NL8902036A

NL8902036A - Plant-suspension equipment in greenhouse - has hook with stirrup extension from which wire unwinds

Info

Publication number: NL8902036A
Application number: NL8902036A
Authority: NL
Original assignee: A L De Groot En Zonen Fa
Priority date: 1989-08-09
Filing date: 1989-08-09
Publication date: 1991-03-01

Abstract

The equipment suspends plants from a top horizontal component in a greenhouse, being particularly for tomatoes, having a hook (12) secured to one end of the wire (3) and engaging with the component (4). The hook is extended into a stirrup (13), from which the wire is unwound. There can be a further hook at the other end of the stirrup, which can have an elliptical portion on which the Wire is WOund.

Description

Inrichting voor het in een warenhuis ophangen van planten, in het bijzonder tomatenplanten.Device for hanging plants, in particular tomato plants, in a department store.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het met een draad aan een boven in een warenhuis horizontaal verlopend element ophangen van planten, in het bijzonder tomatenplanten, omvattende een afwikkeldeel voor het afwikkelen van de draad, en ten minste één aan een uiteinde daarvan bevestigde haak, bedoeld voor het ophangen aan het element.The invention relates to a device for suspending plants, in particular tomato plants, with a thread running horizontally from the top of a department store, comprising a unwinding part for unwinding the thread, and at least one hook attached to one end thereof , intended for hanging on the element.

Het is algemeen bekend om planten welke niet voldoende stijfheid bezitten om rechtstandig omhoog te groeien, zoals bijvoorbeeld tomatenplanten, met een draad op te hangen aan een bovenin een warenhuis gemonteerd element, bijvoorbeeld een staaf. Hiertoe wordt vaak gebruik gemaakt van een zogenaamde draadhaak, welke in het algemeen bestaat uit een afwikkeldeel waarop de draad gewikkeld is waarlangs de plant kan groeien, en waaraan aan beide uiteinden een haak bevestigd is, welke aangrijpt op de staaf.It is generally known to suspend plants which do not have sufficient rigidity to grow upright, such as, for example, tomato plants, by means of a wire on an element mounted at the top of a department store, for example a rod. To this end, use is often made of a so-called wire hook, which generally consists of an unwinding part on which the wire is wound along which the plant can grow, and to which a hook is attached at both ends, which engages the rod.

Wanneer een tomatenplant zover gegroeid is dat zijn uiteinde de draadhaak bijna raakt, moet de draad verlengd worden. Hiertoe wordt de draad in de nabijheid van de draadhaak opgelicht, waardoor de spanning in het zich op het afwikkeldeel van de draadhaak bevindende deel van de draad opgeheven wordt en de draad één slag afgewikkeld kan worden. Op deze wijze zakt de tomatenplant over een afstand die het dubbele is van de afmeting in de afwikkelrichting van het afwikkeldeel van de draadhaak. Voor het gebruik in lage warenhuizen, waar een dergelijke grote zakking niet practisch is, wordt de draadhaak voor het afwikkelen van de draad van de staaf gelicht, een halve slag gedraaid en weer aan de staaf gehangen, waardoor de zakking gelijk is aan de afmeting in de afwikkelrichting van het afwikkeldeel van de draadhaak.When a tomato plant has grown to the point that its end almost touches the wire hook, the wire must be extended. To this end, the thread is lifted in the vicinity of the thread hook, whereby the tension in the part of the thread located on the unwinding part of the thread hook is released and the thread can be unwound one turn. In this manner, the tomato plant drops a distance twice the size in the unwinding direction of the unwinding part of the wire hook. For use in low department stores, where such a large sag is not practical, the wire hook for unwinding the wire is lifted off the bar, turned half a turn and hung on the bar again, making the sag equal to the size in the unwinding direction of the unwinding part of the wire hook.

Het steeds opnieuw oplichten van de draad, of het steeds opnieuw van de staaf tillen en weer terughangen van de draadhaak is, doordat iedere aan de draad bevestigde tomaten- plant ongeveer 6 kg weegt, een buitengewoon inspannende bezigheid.Lifting the wire over and over, or lifting it from the rod over and over again and hooking the wire hook back and forth, because each tomato plant attached to the wire weighs about 6 kg is an extremely strenuous activity.

