NL8902218A - Werkwijze en inrichting voor het ledigen van cfk houdende koelsystemen. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het ledigen van cfk houdende koelsystemen. Download PDF

Info

Publication number
NL8902218A
NL8902218A NL8902218A NL8902218A NL8902218A NL 8902218 A NL8902218 A NL 8902218A NL 8902218 A NL8902218 A NL 8902218A NL 8902218 A NL8902218 A NL 8902218A NL 8902218 A NL8902218 A NL 8902218A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
oil
vessel
separating
opening
chlorofluorocarbons
Prior art date
Application number
NL8902218A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Aviv V O F
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Aviv V O F filed Critical Aviv V O F
Priority to NL8902218A priority Critical patent/NL8902218A/nl
Priority to DE19904027986 priority patent/DE4027986A1/de
Publication of NL8902218A publication Critical patent/NL8902218A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F25REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
    • F25BREFRIGERATION MACHINES, PLANTS OR SYSTEMS; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS
    • F25B45/00Arrangements for charging or discharging refrigerant
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F25REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
    • F25BREFRIGERATION MACHINES, PLANTS OR SYSTEMS; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS
    • F25B2345/00Details for charging or discharging refrigerants; Service stations therefor
    • F25B2345/005Service stations therefor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Lubricants (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het ledigen van CFK houdende koelsystemen.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ledigen van een met chloorfluorkoolwaterstoffen en olie gevuld, onder een hogere dan de atmosferische druk staand, gesloten koelsysteem, bijvoorbeeld van een koelinstallatie, omvattende het openen van het systeem en het opvangen van uitstromende stoffen, en op een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.
Koelmachines die werken volgens het zogenaamde com-pressiesysteem, waaronder het merendeel van de huishoudelijke koelmachines (koelkasten en diepvriezers), omvatten een gesloten koelsysteem waarin zich chloorfluorkoolwaterstoffen bevinden. Wanneer deze koelmachines afgedankt en verschroot worden komen deze stoffen in het milieu. Omdat inmiddels algemeen verondersteld wordt dat chloorfluorkoolwaterstoffen een schadelijke invloed hebben op de ozonlaag, is het gewenst het vrijkomen daarvan zoveel mogelijk te beperken.
Daartoe worden reeds enige tijd chloorfluorkoolwaterstoffen teruggewonnen uit koelsystemen. Omdat gesloten koelsystemen in veel gevallen geen aftapvoorzieningen kennen, worden in de bekende techniek de af te tappen koelsystemen op een goed bereikbare plaats geopend, in het algemeen door het met een priktang openen van een leiding, waarna de gasvormige chloorfluorkoolwaterstoffen door de druk in het systeem of door afzuiging uit het systeem worden verwijderd via een op de priktang aangesloten afvoerleiding.
Deze ledigingsmethode heeft echter twee nadelen. In de eerste plaats blijft de voor de smering van de compressor in het koelsysteem aanwezige olie daarin achter, en komt na het verschroten van de koelmachine in het milieu terecht. Daarnaast is gebleken dat deze olie nog opgeloste chloorfluorkoolwaterstoffen bevat, die langs deze weg alsnog vrijkomen in de atmosfeer.
De uitvinding beoogt derhalve een werkwijze voor het snel en eenvoudig ledigen van koelsystemen te verschaffen, waarbij bovengenoemd nadeel vermeden wordt. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat het systeem daar geopend wordt, waar zich de olie verzameld heeft.
Voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gebruik gemaakt van een inrichting welke volgens de uitvinding een in verticale richting beweegbare perforator, een hefinstallatie voor het met de compressorpot als laagst gelegen punt boven de perforator positioneren van het koelsysteem, en een installatie voor het opvangen en scheiden van uit het systeem stromende stoffen omvat.
Genoemde en andere kenmerken van de werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van een voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de bij-gevoegde tekening, waarin overeenkomstige cijfers verwijzen naar overeenkomstige delen, en waarin: fig. 1 een aanzicht is van een hefinstallatie en een perforator volgens de uitvinding en een koelmachine? fig. 2 een doorsnede is van de compressorpot van een koelsysteem tijdens het perforeren; fig. 3 een schematisch overzicht is van een eerste uitvoering van de installatie voor het opvangen en scheiden van uit het koelsysteem stromende stoffen; en fig. 4 een schematisch overzicht is van een alternatieve uitvoering van deze installatie.
Om het koelsysteem 3 daar te kunnen openen waar zich de olie 2 bevindt, wordt de koelmachine 48 zo boven een perforator 4, bijv. een boormachine gepositioneerd, dat de compressorpot 6 het laagst gelegen deel van het koelsysteem 3 vormt (fig. 1). Hiertoe wordt de koelmachine 48 op een in de ruststand verticaal frame 8 geplaatst (in de fig. met stippellijnen weergegeven), waarna het frame 8 door een bijv. motorisch aangedreven stangenstelsel tot boven de boormachine wordt gemanoeuvreerd.
Vervolgens wordt door een om de kop van de boormachine 4 aangebrachte mof 49 een gasdichte verbinding met de zijwand van de compressorpot 6 tot stand gebracht (fig. 2), en wordt deze wand doorboord. Hierbij wordt de booraanzetkracht gecompenseerd door bijv. een deel van het koelmachinegewicht. Op het moment dat de wand van de compressorpot 6 geperforeerd wordt, zal ten gevolge van de overdruk in het systeem 3 en een in de mof 49 aangebrachte onderdruk de olie 2 uit de compressorpot 6 stromen. Doordat de pot 6 op het laagste punt geperforeerd wordt, moet eerst alle olie 2 uit het systeem 3 stromen voordat de chloorfluorkoolwaterstoffen 1 kunnen wegstromen.
De uit het systeem 3 stromende olie 2 en chloorfluorkoolwaterstoffen 1, aangevuld met boorspanen, worden door een leiding 54 naar een opvang- en scheidingsinstallatie 7 geleid (fig. 3), en stromen naar een eerste scheidingsvat 12, dat gedeeltelijk transparant is en waarin zich een filter 20 bevindt voor de boorspanen. Doordat het vat 12 transparant is, kan de kwaliteit van de uit het koelsysteem 3 stromende olie 2 visueel gecontroleerd worden. Indien de kwaliteit van de olie 2 goed is, wordt een eerste afsluiter 16 geopend en stromen de olie 2 en de chloorfluorkoolwaterstoffen 1 naar een tweede scheidingsvat 21. In het voorkomende geval dat de olie 2 verbrand blijkt en daardoor zuren bevat, wordt deze door het openen van een tweede afsluiter 19 naar een opslagvat geleid, en verder als chemisch afval behandeld. Hierdoor wordt aantasting van de scheidingsinstallatie 7 door de zuurhoudende olie voorkomen en wordt tevens voorkomen dat de verbrande olie de voor hergebruik geschikte olie vervuilt.
Bij het instromen in het tweede scheidingsvat 21 worden de laatste overgebleven kleine spanen door magneten 50 verwijderd, waarna zich de olie 2 onder in het vat 21 verzamelt, en de gasvormige chloorfluorkoolwaterstoffen 1 in de ruimte daarboven. Wanneer een eerste stuurschuif 51 in een positie is waarin het tweede scheidingsvat 21 in verbinding staat met een compressorsysteem 25, bijvoorbeeld bestaande uit een één- of tweetraps compressor, zoals op zich bekend uit huishoudelijke koelkasten, zal in het tweede scheidingsvat 21 een lagere dan de atmosferische druk ontstaan, waardoor de chloorfluorkoolwaterstoffen 1 uit het scheidingsvat 21 gezogen worden en door de compressor 25 en een luchtkoeler 52 naar een drukvat 26 geleid worden. Omdat het voorkomt dat bij het ledigen van het koelsysteem 3 enige lucht meegezogen wordt in de opvang- en scheidingsinstallatie 7, is het drukvat 26 aan zijn bovenzijde voorzien van een aftapleiding 46, waarin een moleculaire zeef 47 geplaatst is, welke ondoordringbaar is voor chloorfluorkoolwaterstoffen 1.
