NL8902873A - Hulpmiddel voor een mannelijk condoom, en een condoom voor toepassing met dit hulpmiddel. - Google Patents

Description

Hulpmiddel voor een mannelijk condoom, en condoom voor toepassing met dit hulpmiddel

De uitvinding heeft betrekking op een hulpmiddel voor een mannelijk condoom, alsmede een condoom voor toepassing met dit hulpmiddel.

Condooms worden hedentendage veelvuldig gebruikt om ongewenste vloeistofoverdracht tijdens de gemeenschap te verhinderen en zodoende zwangerschap en het overdragen van besmettelijke ziektes te voorkomen. Het gebruik van condooms wordt echter vaak door de man als hinderlijk en sexueel onaantrekkelijk ervaren, terwijl het condoom ook nog verschillende risico's met zich meebrengt.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding hierin verbetering te brengen en een hulpmiddel voor een mannelijk condoom te verschaffen, dat een meer natuurlijk gevoel tijdens de gemeenschap teweegbrengt en tevens de veiligheid van het condoom verder verhoogt.

Hiertoe wordt het hulpmiddel voor een mannelijk condoom volgens de uitvinding gekenmerkt door een in hoofdzaak stijve ring met aanzienlijke axiale breedte en/of radiale dikte en met een zodanige inwendige diameter dat deze ruim om een penis in geërecteerde toestand past, terwijl de ring is uitgevoerd met verbindingsorganen voor de losneembare verbinding met het open uiteinde van het condoom.

Dit hulpmiddel heeft een aantal belangrijke voordelen.

Ten aanzien van het natuurlijke gevoel van de man tijdens de gemeenschap biedt de ring het voordeel dat de als hinderlijk ervaren druk op de penis door de elastische band aan het open uiteinde van het thans gebruikelijke afrolbare condoom door het hulpmiddel wordt weggenomen doordat het open uiteinde van het condoom aan de ring wordt bevestigd, die los om de penis is aangebracht. De ring wordt op zijn plaats gehouden door het condoom zelf die om de penis past, of door andere middelen. Door het wegvallen van de plaatselijke druk van de elastische band van het condoom kan het vel van de penis ook gemakkelijker ten opzichte van de kern van de penis bewegen, hetgeen stimulerend werkt. Ook kan de als prettig ervaren gewone gelijkmatig verdeelde druk van het condoom op de penis door het wegvallen van de plaatselijke druk van de elastische band beter worden gevoeld. Voorts zal de ring het condoom in de lengterichting strak om de penis houden hetgeen het gevoel in de penis niet wordt verstoord door plooien of dergelijke.

Een andere mogelijkheid die de ring biedt is het creëren van een quasi vaginaal effect in een mannelijk condoom, waardoor als het ware een "semi form-fitting" condoom ontstaat. Indien namelijk het condoom aan de binnenzijde van een glijmiddel wordt voorzien en enigszins korter dan de penislengte wordt gekozen, zal bij de ingaande beweging van de penis in de vagina op zeker moment de ring tegen de ingang van de vagina stuiten, waarna bij het verder binnendringen van de penis het condoom zal worden uitgerekt tussen de voorzijde van de penis en de ring, waardoor een beweging tussen het condoom en de huid van de penis zal optreden die de man stimuleert en een natuurlijk gevoel veroorzaakt. Op deze wijze ondervinden zowel de man als de vrouw een natuurlijke bewe-gings- resp. wrijvingsstimulatie van het geslachtsorgaan, hetgeen bij de tot nu toe bekende mannelijke of vrouwelijke condooms niet kon worden gerealiseerd.

De ring zelf kan tevens de stimulatie van de vrouw of de man versterken door de axiale druk op de geslachtsorganen of de omgeving daarvan aan het eind van de penetratiebewe-ging van de man, waarbij de ring als het ware het pubische bot stimuleert.

De ring verhoogt tevens de veiligheid, doordat wordt voorkomen dat het condoom van de penis af in de vagina glijdt. De ring blijft immers door zijn afmeting steeds buiten de vagina zodat het open uiteinde van het condoom ook buiten de vagina blijft en zodoende bij een eventueel van de penis afglijden van het condoom nimmer vloeistof direkt uit het condoom in de vagina kan lekken. Bij het terugtrekken van de penis uit de vagina na ejaculatie kan de man of vrouw gemakkelijk de ring vastpakken om te voorkomen dat het condoom in de vagina achterblijft.

Een voorkeursuitvoering van het hulpmiddel volgens de uitvinding is daardoor gekenmerkt dat de ring in zijn buitenoppervlak is voorzien van een in de omtreksrichting verlopende groef.

Door deze maatregel is het mogelijk een gebruikelijk afrolbaar condoom op zeer eenvoudige wijze aan de ring vast te maken, waarbij de elastische band aan het open uiteinde van het condoom in de groef van de ring komt te liggen. Hierbij kan het condoom vanaf één zijde van de ring over de ring worden getrokken totdat de elastische band in de groef is gelegen, terwijl het tevens mogelijk is het condoom vanaf één zijde van de ring eerst door de ring heen te halen en dan het condoom aan de andere zijde van de ring hieroverheen te trekken totdat de elastische band aan het open uiteinde van het condoom zich in de groef bevindt. Door deze twee manieren van aanbrenging van het condoom om de ring zijn twee effectieve lengten van het condoom te bewerkstelligen, waarmede kan worden geëxperimenteerd voor het vinden van de juiste condoom-lengte voor het bereiken van het meest optimale quasi-vaginale effekt. Het is uiteraard ook mogelijk twee of meer groeven aan te brengen, teneinde de effectieve lengte van het condoom te kunnen wijzigen.

