NL8902469A - Deksel voor een gemakkelijk te openen, hersluitbare houder. - Google Patents

Description

Deksel voor een gemakkelijk te openen, hersluitbare houder

De uitvinding betreft een deksel voor een gemakkelijk te openen, hersluitbare houder, bijv. voor schenkbare voedingswaar, zoals koffiemelk.

Een dergelijke houder is bekend. Gewezen wordt in dit verband op EP-A-152 009, DE-A-3 613 155 en EP-A-241 016.

Uit deze genoemde octrooiaanvragen zijn houders bekend die zijn gesloten met deksels, die een treklip omvatten die wordt bepaald door verzwakkingslijnen in een laminaat, door het lostrekken waarvan een schenkopening kan worden bepaald.

De uitvinding stelt zich ten doel, een deksel voor een houder voor bijv. schenkbare voedingswaar, zoals koffiemelk, frisdrank en dergelijke, zodanig uit te voeren, dat de houder zich voor gemakkelijk hersluiten leent, terwijl bovendien een rustig uitschenken zonder stoten ^an de vloeistof kan plaatsvinden en na het uitschenken van een deel van de vloeistof geen substantiële hoeveelheden van de inhoud van de houder zich kunnen hechten aan het materiaal van de deksel in het gebied van de schenkopening.

De uitvinding verschaft daartoe een deksel van het genoemde type, die het kenmerk vertoont, dat de deksel bestaat uit een laminaat van ten minste twee aan elkaar gehechte lagen, bijv. van kunststof, waarvan de onderste een een schenkopening bepalende eerste verzwakkingslijn vertoont en de bovenste een zich daarbuiten uitstrekkend patroon van ten minste twee zich tot de omtrek van de deksel uitstrekkende tweede verzwakkingslijnen vertoont, waardoor een de schenkopening afdekkende treklip met scharnierlijn wordt bepaald, welke treklip aan zijn naar de dekselrand gerichte zone uit het vlak van de deksel kan worden getrokken, waardoor onder scheiding langs de verzwakkingslijnen de treklip rond de scharnieras omhoog scharniert met meeneming van dat materiaal van de onderste laag dat zich binnen de eerste verzwakkingslijnen bevindt, de schenkopening een zodanig grote afmeting dwars op het betreffende deel van de dekselomtrek heeft, dat tijdens het schenken een goede beluchting van de houder is verzekerd, het naar de dekselrand gerichte schenkoppervlak een deel van het bovenvlak van de onderste laag is, het schenkoppervlak randen met zodanig kleine kromtestraal bezit, dat zich aan die randen geen druppels van de inhoud van de houder kunnen hechten, en de bovenste laag in het gebied van de treklip zodanig naar buiten uitsteekt, dat het daardoor gevormde einde van de treklip gemakkelijk grijpbaar is.

Bij voorkeur vertoont de deksel het kenmerk dat de deksel althans in het gebied van de treklip een afpelbaar laminaat omvat, waarbij zich tussen de eerste en de tweede laag een derde, relatief zwakke laag bevindt, die bij het openen van de houder door het omhoog scharnieren van de treklip wordt doorgescheurd in de zone tussen de eerste en de tweede verzwakkingslijnen. Hierbij wordt opgemerkt, dat een afpelbaar laminaat op zichzelf bekend is, zij het niet in het kader van de onderhavige uitvinding. Hersluitbaarheid met zeer eenvoudige middelen wordt gerealiseerd door een uitvoering, waarin de eerste verzwakkingslijn is aangebracht in een verdiept dekseldeel, dat via een ondersnijding is verbonden met het dekseldeel dat het patroon van tweede verzwakkingslijnen bevat, zodanig dat de weggescharnierde treklip snappend kan worden teruggedrukt in de ondersnijding voor het hersluiten van de houder.

Desgewenst kunnen de verzwakkingslijnen tijdens de produktie van de deksel worden aangebracht. De voorkeur wordt er echter aan gegeven, als de verzwakkingslijnen door een nabewerking zijn aangebracht. Bijvoorbeeld kan deze nabewerking thermovormen zijn.

Bij gebruik van thermovormen kan tevens op eenvoudige wijze een ondersneden dekseldeel van het hierboven beschreven type worden aangebracht.

Tevens kan hiermee worden gezorgd voor een de stijfheid van de deksel bevorderende profilering.

In het bijzonder voor houders voor bederfelijke waar, kan men met voordeel gebruik maken van een uitvoering, waarin het laminaat een de dichtheid voor gekozen stoffen of gassen bevorderende laag bevat, bijv. als zuurstofbarrière een laag PVDC of EVOH.