Nadat de chloorfluorkoolwaterstoffen 1 uit het tweede scheidingsvat 21 verwijderd zijn, wordt de olie 2 hieruit door een pomp 29 over een tweede stuurschuif 53 naar een derde scheidingsvat 30 gepompt, waarin een lagere dan de atmosferische druk heerst, doordat de eerste stuurschuif 51 nu zo gepositioneerd is dat het derde scheidingsvat 30 in verbinding staat met de compressor 25. Om de in de olie 2 opgeloste chloorfluorkoolwaterstoffen 1 snel te laten diffunderen wordt de dampspanning in het derde scheidingsvat 30 verlaagd, door de olie 2 over een groot oppervlak te verspreiden. Hiertoe loopt de olie 2 uit over een onder de toevoeropening 31 geplaatste vlakke plaat 36. (Andere mogelijkheden om de dampspanning te verlagen zijn om bijv. de olie 2 langs een zijwand van het vat 30 te laten lopen, of om de olie 2 te vernevelen, bijv. door een injectiebuis in de toevoeropening 31 aan te brengen). De gediffundeerde chloorfluorkoolwaterstoffen 1 worden door de compressor 25 afgezogen en naar het drukvat 26 geleid. Wanneer de tweede stuurschuif 53 zo gepositioneerd wordt dat een op de onderzijde van het derde scheidingsvat 30 aangesloten recircu-latieleiding 35 verbonden wordt met de pomp 29, kan de olie 2 gerecirculeerd worden tot een voldoende deel van de chloorfluorkoolwaterstoffen 1 uit de olie 2 gediffundeerd is, waarna de olie 2 door het openen van een derde afsluiter 37 afgevoerd kan worden naar een tweede opslagtank.
In een alternatieve uitvoering van de opvang- en scheidingsinstallatie 7 wordt de olie 2 uit het tweede scheidingsvat 21 naar een vierde scheidingsvat 38 gepompt (fig. 4), waarin een installatie 44 aangebracht is voor het in beweging houden van de olie 2. Door de beweging wordt de diffusie van de chloorfluorkoolwaterstoffen 1 uit de olie 2 versneld, waarna de gediffundeerde chloorfluorkoolwaterstoffen 1 door de compressor 25 naar het drukvat 26 worden gezogen. Wanneer het grootste deel van de chloorfluorkoolwaterstoffen 1 uit de olie 2 gediffundeerd is, wordt de olie 2 door het openen van vierde en vijfde afsluiters 43,55 onder invloed van de druk in het drukvat 26 uit het vierde scheidingsvat 38 verwijderd en afgevoerd naar een derde opslagtank. Hierbij wordt niet alle olie 2 uit het vat 38 verwijderd, om te voorkomen dat onverhoopt ook chloorfluorkoolwaterstoffen uit het drukvat 26 door de olie-afvoeropening 42 ontsnappen.
De voordelen van de in de figuren getoonde uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn velerlei: door de hefinstallatie kan het koelsysteem snel, zonder grote inspanning en op ergonomisch verantwoorde wijze boven de perforator gemanoeuvreerd worden; door het perforeren van het systeem op het laagst gelegen punt, daar waar zich de olie bevindt, wordt het systeem nagenoeg volledig geledigd; door gebruik te maken van de overdruk in het systeem, versterkt door een op de uitstroomopening aangebrachte onderdruk, wordt het systeem zeer snel geledigd; door gebruik te maken van een transparante spaan-vanger, kan aan de hand van een eenvoudige visuele controle (onbruikbare) verbrande olie gescheiden worden van opnieuw te gebruiken olie; de in de olie opgeloste chloorfluorkoolwaterstoffen worden snel en tegen lage kosten uit de olie verwijderd; door de eerste stuurschuif wordt het volledige vermogen van de compressor gebruikt voor ofwel het ledigen van het koelsysteem en de eerste scheiding van olie en chloorfluorkoolwaterstoffen, ofwel de diffusie van de in de olie opgeloste chloorfluorkoolwaterstoffen; en de op het drukvat aangesloten aftapleiding met daarin een moleculaire zeef maakt het mogelijk door het aftappen van meegecomprimeerde lucht de druk in het vat, en bovendien het benodigd compressorvermogen te beperken, alsmede de opslag- capaciteit van het vat te benutten.