Uiteraard dient er bij de vormgeving van de ring op te worden gelet, dat geen contactplaatsen tussen het condoom en de ring ontstaan die het scheuren van het condoom kunnen veroorzaken. Bij een juiste vormgeving van de ring kan dit gevaar echter tot een minimum worden beperkt, dat kleiner is dan de kans dat het condoom op andere plaatsen scheurt. De vormgeving kan daarbij ook worden gekozen voor het verschaffen van het plezierig gevoel tijdens het gebruik, hetgeen kan worden bereikt door afrondingen, ribbels en dergelijke.

Voor het vergemakkelijken van het aanbrengen van het afrolbare condoom op de ring kan in het buitenoppervlak van de ring een aantal, bij voorkeur vijf regelmatig over de omtrek verdeelde, vingertop-inkepingen zijn aangebracht.

Deze vingertop-inkepingen bieden de vingertoppen houvast bij het vasthouden van de ring bij het in de groef brengen van de elastische band aan het open uiteinde van het condoom. Bij de thans gebruikelijke in verpakte toestand opgerolde condooms zal in de regel het condoom eerst over de geheel of gedeeltelijk stijve penis worden afgerold, waarna de elastische band aan het open uiteinde van het condoom om de nabij de basis van de penis gehouden ring wordt aangebracht .

Wanneer het condoom vanwege het glijmiddel glibberig is, kan het lastig zijn de elastische band aan het open uiteinde van het condoom om de ring tot in de groef aan te brengen. Teneinde het aanbrengen van het open uiteinde om de ring te vergemakkelijken, stelt de uitvinding tevens een condoom voor toepassing met de ring volgens de uitvinding voor, dat daardoor is gekenmerkt dat het aan zijn open uiteinde is uitgevoerd met een aantal over de omtrek verdeelde lippen, lussen of dergelijke, die met de vingers kunnen worden vastgepakt teneinde het open uiteinde van het condoom om de ring te brengen. Elastische lussen of lippen met gaten daarin verdienen hierbij de voorkeur, doordat vingers hier doorheen kunnen worden gestoken voor het aanbrengen van het condoom, terwijl in de uitgerekte toestand van het open uiteinde van het condoom wanneer dit om de ring is aangebracht ook de lussen in uitgerekte toestand geheel in de groef zullen zijn gelegen en niet buiten de omtrek van de ring uitsteken.

De ring bezit bij voorkeur een axiale breedte van tenminste acht milimeter en een radiale dikte van tenminste zeven millimeter, terwijl het voordelig is de vormgeving van de ring aan de lichaamscontouren van voornamelijk de vrouw aan te passen teneinde en optimale uitwendige stimulatie van het gebied om de vagina te verkrijgen. Zo zal bij voorkeur de dwarsdoorsnede ovaalvormig zijn, terwijl de axiale breedte van de ring over de omtrek varieert. Ook kan het gat door de ring onder een hoek ten opzichte van het buitenoppervlak verlopen.

Bij een dergelijke ovale vormgeving zal de ring zodanig om de penis worden aangebracht, dat de lange as van de ovaal in de hoogte richting verloopt, terwijl de axiale breedte van de ring aan de onderzijde groter is dan aan de bovenzijde. Ondanks het feit dat de ring met speling om de penis past, zal de ring toch in de genoemde stand worden gehouden door de elastische spanning van het om de penis passende condoom op de ring.

Het hulpmiddel kan verder zijn voorzien van een elastische band, die om de ring, bijv. in een extra groef, is aangebracht en hiervan af kan worden geschoven aan de zijde van het verbonden condoom teneinde om het condoom en de penis te klemmen en op deze wijze het ontsnappen van vloeistof uit het condoom langs de penis tijdens het verslappen hiervan na ejaculatie te verhinderen. De band kan met lippen of lussen zijn uitgevoerd voor het hanteren hiervan.

Volgens de uitvinding wordt tevens een hulpring met grotere diameter dan die van de eerst genoemde ring (of basisring) voorgesteld, welke hulpring losneembaar op de eerst genoemde of basisring plaatsbaar is.

Deze hulpring heeft een aantal voordelen. In combinatie met de basisring met de groef in het buitenoppervlak biedt de hulpring het voordeel, dat de diameter van de basisring klein kan worden gekozen teneinde het open uiteinde van het condoom niet te veel radiaal te hoeven oprekken, terwijl aan de hulpring een zodanig grote diameter kan worden gegeven dat met zekerheid wordt vermeden dat de ring in de vagina binnentreedt. Bij de thans gebruikelijke condooms wordt een radiale uitrekking van het open uiteinde van het condoom tot een diameter van 65-70 millimeter als uiterste grens beschouwd. De hulpring kan dan echter zonder problemen groter worden gekozen. Een grotere diameter is bijvoorbeeld ook wenselijk voor het stimuleren van de clitoris van de vrouw door de druk van de hulpring hiertegen tijdens de penetreerbe-wegingen van de man. Bij voorkeur sluiten de basisring en de hulpring zodanig op elkaar, dat daartussen geen vloeistof kan dringen.

De hulpring kan ook een grotere axiale breedte dan de basisring bezitten teneinde desgewenst de penetratiediepte van de penis in de vagina te beperken.

De hulpring kan ook als beschermingsring worden uitgevoerd voor het bedekken van oppervlakken van de ring waarmede het condoom in aanraking is, teneinde te voorkomen dat het om de ring gespannen gedeelte van het condoom door wrijven of stoten tegen de huid van de man of de vrouw beschadigd kan raken.

