NL8902835A - Zwelbaar voortbrengsel. - Google Patents

Description

Zwelbaar voortbrengsel.

Als uitvinder wordt vermeld Robert Hans Muller

De uitvinding heeft betrekking op een zwelbare afsluiter, die bestand is om in een gebruikstoestand een door begrenzingen bepaalde doorgang, in het bijzonder in een menselijk lichaam, af te dichten tegen ongecontroleerde passage daardoorheen van het fluida, omvattend een lichaam, waarvan tenminste een eerste gedeelte vervaardigd is van een elastisch materiaal en van zich zelf een structuur heeft met doorgaande poriën, die samendrukbaar zijn tot een uitgangstoestand, waarbij het eerste gedeelte gedimensioneerd is om in de uitgangs toes tand in de doorgang gebracht te kunnen worden en door de inwerking vocht en onder opname van vocht in de poriën zwelbaar is tot de gebruikstoestand. Dergelijke zwelbare afsluiters kunnen vooral toepasbaar zijn als afsluiting voor het tegen passage van lichaamsfluida afdichten van intestinale ope-ningen in een menselijk lichaam.

Een afsluiter van het in de aanhef genoemde soort is bekend uit de Europese octrooiaanvrage 188.376. Hierin wordt een wegwerpbare sluiting voor een intestinale opening getoond, die een langwerpig, elastisch deel omvat, dat met behulp van een materiaal in de uitgangstoestand in een samengedrukte toestand gehouden wordt om ingebracht te kunnen worden in de intestinale opening. Door de inwerking van vocht en/of warmte op het materiaal wordt de samendrukkende werking van het materiaal teniet gedaan en zet het lichaam onder invloed van zijn elasticiteit uit om de opening af te sluiten. Het lichaam kan vervaardigd zijn van een kunststof schuim met open of gesloten cellen, zoals polyurethaanschuim, en het voor het in samengedrukte toestand houden van het lichaam gebruikte materiaal kan polyvinylalcohol zijn, dat in filmvorm om het lichaam aangebracht is en oplosbaar is in water. Het lichaam is aan zijn distale eind, dat in de gebruikstoestand ter hoogte van de ingang van de intestinale opening gelegen is, voorzien van een huidplaat, die door middel van een hechtmiddel op de intestinale omgevende huid bevestigd kan worden. In het geval het lichaam een open-cel-structuur heeft verschaft de huidplaat een afdich ting tegen doordringend lichaamsvocht en vooral gassen.

Bij gebruik van de bekende wegwerpbare sluiting zal gemiddeld eens in de drie dagen de huidplaat verwijderd moeten worden. Deze frequente verwijdering geeft kans op laesies. Voorts geeft in het geval van een lichaam met een open-c elstructuur, wanneer het lichaamsvocht naar de huidplaat kan lekken, deze lekkage kans op dermatitis.

Een hoofddoel van de uitvinding i s daarom een afsluiter van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, dat door zijn bijzondere kenmerken onder meer geschikt is om zonder hulpmiddelen als een afdichtend aangebrachte huidplaat reeds zelf een betrouwbare afdichting tegen in het bijzonder gassen kunnen verschaffen, bijvoorbeeld bij een sluiting voor een intestinale opening. Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het lichaam een tweede gedeelte omvat, dat na inwerking van vocht op het eerste gedeelte in fluidumverbinding is met het eerste gedeelte en dat voorzien is van een superabsorberend middel voor het in absorberende toestand daarvan dichtend vullen van poriën van het eerste gedeelte in de gebruikstoestand, voor het verschaffen van een in het bijzonder gasdichte afsluiting van het door het eerste gedeelte bezette deel van de doorgangdoorsnede en daarmede, in samenwerking met de begrenzingen, van de doorgang.

Wanneer bij het zwelbare voortbrengsel volgens de uitvinding het eerste gedeelte door de inwerking van vocht door zijn elasticiteit uitzet onder het opnemen van vocht in de poriën, dan zal het superabsorberende middel toetreden tot deze poriën en door zijn hoge uitzettingscoëfficiënt de poriën geheel vullen en daarmee als het ware verstoppen, met als gevolg dat door die poriën doorstroming van in het bijzonder gassen niet meer kan plaatsvinden, waarmee de doorgang in het bijzonder tegen gassen afgedicht is.