Claims (16)

1. Werkwijze voor het ledigen van een met chloorfluorkoolwaterstoffen en olie gevuld, onder een hogere dan de atmosferische druk staand, gesloten koelsysteem, bijv. van een koelinstallatie, omvattende het openen van het systeem en het opvangen van uitstromende stoffen, met het kenmerk, dat het systeem (3) daar geopend wordt, waar zich de olie (2) verzameld heeft.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitstromende gasvormige chloorfluorkoolwaterstoffen (1) en de olie (2) van elkaar gescheiden worden.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de olie (2) na het scheiden ontdaan wordt van de daarin opgeloste chloorfluorkoolwaterstoffen (1).
4. Werkwijze volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat in de in het systeem (3) aangebrachte opening een onderdruk wordt gecreëerd.
5. Inrichting voor het ledigen van een met chloorfluorkoolwaterstoffen (1) en olie (2) gevuld, onder een hogere dan de atmosferische druk staand, gesloten koelsysteem (3) van het compressietype, omvattende een in verticale richting beweegbare perforator (4), een hefinstallatie (5) voor het met de compressorpot (6) als laagstgelegen punt boven de perforator (4) positioneren van het koelsysteem (3), en een installatie (7) voor het opvangen en scheiden van uit het systeem (3) stromende stoffen.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de hefinstallatie (5) een frame (8) omvat voor het opnemen van het koelsysteem (3), van welk frame (8) de stand en de hoogte traploos verstelbaar zijn.
7. Inrichting volgens één der conclusies 5-6, met het kenmerk, dat om de perforator (4) een mof (49) aangebracht is, welke gasdicht aangesloten kan worden op de compressorpot (6).
8. Inrichting volgens één der conclusies 5-7, met het kenmerk, dat de perforator (4) in drie loodrecht op elkaar staande richtingen verplaatsbaar is.
9. Inrichting volgens één der conclusies 5-8, met het kenmerk, dat de opvang- en scheidingsinstallatie (7) over een toevoerleiding (54) verbonden is met de mof (49) en eerste scheidingsmiddelen (9) omvat voor het afscheiden van spanen en verbrande olie, alsmede tweede scheidingsmiddelen (10) voor het scheiden van de gasvormige chloorfluorkoolwaterstoffen (1) en de olie (2), en derde scheidingsmiddelen (11) voor het scheiden van de olie (2) en de daarin opgeloste chloorfluorkoolwaterstoffen (1) .
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de eerste scheidingsmiddelen (9) een eerste scheidingsvat (12) omvatten, welk vat (12) voorzien is van ten minste één minstens gedeeltelijk transparante zijwand, van een met de perforatie in het koelsysteem (3) verbonden toevoeropening (13) , van een eerste afvoeropening (14), waarop een eerste leiding (15) aangesloten is, welke over een eerste afsluiter (16) in verbinding staat met de tweede scheidingsmiddelen (10), van een tweede afvoeropening (17), waarop een tweede leiding (18) aangesloten is, welke over een tweede afsluiter (19) in verbinding staat met een eerste opslagtank, en van een tussen de toevoeropening (13) en de afvoeropeningen (14,17) geplaatst filterelement (20).
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de tweede scheidingsmiddelen (10) een tweede scheidingsvat (21) omvatten, welk vat (21) voorzien is van een met de eerste leiding (15) verbonden toevoeropening (22), van een gasaf-voeropening (23) waarop een eerste gasafvoerleiding (24) aangesloten is, welke over een compressor (25) in verbinding staat met een opslagvat (26), en van een olie-afvoeropening (27), waarop een eerste olieleiding (28) aangesloten is, welke over een pomp (29) in verbinding staat met de derde scheidingsmiddelen (11) .
12. Inrichting volgens één der conclusies 9-11, met het kenmerk, dat de derde scheidingsmiddelen (11) een derde schei- dingsvat (30) omvatten, welk vat (30) voorzien is van een olietoevoeropening (31) waarop de eerste olieleiding (28) aangesloten is, van een gasafvoeropening (32) waarop een tweede gasafvoerleiding (33) aangesloten is, welke over de compressor (25) in verbinding staat met het opslagvat (26), en van een olie-afvoeropening (34) waarop een met de eerste olieleiding (28) verbonden olierecirculatieleiding (35) aangesloten is, en welk vat (30) verder vernevelingsmiddelen omvat, en de eerste olieleiding (28) over een derde afsluiter (37) in verbinding staat met een tweede opslagtank.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de vernevelingsmiddelen een onder de olietoevoeropening (31) geplaatste vlakke plaat (36) omvatten.
14. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de vernevelingsmiddelen een in de olietoevoeropening (31) geplaatste injectiebuis omvatten.
15. Inrichting volgens één der conclusies 9-11, met het kenmerk, dat de derde scheidingsmiddelen (11) een vierde schei-dingsvat (38) omvatten, welk vat (38) voorzien is van een olietoevoeropening (39) waarop de eerste olieleiding (28) aangesloten is, van een gasafvoeropening (40) waarop een tweede gasafvoerleiding (41) aangesloten is, welke over de compressor (25) in verbinding staat met het opslagvat (26), van een olie-afvoeropening (42) welke over een vierde afsluiter (43) in verbinding staat met een derde opslagtank en van een gas-toevoeropening (57) waarop een gastoevoerleiding (56) aangesloten is, welke over een vijfde afsluiter (55) in verbinding staat met het opslagvat (26) en welk vat (38) verder een installatie (44) omvat voor het in beweging houden van de in het vat aanwezige olie (2).
16. Inrichting volgens één der conclusies 11-15, met het kenmerk, dat het opslagvat (26) aan de bovenzijde voorzien is van een aftapopening (45), welke over een aftapleiding (46), waarin chloorfluorkoolwaterstoffen van lucht scheidende moleculaire zeef (47) aangebracht is, in verbinding staat met de buitenlucht.
NL8902218A 1989-09-04 1989-09-04 Werkwijze en inrichting voor het ledigen van cfk houdende koelsystemen. NL8902218A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8902218A NL8902218A (nl) 1989-09-04 1989-09-04 Werkwijze en inrichting voor het ledigen van cfk houdende koelsystemen.
DE19904027986 DE4027986A1 (de) 1989-09-04 1990-09-04 Verfahren und einrichtung zur entleerung fckw-haltiger kuehlsysteme