Ten einde vervuiling van de omtrek van de schenkopening zoveel mogelijk tegen te gaan verdient die variant de voorkeur, waarin het naar de dekselrand gerichte schenkoppervlak vochtafstotend is, zodat daaraan in hoofdzaak geen resten van de inhoud van de houder kunnen hechten. Als alternatief of in combinatie daarmee kan de deksel de bijzonderheid vertonen dat de zijden van de schenkopening aan de schenkzijde een scherpe hoek met elkaar maken.

Een eenvoudige vervaardiging is verzekerd met een uitvoering waarin het laminaat van het deksel door coëxtrusie van kunststoflagen is vervaardigd.

Tevens betreft de uitvinding een houder, die is gevuld en vervolgens gesloten met een deksel volgens de uitvinding als hiervoor omschreven.

De houder kan uit elk geschikt materiaal bestaan, zoals blik, aluminium, glas, papier, kunststof of elke geschikte combinatie daarvan.

Het laminaat van de deksel kan bijvoorbeeld bestaan uit de volgende opeenvolgende lagen: polypropeen, een hechtlaag, EVOH, een hechtlaag, polypropeen. Polypropeen als onderste laag heeft het voordeel waterafstotend te zijn.

Door gebruik van polypropeen als onderste laag wordt daarmee het naar de dekselrand gerichte schenkoppervlak waterafstotend, hetgeen vervuiling door resten van de schenkbare voedingswaar tegengaat. Verder komen als materialen: PE (polyethyleen) of copolymeren van polypropeen in aanmerking, al dan niet met een een zuurstofbarrière vormende laag.

Een afpelbaar laminaat kan bijvoorbeeld worden gevormd door drie lagen, resp. polypropeen als mechanisch sterke laag, polyethyleen als relatief zwakke, doorscheurbare laag, en polypropeen als relatief sterke laag.

Van groot belang is, dat de houder volgens de uitvinding eenvoudig steriliseerbaar is.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekening. Hierin tonen:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een deksel volgens de uitvinding in geopende toestand;

Fig. 2 en fig. 3 de doorsnede III - III volgens fig.

1, resp. in gesloten en in geopende toestand; de figuren 4 en 5 de doorsnede V - V van fig. 1, van de deksel in resp. gesloten en in geopende toestand;

Fig. 6 een detail van een variant in dwarsdoorsnede, waarbij de schenklip deel uitmaakt van een ondersneden dekseldeel, in gesloten toestand;

Fig. 7 de met fig. 6 corresponderende doorsneden van de deksel in geopende toestand;

Fig. 8 een detail van een verdere uitvoering van een deksel, dat uit een afpelbaar laminaat bestaat;

Fig. 9 een houder die is gesloten met een deksel volgens de uitvinding, in gesloten toestand;

Fig. 10 de houder volgens fig. 9 in geopende toestand;

Fig. 11 een thermovorm-matrijs voor het vormen van de deksel volgens de figuren 9 en 10, welk deksel in fig. 11 in de doorsnede XI - XI volgens fig. 10 is getekend; en

Fig. 12a, 12b op vergrote schaal de details Xlia en Xllb volgens fig. 11.

Fig. 1 toont een deksel 1 volgens de uitvinding, dat bestaat uit een laminaat van twee aan elkaar gehechte kunststof lagen, een onderste laag 2 en een bovenste laag 3. De onderste laag vertoont een in de figuren 2 en 4 met 4 aangeduide verzwakkingslijn, die de vorm van een gesloten contour bezit, terwijl de bovenste laag 3 een zich buiten het verzwakkingscontour 4 uitstrekkend patroon van twee zich tot de omtrek van de deksel l uitstrekkende tweede verzwakkingslijnen 5, 6 vertoont. Fig. 4 toont deze verzwakkingslijnen 5.

De verzwakkingslijn 4 bepaalt een schenkopening 7.

De verzwakkingslijnen 5, 6 bepalen een de schenkopening 7 afdekkende treklip 8 met scharnierlijn 9.

De treklip 8 kan op de in de figuren getoonde wijze uit het vlak van de deksel 1 worden getrokken, waardoor onder scheiding langs de diverse verzwakkingslijnen de treklip 8 rond de scharnierlijn 9 omhoog scharniert met meeneming van een deel 10 van het materiaal van de onderste laag 2 dat zich binnen de eerste verzwakkingslijn 4 bevindt.

Om een gemakkelijk grijpen van het uiteinde 11 van de treklip 8 te verzekeren steekt zich samen met een deel 12 van de onderste laag 2 naar buiten uit, waarbij een verzwakkingslijn 13 het deel 12 van de rest van de laag 2 scheidt. Zoals fig. 1 toont kan hierdoor de treklip 8 gemakkelijk omhoog worden gescharnierd.