Bij voorkeur is het materiaal van het eerste gedeelte een kunststof schuim met open cellen, zoals bijvoorbeeld polyurethaanschuim met open cellen, bijvoorbeeld "Hypol 2002". Op voordelige wijze is dit materiaal een hydrofiel kunststof schuim, bijvoorbeeld zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.903.232. In dat geval zal het eerste gedeelte niet alleen als gevolg van zijn elasticiteit uitzetten maar ook als gevolg van het zwellen door het aantrekken van vocht.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm maakt het tweede gedeelte, waarin het superabsorberende middel in de uit-gangstoestand aanwezig is, deel uit van het eerste gedeelte van het lichaam. Het superabsorberende middel, ook wel "s uper-slorper" genoemd, kan dan verspreid aangebracht zijn in enkele poriën en na toetreding van vocht door dat vocht verpreid worde n over andere delen van het eerste gedeelte, voor het bewerkstelligen van de afdichting.

De zwelbare afsluiter volgens de uitvinding, bestemd om een, een inbrengopening bezittende, intestinale doorgang van een menselijk lichaam af te sluiten, kan op voordelige wijze zodanig uitgevoerd zijn dat het eerste gedeelte van het lichaam langwerpig is met een proximaal eind en met een distaai eind, dat bestemd is om in de gebruiktstoestand dichter bij de inbrengopening van de doorgang te liggen dan het proximale eind, waarbij het dis-tale eind vormgegeven is voor het zodanig in de gebruikstoestand aangri3pen van de begrenzingen van de opening, dat voldoende tegenkracht ontwikkeld wordt tegen het onopzettelijk ui t de opening komen van het lichaam. Het distale eind kan hiertoe in de gebruiks-toestand een of meerdere oplegvlakken vormen, die van het proximale eind afgekeerd zijn dat het distale eind in gebrui ks toes tand een of meerdere oplegvlakken vormt, die van het proximale eind af gekeerd zijn en de begrenzingen van de opening aangrijpen. Alternatief kan het voordelig zijn dat het distale eind in gebruiks toes tand een halsvormige vernauwing vormt, waarbij bij voorkeur de halsvormige vernauwing zodanig in dwarsrichting gedimensioneerd is ten opzichte van de begrenzingen van de opening, dat daarmee een klemeffect bewerkstelligd wordt. De halsvormige vernauwing vormt hierbij volgens een voordelige uitvoering een overgang tussen twee dikkere gedeel- ten, ter versterking van de opsluitende werking. Het is daarbij buitengewoon voordelig indien de halsvormige vernauwing gedimensioneerd is om het klemeffect te bewerkstelligen met de subcutis. Ter plaatse van de vernauwing wordt de afsluiter dan als het ware vastgeklemd gehouden door de subcutis, welke laag hiervoor geschikt is, waardoor uitoefening van krachten op andere, teerdere delen, zoals de darmwand, geminimaliseerd kan worden. De bovenbeschreven wijzen van bevestiging van de afsluiter helpen mee in het bereiken van het overbodig doen zijn van bijvoorbeeld hechtmiddelen voor het op zekere wijze op zijn plaats houden van de afsluiter, indien een der-geljke zekere bevestiging nodig is.

Volgens een verdere voorkeursuitvo eringsvorm van de langwerpige afsluiter volgens de uitvinding strekt het eerste gedeelte van het lichaam zich over een substantieel deel van het li chaam uit, waarbij het tweede gedeelte zich aan het proximale eind van het eerste gedeelt bevindt. Hierdoor zal het deel van het lichaam, dat het eerst in contact komt met het vocht het deel zijn waar zich het superabsorberende middel bevindt, dat vervolgens met het vocht meegenomen kan worden naar het eerste gedeelte.