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8902218A NL8902218A (nl) 1989-09-04 1989-09-04 Werkwijze en inrichting voor het ledigen van cfk houdende koelsystemen.
NL8902218 1989-09-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8902218A true NL8902218A (nl) 1991-04-02

Family

ID=19855257

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8902218A NL8902218A (nl) 1989-09-04 1989-09-04 Werkwijze en inrichting voor het ledigen van cfk houdende koelsystemen.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE4027986A1 (nl)
NL (1) NL8902218A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE29712039U1 (de) * 1997-07-09 1997-08-28 Seg Umwelt Service Gmbh Vorrichtung zur Entsorgung von Kühlaggregaten
ITPN20080082A1 (it) * 2008-11-11 2010-05-12 Tellfer Srl Foratrice
DE102017000385A1 (de) 2017-01-17 2018-08-16 Georg Wolf Recyclinggerät von Kältemittelgasen

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3699781A (en) * 1971-08-27 1972-10-24 Pennwalt Corp Refrigerant recovery system
US4364236A (en) * 1980-12-01 1982-12-21 Robinair Manufacturing Corporation Refrigerant recovery and recharging system
DE3225994A1 (de) * 1982-07-12 1984-01-12 Messer Griesheim Gmbh, 6000 Frankfurt Vorrichtung zum entleeren einer gasflasche, deren gasaulassventil nicht mehr zu offnen ist
US4476688A (en) * 1983-02-18 1984-10-16 Goddard Lawrence A Refrigerant recovery and purification system
DE3740029A1 (de) * 1987-11-26 1989-06-08 Licentia Gmbh Verfahren und vorrichtung zur entsorgung eines kaeltemittelsystems
DE3831693A1 (de) * 1988-09-17 1990-03-22 Bbc York Kaelte Klima Verfahren zum umweltfreundlichen entsorgen eines kuehlsystems sowie vorrichtung zur durchfuehrung des verfahrens
DE8902602U1 (nl) * 1989-03-04 1989-05-11 Walter Gmbh, 6642 Mettlach, De

Also Published As

Publication number Publication date
DE4027986A1 (de) 1991-03-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5118357A (en) Treatment fluid application and recovery apparatus and method
SU1417907A1 (ru) Способ вакуумной очистки масла и установка дл его осуществлени
KR920704016A (ko) 냉동 시스템의 저용량 작동을 위한 오일 회수 시스템
US5011519A (en) In-line filter and trap structure device for compressed air
CN207343434U (zh) 一种化学实验用通风柜
US5040382A (en) Refrigerant recovery system
CA2152247A1 (en) System and method for collecting cutting fluid liquid and chips
NL8902218A (nl) Werkwijze en inrichting voor het ledigen van cfk houdende koelsystemen.
CA1208976A (en) Apparatus for continuously circulating a liquid
US5163462A (en) Apparatus for tapping a fluid through a wall
US6969414B2 (en) Waste stream separator
US5623870A (en) Oil mist eliminator for a press oil control system
DE69206213T2 (de) Traubenentsafter und Verfahren zum Entsaften von Traubenverwendung diesem Entsafter.
NL9201258A (nl) Inrichting voor het terugwinnen van koelmiddel uit een gesloten koelsysteem.
CN2234299Y (zh) 油水真空分离装置
EP0794380B1 (en) Dewatering device for an oil circulating lubrication system
US20050203305A1 (en) Oil extraction system
CN100534971C (zh) 在化学产品生产设备中回收液体化学产品的方法
CN209771419U (zh) 一种植物提取物专用的高效萃取设备
CN216282860U (zh) 用于冷凝回收溶剂的真空回收装置
CN219650679U (zh) 一种打孔装置及食品包装袋加工设备
CN217773262U (zh) 一种一体化油莎豆精油纯露分离装置
CN220090567U (zh) 一种液体分离器
JPH02247465A (ja) 不凝縮ガス抽気装置
CN217384895U (zh) 一种实验室用自动型挥发气体取样器

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed