

Bij een werking voor het aanbrengen van een band worden bovengenoemde toevoerstaven 123 en 124 gebruikt en zij werken samen met de magnetische band 12, waarna de magnetische band 12 wordt uitgetrokken uit de cassette wanneer de toevoerstaven 123 en 124 bewegen van de uitsnijdingen 90 en 91 af en bereiken standen aangegeven met de getrokken lijnen in figuur 17. Aldus maakt de magnetische band 12 welke is getrokken buiten de aanpasinrichting 60, contact met een volle-breedte-uitwiskop 126 en contact met een geleidingstrommel 127 voorzien van roterende videokoppen over een voorafbepaald hoekgebied. De magnetische band 12 maakt verder contact met een audioregelkop 128. Daarom is de bovengenoemde magnetische band 12 aangebracht volgens een voorafbepaalde bandloop-baan.In a tape loading operation, the above-mentioned feed bars 123 and 124 are used and interact with the magnetic tape 12, after which the magnetic tape 12 is pulled out of the cassette as the feed bars 123 and 124 move away from the cutouts 90 and 91 and reach positions indicated by the solid lines in Figure 17. Thus, the magnetic tape 12 drawn outside the adapter 60 contacts a full-width erase head 126 and contact with a guide drum 127 provided with rotating video heads over a predetermined angle range. The magnetic tape 12 further contacts an audio control head 128. Therefore, the above magnetic tape 12 is arranged along a predetermined tape path.

Gedurende het registreren en reproduceren wordt de magnetische band 12 gedreven in een toestand geklemd tussen de kaapstander 125 en een klemrol 129. Buitendien wordt de tandwielconstructie 66 binnen de aanpasinrichting 60 geroteerd met een uur werk mee door de opneemrolaandrijfas 122. Deze rotatie van de tand-wielconstructie 66 wordt overgedragen naar de opneemrol 22 via het tussenliggende tandwiel 180, voor het aandrijven van de magnetische band 12 naar de bandopneemrichting. Overeenkomstig wordt de magnetische band 12 gevoerd naar buiten door de kaapstander 125, opgenomen door de opneemrol 22. De magnetische band 12 wordt geleid door de geleidingsstaaf 94 binnen de aanpasinrichting 60.During recording and reproduction, the magnetic tape 12 is driven in a condition clamped between the capstan 125 and a pinch roller 129. In addition, the gear assembly 66 within the adapter 60 is rotated by one hour of operation through the take-up roller drive shaft 122. This rotation of the tooth wheel construction 66 is transferred to the take-up roller 22 via the intermediate gear 180, for driving the magnetic tape 12 to the tape take-up direction. Accordingly, the magnetic tape 12 is passed out through the capstan 125 received by the take-up roller 22. The magnetic tape 12 is guided through the guide bar 94 within the adapter 60.

In deze toestand wordt het tussengelegen tandwiel 80 niet gedrukt tegen de tandwielconstructie 66 en de opneemrol 22 door de werking van de veer en dergelijke en is de belasting op de rotatietransmissie tussen de tandwielen klein. Wanneer aldus de opneemrolaandri jfas 122 roteert, is het koppelverlies ingevoerd tijdens de rotatie, verminderd. De rotatie van de opneemrolaandrijfas wordt aldus over gedragen naar de opneemrol 22 en deze opneemrol 22 roteert met een voldoende koppel om de magnetische band 12 op te nemen. Zoals boven is beschreven, is het rotatietransmissiemecha-nisme 65 geconstrueerd voor het overdragen van rotatie door het verminderen van het koppelverlies. Zelfs in een toestand waar de bandcassette 10 is opgenomen binnen de aanpasinrichting 60 en deze aanpasinrichting 60 is geladen in de standaardsoort registreer-en/of reproduceerinrichting, kan dus de opneemrol 22 van de bandcassette 10 roteren op een normale wijze.In this state, the intermediate gear 80 is not pressed against the gear structure 66 and the take-up roller 22 by the action of the spring and the like, and the load on the rotational transmission between the gears is small. Thus, when the take-up roller drive shaft 122 rotates, the torque loss introduced during rotation is reduced. The rotation of the take-up roller drive shaft is thus transmitted to the take-up roller 22, and this take-up roller 22 rotates with sufficient torque to receive the magnetic tape 12. As described above, the rotation transmission mechanism 65 is constructed to transmit rotation by reducing the torque loss. Thus, even in a state where the tape cassette 10 is contained within the adjuster 60 and this adjuster 60 is loaded in the standard type recording and / or reproducing device, the take-up roller 22 of the tape cassette 10 can rotate in a normal manner.

Zoals aangegeven in figuur 10, is een foutief uitwissen voorkomende hefboom 115 gemonteerd binnen een ruimte 62a bij het achtervlak van het bandcassette-opnemende deel 61 van de onder-helft 62. Deze hefboom 115 wordt axiaal gedragen door een uitstekende pen 116 en wordt gedwongen te roteren volgens de wijzers van een uurwerk door een spoel veer 117. Een lip 115a welke neerwaarts is gebogen gekeerd naar het achtervlak van de aanpasinrichting 60, en een detectie-uitsteeksel 115b gekeerd naar de binnenzijde van het opnemende deel 61, zijn respectievelijk aangebracht aan het topeinde van de hefboom 115. De lip 115a treedt binnen in een in-deuking 62b van de onderhelft 62 en is blootgesteld op een plaats aan de achterzijde van de aanpasinrichting 60 overeenkomend met de positie van een foutief uitwissen voorkomende lip van de standaard soort bandcassette. Het detectie-uitsteeksel 115b passeert door een opening 118 aangebracht in de achterwand 69 van de bandcassette-aanpasinrichting 60 en steekt uit binnen het opnemende deel 61. Al-du is het detectie-uitsteeksel 115b in een positie tegenover een foutief uitwissen voorkomende lip 59 van de bandcassette 10 die is opgenomen binnen het opnemende deel 61. Het topeinde van het detectie-uitsteeksel 115b is gevormd als een hellend oppervlak 115c dat neerwaarts helt. Wanneer dus de bandcassette 10 neerwaarts wordt bewogen om te worden opgenomen binnen het opnemende deel 61, druk de bodemzijde van de bandcassette 10 het detectie-uitsteeksel 115b zo, dat het detectie-uitsteeksel 115b teruggaat naar de ruimte 62a.As shown in Figure 10, a mis-erase lever 115 is mounted within a space 62a at the rear face of the tape cassette-receiving portion 61 of the lower half 62. This lever 115 is axially supported by a protruding pin 116 and is forced to clockwise rotation through a coil spring 117. A lip 115a which is bent downwardly facing the rear face of the adjusting device 60, and a detection protrusion 115b facing the inside of the receiving portion 61, are respectively mounted on the top end of the lever 115. The lip 115a enters an indentation 62b of the lower half 62 and is exposed in a location at the rear of the adapter 60 corresponding to the position of an erroneous erasure lip of the standard tape cassette type. The detection protrusion 115b passes through an opening 118 provided in the back wall 69 of the tape cassette adapter 60 and protrudes within the receiving portion 61. Al-du is the detection protrusion 115b in a position opposite an erroneous erasure lip 59 of the tape cassette 10 contained within the receiving portion 61. The tip end of the detection protrusion 115b is formed as a sloping surface 115c that slopes downward. Thus, when the tape cassette 10 is moved downwardly to be received within the receiving portion 61, the bottom side of the tape cassette 10 presses the detection protrusion 115b so that the detection protrusion 115b returns to the space 62a.

In figuur 10 wordt in een geval waar de bandcassette 10 met nog de lip 59 wordt opgenomen binnen de aanpasinrichting 60, het detectie-uitsteeksel 115b van de hefboom 115 gedrukt door de lip 59. Aldus roteert de hefboom 115 tegen een uurwerk in zoals aangegeven met de stippellijn in figuur 10, tegen de kracht uitgeoefend door de veer 117. Zoals aangegeven met de stippellijn in figuur 10, beweegt de lip 115a zo, dat deze beweegt van de indeuking 62b af voor het bereiken van het ingangsgedeelte van de indeuking 62b. Aldus steekt de lip 115a niet uit vanaf het achtervlak van de aanpasinrichting 60 en ligt in hetzelfde vlak als het achtervlak van de aanpasinrichting 60 om te werken op een overeenkomende wijze als de foutief uitwissen voorkomende lip van de standaardsoort bandcassette. Dit betekent dat wanneer de aanpasinrichting 60 in deze toestand wordt geplaatst in de standaardsoort registreer- en/ of reproduceerinrichting, de lip 115a een detectiepen drukt welke is aangebracht op de inrichtingszijde, en de inrichting kan worden ingestld in een reproduceerwijze of een registreerwijze. Het is daarom mogelijk op de magnetische band 12 van de miniatuursoort bandcassette 10 te registreren door het gebruik van de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting.In Figure 10, in a case where the tape cassette 10 with the lip 59 still received is received within the adapter 60, the detection protrusion 115b of the lever 115 is pressed by the lip 59. Thus, the lever 115 rotates counterclockwise as indicated by the dotted line in Figure 10, against the force exerted by the spring 117. As indicated by the dotted line in Figure 10, the lip 115a moves to move away from the dimple 62b to reach the entry portion of the dimple 62b. Thus, the lip 115a does not protrude from the rear face of the adjuster 60 and is in the same plane as the rear face of the adjuster 60 to operate in a manner similar to the erasure preventing tab of the standard type tape cassette. This means that when the adjusting device 60 is placed in this state in the standard type recording and / or reproducing device, the lip 115a presses a detection pin mounted on the device side, and the device can be inserted in a reproducing mode or a recording mode. Therefore, it is possible to record on the magnetic tape 12 of the miniature type tape cassette 10 using the standard type recording and / or reproducing device.

Wanneer anderzijds de bandcassette 10 met weggebroken of verwijderde lip 59 wordt opgenomen binnen de bandcassette-aanpasinrichting 60, treedt het detectie-uitsteeksel 115b binnen in een indeuking welke is gevormd tengevolge van de verwijdering van de lip 59. Aldus roteert de hefboom 115 niet en blijft in de oorspronkelijke toestand en de lip 115a wordt geplaatst bij het binnenste deel van de indeuking 62b. De indeuking 62b is daarom gevormd op het achtervlak van de aanpasinrichting 60 en deze aanpas-inrichting 60 krijgt een vorm identiek aan die van de standaardsoort bandcassette, waarvan de lip is verwijderd. Wanneer de band-cassette-aanpasinrichting 60 in deze toestand wordt geplaatst in de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting, treedt de detectiepen aangebracht op de inrichtingszij de, binnen in de indeuking 62b aan het achtervlak van de aanpasinrichting 60. Aldus kan de inrichting niet in een registreerwerkwijze worden gebracht en alleen in een reproduceerwerkwijze. Het is dus mogelijk een ongeluk te voorkomen, waarbij de geregistreerde inhoud op de magnetische band 12 binnen de bandcassette 10 per ongeluk wordt uitgewist.On the other hand, when the tape cassette 10 with broken or removed lip 59 is received within the tape cassette adapter 60, the detection protrusion 115b enters a dimple formed due to the removal of the lip 59. Thus, the lever 115 does not rotate and remains in the original state and the lip 115a is placed at the inner part of the indentation 62b. The indentation 62b is therefore formed on the rear face of the adjuster 60 and this adjuster 60 takes a shape identical to that of the standard type tape cassette with the lip removed. When the tape cassette adapter 60 is placed in the standard type recording and / or reproducing device in this state, the detection pin mounted on the device side enters the indentation 62b on the rear face of the adapter 60. Thus, the device cannot in a recording method and only in a reproducing method. Thus, it is possible to prevent an accident in which the recorded contents on the magnetic tape 12 within the tape cassette 10 are accidentally erased.

Hierna zal een beschrijving worden gegeven met betrekking tot een geval waarbij de bandcassette 10 wordt gebruikt door de bandcassette 10 te plaatsen in een compacte soort registreer- en/of reproduceerinrichting, onder verwijzing naar figuren 18 tot 20.Next, description will be made regarding a case where the tape cassette 10 is used by placing the tape cassette 10 in a compact type recording and / or reproducing device, referring to Figures 18 to 20.

Figuur 18 toont een compacte soort registreer- en/ of reproduceerinrichting 140. Deze compacte soort registreer- en/of reproduceerinrichting 140 is van een kleinere maat, dat wil zeggen dat de breedte en de diepte van de compacte soort registreer- en/of reproduceerinrichting 140 kleiner zijn dan die van de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting 120.Figure 18 shows a compact type of recording and / or reproducing device 140. This compact type of recording and / or reproducing device 140 is of a smaller size, i.e. the width and depth of the compact type of recording and / or reproducing device 140 smaller than that of the standard type recording and / or reproducing device 120.