Voorts kan de hulpring dienen voor de bevestiging van verdere hulpmiddelen aan de ring. Zo kan een "schort", bijvoorbeeld door middel van een rubberband, om de hulpring worden aangebracht. Het schort kan zijn vervaardigd van een vrij dik (bijvoorbeeld 1 mm) doch buigzaam, wasbaar en opnieuw bruikbaar materiaal en dient als scheiding tussen de man en de vrouw in de omgeving van de geslachtsorganen tijdens de gemeenschap, teneinde vloeistofoverdracht in dat gebied te verhinderen.

De hulpring kan op velerlei manieren aan de basisring worden bevestigd, zoals door een snapverbinding of uitsluitend door klemming. Uiteraard moet worden gewaarborgd dat de hulpring tijdens de gemeenschap op de basisring blijft zitten.

In plaats van de beschreven hulpring kan ook een plaatvormig element van grotere uitgestrektheid, doch kleinere dikte losneembaar op de basisring worden geplaatst, dat dan als het ware de hulpring met het schort vervangt.

De basisring, de hulpring en/of het plaatvormig element kunnen zijn vervaardigd van een kunststof materiaal. Belangrijk is evenwel dat de ringen goed afwasbaar zijn, teneinde de hygiëne bij meermalig gebruik te waarborgen. De basisring, de hulpring en/of het plaatvormig element kunnen zijn bedekt met een de huid imiterend materiaal voor het bevorderen van het natuurlijke gevoel bij het contact met de huid.

Voor het vasthouden van de ring aan het lichaam van de man kan worden gedacht aan een opengewerkte onderbroek of gordelconstructie of dergelijke, waaraan de ring kan worden vastgemaakt. Anderzijds is het mogelijk de ring ten opzichte van het lichaam van de vrouw te borgen, waartoe de ring zou kunnen worden verbonden met een vasthoudring die met een gordel of bandconstructie aan het lichaam van de vrouw is vastgemaakt. Daarbij zou de ring na de penetratie van de van condoom met ring voorziene penis in de vagina aan de vasthoudring kunnen worden vastgeklikt. Na de gemeenschap kan de basisring weer van de vasthoudring worden losgemaakt en bij het terugtrekken van de penis uit de vagina mee worden verwijderd.

Uiteraard is het mogelijk een condoom op andere dan de tot nu toe beschreven wijze aan de basisring te bevestigen. Zo kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een aangepast condoom dat aan het open uiteinde een dunne verwijde kraag bezit die aan de ring kan worden geklikt of tussen de ring en een extra snapring kan worden vergrendeld. Bij voorkeur is hierbij het condoom in verpakte toestand zig-zagvormig opgevouwen en voorzien van een glijmiddel voor tenminste de binnenzijde van het condoom.

Deze laatst genoemde uitvoering heeft het voordeel, dat het condoom van te voren aan de ring kan worden bevestigd, waarna de penis door de ring in het condoom kan worden gestoken, zodat het aanbrengen van het condoom en de ring op de penis zeer eenvoudig is en in één handeling kan worden uitgevoerd.

In alle in het voorgaande beschreven uitvoeringen van de uitvinding is de ring steeds als meermalig te gebruiken element uitgevoerd. Het is evenwel denkbaar om de ring als vrij dun plaatvormig element uit te voeren dat uit één stuk met het condoom is vervaardigd en derhalve ook maar eenmalig wordt gebruikt. In dit geval is het condoom bij voorkeur weer zig-zagvormig opgevouwen en van een glijmiddel voor tenminste de binnenzijde hiervan voorzien. Overigens wordt in dit verband opgemerkt, dat onder het begrip ring ook een dun plaatvormig element met een gat daarin wordt begrepen.

Ter verdere verhoging van de veiligheid met betrekking tot de ongewenste overdracht van vloeistoffen stelt de uitvinding een absorberend en sperma- en ziektedragers dodende stoffen bevattend verband voor, dat losneembaar aan de ring, hulpring of het plaatvormige element bevestigbaar is. Dit verband kan eventueel uit de vagina ontsnapt vocht absorberen en/of neutraliseren. Op dezelfde gedachte berust het idee van een ringvormig om de penis, nabij de ring onder het condoom aanbrengbaar, vloeistof absorberend en sperma- en ziektedragers dodende stoffen bevattend verband, dat eventueel uit het condoom aan het open uiteinde tredend sperma kan absorberen en/of neutraliseren.

Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving aan de hand van de tekening, die een aantal uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding schematisch weergeeft.

Fig. 1 toont een perspectivisch aanzicht van de basisring van het hulpmiddel voor een mannelijk condoom volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een perspectivisch dwarsdoorsnede van de basisring van het hulpmiddel voor een mannelijk condoom volgens de uitvinding.

Fig. 3 toont een perspectivisch aanzicht van een basisring, een daarop aangebracht condoom en een hulpring van het hulpmiddel volgens de uitvinding.

Fig. 4a en 4b zijn axiale aanzichten van een mannelijk condoom volgens de uitvinding in ontspannen, respectievelijk radiaal uitgerekte toestand.

Fig. 5 is een perspectivische doorsnede van een basisring met een daarop aangebracht condoom, een op de basisring bevestigde hulpring en een daaromheen gemonteerd schort van het hulpmiddel volgens de uitvinding.

Fig. 6 en 7 tonen een perspectivische doorsnede van twee wijzen van aanbrenging van een condoom op een basisring van het hulpmiddel volgens de uitvinding.

Fig. 8 is een perspectivische doorsnede van een basisring met daarop aangebrachte, als verlengingsring uitgevoerde hulpring van het hulpmiddel volgens de uitvinding.

Fig. 9 is een perspectivisch aanzicht van een met een vrouw verbonden vasthoudring van het hulpmiddel volgens de uitvinding.

Fig. 10 is een langsdoorsnede van een basisring met een speciaal mannelijk condoom volgens de uitvinding.

Fig. lla, llb is een bovenaanzicht, respectievelijk een langsdoorsnede van een eenmalig te gebruiken ring met speciaal condoom volgens de uitvinding.

De figuren tonen verschillende onderdelen en uitvoeringen van een hulpmiddel voor een mannelijk condoom.

Onder verwijzing van in het bijzonder de fig. 1 en 2 is een eerste ring of basisring 1 weergegeven. Deze basisring 1 bezit een zodanige binnendiameter, dat deze met speling om een penis in geërecteerde toestand kan worden aangebracht.

Deze binnendiameter zou bijvoorbeeld 50 mm kunnen zijn, doch zou ook groter of kleiner kunnen worden gekozen of bij voorkeur in verschillende maten kunnen worden geleverd. Daarbij is de basisring 1 voorzien van middelen voor de verbinding tussen een mannelijk condoom 5 (zie fig. 3) en de basisring.

In het geval van een thans gebruikelijk mannelijk condoom, dat is vervaardigd van een zeer dun elastisch materiaal en dat is voorzien van een gesloten uiteinde en een open uiteinde met eventueel een elastische band 6 (fig. 3, 6, 7), bestaan de bevestigingsmiddelen bij voorkeur uit een groef 2, die in het buitenoppervlak van de ring is aangebracht en zich in de omtreksrichtig hiervan over de gehele omtrek uitstrekt. De groef 2 scheidt twee axiale gedeelten van de ring, in dit geval een grootste gedeelte 3 en een kleinste gedeelte 4, waarbij het grootste gedeelte 3 een enigszins grotere diameter bezit dan het kleinste gedeelte 4.

Fig. 3 en 6 tonen de meest gebruikelijke wijze van aanbrenging van een condoom 5 aan de basisring 1. Hierbij wordt allereerst het condoom door de ring heen gevoerd, waarna de elastische band 6 aan het open uiteinde van het condoom 5 over het gedeelte 4 van de basisring 1 wordt getrokken totdat de elastische band in de groef 2 van de basisring 1 is gelegen. Bij de thans gebruikelijke in verpakte toestand opgerolde condooms zal dit in de praktijk inhouden, dat allereerst het condoom 5 over de geheel of gedeeltelijk stijve penis wordt afgerold, waarna de basisring 1 om de penis tot aan het open uiteinde van het condoom wordt gebracht en dan de elastische band 6 van het condoom 5 om de basisring 1 tot in de groef 2 wordt getrokken.

De groef 2 kan zodanige afmetingen worden gegeven, dat enerzijds een goede borging van de elastische band 6 wordt bereikt en anderzijds de groef 2 gemakkelijk kan worden gereinigd. De bodem van de groef 2 kan hiertoe hol zijn afgerond

Voor het verbeteren van de greep op de basisring 1 bij het aanbrengen van het condoom hieromheen kan de basisring aan zijn omtrek zijn uitgevoerd met een aantal vinger-top-inkepingen 7 (fig. 3). Deze vingertop-inkepingen 7 kunnen bijv. alleen in het gedeelte 3 van de basisring 1 aan één zijde van de groef 2, of in de beide gedeelten 3 en 4 ter weerszijden van de groef 2 zijn aangebracht. In principe zou met twee vingertop-inkepingen 7 voor de duim en de wijsvinger kunnen worden volstaan, doch bij voorkeur worden vijf inkepingen 7 aangebracht, zodat de basisring 1 in verschillende standen en met beide handen kan worden vastgehouden, waarbij de duim en de wijsvinger telkens in twee inkepingen 7 grijpen, die bijna diametraal tegenover elkaar zijn gelegen.

In dat geval blijft meer dan de helft van de ring vrij om de elastische band 6 van het condoom 5 met de andere hand in de groef 2 te brengen.

Zoals uit het voorgaande blijkt, kan de basisring 1 zeer goed worden gebruikt in combinatie met de thans gebruikelijke in de fig. 3 en 6 weergegeven condooms. Ter verdere verhoging van het gebruiksgemak zal het condoom evenwel volgens de uitvinding kunnen worden aangepast door het aanbrengen van een aantal lippen met of zonder gaten, lussen of dergelijke aan het open uiteinde van het condoom, welke lippen, lussen of dergelijke met de vingers kunnen worden gegrepen voor het om de ring 1 brengen van de elastische band 6 van het condoom. In fig. 4a is schematisch het open uiteinde van een dergelijk condoom 5 weergegeven, waarbij drie van gaten 8' voorziene lippen 8 over de omtrek van de elastische band 6 zijn aangebracht en waarin een vinger kan worden gestoken. Fig. 4b toont hetzelfde open uiteinde van het condoom 5 als in fig. 4a, doch evenwel in de toestand, waarin de elastische band 6 in de groef 2 van de basisring 1 is gezeten en derhalve in de omtreksrichting is uitgerekt, zodanig dat ook de lippen 8 zijn uitgerekt en nagenoeg tegen de elastische band 6 liggen en derhalve niet buiten de groef 2 uitsteken.