Volgens een verdere voordelige uitvoering is de langwerpige afsluiter, bestemd om ingebracht te worden in een intestinale opening van een menselijk lichaam en dan met het distale eind van het lichaam bij de huid liggend, voorzien van een in langsrichting door het lichaam lopende doortocht, die voorzien is van een orgaan voor het op geregelde wijze doorlaten van lichaams-afvalproducten zoals gassen, en waarbij het eerste gedeelte gedimensioneerd is om in gebruik s toes tand het opper vlak te bezetten tussen de begrenzingen van de intestinale doorgang en de doortocht. Het genoemde orgaan kan bijvoorbeeld een aan het distale eind geplaatste koolfilter zijn voor het geruisloos laten passeren van darmgassen, onder het wegnemen van de geur daarvan. Door dit laten ontsnappen wordt een overmatige drukopbouw binnen de darm voorkomen.

Teneinde het lichaam van de afsluiter volgens de uitvinding op nog meer betrouwbare wijze vast te kunnen leggen in de doorgang heeft het eerste gedeelte van het 1 ichaam in de ge-bruikstoestand een in hoofdzaak konische vorm. In de gebruikstoe-stand wordt hiermee een soort van champagne-kurkachtige afsluiting verkregen.

De uitvinding zal nu nader beschreven worden aan de hand van twee uitvoeringsvoorbeelden, in welke de zwelbare afsluiter volgens de uitvinding toegepast is als een zogenaamde stoma-stop. Begrepen moet worden dat de keuze van deze voorbeelden niet als beperkend bedoeld is.

De genoemde uitvoeringsvoorbeelden zijn weergegeven in de begeleidende tekeningen waarin: figuur 1 een schematische lengtedoorsnede weergeeft van een zojuist in zijn ui tgangs toes tand in een intestinale doorgang ingebrachte eerste uitvoering van een stomastop volgens de uitvinding; figuur 2 overeenkomt met figuur 1, echter met de eerste uitvoering van de stomastop volgens de uitvinding in ge-bruikstoestand; en figuur 3 een tweede uitvoeringsvorm van een stomastop volgens de uitvinding weergeeft, aangebracht in een intestinale doorgang, waarbij de stomastop zich in de gebruikstoestand bevindt.

De in figuur 1 geïllustreerde stomastop 9, volgens de uitvinding omvat een lichaam 1, dat geheel bestaat uit een, gearceerd weergegeven eerste gedeelte 2 van bijvoorbeeld polyure-thaanschuim met open cellen, waarbij een, eveneens gearceerd weergegeven tweede gedeelte 3 het proximale einde 5 van het eerste gedeelte 2 van het lichaam beslaat. Het lichaam 1 be vindt zich in samengedrukte toestand, waarbij het volume bijvoorbeeld 1/15 tot 1/20 van zijn volume in niet-samengedrukte toestand kan beslaan. Het tweede gedeelte 3 is voorzien van een superabsor berend middel 4, zoals bijvoorbeeld Salsorb 84 of Salsorb DD, verkrijgbaar bij Allied Colloids Ltd, Bradford, Yorkshire, Groot-B rittannië, welke producten een poedervorm hebben en een vrije zwelcapaciteit hebben van respectievelijk 45 g/g en 60 g/g. De stomas top 9 is verder voorzien van een schematisch weergegeven huidplaat 10, die een esthetische functie heeft en tevens dient als middel voor het hanteren van de stomastop. Waar te nemen zijn voorts een bijvoorbeeld een menselijk lichaam 7, met een darmholte waarvan slechts de wand 11 weergegeven is. De holte is bereikbaar gemaakt door het aanbrengen van een opening 14 door de huid heen, welke huid hier schematisch weergegeven is door middel van de epidermis 13, het corium 12 en de subcutis 15. Zoals te zien bevindt de stomastop zich in de ui tgangs toe stand en is er van een afdichting nog geen sprake. De begrenzingen van de intestinale doorgang zijn aangegeven met 11 en met 16, welke laatste tevens de begrenzingen vormen van de inbreng-opening 14.