Een toevoerrolaandrijfas 141 is aangebracht bij een cassette-opneemdeel van de bovengenoemde compacte soort registreer-en/of reproduceerinrichting 140, terwijl echter een opneemrolaan-drijfas niet is aangebracht. Zoals getékend in figuren 19 en 20, wordt de bandcassette 10 aangebracht binnen een cassettehuis 142 met een opwipmechanisme, door de bandcassette 10 in te brengen vanaf de zijde van de deksel 13 volgens de richting van een pijl A, in een voorafbepaalde positie waar het einde van het verdiepte stapge-deelte 54 samenwerkt met een uitsteeksel 143a van een bodemplaat 143« De bandcassette 10 is aldus aangebracht in het opneemgedeelte door neerwaarts te zijn bewogen samen met het cassettehuis 142· In een geval waar de bandcassette 10 foutief wordt ingebracht in het cassettehuis 142 vanaf de achterzijde van de bandcassette 10, wordt het inbrengen van de bandcassette verhinderd bij een halfwegstand waar het einde van het verdiepte stapgedeelte 55 treft tegen het uitsteeksel 143a. Aldus kan op dit punt worden begrepen, dat de bandcassette 10 werd ingebracht gekeerd in de verkeerde richting.A feed roll drive shaft 141 is provided at a cassette recording part of the above-mentioned compact type recording and / or reproducing device 140, however, a pickup roll driving shaft is not provided. As shown in Figures 19 and 20, the tape cassette 10 is mounted within a cassette housing 142 with a flip-up mechanism, by inserting the tape cassette 10 from the side of the cover 13 in the direction of an arrow A, in a predetermined position where the end of the recessed step portion 54 cooperates with a protrusion 143a of a bottom plate 143. The tape cassette 10 is thus mounted in the recording portion by being moved downwardly with the cassette housing 142 · In a case where the tape cassette 10 is incorrectly inserted into the cassette housing 142 from the rear of the tape cassette 10, insertion of the tape cassette is prevented at a halfway position where the end of the recessed step portion 55 meets the protrusion 143a. Thus, it can be understood at this point that the tape cassette 10 was inserted turned in the wrong direction.

De rechter en linkerzij delen bij het bovenvlak van de bandcassette 10 worden gedrukt door drukdelen 144a van een paar drukhefbomen 144 binnen het cassettehuis 142 en de bandcassette wordt aldus gedrukt tegen de bodemplaat 143. De drukhefbomen 144 worden axiaal gedragen door een as 145 respectievelijk en gedrukt om te roteren tegen een uurwerk in door de kracht uitgeoefend door een spoelveer 146.The right and left side portions at the top surface of the tape cassette 10 are pressed by pressure parts 144a of a pair of pressure levers 144 within the cassette housing 142, and the tape cassette is thus pressed against the bottom plate 143. The pressure levers 144 are axially supported by a shaft 145, respectively, and pressed to rotate against a clockwork by the force exerted by a coil spring 146.

Wanneer het cassettehuis 142 neerwaarts wordt gedrukt, wordt de bandcassette 10 overeenkomstig neerwaarts bewogen en de bandcassette 10 wordt geplaatst binnen het opneemgedeelte in een toestand waarbij het centrale deel van de toevoerrol 21 wordt ingestoken met de toevoerrolaandrijfas 141. Buitendien werken de verdiepte stapgedeelten 57 en 58 aangebracht bij het bodemoppervlak van de bandcassette 10 respectievelijk met uitstékende stapgedeelten (niet getekend) aangebracht bij het opneemgedeelte. Verder wordt de bandcassette 10 geplaatst door het passen van het gat 42 en het langsgat 43 over plaatsingspennen 147 en 148 aangebracht binnen de inrichting.When the cassette housing 142 is pressed downward, the tape cassette 10 is moved downward correspondingly and the tape cassette 10 is placed within the take-up portion in a state where the central portion of the feed roller 21 is inserted with the feed roller drive shaft 141. In addition, the recessed step portions 57 and 58 operate. arranged at the bottom surface of the tape cassette 10, respectively, with protruding step portions (not shown) arranged at the recording portion. Furthermore, the tape cassette 10 is placed by fitting the hole 42 and the longitudinal hole 43 over locating pins 147 and 148 disposed within the device.

Gedurende het aanbrengen van de bandcassette 10 treden een toevoerstaaf 151 en een spanningsstaaf 152 relatief binnen een uitsnijding 150, terwijl een toevoerstaaf 154 en een kaapstander 156 respectievelijk en relatief treden in uitsnijdingen 153 en 155. De deksel 13 maakt verder contact met een dekselopenings-uitsteeksel (niet getekend) aangebracht in de inrichting en is relatief geopend. Buitendien werkt een tandwiel 158 dat een rotatie-transmissiemechanisme 157 vormt op de registreer- en/of reprodu-ceerinrichting, samen met de tanden op de buitenomtrek van de on- derflens van de opneemrol 22.During the insertion of the tape cassette 10, a feed bar 151 and a tension bar 152 enter relatively within a cutout 150, while a feed bar 154 and a capstan 156 enter and cut out 153 and 155, respectively. The cover 13 further contacts a lid opening protrusion. (not drawn) arranged in the device and is relatively open. In addition, a gearwheel 158 which forms a rotation transmission mechanism 157 on the recorder and / or reproducer operates together with the teeth on the outer periphery of the bottom flange of the take-up roller 22.

In de bovengenoemde geladen toestand wordt de toe-voerrol 21 opwaarts gedrukt zoals getekend in figuur 3. Aldus wordt de toevoerrol 21 vrij roteerbaar wanneer deze voor rotatie wordt aangedreven bij het middengedeelte daarvan. Buitendien wordt het remorgaan 45 opwaarts gedrukt door de pen 147 die figuur 8 en wordt de opneemrol 22 ook vrij roteerbaar.In the above-mentioned loaded state, the feed roller 21 is pushed upward as shown in Figure 3. Thus, the feed roller 21 becomes freely rotatable when it is driven for rotation at its center portion. In addition, the brake member 45 is pushed upward by the pin 147 shown in Figure 8 and the take-up roller 22 also becomes freely rotatable.