Een verdere aanpassing van het condoom kan bestaan uit het dikker uitvoeren van de wand van het condoom 5 in een gebied aangrenzend aan het open uiteinde hiervan in vergelijking tot het overige gedeelte. De wand kan bijv. bij het open uiteinde over een afstand van 2 a 3 cm ca. 15 maal dikker zijn gemaakt en dan geleidelijk naar de dikte van de rest van het condoom overgaan. Het verdikte wandgedeelte van het condoom 5 zal in gebruik met de basisring 1 zich om de basisring bevinden en zal door de grotere sterkte de kans dat het condoom 5 door de radiale uitrekking aan het open uiteinde scheurt nog verder verminderen in vergelijking tot de gebruikelijke condooms zonder verdikking.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld heeft de basisring 1 een geheel ronde dwarsdoorsnede, waarbij de binnenomtrek en de buitenomtrek coaxiaal zijn en de axiale breedte van de basisring over de hele omtrek constant is. De basisring 1 kan echter ook een andere dan ronde vorm bezitten, bijvoorbeeld een ovale vorm zodanig dat de binnen- en buiten omtrek van de basisring aan de lichaamscontouren van de man en de vrouw zijn aangepast. Ook de axiale breedte van de basisring 1 kan voor hetzelfde doel over de omtrek variëren. Verder kan de basisring 1 in plaats van massief, zoals is weergegeven, hol zijn uitgevoerd, al dient te zijn gewaarborgd dat de ring tijdens het gebruik een zekere stijfheid of stevigheid bezit, teneinde er voor te zorgen dat het condoom stevig op de ring is gezeten en het open uiteinde van het condoom in radiaal uitgerekte toestand wordt gehouden. Uiteraard moet de basisring 1 afgeronde vormen bezitten voor het voorkomen van verwondingen aan de huid en het verschaffen van een prettig gevoel.

Volgens de uitvinding kan het hulpmiddel voor een mannelijk condoom verder een hulpring 9 omvatten, die een grotere diameter heeft dan de basisring 1. In de meeste gevallen zal de hulpring 9 om de basisring 1 worden aangebracht. De hulpring 9 kan op velerlei manieren aan de basisring 1 zijn bevestigd, doch de eenvoudigste wijze is uiteraard het klemmen van de hulpring 9 op de basisring 1. Hiertoe is zoals in het voorgaande is aangegeven, het gedeelte 3 van de basisring 1 met een enigszins grotere diameter uitgevoerd dan het gedeelte 4 van de basisring 1, zodat de hulpring 9 met zijn binnenoppervlak op het buitenoppervlak van het gedeelte 3 van de basisring 1 kan klemmen, zoals uit de fig. 3, 5, 7 en 8 blijkt. Het buitenoppervlak van het gedeelte 4 van de basisring 1 blijft in dat geval op afstand van het binnen-oppervlak van de hulpring 9, zodat het over het buitenoppervlak van het gedeelte 4 van de basisring 1 aangebrachte gedeelte van het condoom 5 niet in aanraking komt met de hulpring 9 en derhalve niet door contact met de hulpring 9 kan worden beschadigd.

In de uitvoering van de hulpring 9 volgens fig. 3 heeft de hulpring 9 als belangrijkste doel het vergroten van de diameter van de combinatie basisring 1 en hulpring 9, teneinde te allen tijde te voorkomen dat het condoom 5 met de ring de vagina kan binnentreden. Uiteraard zal de diameter van de basisring 1 tot een hiervoor gewenste diameter kunnen worden vergroot, doch bij de weergegeven bevestigingsmethode van het condoom 5 aan de basisring 1 zou dit een te grote radiale uitrekking van het open uiteinde van het condoom 5 met zich mee kunnen brengen. Bij de hedentendage gebruikelijke condooms wordt een uitrekking van de elastische band 6 aan het open uiteinde van het condoom 5 tot een diameter van ongeveer 65-70 mm als uiterste grens beschouwd, terwijl behoefte zou kunnen bestaan aan een ring met grotere diameter, bijvoorbeeld van 80 mm. In dit geval kan aan de basisring 1 een diameter van 65 mm worden gegeven, terwijl dan de hulpring 9 een buiten-diameter van ongeveer 80 mm verkrijgt. Deze grotere totale diameter van de basisring 1 en de hulpring 9, gecombineerd met een aanzienlijke breedte van tenminste de hulpring 9 heeft tevens het bijkomende voordeel, dat het gebied rond de clitoris van de vrouw wordt gestimuleerd door de druk van de hulpring 9 hiertegen tijdens de penetratiebewegingen van de man. Het buitenoppervlak van de hulpring 9 kan daartoe zodanig worden uitgevoerd, dat dit aangenaam en stimulerend werkt. Bij voorkeur zal daarbij de hulpring 9 tenminste aan de zijde die tijdens het gebruik naar de vrouw is gekeerd een afgeronde contour bezitten en eventueel in de omtreksrichting verlopende ribbels hebben.

Fig. 5 toont een enigszins gewijzigde uitvoering van de hulpring 9, die een grotere axiale breedte dan de basisring 1 bezit en is uitgevoerd met een inwendige aanslag-schouder 10 voor het tegenhouden van de in de hulpring 9 geschoven basisring 1. De hulpring 9 dient in deze uitvoeringsvorm tevens als bevestigingsorgaan of ondersteuningsor-gaan voor verdere hulpmiddelen, zoals het in fig. 4 weergegeven schort 11, dat uit een stuk plooibaar en enigszins elastisch materiaal bestaat dat met een elastische band 12 aan de omtrek van een in het schort 11 aangebracht gat om de hulpring 9 past, waarbij de elastische band 12 in een omtreks-groef 13 in het buitenoppervlak van de hulpring 19 kan worden geplaatst. Het schort 11 dient als scheiding tussen de lichamen van de man en de vrouw tijdens de gemeenschap in de omgeving van de geslachtsorganen, teneinde een vloeistofover- dracht in dit gebied te verhinderen.

Als alternatief voor de hulpring 9 en de combinatie met het schort 11 zou ook kunnen worden gekozen voor een direkt op de basisring 1 aangebracht plaatvormig element.