De figuren 4 en 5 tonen de in de figuren 2 en 3 gegeven gesloten en geopende toestand in een doorsnede, dwars op de hoofdrichting van de langwerpige schenkopening 7.

De zijden 14, 15 maken aan de schenkzijde een scherpe hoek met elkaar. Zoals fig. 3 toont is de aan de schenkopening 7 grenzende rand 16 en de buitenrand 17 van het schenkvlak 18 ook zodanig scherp gevormd, dat vervuiling door aanklevende druppels van uitgeschonken vloeistof praktisch is uitgesloten. Hiertoe kan tevens de keuze van het materiaal van de onderlaag 2 bijdragen. Dit kan bijvoorbeeld polypropeen zijn.

Fig. 6 en fig. 7 tonen met de figuren 4 en 5 corresponderende aanzichten van een variant. In deze uitvoering is de onderste verzwakkingslijn 4 aangebracht in een verdiept dekseldeel 19, dat via twee ondersneden wanddelen 20, 21 is verbonden met het bovenste dekseldeel 22, dat het patroon van tweede verzwakkingslijnen 5, 6 bevat. Aldus kan de weggescharnierde treklip 23 (zie fig. 7) snappend worden teruggedrukt in de ondersnijding 20, 21 voor het hersluiten van de houder.

De aandacht wordt erop gevestigd dat in het bijzonder in de figuren 3, 5 en 7 oppervlakken te zien zijn, die bij de in de fabriek gesloten houder aan elkaar zijn gehecht.

Bij het openen van de respectieve treklippen 8 en 23 zijn die vlakken van elkaar gescheiden. Het zal duidelijk zijn dat het daartoe noodzakelijk is dat de materiaallagen 2 en 3 zodanig aan elkaar zijn gehecht, dat ze zich bij het hanteren van de treklip 8, 23 van elkaar laten scheiden. In het bijzonder kan hiertoe gebruik worden gemaakt van een op zichzelf bekend "afpelbaar laminaat", waarbij zich tussen de twee getoonde en besproken lagen een derde, relatief zwakke laag bevindt, die bij het openen van de houder door het omhoog scharnieren van de treklip wordt doorgescheurd in de zone tussen de eerste en de tweede verzwakkingslijnen.

Fig. 8 toont een dergelijk afpelbaar laminaat meer in detail. In wezen is fig. 8 het detail VIII van fig. 4. In dit geval bevindt zich tussen de relatief sterke lagen 2, 3 van polypropeen een relatief zwakke afscheurbare laag 24 van polyethyleen. Schematisch is met een onderbroken lijn 25 het vlak aangeduid, waarlangs de afscheurlaag wordt doorgescheurd bij het omhoogscharnieren van de treklip 8. Opgemerkt wordt overigens, dat het afscheuren tussen de verzwakkingslijnen 4 en 5 niet precies volgens het vlak 25 zal plaatsvinden, maar een onregelmatiger verloop zal hebben.

Fig. 9 toont een houder 26 die is gesloten met een deksel 27 volgens de uitvinding. In dit geval bestaat de houder 26 uit kunststof en is de deksel 27 door een seal-bewerking op de houder 26 aangebracht. Zoals uit fig.

10 blijkt, draagt de houder 26 een handvat 28 voor het optillen van de houder 26 en het uitschenken van de inhoud daarvan. Een dergelijke houder is bijvoorbeeld zeer geschikt als hersluitbare verpakking voor koffiemelk, die geschikt is voor gebruik op tafel, dus waarvan de inhoud niet eerst behoeft te worden overgegoten in een esthetisch geschikte kan of dergelijke.

De deksel 27 vertoont een door de verzwakkingslijnen 5, 6 bepaalde treklip 23, waarvan het einde 30 een weinig uitsteekt tot buiten het schenkvlak 31, waardoor het gemakkelijk door de gebruiker kan worden gegrepen om de treklip vanuit zijn in fig. 9 getoonde gesloten positie naar de in fig. 10 getoonde geopende positie te brengen, onder vrijgeven van de schenkopening 32, die evenals de schenkopening 7 een langwerpige vorm bezit om beluchten van de inhoud van de houder 26 tijdens het schenken te vergemakkelij ken.

De deksel 27 vertoont twee min of meer halfcirkelvormige verdiepingen 33, 34, terwijl de treklip 23 een verdieping 35 vertoont (zie ook de figuren 6 en 7).

De verdiepingen 33, 34 maken deel uit van een de stijfheid van de deksel 27 bevorderende profilering, terwijl de verdieping 35 van de deksel 27 niet alleen de stijfheid daarvan bevordert, maar bovendien deel uitmaakt van de ondersneden vorm volgens de figuren 6 en 7, waardoor op de aldaar getoonde wijze de geopende houder weer door een snapsluiting kan worden hersloten.