Wanneer de werkingswijze van de registreer- en/of reproduceerinrichting 140 wordt ingesteld op een afspeelwijze, onderscheppen de bovengenoemde staven 151, 152 en 154 de magnetische band 12 en werken daarmee samen voor het uittrekken van de magnetische band 12 en bewegen respectievelijk naar standen aangegeven met getrokken lijnen in figuur 18. Aldus wordt de magnetische band 12 uitgetrokken uit de bandcassette 10 om contact te maken met een volle-breedte-uitwiskop 159. De magnetische band 12 maakt verder contact met een geleidingstrommel 160 voorzien van roterende video-koppen over een voorafbepaald hoekgebied en maakt ook contact met een audio- en regelkop 161. Aldus is de magnetische band 12 geplaatst volgens een voorafbepaalde bandloopbaan. gedurende registreren en reproduceren wordt de magnetische band aangedreven in een toestand geklemd tussen de kaapstander 156 en een klemrol 162. Bovendien werkt het tandwiel 158, dat wordt geroteerd door een rol-aandrijfmotor (niet getekend), samen met de tanden 27a van de opneemrol 22 en deze opneemrol 22 wordt dus aangedreven naar de band-opneeminrichting.When the mode of operation of the recording and / or reproducing device 140 is set to a playback mode, the above-mentioned bars 151, 152 and 154 intercept the magnetic tape 12 and cooperate therewith to pull out the magnetic tape 12 and respectively move to positions indicated by solid lines in Figure 18. Thus, the magnetic tape 12 is pulled out from the tape cassette 10 to contact a full-width erase head 159. The magnetic tape 12 further contacts a guide drum 160 provided with rotating video heads over a predetermined corner region and also contacts an audio and control head 161. Thus, the magnetic tape 12 is disposed along a predetermined tape path. during recording and reproduction, the magnetic tape is driven in a condition clamped between the capstan 156 and a pinch roller 162. In addition, the gear 158 rotated by a roller drive motor (not shown) interacts with the teeth 27a of the take-up roller 22 and this take-up roller 22 is thus driven to the tape take-up device.

De volle-breedte-uitwiskop 159, de audioregelkop 161 en de geleidingstrommel 160 zijn geconstrueerd onder praktisch dezelfde standaard als de overeenkomende koppen 126 en 128 en de geleidingstrommel 127 van de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting 120. Aldus wordt een signaal geregistreerd op en gereproduceerd vanaf de magnetische band 12 met een bandpatroon en formaat identiek aan die verkregen door de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting.The full-width erase head 159, the audio control head 161 and the guide drum 160 are constructed under substantially the same standard as the corresponding heads 126 and 128 and the guide drum 127 of the standard type recording and / or reproducing device 120. Thus, a signal is recorded at and reproduced from the magnetic tape 12 with a tape pattern and format identical to that obtained by the standard type recording and / or reproducing device.

Wanneer een uitwerpkop (niet getekend) wordt ingedrukt, stijgt het cassettehuis 142 en wordt de bandcassette 20 uit gedrukt door het cassettehuis 142 tengevolge van de werking van een veer (niet getekend). In een geval dat de bandcassette 10 naar buiten wordt gedrukt naar rechts in figuur 19, treft de zijrand 13c van het zijflensgedeeltge 13a van de deksel 13, welke in een open toestand is, het drukgedeelte 144a van de drukhefboom 144. Aldus wordt de deksel 13 aangelegd met een kracht werkend naar een dek-selsluitingsrichting en de deksel 13 sluit tegen de kracht in, uitgeoefend door de U-vormige bladveer 17. De bandcassette 10 wordt al verkregen uit het cassettehuis 142 in een toestand waarbij de deksel 13 is gesloten.When an ejection head (not shown) is depressed, the cassette housing 142 rises and the tape cassette 20 is pushed out by the cassette housing 142 due to the action of a spring (not shown). In a case where the tape cassette 10 is pushed outward to the right in Figure 19, the side edge 13c of the side flange portion 13a of the lid 13, which is in an open state, meets the pressure portion 144a of the pressure lever 144. Thus, the lid 13 applied with a force acting in a lid closing direction and the lid 13 closes against the force exerted by the U-shaped leaf spring 17. The tape cassette 10 is already obtained from the cassette housing 142 in a state where the lid 13 is closed.

Hierna zal een beschrijving worden gegeven van een ander voorbeeld van een bandcassette-aanpasinrichting door verwijzing naar figuren 21 tot 23. In figuren 21 tot 23 zijn de delen welke dezelfde zijn als die van figuren 9 en 10, aangegeven met overeenkomende verwijzingscijfers, en hun beschrijving zal hier worden weggelaten.Next, description will be given of another example of a tape cassette adapter by reference to Figures 21 to 23. In Figures 21 to 23, the parts which are the same as those of Figures 9 and 10 are indicated by corresponding reference numerals, and their description will be omitted here.

Een bandcassette-aanpasinrichting 170 is uitgevoerd voor het verbeteren van de hanteringseigenschappen van de bandcassette-aanpasinrichting. Dit betekent, dat de aanpasinrichting 170 in staat is automatisch de werkingen uit te voeren van het uittrekken van de magnetische band 12 uit de bandcassette 10 en de magnetische band 12 binnen de bandcassette 10 op te nemen binnen de aanpasinrichting 170.A tape cassette adapter 170 is designed to improve the handling properties of the tape cassette adapter. This means that the adjuster 170 is capable of automatically performing the operations of pulling out the magnetic tape 12 from the tape cassette 10 and receiving the magnetic tape 12 within the tape cassette 10 within the adjuster 170.

De bandcassette 10 wordt opgenomen binnen een op-neemgedeelte 172 van een onderhelft 171 van de aanpasinrichting 170, in een toestand waarbij de magnetische band 12 niet is uit getrokken uit de bandcassette 10. Door het opnemen van de bandcassette 10 binnen het opneemgedeelte 172, worden geleidingsrollen 173 en 174 relatief ingebracht in de uitsnijdingen 150 en 155 van de bandcassette 10 respectievelijk. Nadat de bandcassette 10 is opgenomen binnen het opneemgedeelte 172, wordt de onderhelft 171 van de aanpasinrichting 170 gesloten door een bovenhelft 175.The tape cassette 10 is received within a take-up portion 172 of a lower half 171 of the adjuster 170, in a state where the magnetic tape 12 is not pulled out of the tape cassette 10. By recording the tape cassette 10 within the take-up section 172, guide rollers 173 and 174 are relatively inserted into the cutouts 150 and 155 of the tape cassette 10, respectively. After the tape cassette 10 is received within the recording portion 172, the lower half 171 of the adapter 170 is closed by an upper half 175.

In de bovengenoemde toestand wordt een deksel 176 bij de achterzijde van de aanpasinrichting 170 geopend en een be-dieningshefboom 177 binnen de aanpasinrichting 170 wordt bediend voor het afsluiten van de deksel 176. Door het uitvoeren van deze reeks van handelingen wordt de magnetische band 12 getrokken uit de bandcassette 10 voor het vormen van een voorafbepaalde bandbaan binnen de aanpasinrichting 170 zoals hierna wordt beschreven.In the above state, a cover 176 is opened at the rear of the adjuster 170 and an operating lever 177 within the adjuster 170 is operated to close the lid 176. By performing this series of operations, the magnetic tape 12 is pulled from the tape cassette 10 to form a predetermined tape path within the adapter 170 as described below.

Dit betekent wanneer de deksel 176 wordt geopend door het roteren van de deksel 176 om een as 178 over een hoek van ongeveer negentig graden, dat een hefboom 179 schuift volgens de richting van een pijl Y1. Buitendien roteert een L-vormige hefboom 180 volgens de wijzers van een uurwerk om een pen 181 en beweegt een hefboom 182 volgns de richting van de pijl X1. Het topeinde van de hefboom 182 is verbonden met een arm 183 welke is bevestigd aan de as 101 voor het openings- en sluitingsdeksel 100. Door de bovengenoemde beweging van de hefboom 182, gaat de deksel 100 open overeenkomstig figuur 23.This means that when the lid 176 is opened by rotating the lid 176 about an axis 178 through an angle of about ninety degrees, a lever 179 slides in the direction of an arrow Y1. In addition, an L-shaped lever 180 rotates clockwise about a pin 181 and a lever 182 moves in the direction of the arrow X1. The top end of the lever 182 is connected to an arm 183 which is attached to the shaft 101 for the opening and closing lid 100. Due to the aforementioned movement of the lever 182, the lid 100 opens according to Figure 23.

In genoemde toestand roteert de hefboom 177 met een uurwerk mee om een as 184 naar een stand volgens getrokken lijnen in figuur 21, vanaf een stand met stippellijnen in figuur 21. Door deze rotatie van de hefboom 177, beweegt een verbindingsdeel 185 volgens de richting van de pijl Y1 en roteert een draaihefboom 186 om een as 187 volgens de wijzers van een uurwerk. Wanneer de rota-tiehefboom 186 roteert, roteert een eerste aanbrengarm 188 volgens de richting tegen een uurwerk in om een as 189 naar een stand volgens getrokken lijnen in figuur 21. Buitendien beweegt de verbin-dingsinrichting 185 volgens de pijl Y1 tengevolge van rotatie van de hefboom 177 met een uurwerk mee. Aldus roteert een L-vormige rotatiehefboom 190 met een uurwerk mee om een as 191, beweegt een verbindingsinrichting 192 volgens een pijl X2 en roteert een tandwiel 193 als geheel met een hefboom 194 met een uurwerk mee. Door genoemde rotatie van het tandwiel 193 wordt een tandwiel 196 met een uurwerk mee geroteerd via een tijdband 195 en roteert een tweede aanbrengarm 197 als een geheel met het tandwiel 196 met een uurwerk mee.In said state, the lever 177 rotates clockwise about an axis 184 to a position along solid lines in Figure 21, from a position with dotted lines in Figure 21. By this rotation of the lever 177, a connecting part 185 moves in the direction of the arrow Y1 and rotates a rotary lever 186 about an axis 187 clockwise. When the rotation lever 186 rotates, a first application arm 188 rotates counterclockwise about an axis 189 to a position along solid lines in Figure 21. In addition, the connecting device 185 moves in the direction of the arrow Y1 due to rotation of the lever 177 with a clockwork. Thus, an L-shaped rotary lever 190 rotates clockwise about an axis 191, a connecting device 192 moves according to an arrow X2, and a gear 193 as a whole rotates with a lever 194 clockwise. As a result of said rotation of the gear wheel 193, a gear wheel 196 is rotated along with a timepiece via a time belt 195 and a second mounting arm 197 rotates as a whole with the gear wheel 196 with a clockwork movement.

Wanneer de eerste en tweede aanbrengarmen 188 en 197 roteren als bovenbeschreven, werken de geleidingsrollen 173 en 174 samen met de magnetische band 12 om deze magnetische band 12 te trekken uit de bandcassette 10. In een eindtrap bereiken de gelei-dingsrollen 173 en 174 respectievelijk standen overeenkomend met de Standen van de geleidingsrollen 93 en 94 van de bandcassette-aan-pasinrichting 60 van figuur 10. Overeenkomstig wordt de magnetische band 12 getrokken van de opneemrol 22 en vormt een bandbaan binnen de aanpasinrichting 170 welke overeenkomt met de bandbaan 12B aangegeven met een stippellijn in figuur 10. Daarom vormt de magnetische band 12 binnen de bandcassette 10 de bovengenoemde bandbaan zonder met de hand de magnetische band 12 te bedienen en dit is geschikt ter bescherming van de magnetische band.When the first and second application arms 188 and 197 rotate as described above, the guide rollers 173 and 174 cooperate with the magnetic tape 12 to pull this magnetic tape 12 from the tape cassette 10. In an output stage, the guide rollers 173 and 174 reach positions, respectively. corresponding to the Positions of the guide rollers 93 and 94 of the tape cassette adjusting device 60 of Figure 10. Accordingly, the magnetic tape 12 is pulled from the take-up roller 22 and forms a tape path within the adjusting device 170 corresponding to the tape path 12B indicated by a dotted line in Figure 10. Therefore, the magnetic tape 12 within the tape cassette 10 forms the above-mentioned tape path without manually operating the magnetic tape 12 and is suitable for protecting the magnetic tape.

Nadat de bovenbeschreven handelingen zijn uitgevoerd, wordt de deksel 176 gesloten overeenkomstig figuur 21 door de deksel 176 met een uurwerk mee te roteren. Wanneer de deksel 176 is gesloten, beweegt de deksel 182 volgens de richting van de pijl X2 voor het sluiten van de deksel 100. De deksel 176 wordt vergrendeld in een gesloten stand en de bedieningshefboom 177 wordt aangelegd met een kracht werkend tegen een uurwerk in wanneer de aanpasinrichting 170 wordt gebruikt. Evenwel wordt de hef boon 177 door het achtervlak van de deksel 176 vastgehouden en bij de bedienings-stand met een uurwerk mee geroteerd.After the above-described operations have been performed, the lid 176 is closed in accordance with Figure 21 by rotating the lid 176 with a clockwork. When the lid 176 is closed, the lid 182 moves in the direction of the arrow X2 to close the lid 100. The lid 176 is locked in a closed position and the operating lever 177 is applied with a counter-clockwise force when the adapter 170 is used. However, the lifting bean 177 is held by the rear face of the lid 176 and rotated with a clockwork in the operating position.