De uitvinding beoogt derhalve te voorzien in een een afwikkeldeel en ten minste één aan een uiteinde daarvan bevestigde haak omvattende draadhaak, waarbij deze inspanning vermeden wordt. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de haak verlengd is tot een in de afwikkelrichting naar het andere uiteinde vloeiend verlopende beugel.The object of the invention is therefore to provide a wire hook comprising a unwinding part and at least one hook attached to one end thereof, wherein this effort is avoided. This is achieved according to the invention in that the hook is extended to a bracket running smoothly in the unwinding direction to the other end.

Bij een voorkeursuitvoering van de draadhaak volgens de uitvinding heeft het andere uiteinde van de beugel eveneens de vorm van een haak. Het de beide haken verbindende deel van de beugel heeft bij voorkeur ongeveer de gedaante van een ellips. Verder is de beugel bij voorkeur voorzien van een losneembare sluiting.In a preferred embodiment of the wire hook according to the invention, the other end of the bracket also has the shape of a hook. The part of the bracket connecting the two hooks preferably has approximately the shape of an ellipse. Furthermore, the bracket is preferably provided with a detachable closure.

Genoemde en andere kenmerken van de draadhaak volgens de uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin overeenkomstige verwijzingscijfers overeenkomstige delen aanduiden, en: fig. 1 een aanzicht is van een aantal in een warenhuis opgehangen tomatenplanten; fig. 2 een aanzicht is van een eerste uitvoeringsvorm van de draadhaak volgens de uitvinding in zijn uitgangs-toestand; fig. 3 de draadhaak uit fig. 2 toont in een eerste fase van zijn beweging; fig. 4 de tweede fase van de beweging van de draadhaak uit fig. 2 weergeeft; fig. 5 een aanzicht is van de draadhaak uit fig. 2 na het voltooien van de beweging; fig. 6 een aanzicht is van een alternatieve uitvoeringsvorm van de draadhaak volgens de uitvinding in zijn uitgangstoestand; fig. 7 de eerste fase toont van de beweging van de draadhaak van fig. 6; en fig. 8 de uiteindelijke stand van de draadhaak van fig. 6 na de beweging weergeeft.Said and other features of the wire hook according to the invention are elucidated with reference to the annexed drawing, in which corresponding reference numerals indicate corresponding parts, and: fig. 1 is a view of a number of tomato plants suspended in a department store; Fig. 2 is a view of a first embodiment of the wire hook according to the invention in its starting position; Figure 3 shows the wire hook of Figure 2 in a first phase of its movement; Fig. 4 shows the second phase of the movement of the wire hook of Fig. 2; FIG. 5 is a view of the wire hook of FIG. 2 after completion of the movement; Fig. 6 is a view of an alternative embodiment of the wire hook according to the invention in its starting position; Fig. 7 shows the first phase of the movement of the wire hook of Fig. 6; and FIG. 8 shows the final position of the wire hook of FIG. 6 after movement.

In fig. 1 is een warenhuis getoond, waarin tomaten- planten 1,1' groeien, welke met aan draadhaken 2,2' bevestigde draden 3,3' opgehangen zijn aan een bovenin het warenhuis verlopende staaf 4. Wanneer de planten 1,1' groeien, ontstaat na enige tijd de noodzaak om de draad 3,3' te verlengen.Fig. 1 shows a department store in which tomato plants 1,1 'grow, which are hung with wires 3,3' attached to wire hooks 2,2 'to a rod 4 running at the top of the department store. When the plants 1,1 After some time, the need to extend the wire 3,3 'grows.

Hiertoe wordt de draad 3,3' op de draadhaak 2,2' steeds één slag afgewikkeld, waarna de draadhaak 2,2' iets verschoven wordt langs de staaf 4, zodat het nog vruchtdragende deel van de stengel 5,5' van de plant 1,1' steeds ongeveer verticaal hangt.To this end, the wire 3,3 'on the wire hook 2,2' is unwound one turn, after which the wire hook 2,2 'is moved slightly along the rod 4, so that the still fruit-bearing part of the stem 5,5' of the plant 1,1 'always hangs approximately vertically.