In de in figuur 2 weergegeven gebruikstoestand van de stomastop 9 is de afdichting van de intestinale doorgang bewerkstelligd. Door de inwerking van vocht op het eers te gedeelte zijn de aanvankelijk samengedrukte open cellen daarvan steeds verder op gaan staan, waardoor het in het tweede gedeelte 3 opgenomen super-absorberende middel 4 bereikbaar is geworden en d oor het naar het resterende deel van het eerste gedeelte 2 toestromende vocht meegevoerd is om terecht te komen in de open cellen aldaar. Uiteindelijk zal een situatie bereikt worden, zoals door midde 1 van stippen is weergegeven in figuur 2, waarin het absorberende middel over een groot deel van het eerste gedeelte verspreid zal zijn zodat in ieder geval de poriën in een zich over de doorsnede van het eerste gedeelte uitstrekkend deel daarvan verstopt zullen zijn met het van zichzelf gezwollen absorberende middel. Het eerste gedeelte 2, dat zich hier over de gehele doorsnede van de openi ng uitstrekt, is daarmee hoofdzakelijk dicht voor darmvocht en gasdicht. Het is denkbaar dat hierbij een extra zwellingseffect bewerkstelligd wordt door de druk die het door het superabsorberende middel opgenomen water tegen de wanden van de open cellen uitoefent.

Zoals te zien heeft het lichaam 1 in deze gebruikstoestand een in hoofdzaak konische vorm, met een brede basis aan het proximale eind 5. Hierdoor zal de stomastop 9 meer verzekerd zijn tegen onbedoeld uittreden uit de opening 14. Door het zwellen van het lichaam 1 zal de omtrek daarvan tegen de wand 11 van de lichaamsholte aankomen. Het spreekt vanzelf dat het lichaam 1 zodanig gedimensioneerd zal zijn dat deze druk niet zo groot zal zijn dat de darmwand 11 beschadigd kan worden, doch voldoende om achter-loopsheid van lichaamsvocht in hoofdzaak te belet ten. Een belangrijk detail dat in figuur 2 waargenomen kan word en is voorts dat het distale eind 6 van het lichaam 1 een halsvormige vernauwing 18 vormt, dat in de gezwelde toestand een klemwerking met de subcutis 15, tegen de begrenzingen 16, wordt verkregen, die afdoende is om in de gebruiksomstandigheden de stomastop op zijn plaats in de opening 14 te houden. Plakmiddelen voor het bevesti gen van de huid-plaat 10 op de opperhuid 13, met alle nadelige gevolgen van dien, zijn hiermee verder overbodig.

De in figuur 3 weergegeven tweede uitvoeringsvorm van de stomastop volgens de uitvinding heeft onder meer als verschil met de in de figuren 1 en 2 weergegeven uitvoeringsvorm, dat het lichaam 1 voorzien is van een zich van het proximale eind 4 naar het distale eind 6 uitstrekkende doortocht 19. Deze doortocht 19 is voordelig in het geval er een redelijke mate van gasvorming plaatsvindt in de betreffende lichaamsholte, zoals een ileostomie, waarbij de gassen nu via de doortocht 19 en een ko olf ilter 8 af gevoerd kunnen worden. In dit geval zorgt het eerste gedeelte 2 van het lichaam 1 dus niet zelf voor volledige afdichting van de opening 14 tegen lichaamsfluida, maar wordt deze voor wat betreft afdichting tegen lichaamsvocht bijgestaan door het filter 8. Bij proefnemingen is gebleken dat de in figuur 3 weergegeven stomastop in gebruikstoestand uitstekende afdichting tegen gas verschaft, en daarbij tevens in voldoende mate vastgelegd is in de opening door de aanwezigheid van schouders 17, die eventueel een soort flens vormen en tegen de subcutis 15 aangedrukt worden door de van binnenuit op de afsluiter uitgeoefende gas/vloeistofdruk. Het is daarom niet nodig om de huidplaat door middel van een hechtmiddel vast te leggen op de epidermis.

Claims (12)

1. Zwelbare afsluiter, die bestemd is om in een ge-bruikstoestand een door begrenzingen bepaalde, doorgang, in het bijzonder in een menselijk lichaam, af te dichten tegen ongecontroleerde passage daardoorheen van het fluida, omvattend een lichaam, waarvan tenminste een eerste gedeelte vervaardigd is van een elastisch materiaal en van zich zelf een structuur heef t met doorgaande poriën, die samendrukbaar zijn tot een uitgangs toes tand, waarbij het eerste gedeelte gedimensioneerd is om in de uitgangstoestand in de doorgang gebracht te kunnen worden en door de inwerking vocht en onder opname van vocht in de poriën zwelbaar is tot de gebruikstoe-stand, met het kenmerk, dat het lichaam (1 ) een tweede gedeelte (3) omvat, dat na inwerking van vocht op het eerste gedeelte (2) in fluidumverbinding is met het eerst gedeelte en dat voorzien is van een superabsorberend middel (4) voor het in absorberende toestand daarvan vullen van poriën van het eerste gedeelte in de gebruiks-toestand, voor het verschaffen van een in het bij zonder gasdichte afsluiting van het door het eerste gedeelte beze tte deel van de doorgangdoorsnede, en daarmee, in samenwerking met de begrenzingen (11, 16), van de doorgang.

2. Afsluiter volgens conclusie 1 , met het kenmerk, dat het materiaal van het eerste gedeelte (2) een kunststof schuim met open cellen is.

3. Afsluiter volgens conclusie 2 , met het kenmerk, dat het eerste gedeelte (2) van het lichaam (1 ) vervaardigd is van hydrofiel kunststof schuim.

4. Afsluiter volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het tweede gedeelte (3) deel uitmaakt van het eerste gedeelte (2) van het lichaam (1).

5. Afsluiter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afsluiter bestemd is om een, een inbre ngopening bezittende, intestinale doorgang van een menselijk lich aam af te sluiten, Met het kenmerk, dat het eerste gedeelte (2) van het lichaam (1 ) langwerpig is met een proximaal eind (5) en met een distaai eind (6), dat bestemd is om in de gebruikts toestand dichter bij de inbrengopening (14) van de doorgang te liggen dan het proxi-male eind, waarbij het distale eind vormgegeven is voor het zodanig in de gebruiks toes tand aangrijpen van de begrenzingen (16) van de opening, dat voldoende tegenkracht ontwikkeld wordt tegen het onopzettelijk uit de opening komen van het lichaam (1).

6. Afsluiter volgens conclusie 5 , met het kenr-merk, dat het distale eind (6) in gebruikstoestand een of meerdere oplegvlakken (17) vormt, die van het proximale eind (5) af gekeerd zijn en de begrenzingen (16) van de opening (14) aangrijpen.

7. Afsluiter volgens conclusie 5 , met het kenr-merk, dat het distale eind (6) in gebruikstoestand een halsvormi-ge vernauwing (18) vormt.

8. Afsluiter volgens conclusie 7 , met het kenmerk, dat de halsvormige vernauwing (18) de overga ng vormt tussen twee relatief dikkere gedeelten, zoals beschouwd in gebruikstoestand.

9. Afsluiter volgens conclusie 8 , met het kenmerk, dat de halsvormige vernauwing (18) zodanig ten opzichte van de begrenzingen (16) van de opening (14) gedimensioneerd is in dwarsrichting, dat daarmee een klemeffect met de s ubcutis bewerkstelligd wordt.

10. Afsluiter volgens een der conclusies 5-9, met het kenmerk, dat het lichaam (1) voorzien is van een in langs-richting lopende doortocht (19), die voorzien is van een orgaan (8) voor het op geregelde wijze doorlaten van lichaa msafvalproducten zoals gassen, en waarbij het eerste gedeelte (2) gedimensioneerd is om in gebruikstoestand het oppervlak te bezetten tussen de begrenzingen (11, 16) van de intestinale doorgang en de doortocht (19).

11. Afsluiter volgens één der c onclusies 5-10, met het kenmerk, dat het eerste gedeelte (2) van het lichaam (1) zich over een substantieel deel van het lichaam uitstrekt, waarbi3 het tweede gedeelte (3) zich aan het proxim ale eind (5) van het eerste gedeelte bevindt.

12. Afsluiter volgens één der voorgaande conclusies, eet het kenmerk, dat het eerste gedeelte (2) van het lichaam (1) gedimensioneerd is om in de gebruiks toestand een in hoofdzaak konische vorm te bepalen.