Verder kan toegang tot de hefboom 177 slechts worden verkregen wanneer de deksel 176 open is. Aldus wordt de hefboom 177 steeds bediend in een toestand waarbij de deksel 176 open is. Wanneer buitendien de deksel 176 wordt geopend, wordt de deksel 100 van de aanpasinrichting 170 geopend en kan de geleidingsrol 174 de bedieningsstand bereiken zonder tegen de deksel 100 te treffen.Furthermore, access to the lever 177 can only be obtained when the lid 176 is open. Thus, the lever 177 is always operated in a state where the lid 176 is open. In addition, when the lid 176 is opened, the lid 100 of the adjusting device 170 is opened and the guide roller 174 can reach the operating position without hitting the lid 100.

Wanneer de verbindingsinrichting 185 beweegt volgens de richting van de pijl Y1 tengevolge van de rotatiebweging van de genoemde hefboom 177, roteert een vasthoudhefbom 204 met een uurwerk mee om een as 205. Aldus steekt de vasthoudhefboom 204 uit in het opneemgedeelte 172 om het verdiepte stapgedeelte 56 aangebracht op het bovenoppervlak van de bandcassette 10 vast te houden en om de bandcassette 10 binnen het opneemgedeelte 172 vast te houden. Aldus wordt voorkomen dat de bandcassette 10 per ongeluk wordt uitgenomen uit het opneemgedeelte 172 in een toestand waarbij de magnetische band 12 is uitgetrokken uit de bandcassette 10. Buitendien komt in het geval van de andere bandcassette 10a de vasthoud-hefboom 205 binnen de indeuking 56a en de bandcassette 10a wordt overeenkomstig verhinderd om te worden uitgenomen uit het opneemge-deelte 172 in de bovengenoemde toestand waarbij de magnetische band is uitgetrokken uit de bandcassette 10a.When the connecting device 185 moves in the direction of the arrow Y1 as a result of the rotational movement of said lever 177, a holding lever bomb 204 rotates clockwise about an axis 205. Thus, the holding lever 204 projects into the receiving portion 172 about the recessed step portion 56 mounted on the top surface of the tape cassette 10 and to hold the tape cassette 10 within the receiving portion 172. Thus, the tape cassette 10 is prevented from being accidentally taken out from the take-up portion 172 in a state where the magnetic tape 12 is pulled out from the tape cassette 10. Furthermore, in the case of the other tape cassette 10a, the holding lever 205 enters the indent 56a and the tape cassette 10a is accordingly prevented from being taken out of the receiving portion 172 in the above-mentioned state with the magnetic tape pulled out from the tape cassette 10a.

Verder treft de bandcassette 10 (10a) onafhankelijk van het feit of de bandcassette 10 (10a) is opgenomen binnen het opneemgedeelte 172, wanneer een poging wordt ondernomen om de bandcassette 10 (10a) op te nemen binnen het opneemgedeelte 172 van de aanpasinrichting 170 in een toestand waar de geleidingsrollen 173 en 174 foutief zijn geplaatst in de standen aangegeven door de getrokken lijnen in figuur 21 voor het voltooien van de werking van het uittrekken van de magnetische band 12, de vasthoudhefboom 205. Daardoor wordt de bandcassette 10 (10a) gestopt door de vasthoudhefboom 205 en niet opgenomen binnen het opneemgedeelte 172, en de bandcassette 10 (10a) wordt aldus verhinderd om foutief te worden ingebracht in de bandcassette-aanpasinrichting 170.Furthermore, regardless of whether the tape cassette 10 (10a) is contained within the recording portion 172, an attempt is made to record the tape cassette 10 (10a) within the recording portion 172 of the adjuster 170 in a state where the guide rollers 173 and 174 are misplaced in the positions indicated by the solid lines in Figure 21 to complete the operation of pulling out the magnetic tape 12, the holding lever 205. Thereby, the tape cassette 10 (10a) is stopped by the holding lever 205 and not received within the recording portion 172, and the tape cassette 10 (10a) is thus prevented from being incorrectly inserted into the tape cassette adapter 170.

Wanneer de bandcassette 10 (10a) wordt uitgenomen uit het opneemgedeelte 172 in een toestand waarbij de magnetische band 12 is uitgetrokken uit de bandcassette 10 (10a), of wanneer de bandcassette 10 (10a) is opgenomen in het opneemgedeelte 172 in een toestand waarbij de geleidingsrollen 173 en 174 zijn in de standen voor het voltooien van de werking van het uittrekken van de mgne-tische band 12, kan de magnetische band 12 ernstig worden beschadigd. Bij de onderhavige uitvoering van de uitvinding kan de bandcassette 10 (10a) echter slechts worden uitgenomen uit of opgenomen in het opneemgedeelte 172 wanneer de vasthoudheboom 205 in en toestand teruggetrokken van de bandcassette. Dit btekent dat de bovengenoemde inbreng- of opneemwerking met betrekking tot de bandcassette 10 (10a) slechts kan worden uitgevoerd wanneer de geleidingsrollen 173 en 174 in de oorspronkelijke standen zijn ter voorkoming van een ongeluk waarbij de magnetische band 12 wordt beschadigd. In het bijzonder omvat buitendien de bandcassette 10 (10a) is voorzien van het verdiepte stapgedeelte 56 (indeuking 56a), kan de vasthoud- hefboom 205 de bandcassette 10 (10a) vasthouden zonder uit te steken uit het bovenvlak van de bandcassette 10 (10a). Dit betekent dat de vasthoudwerking ter voorkoming dat de bandcassette 10 (10a) wordt bewogen en wordt uitgenomen, wordt uitgevoerd binnen het gebied van de hoogte van de bandcassette zelf. Daarom is de bovenbeschreven constructie geschikt voor de onderhavige uitvoering van de uitvinding waarbij de bandcassette 10 (10a) een hoogte heeft praktisch gelijk aan die van de bandcassette-aanbrenginrichting voor het opnemen binnen de aanpasinrichting welke in de hoogte is beperkt.When the tape cassette 10 (10a) is taken out from the recording portion 172 in a state where the magnetic tape 12 is pulled out from the tape cassette 10 (10a), or when the tape cassette 10 (10a) is received in the recording portion 172 in a state where the guide rollers 173 and 174 are in the positions to complete the operation of pulling out the magnetic tape 12, the magnetic tape 12 can be seriously damaged. However, in the present embodiment of the invention, the tape cassette 10 (10a) can only be taken out or received in the take-up portion 172 when the holding lever 205 is retracted from the tape cassette in a state. This means that the above-mentioned insertion or recording operation with respect to the tape cassette 10 (10a) can be performed only when the guide rollers 173 and 174 are in the original positions to avoid an accident where the magnetic tape 12 is damaged. In particular, if the tape cassette 10 (10a) includes the recessed step portion 56 (indent 56a), the retaining lever 205 can hold the tape cassette 10 (10a) without protruding from the top surface of the tape cassette 10 (10a) . This means that the holding operation to prevent the tape cassette 10 (10a) from being moved and taken out is performed within the height range of the tape cassette itself. Therefore, the above-described construction is suitable for the present embodiment of the invention, wherein the tape cassette 10 (10a) has a height substantially equal to that of the tape cassette applicator for recording within the adapter which is limited in height.