Fig. 2 toont een draadhaak 2 volgens de uitvinding in zijn normale gebruikstoestand, waarbij een haak 12 aangrijpt op de staaf 4. De haak 12 vormt een onderdeel van een beugel 13, welke in afwikkelrichting van het ene naar het andere uiteinde van een afwikkeldeel 6 van die draadhaak 2 verloopt. De draad 3 waar omheen zich de stengel 5 van de plant 1 slingert, is op het smalle gedeelte van het afwikkeldeel 6 gewikkeld, welk afwikkeldeel 6 een ongeveer Ω-vormig gedeelte van de draadhaak 2 is. De afmeting in de afwikkelrichting van het smalle gedeelte van het afwikkeldeel 6 is in de tekening aangeduid met "S". De lengte van een draadwikkeling om de draadhaak 2 is tweemaal zo groot. Het gewicht van de plant 1 grijpt op het met 7 aangegeven eerste aangrijpingspunt aan op de draadhaak 2. Met dit eerste aangrijpingspunt 7 op de draadhaak 2 correspondeert een punt 8 van de draad 3. Voor het aan de staaf 4 hangen of daarvan verwijderen is de draadhaak 2 voorzien van een losneembare sluiting 9.Fig. 2 shows a wire hook 2 according to the invention in its normal state of use, wherein a hook 12 engages on the rod 4. The hook 12 forms part of a bracket 13 which, in the unwinding direction, moves from one end to the other end of an unwinding part 6 of that wire hook 2 expires. The wire 3, around which the stem 5 of the plant 1 winds, is wound on the narrow part of the unwinding part 6, which unwinding part 6 is an approximately Ω-shaped part of the wire hook 2. The dimension in the unwinding direction of the narrow part of the unwinding part 6 is indicated in the drawing by "S". The length of a wire winding around the wire hook 2 is twice as great. The weight of the plant 1 engages on the wire hook 2 at the first point of engagement indicated by 7. With this first point of engagement 7 on the wire hook 2 corresponds a point 8 of the wire 3. For hanging or removing from the rod 4 the wire hook 2 with a detachable closure 9.

Om het voor het steunen van de plant 1 bruikbare deel van de draad 3 te verlengen wordt, zoals getoond in fig. 3, de draadhaak 2 met één hand 10 vastgepakt en gekanteld in de richting van de pijl. Hierdoor wordt de draad 3 over het uitstekende deel 11 van het afwikkeldeel 6 gewipt. Omdat door de vorm van de beugel 13 het eerste aangrijpingspunt 7 van het gewicht van de plant 1 bij het kantelen naar beneden bewogen wordt, kost deze handeling in vergelijking met de bekende techniek zeer weinig kracht.In order to extend the part of the wire 3 usable for supporting the plant 1, as shown in Fig. 3, the wire hook 2 is gripped with one hand 10 and tilted in the direction of the arrow. The thread 3 is hereby pushed over the protruding part 11 of the unwinding part 6. Because the shape of the bracket 13 moves the first point of engagement 7 of the weight of the plant 1 downwards during tilting, this operation requires very little force compared to the known technique.

In fig. 4 is te zien hoe de draad 3, na over het uitstekende deel 11 geleid te zijn, verder afgewikkeld wordt doordat de beugel 13 over de staaf 4 terugkantelt. Door de vorm van de beugel 13 heeft de draadhaak 2 namelijk slechts één stabiele stand, te weten de in fig. 2 getoonde stand waarin de haak 12 aangrijpt op de staaf 4. Onder invloed van het in het tegenover het eerste aangrijpingspunt 7 gelegen tweede aangrijpingspunt 14 aangrijpende gewicht van de plant 1 wordt de draadhaak 2 derhalve weer teruggebracht naar de uitgangspositie.Fig. 4 shows how the wire 3, after being guided over the protruding part 11, is further unwound by the fact that the bracket 13 tilts back over the rod 4. Namely, due to the shape of the bracket 13, the wire hook 2 has only one stable position, namely the position shown in Fig. 2, in which the hook 12 engages the rod 4. Under the influence of the second point of engagement located opposite the first point of engagement 7 The gripping weight of the plant 1, the wire hook 2 is therefore returned to the starting position.

Fig. 5 toont de draadhaak 2 na het voltooien van de in de voorgaande figuren geïllustreerde beweging. Duidelijk is in deze figuur te zien hoe het punt 8 van de draad 3, dat oorspronkelijk correspondeerde met het eerste aangrijpingspunt 7 van de draadhaak 2, gezakt is over een afstand die tweemaal zo groot is als de in fig. 2 weergegeven afmeting "S".Fig. 5 shows the wire hook 2 after completing the movement illustrated in the previous figures. This figure clearly shows how the point 8 of the wire 3, which originally corresponded to the first point of engagement 7 of the wire hook 2, has dropped by a distance twice the size "S" shown in Figure 2. .

In fig. 6 is een alternatieve uitvoering weergegeven van de draadhaak 2 volgens de uitvinding, welke speciaal geschikt is voor gebruik in lage warenhuizen, waarvoor de in fig. 5 aangegeven zakking te groot zou zijn. Bij deze draadhaak 2 heeft de beugel 13 een zodanige gedaante, dat naast de eerste haak 12, die wanneer hij op de staaf 4 aangrijpt een eerste stabiele stand van de draadhaak 2 definieert, een tweede haak 15 gevormd wordt, waardoor de alternatieve draadhaak 2 een tweede evenwichtsstand heeft.Fig. 6 shows an alternative embodiment of the wire hook 2 according to the invention, which is especially suitable for use in low department stores, for which the sag indicated in Fig. 5 would be too great. With this wire hook 2, the bracket 13 has such a shape that in addition to the first hook 12, which defines a first stable position of the wire hook 2 when it engages the rod 4, a second hook 15 is formed, whereby the alternative wire hook 2 forms a second equilibrium.

Zoals aangegeven in fig. 7, wordt om de draad 3 te verlengen wederom de draadhaak 2 kantelend over de staaf 4 geschoven. Doordat het eerste aangrijpingspunt 7 zakt, kost deze beweging weinig kracht.As shown in Fig. 7, in order to extend the wire 3, the wire hook 2 is again slid over the bar 4 tilting. Because the first point of engagement 7 drops, this movement requires little force.

Zoals in fig. 8 getoond zal door de gewijzigde vorm van de beugel 13 de draadhaak 2 in deze uitvoering niet zelfstandig terugkantelen naar de in fig. 6 getoonde uitgangspositie wanneer de draad 3 over het uitstekende deel 11 is geleid en het gewicht van de plant 1 aangrijpt op het tweede aangrijpingspunt 14. In plaats daarvan zal de draadhaak 2 de kantelbeweging voortzetten tot de tweede haak 15 op de staaf 4 aangrijpt. De zakking van punt 8 bedraagt in dit geval slechts de helft van die van de draadhaak van de fig. 2 t/m 5.As shown in Fig. 8, due to the modified shape of the bracket 13, the wire hook 2 in this embodiment will not automatically tilt back to the starting position shown in Fig. 6 when the wire 3 is guided over the protruding part 11 and the weight of the plant 1 engages the second engagement point 14. Instead, the wire hook 2 will continue the tilting movement until the second hook 15 engages the bar 4. The collapse of point 8 in this case is only half that of the wire hook of Figures 2 to 5.

Claims

Device for suspending plants, in particular tomato plants, with a wire running horizontally at the top of a department store, comprising a unwinding part for unwinding the wire and at least one hook attached to one end thereof, for hanging to the element, characterized in that the hook is extended to a bracket running smoothly in the unwinding direction to the other end.

Device according to claim 1, characterized in that the other end of the bracket also has the shape of a hook.

Device as claimed in claim 2, characterized in that the part of the bracket connecting the two hooks has approximately the shape of an ellipse.

Device as claimed in any of the claims 1-3, characterized in that the bracket is provided with a detachable closure.