Fig. 7 toont nog een verdere uitvoeringsvariant van de hulpring 9, welke in dit geval als beschermingsring is uitgevoerd die dient voor het bedekken van die gedeelten van de basisring 1 die in aanraking zijn met het condoom 5. Dit is in het bijzonder dan wenselijk wanneer het condoom 5 op andere wijze dan volgens fig. 5 aan de basisring 1 is bevestigd. In de situatie volgens fig. 7 is namelijk de basisring 1 omgekeerd en is het condoom 5 niet eerst door de ring heen gevoerd, doch direkt over het thans aan de zijde van het condoom 5 gelegen gedeelte 4 van de basisring 1 aangebracht. Bij deze wijze van aanbrenging van het condoom 5 aan de basisring 1, waarbij de effectieve lengte van het condoom 5 is vergroot, zou het kunnen passeren dat het condoom tussen het zijoppervlak van de basisring 1 aan de zijde van het gedeelte 4 en de huid van de vrouw bekneld raakt, waardoor het condoom aldaar zou kunnen worden beschadigd. Door het aanbrengen van de hulpring 9 volgens fig. 7 zal een de zijde van de basisring 1 bij het gedeelte 4 op afstand bedekkende flens 14 met de huid van de vrouw in aanraking komen en op deze wijze het condoom beschermen.

Ten aanzien van de fig. 6 en 7 wordt nog opgemerkt, dat, zoals is reeds is opgemerkt, door deze twee wijzen van aanbrenging van condoom 5 aan de basisring 1 verschillende effectieve lengten van het condoom 5 kunnen worden bewerkstelligd hetgeen van belang kan zijn voor het verkrijgen van een juiste condoomlengte voor het bereiken van het zogenaamde quasi vaginale effekt in het condoom 5. Hiertoe is het uiteraard het beste condooms in verschillende en bij voorkeur een groot aantal lengte- en diametermaten te leveren om zodoende het juiste condoom te kunnen kiezen voor een betreffende penislengte- en dikte.

Door het quasi vaginale effect in het condoom 5, waarbij de elastische band 6 hiervan om de basisring 1 is aangebracht en dus vrij ten opzichte van de penis kan bewegen en het condoom 5 bij elke penetratie van de penis in de vagina wordt uitgerekt tussen het voorste uiteinde van de penis en de zich buiten de vagina bevindende basisring 1 en derhalve plaatselijk ten opzichte van de penis verschuift en een wrijvingsstimulatie veroorzaakt, zou het materiaal van het condoom in principe dikker dan thans gebruikelijk kunnen worden uitgevoerd, terwijl de man toch op bevredigende wijze wordt gestimuleerd. Dit maakt het condoom sterker en dus meer geschikt om meerdere malen te worden gebruikt, hetgeen voor de gebruiker een aanzienlijk financieel voordeel is zonder dat de veiligheid van het condoom in gevaar komt.

Fig. 8 toont een verdere variant van de hulpring 9, die als afstandsring is uitgevoerd en dient voor het beperken van de maximale penetratiediepte van de penis in de vagina. Hiertoe heeft de hulpring 9 een aanzienlijke grotere axiale breedte dan de basisring 1 bijvoorbeeld 26 mm of meer tegenover 8-20 mm voor de basisring. Het beperken van de maximale penetratiediepte van de penis in de vagina kan van belang zijn, indien de vrouw het onprettig vindt, of niet in staat is de hele penis in zich op te nemen. Door het aanbrengen van de hulpring 9 met grote axiale breedte zal een deel van de penis buiten de vagina worden gehouden. De bevestiging van de basisring 1 aan de hulpring 9 kan in dit geval door een snapmecha-nisme plaatsvinden, dat de basisring 1 in aanraking houdt met de binnenwaarts gekeerde flens 10 van de hulpring 9.

Fig. 9 toont een verder hulpmiddel dat kan worden gecombineerd met de basisring 1 en dat bestaat uit een vasthoudring 15 die door middel van een gordelconstructie met het lichaam van een vrouw kan worden verbonden, zodanig dat de vasthoudring 15 voor de opening van de vagina van de vrouw is gelègen. Deze gordelconstructie bestaat in het weergegeven geval uit vier banden 16, die aan een tailleband 17 zijn bevestigd. De vasthoudring 15 is aan zijn omtrek uitgevoerd met snaporganen 18 of dergelijke waarmede de basisring 1 op gemakkelijke wijze aan de vasthoudring 15 kan worden vastgemaakt en weer kan worden losgenomen. Op deze wijze is de basisring 1 ten opzichte van het lichaam van de vrouw gefixeerd. De basisring 1 zal daarbij na het binnendringen van de penis met condoom in de vagina aan de vasthoudring 15 worden gesnapt. Als extra zou nog een deksel voor de vasthoud- ring 15 kunnen worden verschaft, die na het verwijderen van de basisring 1 op de plaats hiervan kan worden aangebracht voor het tegengaan van de ontsnapping van vloeistof door de vast-houdring 15.

Aan de boven- en onderzijde van de vasthoudring 15 zijn plaatvormige uitbreidingen 19 respectievelijk 20 gevormd, die vloeistofoverdracht tussen de man en de vrouw kunnen tegengaan en die voorts kunnen dienen als bevestigings-of steunorgaan voor verbandmateriaal, dat vocht absorberend is en sperma en ziektedragers neutraliserende respectievelijk dodende stoffen bezit.

Fig. 10 toont een verdere uitvoeringsvorm van de basisring 1 voor toepassing met een bijzonder condoom 21, dat aan zijn open uiteinde is uitgevoerd met een verwijde kraag 22 met een zekere stijfheid. De kraag 22 kan bijvoorbeeld in de basisring 1 worden aangebracht en tussen een inwendige flens 23 en een afzonderlijke snapring 24 worden geklemd, waarbij de basisring 1 en de snapring 24 door snaporganen 25 ten opzichte van elkaar kunnen worden geborgd. Uiteraard zijn ook andere wijzen van verbinding tussen de basisring 1 en dit condoom 21 mogelijk.

Een verdere bijzonderheid van het condoom 21 is, dat dit in verpakte toestand zig-zagvormig is opgevouwen en is voorzien van een glijmiddel voor de binnenzijde en buitenzijde van het condoom 21. Dit condoom kan reeds van tevoren aan de basisring 1 worden bevestigd, waarna nog slechts de stijve penis door de ring 1 in het condoom 21 behoeft te worden gestoken, hetgeen eenvoudig zal gaan wanneer het condoom 21 aan de binnenzijde voldoende glad is. Verder zou het met dit condoom 21 mogelijk kunnen zijn de basisring 1 met dit condoom 21 aan de vasthoudring 15 van de vrouw (fig. 9) te bevestigen, waarna de man met zijn penis het condoom 21 en de vagina van de vrouw kan binnendringen.

Fig. 11 a en b tonen dat het in fig. 10 weergegeven condoom 21 in principe ook zou kunnen worden gecombineerd met een vast daarmede verbonden en derhalve éénmalig te gebruiken ring, in welk geval de ring bij voorkeur uit een dunne plaat 26 met een gat 27 daarin bestaat zoals is weergegeven. Het condoom 21 is dan aan de omtrek van het gat 27 aan de plaat 26 bevestigd, bijv. door een bevestigingsring 28, waarbij het condoom door hieroverheen verlopende en aan beide kanten van de plaat geplakte stroken in opgevouwen toestand kan worden gehouden (niet weergegeven). Als alternatief kunnen condoom 21 en plaat 26 uit een stuk zijn gevormd.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoerings-voorbeelden, die op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd. Zo zou het bijvoorbeeld mogelijk kunnen zijn de ring open uit te voeren, zoals in de vorm van een hoefijzer. In deze uitvoering biedt de ring nog dezelfde voordelen als een gesloten ring, namenlijk het wegnemen van de druk van de elastische band van een thans gebruikelijk condoom, het mogelijk maken van een quasi vaginaal effect in een mannelijk condoom, het voorkomen dat het condoom geheel in de vagina glijdt en een uitwendig stimuleren van de omgeving van de geslachtsorganen.

Een verdere mogelijkheid is het verschaffen van een opblaasbare ring, die nadat het open uiteinde van het condoom hieromheen is aangebracht, kan worden opgeblazen tot de uiteindelijke gewenste vorm, waardoor tevens het condoom goed wordt geborgd.

Uiteraard zijn uitvoeringen van de ring 1 mogelijk, teneinde zonder de groef 2 een gewoon mannelijk condoom 5 met elastische band 6 veilig en stevig vast te houden. Zo zou het mogelijk zijn een "halve" groef in de ring 1 aan te brengen, die dan aan één zijde van de ring 1 grenst en daar een ringvormig einddeel van kleinere diameter vormt, waarop de elastische band 6 kan rusten op de wijze volgens fig. 6 en 7. Ook kan het buitenoppervlak van de ring 1 van omtreksribbels zijn voorzien of zijn uitgevoerd met een buisvormig patroon van groeven of ribbels of een geruwd oppervlak, teneinde het condoom 5 met de elastische band 6 door wrijving vast te houden.

Verder is het mogelijk het condoom 5 aan te passen teneinde te kunnen worden gebruikt met een zeer eenvoudige, bijvoorbeeld gladde ring 1. Een eerste mogelijkheid bestaat uit het aanbrengen van een verdere elastische band of een verdikt respectievelijk versterkt gedeelte van ca. 1-3 cm op een afstand van de elastische band 6 die ongeveer over eenkomt met de dikte van de ring 1. Hierdoor wordt voorkomen dat de elastische band 6 het vaak gladde condoom over de ring 1 heen trekt waardoor de elastische band 6 weer zou kunnen samentrekken naast de ring 1 en zodoende in aanraking komen met de penis. De extra elastische band of het verdikte gedeelte voorkomt dit echter door het weerstaan van de trekkracht van de elastische band 6. Voorts zou het mogelijk zijn nabij het open uiteinde van het condoom een ringvormige uitstulping in de wand hiervan te vormen, waarin de ring 1 kan worden opgenomen. Verder kan de wrijving tussen het condoom en het buitenoppervlak van de ring worden verhoogd door, bijvoorbeeld te voorkomen dat glijmiddel nabij het open uiteinde van het condoom aanwezig is, door het aanbrengen van ribbels, groeven of een wrijving verhogend patroon aan de binnenzijde van het condoom aan het open uiteinde daarvan, of door het bekleden van de binnenzijde van het condoom bij het open uiteinde daarvan met een hoge wrijving opwekkend materiaal.

Voorts bestaat de mogelijkheid de basisring zonder eigenlijk mannelijk condoom te gebruiken. In dat geval kan de ring als uitgangspunt dienen ter stimulatie van de gebieden rondom de geslachtsorganen. Een hulsvormig condoom (als het ware een manneljk condoom waarvan het voorste, aan het gesloten uiteinde grenzende deel is afgeknipt) kan dan dienen voor het vasthouden en centreren van de ring op de penis. Dit condoom oefent daarbij een door sommige mannnen als prettig ervaren druk op het basisdeel van de penis uit, die veel geringer is dan de onprettige plaatselijke druk die zonder de ring zou ontstaan door de elastische band aan het open uiteinde van het condoom. Het voorste open uiteinde van dit vast-houdcondoom zou enkelvoudig kunnen worden omgezoomd teneinde inscheuren van het condoom te voorkomen.