De bandcassette-aanpasinrichting 170 voor het opnemen van een bandcassette 10, wordt aangebracht in de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting 120 volgens figuur 17 zoals het geval bij de bovenbeschreven aanpasinrichting 60. Aldus wordt de registreer- en/of reproduceerwerking uitgevoerd op een overeenkomende wijze als bovenbeschreven.The tape cassette adapter 170 for recording a tape cassette 10 is mounted in the standard type of recording and / or reproducing device 120 of Figure 17 as is the case with the above described adjusting device 60. Thus, the recording and / or reproducing operation is performed on a corresponding manner as described above.

Wanneer de bandcassette 10 wordt uitgenomen uit de aanpasinrichting 170, wordt de deksel 176 geopend en wordt de hefboom 177 gedraaid tegen een uurwerk in naar de oorspronkelijke positie aangegeven door de stippellijn in figuur 21. Door de hefboom 177 op deze wijze te roteren, roteren de aanbrengarmen 188 en 197 respectievelijk met een uurwerk mee en tegen een uurwerk in naar de oorspronkelijke standen en keren de geleidingsrollen 173 en 174 terug en treden binnen de uitsnijdingen 150 en 155.When the tape cassette 10 is taken out from the adjuster 170, the lid 176 is opened and the lever 177 is rotated counterclockwise to the original position indicated by the dotted line in Figure 21. By rotating the lever 177 in this manner, the application arms 188 and 197 clockwise and counterclockwise respectively to their original positions and the guide rollers 173 and 174 return and enter the cutouts 150 and 155.

Door het bedienen van de hefboom 177 op de bovenbeschreven wijze wordt de rotatie van een tandwiel 200, dat als een geheel is gevormd met de hefboom 177, overgedragen naar een tand-constructie 202 via een tandwielmechanisme 201. Verder wordt de rotatie van het tandwiel 200 buitendien overgedragen aan de opneemrol 22 binnen de bandcassette 10 via een tandwiel 203. Overeenkomstig roteert de opneemrol 22 met een uurwerk mee voor het opnemen van de magnetische band 12, getrokken buiten de bandcassette 10. Aldus wordt de magnetische band 12, uitgetrokken uit de bandcassette 10, volledig opgewikkeld en opgencmen binnen de bandcassette 10 tengevolge van de bediening van de bedieningshefboom 177. Het is daarom niet nodig een bewerking speciaal uit te voeren voor het opwinden van de magnetische band nadat de hefboom 177 is bediend en de band-cassette 10 kan onmiddellijk worden uitgenomen uit het opneemge-deelte 172.By operating the lever 177 in the manner described above, the rotation of a gear 200 formed integrally with the lever 177 is transferred to a tooth structure 202 via a gear mechanism 201. Furthermore, the rotation of the gear 200 in addition, transferred to the take-up roller 22 within the tape cassette 10 via a gearwheel 203. Accordingly, the take-up roller 22 rotates clockwise to receive the magnetic tape 12 pulled outside the tape cassette 10. Thus, the magnetic tape 12 is pulled out of the tape cassette 10, fully wound and received within the tape cassette 10 due to the operation of the operating lever 177. Therefore, it is not necessary to perform an operation specifically for winding the magnetic tape after the lever 177 is operated and the tape cassette 10 can are immediately taken out from the receiving portion 172.

De tandwielconstructie 202 en het tandwiel 203 komen ruwweg overeen met de tandwielconstructie 66 en het tussengele-gen tandwiel 80 respectievelijk, aangegeven in figuur 10. Buitendien is een éênrichtingskoppeling gemonteerd binnen het tandwielme-chanisme 201 en de bovengenoemde rotatiebediening van de hefboom 177 met een uurwerk mee wordt niet overgedragen aan de tandwielconstructie 202. Aldus wordt de rotatie van de tandwielconstructie 202 met een uurwerk mee tengevolge van de opneemrolaandrijfas niet overgedragen aan het tandwiel 200.The gear structure 202 and the gear 203 roughly correspond to the gear structure 66 and the intermediate gear 80, respectively, shown in Figure 10. In addition, a one-way clutch is mounted within the gear mechanism 201 and the above-mentioned rotary actuation of the lever 177 with a clockwork it is not transferred to the gear structure 202. Thus, the rotation of the gear structure 202 with a clockwork due to the take-up roller drive shaft is not transferred to the gear 200.

Zoals getekend in figuur 21, heeft de bovenbeschreven bandcassette-aanpasinrichting 170 een fout uitwissen voorkomende lip 171a, welke kan worden verwijderd, in een stand overeenkomend met de stand van de foutief uitwissen voorkomende lip van de standaardsoort bandcassette. Wanneer de aanpasinrichting 170 ontdaan van de lip 171a, wordt geplaatst in de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting, kan de inrichting niet in een registreerwerkwijze worden gebracht. Aldus wordt voorkomen dat de geregistreerde inhoud op de magnetische band binnen de bandcassette 10 opgenomen binnen de aanpasinrichting 170, foutief wordt gewist.As shown in Figure 21, the above-described tape cassette adapter 170 has an erasure erasure lip 171a, which can be removed in a position corresponding to the position of the erasure erasure lip of the standard type tape cassette. When the adapter 170 is stripped from the tab 171a, is placed in the standard type recording and / or reproducing device, the device cannot be brought into a recording method. Thus, the recorded contents on the magnetic tape within the tape cassette 10 contained within the adapter 170 are prevented from being erased erroneously.

Figuur 24 toont een andere uitvoeringsvorm van de bandcassette volgens de uitvinding. In figuur 24 zijn de delen welke praktisch dezelfde zijn als de overeenkomende delen in figuren 1 en 2A tot 2D aangegeven met dezelfde verwijzingscijfers en hun beschrijving is daarom weggelaten. Bij een bandcassette 210 is een indeuking (niet getekend), waarin de vasthoudhefboom 204 treedt, aangebracht op de achterzijde van de bandcassette 204. Verder is een transparant paneel 211 aangebracht aan het bovenvlak van de bandcassette 210, bij een deel overeenkomend met de rechter helft van de toevoerrol.Figure 24 shows another embodiment of the tape cassette according to the invention. In Figure 24, the parts which are substantially the same as the corresponding parts in Figures 1 and 2A to 2D are indicated by the same reference numerals and their description is therefore omitted. In a tape cassette 210, a notch (not shown), into which the retaining lever 204 enters, is provided on the back of the tape cassette 204. Furthermore, a transparent panel 211 is provided on the top surface of the tape cassette 210, in part corresponding to the right half of the feed roller.

In elk van de gevallen waar de bovengenoemde bandcassette 10 onafhankelijk wordt aangebracht in de compacte soort registreer- en/of reproduceerinrichting 140 of de bandcassette 10 is aangebracht in de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting 120 in een toestand aangebracht binnen de aanpasinrich-ting 60, past de toevoerrol 21 over de toevoerrolaandrijfas 141 of 121 aangebracht in de registreer- en/of reproduceerinrichting en de toevoerrol 21 wordt direct aangedreven. Aldus wordt de rotatienauw-keurigheid van de toevoerrol 21 groot en sterk nauwkeurige bandtoe-voer kan worden verkregen. Aangezien buitendien de diameter d1 van de rolnaaf 25 in de toevoerrol 21 groot is, is het verschil tussen de maximum en minimumdiameters van de rol van de opgewikkelde band op de genoemde toevoerrol 21 betrekkelijk klein. Overeenkomstig is het variërende gebied van de rotatiesnelheid van de toevoerrol 21 vanaf de start tot het voltooien van registratie en reproductie klein en is de bandloopnauwkeurigheid verbeterd.In each of the cases where the above tape cassette 10 is independently mounted in the compact type recording and / or reproducing device 140 or the tape cassette 10 is mounted in the standard type recording and / or reproducing device 120 in a state disposed within the adapter 60 , the feed roll 21 fits over the feed roll drive shaft 141 or 121 disposed in the recording and / or reproducing device and the feed roll 21 is driven directly. Thus, the rotational accuracy of the feed roll 21 becomes large and highly accurate belt feed can be obtained. In addition, since the diameter d1 of the roller hub 25 in the feed roll 21 is large, the difference between the maximum and minimum diameters of the roll of the wound tape on the said feed roll 21 is relatively small. Accordingly, the varying range of the rotation speed of the feed roller 21 from the start to the completion of recording and reproduction is small, and the tape running accuracy is improved.

Anderzijds met betrekking tot de opneemrol 22 is deze opneemrol 22 niet gepast over de opneemrolaandrijfas in elk van de gevallen waar de bovengenoemde bandcassette 10 onafhankelijk is aangebracht in de compacte soort registreer- en/of reproduceerinrichting 140 of de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting 120 in een toestand opgenomen binnen de aanpassingsin-richting 60. Aldus kan bij een gegeven maat van de cassette een hoeveelheid te gebruiken band worden vergroot of kan de maat van het cassettehuis 11 worden verminderd bij een gegeven hoeveelheid band. De bovengenoemde opneemrol 22 wordt indirect aangedreven vanaf de zijde van het cassettehuis 11 via de tandwielconstructie 66 en het tussengelegen tandwiel 80. Aangezien er echter geen strikte eisen zijn betreffende de rotatienauwkeurigheid van de opneemrol 22, worden geen nadelen veroorzaakt. Aangezien verder de opneemrol 22 roteert zonder speling rond de vaste as, is geen extra ruimte vereist rond de rol en dit helpt bij het verminderen van de maat van de bandcassette.On the other hand, with respect to the take-up roller 22, this take-up roller 22 is not fitted over the take-up roller drive shaft in any of the cases where the above tape cassette 10 is independently mounted in the compact type recording and / or reproducing device 140 or the standard type recording and / or reproducing device 120 in a state included within the adjusting device 60. Thus, at a given size of the cassette, an amount of tape to be used can be increased or the size of the cassette housing 11 can be reduced at a given amount of tape. The above-mentioned take-up roller 22 is driven indirectly from the side of the cassette housing 11 through the gear structure 66 and the intermediate gear 80. However, since there are no strict requirements regarding the rotational accuracy of the take-up roller 22, no disadvantages are caused. Furthermore, since the take-up roller 22 rotates without play around the fixed axis, no extra space is required around the roller and this helps to reduce the size of the tape cassette.

Wanneer de bandcassette 10 wordt uitgenomen uit het opneemgedeelte van de compacte soort registreer- en/of reproduceerinrichting 140, bewegen de toevoerrol 21 en het remorgaan 45 respectievelijk neerwaarts. Aldus worden de toevoerrol 21 en de op- neemrol 22 automatisch vergrendeld teneinde niet te roteren. Wanneer buitendien de bandcassette 10 wordt verwijderd uit de bandcas-sette-aanpasinrichting 60, nadat de aanpassinginrichting 60 is uitgenomen uit het opneemgedeelte van de standaardsoort registreer-en/of reproduceerinrichting 120 beweegt het remorgaan 45 overeenkomstig neerwaarts voor het vergrendelen van de opneemrol 22.When the tape cassette 10 is taken out from the recording portion of the compact type recording and / or reproducing device 140, the feed roller 21 and the brake member 45 move downward, respectively. Thus, the feed roller 21 and the take-up roller 22 are automatically locked so as not to rotate. In addition, when the tape cassette 10 is removed from the tape cassette adjusting device 60, after the adjusting device 60 has been taken out from the recording portion of the standard type recording and / or reproducing device 120, the brake member 45 moves downward correspondingly to lock the recording roller 22.

Claims

An assembly of a tape cassette and a rotation drive device, the tape cassette comprising a cassette housing containing a feed roller and a take-up roller, at least one of the rollers comprising a roller flange having a gear portion formed by teeth on a part of externally accessible outer peripheral portion of the roll flange, the teeth being adapted to co-operate with a gear of the rotation-drive device to rotate the roll flange after the tape cassette is inserted into the rotation-drive device, characterized in that the teeth ( 27a) of the gear portion of the roller flange (27) are formed at a lower portion with tapered surfaces (27b).

Assembly according to claim 1, characterized in that the teeth (89) of the gear (80, 203) of the rotation drive device are formed at an upper portion with tapered surfaces (89a).

Tape cassette as defined as part of the assembly according to claim 1 or 2.