Fig. 11 toont een uit twee delen 36, 37 bestaande thermovorm matrijs, waarin een vooraf vervaardigd laminaat 38 kan worden gebracht om de deksel 27 te vervaardigen.

Fig. 12 toont op vergrote schaal de details Xlla en Xllb. De matrijshelft 37 vertoont scherpe ribben 39 voor het vormen van de twee verzwakkingslijnen 5, 6, terwijl de onderste matrijshelft 36 een scherpe ribbe 40 vertoont voor het vormen van de verzwakkingslijn 4.

Daartoe vertonen de respectieve ribben 39, 40 een zodanige hoogte, dat ze zich uitstrekken tot in een relatief zwakke polyethyleen afscheurlaag 41, die zich bevindt tussen een onderste polypropeenlaag 42, die door sealen met de houder 26 verbindbaar is, een daarboven gelegen polypropeenlaag 43. Boven de polypropeenlaag 43 bevindt zich een hechtlaag 44, waarop zich een zuurstofbarrièrelaag, bestaande uit PVDC of EVOH 45 bevindt. Daarboven bevindt zich een hechtlaag 46, die de zuurstofbarrièrelaag 45 verbindt met een polypropeen bovenlaag 47.

Claims (12)

1. Deksel voor een gemakkelijk te openen, hersluitbare houder, bijv. voor schenkbare voedingswaar, zoals koffiemelk, met het kenmerk, dat de deksel bestaat uit een laminaat van ten minste twee aan elkaar gehechte lagen, bijv. van kunststof, waarvan de onderste een een schenkopening bepalende eerste verzwakkingslijn vertoont en de bovenste een zich daarbuiten uitstrekkend patroon van ten minste twee zich tot de omtrek van de deksel uitstrekkende tweede verzwakkingslijnen vertoont, waardoor een de schenkopening afdekkende treklip met scharnierlijn wordt bepaald, welke treklip aan zijn naar de dekselrand gerichte zone uit het vlak van de deksel kan worden getrokken, waardoor onder scheiding langs de verzwakkingslijnen de treklip rond de scharnieras omhoog scharniert met meeneming van dat materiaal van de onderste laag dat zich binnen de eerste verzwakkingslijnen bevindt, de schenkopening een zodanig grote afmeting dwars op het betreffende deel van de dekselomtrek heeft, dat tijdens het schenken een goede beluchting van de houder is verzekerd, het naar de dekselrand gerichte schenkoppervlak een deel van het bovenvlak van de onderste laag is, het schenkoppervlak randen met zodanig kleine kromtestraal bezit, dat zich aan die randen geen druppels van de inhoud van de houder kunnen hechten, en de bovenste laag in het gebied van de treklip zodanig naar buiten uitsteekt, dat het daardoor gevormde einde van de treklip gemakkelijk grijpbaar is.

2. Deksel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de deksel althans in het gebied van de treklip een afpelbaar laminaat omvat, waarbij zich tussen de eerste en de tweede laag een derde, relatief zwakke laag bevindt, die bij het openen van de houder door het omhoog scharnieren van de treklip wordt doorgescheurd in de zone tussen de eerste en de tweede verzwakkingslijnen.

3. Deksel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste verzwakkingslijn is aangebracht in een verdiept dekseldeel, dat via een ondersnijding is verbonden met het dekseldeel dat het patroon van tweede verzwakkingslijnen bevat, zodanig dat de weggescharnierde treklip snappend kan worden teruggedrukt in de ondersnijding voor het hersluiten van de houder.

4. Deksel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verzwakkingslijnen door een nabewerking zijn aangebracht.

5. Deksel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de nabewerking thermovormen is.

6. Deksel volgens conclusie 5, gekenmerkt door een ondersneden dekseldeel volgens conclusie 3.

7. Deksel volgens conclusie 5, gekenmerkt door een de stijfheid van de deksel bevorderende profilering.

8. Deksel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het laminaat een de dichtheid voor gekozen stoffen of gassen bevorderende laag bevat, bijv. als zuurstofbarrière een laag PVDC of EVOH.

9. Deksel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het naar de dekselrand gerichte schenkoppervlak vochtafstotend is, zodat daaraan in hoofdzaak geen resten van de inhoud van de houder kunnen hechten.

10. Deksel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zijden van de schenkopening aan de schenkzijde een scherpe hoek met elkaar maken.

11. Deksel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het laminaat van het deksel door coëxtrusie van kunststoflagen is vervaardigd.

12. Houder, gevuld en vervolgens gesloten met een deksel volgens één der voorgaande conclusies.