Claims (25)

1. Hulpmiddel voor een mannelijk condoom, gekenmerkt door een in hoofdzaak stijve ring met aanzienlijke axiale breedte en/of radiale dikte en met een zodanige inwendige diameter dat deze ruim om een penis in geërecteerde toestand past, terwijl de ring is uitgevoerd met verbindings-organen voor de losneembare verbinding met het open uiteinde van een condoom.

2. Hulpmiddel volgens conclusie 1, waarbij de ring in zijn buitenoppervlak is voorzien van een in de omtreks-richting verlopende groef.

3. Hulpmiddel volgens conclusie 2, waarbij de diameter van de ring aan één zijde van de groef enigszins groter is dan die aan de andere zijde.

4. Hulpmiddel volgens conclusie 2 of 3, waarbij in het buitenoppervlak van de ring een aantal, bij voorkeur vijf regelmatig over de omtrek verdeelde, vingertop-inkepingen zijn aangebracht.

5. Hulpmiddel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ring een axiale breedte van ten minste 8 mm en/of een radiale dikte van tenminste 7 mm bezit.

6. Hulpmiddel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ring een aan de lichaamscontouren aangepaste dwarsdoorsnede bezit, bij voorkeur ovaalvormig is uitgevoerd.

7. Hulpmiddel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ring een over de omtrek variërende axiale breedte bezit.

8. Hulpmiddel volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een hulpring met grotere diameter, die losneembaar op de eerstgenoemde ring of basisring plaatsbaar is.

9. Hulpmiddel volgens conclusie 3 en 8, waarbij de hulpring een zodanige binnendiameter bezit, dat deze op het gedeelte van de basisring met grotere diameter klembaar is.

10. Hulpmiddel volgens conclusie 8, waarbij de hulpring is uitgevoerd als beschermingsring, die om het gedeelte van de ring met grotere diameter kan snappen en de gedeelten van het condoom die in aanraking zijn met de ring kan bedek ken.

11. Hulpmiddel volgens conclusie 8, waarbij de axiale breedte van de hulpring aanzienlijk groter is dan die van de eerstgenoemde of basisring.

12. Condoom voor toepassing met het hulpmiddel volgens conclusie 2 of 3, vervaardigd van een dun elastisch materiaal en voorzien van een open en een gesloten uiteinde, waarbij het condoom aan zijn open uiteinde is uitgevoerd met een aantal over de omtrek verdeelde lippen met of zonder gaten, lussen of dergelijke en/of het materiaal van het condoom in een gedeelte hiervan aangrenzend aan het open uiteinde dikker uit te voeren dan in het overige gedeelte.

13. Condoom voor toepassing met het hulpmiddel volgens conclusie 1, waarbij het condoom aan het open uiteinde een dunne verwijde kraag bezit die met de basisring kan worden verbonden, terwijl het condoom bij voorkeur in verpakte toestand zig-zagvormig is opgevouwen en is voorzien van glijmiddel voor althans de binnenzijde hiervan.

14. Condoom van dun elastisch materiaal met een open en een gesloten uiteinde, waarbij het open uiteinde aan de omtrek is verbonden met een plaatvormig element dat is voorzien van een op het condoom aansluitend gat met een zodanige diameter dat een penis in geërecteerde toestand met speling in het gat past, waarbij het condoom in verpakte toestand zig-zagvormig is opgevouwen en is voorzien van glijmiddel voor althans de binnenzijde hiervan.

15. Condoom volgens conclusie 13 of 14, waarbij het condoom in de verpakte toestand door verwijderbare stroken aan beide zijden hiervan in opgevouwen toestand is gehouden.

16. Hulpmiddel volgens conclusie 8, gekenmerkt door een aan de hulpring bevestigd schort van plooibaar materiaal.

17. Hulpmiddel volgens een der conclusies 1-7, gekenmerkt door een losneembaar aan de basisring bevestigde, elastische band die nabij de ring om het om de penis aangebrachte condoom kan worden geklemd.

18. Hulpmiddel volgens conclusie 8, waarij de hulpring als een plaatvormig element is uitgevoerd.

19. Hulpmiddel volgens een der voorgaande conclu- sies, gekenmerkt door een ringvormig om de penis aanbrengbaar, vloeistof absorberend en sperma- en ziektedra-gers dodende stoffen bevattend verband.

20. Hulpmiddel volgens een der conclusies 1-11 of 16-19, gekenmerkt door een door de man te dragen onderbroek of dergelijke, waaraan de basisring bevestigbaar is.

21. Hulpmiddel volgens een der conclusies 1-11, of 16-20, gekenmerkt door een losneembaar aan de hulp-ring of het plaatvormige element te bevestigen absorberend en sperma- en ziektedragers dodende stoffen bevattend verband.

22. Hulpmiddel volgens een der conclusies 1-11, of 16-20, waarbij de basisring en/of de hulpring aan een of beide zijden is bedekt met huid imiterend materiaal.

23. Hulpmiddel volgens één der conclusies 1-11, of 16-22, gekenmerkt door een met de vrouw te verbinden vasthoudring voor de losneembare bevestiging van de basisring daaraan.

24. Hulpmiddel volgens conclusie 23, waarbij de vasthoudring door een gordelconstructie of dergelijke met het lichaam van de vrouw kan worden verbonden.

25. Condoom voor toepassing met een losse ring, gekenmerkt door middelen voor de verbinding van het condoom met de ring.